Operation Manual

89Q400 M/F/R Rev.B
NEDERLANDS
5.0 Gebruik van de rolstoel
GEVAAR!
Wees erop bedacht dat u mogelijk de instellingen van de
bediening van uw systeem moet aanpassen.
Overleg direct met uw erkende dealer om de instellingen van
de bediening aan te passen als u veranderingen opmerkt in
uw vermogen om:
1. De joysck te bedienen
2. Houd uw bovenlijf rechtop
3. Vermijd botsingen met voorwerpen.
5.1 Controle van de rolstoel voor gebruik
Voer dagelijks, voor u wegrijdt, de onderstaande controle uit:
OPGELET!
Controle van wielen & banden
Zijn de banden hard genoeg? (Hoofdstuk 8.2)
Controle van accu's
Voordat u uw rolstoel voor de eerste maal gebruikt, moet u
de accu's gedurende 24 uur onafgebroken opladen.
Zijn de accu´s voldoende opgeladen? Het groene licht van de
accuspanningsmeter moet branden & Bediening
Controle van verlichng en richngaanwijzers
Controleer of de verlichng en richngaanwijzers goed
funconeren en de glazen schoon zijn voordat u in het donker
naar buiten gaat. & Bediening
Controle van afstandsbediening
Controleer, terwijl het bedieningssysteem uitgeschakeld is,
of de joysck niet is verbogen of beschadigd en of de joysck
terugkeert naar het midden wanneer u hem naar voren drukt
en vervolgens loslaat.
Controle vrijloophendel
Controleer of de vrijloophendel op 'rijden' is ingesteld.
(Hoofdstuk 5.8).
Controle van zing
Controleer of alle kussens op de juiste plaats zijn bevesgd.
Controleer of de rugleuning op de juiste plaats en wijze is
bevesgd.
Bekijk of de beensteunen, armsteunen en dergelijke
op de juiste plaats en wijze zijn bevesgd en of alle
bevesgingspunten voldoende strak aangedraaid zijn.
Controleer of alle interfaceknoppen van de zing
aangedraaid zijn.
Controleer of kleding niet vast kan komen te zien
Controleer of uw kleding de rolstoel niet hindert jdens het
gebruik (bijv. te lange kleding). Controleer voor u wegrijdt
aljd of uw kleding of accessoires niet in contact komen
met de wielen en/of andere bewegende of draaiende delen,
waardoor ze verstrikt kunnen raken.
Controleer de weersomstandigheden
Bij koud weer vermindert de capaciteit van de accu's. Tijdens
lichte vorst is de capaciteit ruwweg 75% van de normale
capaciteit. Bij temperaturen lager dan -5˚C neemt dit af naar
50%. Hierdoor wordt de aceradius kleiner.