Manual
Table Of Contents
- 1. Starten
- 2. Werking
- 3. Aansluitingenr
- 3.1. Veiligheidsvoorschriften
- 3.2. Goed en degelijk solderen
- 3.3. Onherstelbare schade aan de decoder vermijden!
- 3.4. Pintoewijzing LD-G-43 | Voorzijde
- 3.5. Pintoewijzing LD-G-43 | Achterzijde
- 3.6. Gebruik van locdecoders met interface
- 3.7. Gebruik van de LD-G-43 in locs met wisselstroommotoren
- 3.8. Decoders zonder interface inbouwen
- 3.9. Aansluiting van LED's op de functie-uitgangen
- 3.10. Aansluiten van inductieve verbruikers
- 3.11. Aansluiting van de schakelingangen
- 3.12. Aansluiting van een back-up condensator of buffercircuit
- 3.13. Aansluiting van een SUSI-module
- 3.14. Afwerking
- 4. Programmeren
- 5. Configuratievariabelen en registers
- 5.1. Overzicht van configuratievariabelen voor de LD-G-43
- 5.2. Basisinstellingen
- 5.3. Instellen van het adres
- 5.4. Instellen van de motorbesturing
- 5.5. Functie mapping
- 5.6. Effecten van de uitgangen
- 5.7. Instellingen voor de schakelingangen
- 5.8. Instellingen voor RailCom en DCC-A
- 5.9. Instellingen voor het rijden
- 5.10. Instellingen voor analoog bedrijf
- 5.11. Gevoeligheid van de overbelastingsbeveiliging
- 5.12. Hulpfuncties
- 5.13. Informaties
- 6. Checklist voor het oplossen van problemen en het corrigeren van fouten
- 7. Technische gegevens
- 8. Garantie, EU-conformiteit & WEEE
tams elektronik
LD-G-43 tams elektronik
5.9. Instellingen voor het rijden
Instelling van de Packet Time Out
Naam Nr. Invoerwaarden
(Defaultwaarden)
Verklaring en aanwijzingen
Packet Time Out 11 2 … 255 (16) Tijdspanne tussen het uitvallen van het
digitale signaal en de omschakeling naar de
alternatieve werking (analoge werking).
Door de invoerwaarde met "1" te verhogen,
wordt de tijdsduur met 10 ms verlengd.
Opmerkingen:
Als de automatische analoge herkenning actief is, schakelt de decoder automatisch over naar de analoge
modus als hij gedurende de ingestelde tijd geen digitaal signaal ontvangt.
Als de decoder gevoed wordt via een buffercircuit,
- moet de automatische analoog herkenning worden uitgeschakeld in CV 29 en
- moet een lage waarde worden ingesteld voor de packet time out (ongeveer 16).
Dit voorkomt dat de locomotief ongepland doorrijdt nadat de baanspanning is uitgeschakeld (bijv. bij een
noodstop of een seinstop).
Consist modus
In consist modus kunnen standaard alleen snelheid en richting bestuurd worden. In CV 21 en 22
kan worden ingesteld, welke functies, behalve middels het adres van de multi tractie, in CV 19
geschakeld moeten worden. Als de waarde "0" is ingesteld, wordt de functie nog steeds alleen
geadresseerd via het adres dat in CV 1 of CV 17 en 18 voor het betreffende voertuig is ingesteld.
Naam Nr. Invoerwaarden
(Defaultwaarden)
Verklaring en aanwijzingen
In consist
modus actieve
functies
(F1 t/m F8)
21 0 ... 255 (0) F1 aan 1
F2 aan 2
F3 aan 4
F4 aan 8
F5 aan 16
F6 aan 32
F7 aan 64
F8 aan 128
In consist
modus actieve
functies (F0, F9
t/m F12)
22 0 ... 63 (0) F0f aan 1
F0r aan 2
F9 aan 4
F10 aan 8
F11 aan 16
F12 aan 32
56 | Configuratievariabelen en registers