User Manual

Table Of Contents
69
DEFRITESPTNOSVFIDAPLRU NL
0478 111 9941 B - NL
6 Bout (J) vastdraaien.
Aandraaimoment: 18 - 22 Nm
Kabels monteren:
RM 448 PC, RM 448 TC:
Kabel motorstop (3) en kabel
wielaandrijving (4) zoals afgebeeld in
de kabelgeleidingen (6) op de
duwstangconsole en op de duwstang
leggen.
RM 448 VC:
Kabel motorstop (3), kabel
wielaandrijving (4) en kabel vario-
aandrijving (5) zoals afgebeeld in de
kabelgeleidingen (6) op de
duwstangconsole en op de duwstang
leggen.
7.3 Dubbele duwstang monteren
(RM 443, RM 443 T, RM 448 PT,
RM 448 T, RM 448 TX)
beschermingshulzen (H) op beide
onderstukken duwstang (1) steken.
Bout (F) door de boring van de
kabelgeleiding (G) steken.
Bovenstuk duwstang (2) aan het
onderstuk duwstang (1) vasthouden.
Linkerzijde:
kabelgeleiding (G) op de
kabel motorstop (3) vasthaken.
Rechterzijde (RM 443 T, RM 448 PT,
RM 448 T, RM 448 TX):
kabelgeleiding (G) op de
kabel wielaandrijving (4) vasthaken.
Bout (F) aan beide kanten van binnen
naar buiten door de boringen steken.
Snelspanner (E) op de bouten (F)
schroeven (er moet ongeveer een
schroefdraad van de bout uitsteken) en
naar boven klappen.
Correcte montage controleren:
de snelspanners (E) moeten zo sterk
aangetrokken te zijn dat ze dicht bij de
duwstang aansluiten en dat het
bovenstuk duwstang vast met het
onderstuk duwstang verbonden is.
Als de duwstang niet vast gemonteerd
zit of de snelspanners niet juist zitten,
de snelspanners openen en zover
verdraaien tot ze vastzitten.
7.4 Grasopvangbox in elkaar
zetten
Bovenste gedeelte van de
grasopvangbox (B) aan het onderste
gedeelte van de grasopvangbox (C)
bevestigen. De juiste positie in de
geleiders respecteren.
Bouten (D) van binnen door de
betreffende openingen drukken.
Laat het bovenste gedeelte van de
grasopvangbox (B) in het onderste
gedeelte van de grasopvangbox klikken
door hier licht op te drukken.
Grasopvangbox vasthaken (Ö 8.3).
7.5 Startkabel vast- en loshaken
Vasthaken
Trek de bougiestekker van de
verbrandingsmotor.
Duw de motorstopbeugel (1) naar de
duwstang en houd deze vast.
Trek de startkabel (2) langzaam uit.
Laat de motorstopbeugel (1) los en
haak de startkabel (2) in de
kabelgeleider (3).
Sluit de bougiestekker aan.
Loshaken
Trek de bougiestekker van de
verbrandingsmotor.
Haak de startkabel (2) uit de
kabelgeleider (3).
7.6 Brandstof en motorolie
Motorolie:
gegevens over de te gebruiken
motorolie en de vulhoeveelheid
olie vindt u in de gebruiksaanwijzing van
de verbrandingsmotor.
Controleer de inhoud regelmatig (zie
gebruiksaanwijzing verbrandingsmotor).
Zorg ervoor dat de olie niet onder of boven
het juiste peil komt te staan.
Olietankdop voor het in gebruik nemen
van de verbrandingsmotor goed
vastschroeven.
Brandstof:
Advies:
Verse merkbrandstoffen,
Loodvrije benzine.
Gegevens over de brandstofkwaliteit
(octaangetal) vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor;
4
5
6
Voorkom schade aan het
apparaat!
Vul voor de eerste start motorolie
bij. Voor het vullen met motorolie en
tanken een aangepast vulhulpstuk
(bijv. trechter) gebruiken.
7