Instructions

– 21 –– 21 –
De brandduur van het basislicht is aangepast
aan de omstandigheden. Bij gebruik van het
basislicht wordt de verlichtingsreserve kleiner.
Mocht u geen basislicht nodig hebben, adviseren
wij om dit uit te schakelen (P1), om meer reserve
voor zonarme periodes te hebben.
Accu handmatig opladen
Wanneer de capaciteit van de accu te laag is
(bijv. bij slecht weer) knippert de rode led in de
bewegingssensor.
De accu kan met een gebruikelijke micro-USB-
laadadapter worden opgeladen (niet standaard
bijgeleverd). Het opladen van de accu kan wel
6 uur duren.
Gevaar voor beschadiging door binnendringend
vocht
De geopende micro-USB-laadpoort (E) is niet
beschermd tegen binnendringend water.
Accu alleen in droge ruimtes opladen.
Micro-USB-laadadapter aansluiten.
Rode led knippert: opladen bezig
Bij sterk ontladen accu kan het wel
10minuten duren voordat de led knippert.
Rode led brandt: accu volledig opgeladen.
Micro-USB-laadadapter verwijderen.
De rode led gaat uit.
Gevaar voor beschadigingen t.g.v. niet
gebruiken
Indien de lamp gedurende een langere periode
(bijv. opslag) niet wordt gebruikt, kan de accu
kapot gaan door diepontlading.
Programmakeuzeschakelaar op P0 zetten.
De accu dient bij langer niet-gebruik volledig te
worden opgeladen.
De accu regelmatig opladen gedurende de
periode dat de lamp niet wordt gebruikt.
7. Storingen
Rode led in de bewegingssensor knippert
Accucapaciteit te laag.
• Accu met de micro-USB-laadadapter opladen
(niet bij de levering inbegrepen).
Lamp schakelt niet in
Accucapaciteit te laag.
• Accu met de micro-USB-laadadapter opladen
(niet bij de levering inbegrepen).
Kabel onderbroken of kortsluiting.
Aansluitingen controleren.
Het zonnepaneel dusdanig richten, dat de
intensiteit en duur van de zonlichtinstraling zo
hoog mogelijk zijn (afb. 3.4).
Neem het kompas in acht (uitlijning op het
zuiden) (afb. 3.4).
6. Bediening
Voor het eerste gebruik
Activeer de lamp door de programmakeuzescha-
kelaar op P2 te zetten.
De lamp is gedurende 1 minuut in testmodus en
schakelt vervolgens over op programma P2.
Testmodus
In de testmodus werkt de lamp in dagmodus.
Wanneer een beweging wordt geregistreerd, scha-
kelt de lamp onafhankelijk van de schemerinstelling
1 minuut aan, met een nalooptijd van 10 seconden.
Na afloop van deze tijd is automatisch het geselec-
teerde programma actief.
In de testmodus brandt de rode led continu.
Instelling van de gewenste modus met de
programmakeuzeschakelaar
P0: uit (fabrieksinstelling).
De aangesloten verbruikers (led-paneel en
sensor) zijn gedeactiveerd.
P1: sensormodus.
De lamp schakelt alleen in na een impuls van de
bewegingssensor.
P2: sensormodus met basislicht.
De lamp schakelt in na een impuls van de
bewegingssensor.
In de ochtend- en avonduren permanente
verlichting met gereduceerd basislicht.
Nalooptijd en lichtsterkte
Tijdens het eerste gebruik wordt de nalooptijd
berekend.
In programma 2 is het basislicht de eerste nacht
's morgens uitgeschakeld.
De nalooptijd en lichtsterkte worden automatisch
aangepast aan de omgeving, de nalooptijd kan
in de zomer bijvoorbeeld langer zijn dan in de
winter.
Basislicht maakt een verlichting 's nachts met
ca. 3 % lichtvermogen mogelijk. Bij een bewe-
ging in het registratiebereik wordt het licht op
het maximale lichtvermogen geschakeld. Daarna
schakelt de lamp weer terug naar het basislicht
(ca. 3 %).
NL