Operation Manual

BR 700
Nederlands
60
De gebruiksduur wordt verkort door:
Bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, kriebelen)
Lage buitentemperaturen
De mate van kracht uitgeoefend
door de handen (stevig beetpakken
beïnvloedt de doorbloeding nadelig)
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het
motorapparaat en bij het herhaald
optreden van de betreffende
symptomen (bijv. vingers kriebelen)
wordt een medisch onderzoek
geadviseerd.
Onderhoud en reparaties
Het motorapparaat regelmatig
onderhouden. Alleen die onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden uitvoeren
die in de handleiding staan beschreven.
Alle andere werkzaamheden laten
uitvoeren door een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan de
handrugnevelspuit. Bij vragen contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het
apparaat en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Voor reparatie-, onderhouds- en
schoonmaakwerkzaamheden altijd de
motor afzetten – kans op letsel!
Uitzondering: afstelling carburateur en
stationair toerental.
De motor mag bij een losgetrokken
bougiesteker of bij een losgedraaide
bougie niet met behulp van het
startmechanisme worden getornd –
brandgevaar door ontstekingsvonken
buiten de cilinder!
Het motorapparaat niet in de nabijheid
van open vuur onderhouden en opslaan.
De tankdop regelmatig op lekkage
controleren.
Alleen in goede staat verkerende, door
STIHL vrijgegeven bougies – zie
"Technische gegevens" – monteren.
Bougiekabel controleren (goede isolatie,
vaste aansluiting).
Controleer of de uitlaatdemper in een
goede staat verkeert.
Niet met een defecte of zonder
uitlaatdemper werken – brandgevaar! –
Gehoorschade!
De hete uitlaatdemper niet aanraken –
gevaar voor brandwonden!
De staat van de antivibratie-elementen
beïnvloedt het trillingsgedrag – de
antivibratie-elementen regelmatig
controleren.
Motor afzetten voor het opheffen van
storingen.
De slangklemmen en de
harmonicaslang monteren
N Slangklem (1) (met de borggroef
voor de gaskabel) met de
plaatsmarkeringen naar links
gericht op het kniestuk (3) schuiven
N Harmonicaslang (2) over het
kniestuk (3) schuiven
N Slangklem (1) op de
harmonicaslang (2) schuiven
N De plaatsmarkeringen op de
slangklem (1) en het kniestuk (3)
met elkaar in lijn brengen – het oog
voor de bout is naar beneden
gericht
N Slangklem (1) met de bout (4)
bevestigen
Apparaat completeren
1
0416BA001 KN
2
3
2
1
4
0416BA002 KN
3