Manual

Table Of Contents
tams elektronik
LD-G-43 tams elektronik
2.5.3. Automatisch ontkoppelen ("ontkoppelwals")
Door de CV overeenkomstig te programmeren, kan het volledige ontkoppelingsproces worden
geactiveerd met een functietoets.
Na het inschakelen van de functie beweegt de locomotief eerst een stukje tegen de ingestelde
rijrichting in om de koppeling te ontlasten. Daarna wordt de functie-uitgang waarop de
koppeling is aangesloten gedurende de ingestelde tijd ingeschakeld. Tegelijkertijd wordt de
rijrichting intern weer veranderd in de ingestelde richting en wordt de motorspanning weer
ingeschakeld. De locomotief rijdt dan een klein stukje weg van de afgekoppelde wagon.
De volgende parameters van het automatisch ontkoppelen kunnen via CV's worden ingesteld:
spanning die tijdens het ontkoppelen op de motor wordt gezet;
tijdsduur waarin motor en uitgang (koppeling) van stroom worden voorzien (= kicktijd).
2.5.4. Rangeerfunctie
Rangeerstand en rangeerlicht kunnen aan dezelfde functie worden toegewezen. Dan wordt
het rangeerlicht (wit voor- en achterlicht) automatisch ingeschakeld bij het overschakelen
naar de rangeerstand (en de bijbehorende snelheidsreductie). Tegelijkertijd kan de functie die
de rangeerstand inschakelt worden gebruikt om de optrek- en afremvertraging uit te
schakelen.
Voorbeeld van programmering voor rangeerbedrijf → hoofdstuk 5.4.
2.5.5. Snelheidsafhankelijk in- en uitschakelen
Alle functie-uitgangen waarvoor de functie is geactiveerd, worden automatisch geschakeld
wanneer een spanning wordt bereikt die is gedefinieerd in de bijbehorende CV. Het is mogelijk
om de uitgang
uit te schakelen wanneer de spanning wordt overschreden en in te schakelen wanneer
deze onder de spanning komt, of
in te schakelen wanneer de spanning wordt overschreden en uit te schakelen wanneer
deze onder de spanning komt.
De spanning wordt ingesteld voor alle uitgangen samen.
2.5.6. Stop/start met een functie
Met de functietoewijzing kunnen een of meer functies worden toegewezen aan de speciale
functie "STOP/START met een functie". Bij het inschakelen van de toegewezen functie stopt
de locomotief met de ingestelde remvertraging; bij het uitschakelen gaat de locomotief verder
met de ingestelde optrekvertraging.
Bij levering is geen functie toegewezen aan de speciale functie "STOP".
16 | Werking