User Manual

Table Of Contents
0478 111 9941 B - NL
62
Het apparaat is bedoeld voor privé
gebruik.
Let op – gevaar voor ongevallen!
De grasmaaier is alleen bedoeld voor het
maaien van gras. Een andere toepassing
is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn of
schade aan het apparaat tot gevolg
hebben.
Om persoonlijk letsel van de gebruiker te
vermijden, mag de grasmaaier
bijvoorbeeld niet worden ingezet voor
volgende taken (onvolledige opsomming):
het trimmen van bosjes, heggen en
struiken,
het snoeien van rankgewas,
gazononderhoud op dakbeplantingen
en in bloembakken,
het hakselen en klein hakken van
boom- en heggensnoeisel,
het schoonmaken van voetpaden
(opzuigen, wegblazen),
het egaliseren van oneffenheden in de
bodem, zoals bijv. molshopen.
het transporteren van maaigoed, buiten
de in de daarvoor bedoelde
grasopvangbox.
Om veiligheidsredenen is het verboden
wijzigingen aan het apparaat aan te
brengen, behalve als het gaat om
vakkundige montage van accessoires die
door STIHL zijn goedgekeurd. Andere
wijzigingen leiden tot het vervallen van uw
garantie. Neem voor informatie over
goedgekeurde accessoires contact op met
uw STIHL vakhandelaar.
Vooral elke wijziging aan het apparaat
waardoor het vermogen of het toerental
van de verbrandingsmotor of de
elektromotor wordt veranderd, is
verboden.
Vervoer geen voorwerpen, dieren of
personen, met name kinderen, met het
apparaat.
Bij het gebruik op openbare terreinen,
parken, sportvelden, langs wegen en op
land- en bosbouwbedrijven moet u
bijzonder behoedzaam te werk gaan.
Opgelet! Gevaar voor de
gezondheid door trillingen!
Een overmatige belasting door
trillingen kan schade aan de
bloedsomloop en het zenuwstelsel
veroorzaken, vooral bij personen met
circulatiestoornissen. Raadpleeg een arts
wanneer er symptomen optreden die door
de trillingen zouden kunnen zijn
veroorzaakt.
Dergelijke symptomen treden
voornamelijk op in de vingers, handen of
polsen en zijn bijvoorbeeld (onvolledige
opsomming):
gevoelloosheid,
–pijn,
slappe spieren,
huidverkleuringen,
onaangenaam kriebelen.
Houd de duwstang tijdens het werken
stevig maar niet verkrampt met beide
handen op de daarvoor bedoelde plaatsen
vast.
Plan de werktijden zodanig dat hoge
belasting gedurende langere tijd wordt
voorkomen.
Laat het apparaat alleen los, als het op
een horizontaal vlak staat en niet vanzelf
kan wegrollen.
4.2 Tanken – omgaan met benzine
Bewaar de brandstof uitsluitend in
geschikte en goedgekeurde reservoirs
(jerrycans). Schroef de tankdoppen van de
jerrycans altijd goed erop en draai de
doppen stevig vast. Om
veiligheidsredenen moeten defecte
afsluitingen worden vervangen.
Gebruik geen drankflessen of soortgelijke
zaken om brandstoffen en smeermiddelen
af te voeren of op te slaan, zoals
bijv. benzine. Personen, met name
kinderen, zouden in de verleiding kunnen
komen om eruit te drinken.
Houd benzine uit de buurt van
vuur, permanent vuur,
warmtebronnen en andere
ontstekingsbronnen. Niet roken!
Tank alleen in de buitenlucht en rook niet
tijdens het tanken.
Schakel de verbrandingsmotor voor het
bijtanken uit en laat deze afkoelen.
De benzine moet vóór het starten van de
verbrandingsmotor worden bijgevuld. Bij
een draaiende verbrandingsmotor of hete
machine mag de tankdop niet worden
geopend en mag er geen benzine worden
bijgevuld.
Levensgevaarlijk!
Benzine is giftig en in hoge mate
ontvlambaar.