User manual

Gebruikershandleiding van Synology NAS
Gebaseerd op DSM 6.0
28 Hoofdstuk 5: Opslagruimte beheren
Raadpleeg de tabel om na te gaan welke harde schijf eerst moet worden vervangen.
RAID-type
Minimale harde-schijfgrootte
RAID 5 en RAID 6
Bij vervanging van harde schijven van RAID 5- of RAID 6-
volumes of schijfgroepen moet altijd eerst de kleinste harde
schijf worden vervangen. De opslagcapaciteit van RAID 5-
volumes is (aantal harde schijven 1) x (kleinste harde
schijfgrootte), en van RAID 6-volumes is (aantal harde
schijven -2) x (kleinste harde schijfgrootte). Daarom moet
altijd eerst de kleinste harde schijf worden vervangen om
het harde schijfgebruik te maximaliseren.
SHR (Synology Hybrid RAID)
Als de capaciteit van alle bestaande schijven gelijk is, moet
u minstens twee harde schijven vervangen. Zo niet, zal de
capaciteit van uw volume niet worden uitgebreid.
Als de capaciteit van bestaande schijven onderling verschilt,
moet de nieuwe vervangingsschijf gelijk of groter zijn dan de
grootste bestaande harde schijf. Bovendien moet u altijd
eerst de kleinste harde schijven vervangen om het
capaciteitsgebruik te optimaliseren.
Een volume of schijfgroep uitbreiden door schijven toe te voegen
Voor SHR, JBOD, RAID 5, RAID 5+Spare en RAID 6 kan de opslagcapaciteit van volumes en schijfgroepen
worden uitgebreid door meer harde schijven toe te voegen als uw Synology NAS nog over lege harde-
schijfsleuven beschikt. Raadpleeg DSM Help voor gedetailleerde instructies.
Raadpleeg de onderstaande tabel over de minimale grootte van nieuwe harde schijven.
RAID-type
Minimale harde-schijfgrootte
SHR
De capaciteit van de harde schijf die u wilt toevoegen moet
gelijk of groter zijn dan de grootste harde schijf van het
volume of de schijfgroep. Als uw volume bijvoorbeeld uit drie
harde schijven bestaat, 2 TB, 1,5 TB en 1 TB, dan moet de
capaciteit van de nieuwe harde schijf minstens 2 TB zijn.
RAID 5, RAID 5+Spare of RAID 6
De capaciteit van de harde schijf die u wilt toevoegen moet
gelijk of groter zijn dan de kleinste harde schijf van het
volume of de schijfgroep. Als uw volume bijvoorbeeld uit drie
harde schijven bestaat, 2 TB, 1,5 TB en 1 TB, dan moet de
capaciteit van de nieuwe harde schijf minstens 1 TB zijn.
RAID/bestandssysteemreiniging
RAID/bestandssysteemreiniging is een gegevensonderhoudsfunctie die volumes of schijfgroepen inspecteert en
gedetecteerde inconsistenties van gegevens herstelt. RAID-reiniging kan bij volumes of schijfgroepen worden
gebruikt die SHR (bestaande uit drie of meer schijven), RAID 5 of RAID 6 gebruiken. Bestandssysteemreiniging
kan voor volumes met Btrfs-bestandssysteem worden gebruikt.
Wij raden aan om de RAID/bestandssysteemreiniging regelmatig uit te voeren om gegevensconsistentie te
behouden en verlies van belangrijke gegevens ten gevolge van een defecte harde schijf te voorkomen.
Raadpleeg DSM Help voor gedetailleerde instructies.