Operation Manual
83
NEDERLANDS
Compacte remmen
Compacte remmen bevinden zich
onder de zitting en worden
bediend door de remmen naar
achteren te trekken, in de richting
van de band. Om de remmen goed
te laten werken, moet dit helemaal
naar achteren getrokken worden,
zo ver als mogelijk.
Fig. 5.6
Link Achterophanging
WAARSCHUWING
De ophanging aan de achterzijde kan
de stabiliteit van de rolstoel beïnvloe-
den. Wanneer u nog niet gewend
bent aan het nieuwe systeem, is
het verstandig anti-kantelwielen te
vragen aanwezig te zijn, om ongeluk-
ken te voorkomen.
1. Afstellen van de 4-Link achter-
ophanging.
a. Om de ophanging strakker af te
stellen, draait u de veeraanpassing
onderaf de rolstoel omhoog naar het
b. Om de ophanging minder strak af
te stellen, draait u de veeraanpassing
2. Uitlijning van de verbindende ophangarmen
fabriek, om correcteen optimale prestaties van het ophangings-
systeem te garanderen.
Het spoor op nul instellen
het midden van het niveau bevindt. Het spoor is nu op nul inge-
gecentreerd ten opzichte van het rolstoelframe. Controleer ook
of de vlakke delen onder de buitenste camberbuisklem parallel
zijn van kant tot kant. Het uiteinde van de camberbuis moet inlig-
gend zijn ten opzichte van het buitenste deel van de camber-
Het spoor instellen op nul; alterna-
tieve methode
vlakke horizontale tafel of grondop-
los waarmee de camberbuisklem is
tenzij de rolstoel is uitgerust met
Zoek de vlakke kanten aan de voor-
en achterzijde van de camberpen-
het vlakke horizontale oppervlak en
tegen de vlakke kant van de cam-
berpen.
Draai de camberbuis en pen totdat
het vlakke oppervlak van de camber-
pen gelijk is aan het meetinstrument
Fig. 5.7
BALL
C
B
Fig. 5.9
PARALLEL
D
C
Fig. 5.10
H
I
G
E
F
Fig. 5.8
D
gecentreerd ten opzichte van het rolstoelframe. Controleer ook
of de vlakke delen onder de buitenste camberbuisklem parallel
zijn van kant tot kant. Het uiteinde van de camberbuis moet inlig-
gend zijn ten opzichte van het buitenste deel van de camber-
MERK OP
4-Link achterophanging draait en schrijf op wat u hebt
veranderd. Dit kost even tijd, maar hierdoor zult u beter begrij-
pen hoe iedere verandering van invloed is op het rijgedrag van
derolstoel in verband met de achterophanging.
MERK OP– Het voelt alsof de onderste schokdemper los zit,
maar zo is deze ontworpen. Hierdoor functioneert de ophanging
optimaal
.MERK OP
verbindt met de schokcamberklem.
3. Onderhoud
De onderstaande onderhoudsvereisten dienen te worden opge-
volgd, evenals de algemene richtlijnen voor onderhoud van uw
rolstoel, zoals omschreven in hoofdstuk XI.
a. Breng geen smeermiddelen aan op de eindbussen van de
schokbrekers of op de veren.
b. U kunt een smeermiddel op de verbindingsstukken aanbren-
gen nadat u deze met een mild reinigingsmiddel en zachte
borstel hebt schoongemaakt.
c. Gebruik een zachte borstel om vuil en modder of stof van de
veren af te borstelen.
d. Maak de 4-Link achterophanging nooit met een hogedrukspuit
schoon.
Aanpassen van de voetsteun
WAARSCHUWING:
Ga niet op de voetenplaat staan!
Zelfs als de gebruiker
in de stoel zit, bestaat het gevaar
dat de stoel kantelt, wat tot letsel
kan leiden.
WAARSCHUWING:
Ga niet op de voetenplaat
staan bij het overbrengen van
de gebruiker. Hierdoor kan de
rolstoel kantelen, wat tot letsel
kan leiden.
kunt u de voetsteun aanpassen
aan de lengte van uw onderbeen
en de voetsteun weer opnieuw
bevestigen. De hoek van de
voetsteun kan afzonderlijk worden
ingesteld door het losdraaien van
voorkomt dat uw voeten per ongeluk
van de plaat glijden. Controleer na
aanpassingen altijd of alle schroeven
De hoogte van de voetenplaat instellen
Hoog gemonteerde voetenplaat
De hoog gemonteerde voetenplaat is
bevestigd aan het binnenste deel van
het frame
1
Fig. 5.11
Fig. 5.13
2
3
Fig. 5.12
Opties - Offroad connector
Zie de extra handleiding voor de offroad connector.