Manual

Table Of Contents
tams elektronik
!
tams elektronik LD-G-43
3.9. Aansluiting van LED's op de functie-uitgangen
De functie uitgangen schakelen tegen de decodermassa. Daarom moet de kathode (-) van de
LEDs op de uitgangen en de anode (+) op de retourdraad voor alle functies (RD) worden
aangesloten.
Let op:
U moet de LED's altijd via een serieweerstand bedienen! Anders worden de LED's tijdens de
ingebruikname vernietigd of hebben ze een aanzienlijk kortere levensduur. Als u geen
serieweerstand heeft, nemen andere componenten hun functie over (bijv. rails, wielen,
stroomcollectoren). Dit kan leiden tot een verandering in het digitale signaal en dus tot
verstoring van de digitale werking.
Bepaal de vereiste weerstandswaarde voor de piekwaarde van de beschikbare werkspanning
op de retourleiding (RD).
Bepalen van de piekwaarde van de werkspanning
bij geregelde boosters:
uitgangs- (rail) spanning van de boosters - 1 V*
bij niet geregelde boosters en analoge rijregelaars:
(1,4 x nominale spanning van de transformator) - 1 V*
* 1 V komt "vast te zitten" in de gelijkrichter van de decoder.
Serieel aansluiten van LEDs
Wanneer u meerdere LEDs op één uitgang wilt aansluiten, dan kunnen deze met één
voorschakelweerstand in serie worden geschakeld. De stroom bedraagt al naar geland de
voorschakelweerstand max. 20 mA voor alle LEDs. Het maximaal aantal aan te sluiten LEDs wordt
als volgt berekend
Piekspanning van de voedingsspanning
- som van de doorlaatspanning van alle LEDs
> 0
Voordeel bij deze oplossing is de lage stroom.
Voor het berekenen van de juiste voorschakelweerstand bij het serieel aansluiten van LEDs telt u
eerst de doorlaatspanning van alle te gebruiken LEDs bij elkaar op. De doorlaatspanning is
afhankelijk van de kleur en zou in de technische gegevens van de LED aangeven moeten zijn.
Zijn er geen fabrieksgegevens voorhanden, dan kunt u voor witte en blauwe LEDs 4 V, voor
gele, oranje, rode en groene LEDs 2 V aannemen.
De resterende spanning moet door de voorschakelweerstand worden "onderdrukt". De
formule voor de berekening is:
nodig R
V
V
[Ohm] = ( U
B
[V] – ∑ U
F
F
[V] ) / (I
F
F
[mA] x 0,001 )
U
B
= voedingsspanning (piek) | ∑ U
F
= som van de doorlaatspanningen van alle LEDs
I
F =
stroom bij max. lichtsterkte.
Aansluitingenr | 31