Operation Manual

86
NEDERLANDS
Anti-tip wielen
Sunrise Medical adviseert anti-tip
wielen voor alle rolstoelen. Wanneer u
de anti-tip wielen aanbrengt, gebruik
een aanzetmoment van 7 Nm.
1. De anti-tip wielen in de klem
schuiven.
a. Druk op de knop aan de achterkant
van het anti-tip wiel op de
veiligheidswieladapter, zodat beide
ontsluitingspennen naar binnen
worden getrokken.

c. Draai de veiligheidswielen naar beneden tot de
ontsluitingspen in de klem is bevestigd.
d. Breng het tweede anti-tip wiel op dezelfde wijze aan.
2. De anti-tip wielen instellen
Om de juiste afstand van de grond van ongeveer 3,5 tot 5 cm te
verkrijgen, moeten de veiligheidswielen omhoog of omlaag
worden geschoven.
Druk op de ontsluitingsknop van de anti-tip wielen, zodat beide
ontsluitingspennen
naar binnen worden getrokken. Beweeg de binnenbuis omhoog
of omlaag om in de aangebrachte hoogtegaten te vallen. Laat de
knop los. Breng het tweede anti-tip wielen op dezelfde wijze

Gevaar!
Indien geen anti-tip wielen zijn aangebracht, of indien deze niet
correct zijn aangebracht, ontstaat het gevaar op kantelen en
letsel.
Krukkenhouder
Krukkenhouder
Hiermee kunt u krukken meenemen op de rolstoel. De kruk-
kenhouder heeft een velcrolus waarmee u de krukken of andere
hulpmiddelen kunt vastmaken.
OPGELET!
Probeer de krukken of andere hulpmiddelen nooit al rijdend
te verwijderen.
Controleer alvorens de
rolstoel te gebruiken of de
heupgordel is vastgemaakt.
De heupgordel moet dagelijks
worden gecontroleerd op slijtage.
Tevens moet worden gecontroleerd
of de gordel nergens gehinderd
wordt.
Controleer voor gebruik altijd of de
heupgordel op de juiste wijze is
bevestigd en op maat is gemaakt.
Wanneer een gordel te los be-
vestigd is, kan de gebruiker naar
beneden wegzakken.
Hierdoor ontstaat een risico op
verstikking of ernstig letsel.
De heupgordel dient aan de rolstoel
bevestigd te zijn zoals getoond
op de afbeeldingen. De gordel
bestaat uit twee delen. Ze worden
bevestigd d.m.v. de aanwezige
schroef, die door het ringetje van de
gordel wordt gestoken. De gordel

Pas de gordel zodanig aan dat de sluiting zich in het midden

De heupgordel wordt als volgt aangepast aan de wensen
van de gebruiker:
Om de lengte
van de gordel te
verkleinen:
Om de lengte van de gordel te vergroten
Haal vervolgens
het niet-gebruikte
deel van de gordel
door de gesp en
geleiders.
Controleer of de
gordel niet om de
sluiting is ge-
draaid.
Om de gordel langer te maken, haalt u
het niet-gebruikte deel van de gordel
door de geleiders en gesp.
Controleer na het vastmaken
de ruimte tussen de gordel
en de gebruiker. Als men een
vlakke hand tussen de gordel
en het lichaam van de gebruiker


Heupgordel
De heupgordel moet zodanig
bevestigd worden dat hij in een
hoek van 45 graden over het
bekken van de gebruiker valt.
Bij het op maat maken dient
de gebruiker rechtop en zo ver
mogelijk naar achteren te zitten. De
heupgordel moet voorkomen dat de
gebruiker uit de rolstoel glijdt.

duwhandvat naar beide kanten om u ervan te vergewissen dat
hij stevig op zijn plaats zit. Nadat u de hoogte van het

stevig op zijn plaats vastmaken. Als de fixatiehendel niet
vergrendeld is, kan dit letsel veroorzaken bij het opgaan van een

LET OP -Indien de in hoogte verstelbare duwhendels niet op
de juiste wijze zijn aangebracht, kan er 'speling' ontstaan of
kunnen ze zelfs uit positie raken. Controleer daarom zorgvuldig
of de relevante schroeven op de juiste wijze zijn aangedraaid.
Neerklapbare duwhandvatten
Wanneer u de duwhandvatten niet
gebruikt, kunt u die neerklappen door

opnieuw nodig hebt, klapt u ze weer
naar boven tot ze op hun plaats

Fig. 5.30
2
Fig. 5.31
Fig. 5.32
Fig. 5.33
Fig. 5.34
Fig. 5.35