Manual

Table Of Contents
tams elektronik
tams elektronik LD-G-43
Om technische redenen is de spoorspanning op de uitgang van sommige boosters niet 100 %
symmetrisch. Sommige typen extra schakelingen die op het spoor zijn aangesloten (bijv.
spoorbezetmelders) beïnvloeden ook de spoorspanning op een rail. Om te voorkomen dat de
locdecoder zelfs een licht onevenwichtige spoorspanning interpreteert als een ABC remweg,
kan de gevoeligheid worden verlaagd.
Automatisch pendeltreinbedrijf gebaseerd op de ABC-methode
Met de juiste CV-instelling wordt de ABC-remprocedure gebruikt om het pendeltreinbedrijf
tussen twee eindstations te automatiseren. Bij het binnenrijden van een ABC-remsectie
verlaagt de locdecoder automatisch de rijsnelheid zoals gebruikelijk met de ingestelde
remvertraging of de ingestelde remweg. Na de stop verandert hij echter van rijrichting en rijdt
hij terug in de tegenovergestelde richting met de ingestelde optrekvertraging. Bij het
binnenrijden van de ABC-remsectie voor de tegenovergestelde richting wordt de rijsnelheid
automatisch weer verlaagd.
2.5.2. Remmen bij gelijkspanning
De locdecoder LD-G-43 reageert op het aanleggen van een zuivere gelijkspanning (bijv.
Märklin** remsectie) met de bijbehorende CV-instelling en vermindert dan automatisch de
rijsnelheid met de ingestelde remvertraging of de ingestelde remweg. In de remsectie blijft de
status van de geschakelde functies behouden. In tegenstelling tot de ABC-remmethode
kunnen de functies niet worden geschakeld,
kunnen de CV's van de decoder niet worden gewijzigd,
kan de rijrichting van de locomotief niet worden gewijzigd.
Zodra de remsectie wordt opgeheven of de locomotief uit de remsectie rijdt, accelereert hij
met de ingestelde optrekvertraging tot de ingestelde rijstap.
Achtergrondinformatie: Remmen met gelijkspanning
De remmethode die bijvoorbeeld door Märklin wordt gebruikt ("Märklin remsectie") is
gebaseerd op het feit dat in de remsectie, in plaats van een afwisselende positieve en
negatieve spanning, alleen een zuiver positieve of negatieve spanning op het spoor wordt
gezet. Om kortsluiting bij het binnenrijden van de remsectie te voorkomen, moet tussen de
"normale sectie" en de stopsectie een extra overgang sectie worden ingevoegd, die bij
gebruik in gelijkstroomsystemen een volledige treinlengte moet zijn.
Symmetrische
spoorspanning op het
normale spoor
Asymmetrische spoor-
spanning in de overgang
sectie naar de remsectie
Zuivere gelijkspanning
in de remsectie
Werking | 15