Operation Manual

95Q400 M/F/R Rev.B
NEDERLANDS
5.9 (Elektrisch aangedreven) zitopes
De rolstoel kan met de volgende mechanische en/of elektrische
verstellingen worden voorzien om de zitposie aan te passen. Deze
verstellingen kunnen door de gebruiker zonder gereedschap gebruikt
worden.
Elektrische zitverstellingen (Fig. 5.9 - Fig. 5.11).
Hoe deze elektrisch aangedreven zitopes worden bediend, staat in
& Bediening + & Zitsysteem:
1. Elektrische kantelverstelling
2. Elektrische hoog/laagverstelling
3. Elektrische rughoekverstelling
4. Elektrische comfort beensteunen
GEVAAR!
Het gebruik van de elektrische verstellingen kan de stabiliteit van
de rolstoel beïnvloeden.
Gebruik elektrische verstellingen alleen op vlakke ondergrond.
Probeer nooit de elektrische verstellingen te gebruiken als de
rolstoel op een helling staat.
Vermijd contact met de actuatoren wanneer het component in
beweging is. De elektrische verstellingen hebben een groot bereik.
Gebruikers moeten zich bewust zijn van hun omgeving wanneer de
onderdelen bewegen.
Rij voorzichg met dit zitsysteem wanneer deze in een
achterwaarts gekantelde, verhoogde of gekantelde posie staat.
Probeer nooit de elektrische verstellingen te gebruiken terwijl het
zitsysteem in beweging is.
Probeer nooit de elektrische hoog/laag en of kantelverstelling te
gebruiken als er kinderen in de buurt zijn.
Via de programmering kunnen alle elektrische verstellingen in
omgekeerde richng worden uitgevoerd. Controleer in welke
richng uw zing zich zal bewegen voordat u de funce acveert.
Houd er rekening mee dat de hoog/laag en kantelverstelling een
gevaar op beklemming kan geven. Let goed op wanneer de hoog/
laag en kantelverstelling worden gebruikt, zodat er geen handen
of voeten, kleding of sieraden beklemd raken; dit kan tot letsel
leiden.
Rij niet met de zing in verhoogde posie over rijplaten of
hellingen. Voordat u probeert een helling op of af te gaan, dient u
de rolstoel in de basisposie terug te brengen, met de rugleuning
rechtop.
Het systeem is zodanig ontworpen dat de maximale rijsnelheid
automasch wordt verlaagd naar kruipmodus, of de rolstoel
komt tot slstand, wanneer bepaalde grenzen van de elektrisch
aangedreven zitopes zijn bereikt. Aankelijk van de instellingen
van de rolstoel kunnen er verschillende kruipsnelheden zijn.
Fig. 5.11
1000 mm
Fig. 5.9
Fig. 5.10