User manual

Gebruikershandleiding van Synology NAS
Gebaseerd op DSM 6.0
45 Hoofdstuk 9: Bestanden delen instellen
Synology NAS koppelen aan domein/LDAP
Ga naar Configuratiescherm > Domein/LDAP om uw Synology NAS te koppelen aan een adreslijstservice als
een Windows-domein of LDAP-client. Na koppeling van Synology NAS aan een adreslijstservice kunt u de
toegangsrechten van domein-/LDAP-gebruikers tot gedeelde mappen en DSM-toepassingen beheren en hun
basismapservice inschakelen.
Een Windows-domein koppelen
Klik op het tabblad Domein en voer de domeinnaam en DNS-server in (optioneel) om het Synology NAS aan een
Windows ADS-domein te koppelen. In het venster dat verschijnt, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord
in van de systeembeheerder van de domeinserver.
Nadat het Synology NAS lid is geworden van het domein, kunnen domeingebruikers zich aanmelden bij
Synology NAS met hun domeinaccount en wachtwoord.
Opmerking:
als uw domein gebruikersnaam “%” en “$” bevat, krijgt u mogelijk geen toegang tot uw basismap. Vraag uw
domeinbeheerder om u een nieuwe gebruikersnaam te geven.
Domeingroepen, Domeinadmins en Bedrijfsadmins worden automatisch aan de lokale groep administrators
toegevoegd. Met andere woorden, domeingebruikers in deze groepen hebben beheerdersrechten voor Synology
NAS, inclusief de uitvoering van DSM/CIFS/FTP/AFP/WebDAV-toepassingen.
U kunt eveneens toegangsrechten van domeingebruikers tot gedeelde mappen op Synology NAS configureren.
Raadpleeg "Domeingebruikers of groepen toegang geven tot gedeelde mappen" voor meer informatie.
Binden aan een LDAP-server
Met LDAP kunt u uw Synology NAS aanmelden bij een aanwezige adreslijstservice als een LDAP-client.
Vervolgens kunt u gebruikers- of groepsgegevens van een LDAP-server (of "directory server") ophalen. Met de
optie profielen kunt u eenvoudig een verbinding maken met verschillende types van LDAP-servers, zoals
standaard (Synology Directory Servers of Mac Open Directory), IBM Lotus Domino-servers of uw eigen
profielinstellingen aanpassen. U kunt toegangsrechten van LDAP-gebruikers of -groepen voor DSM-
toepassingen en gedeelde mappen instellen, net als bij lokale DSM-gebruikers of -groepen.