Operation Manual

Beschrijving van het apparaat
NL
53
Bediening door sensoren
De bediening van de keramische kookplaat gebeurt door touch-
control-sensoren. De sensoren functioneren als volgt: met de vin-
gertop een symbool op het keramische oppervlak even aanra-
ken. Elke correcte bediening wordt door een signaaltoon
bevestigd. In de rest van de tekst wordt voor de touch-control-
sensoren het woord „toets“ gebruikt.
Aan/Uit-toets (7)
Met deze toets wordt de volledige kookplaat in- en uitgeschakeld.
De toets is bij wijze van spreken de hoofdschakelaar.
Kookzonekeuzetoets, bijv. links voor (8)
Door op een van de beschikbare kookzonekeuzetoetsen te druk-
ken wordt een kookzone geselecteerd, waarvoor vervolgens met
de plus-toets of min-toets een kookstand kan worden ingesteld.
Plus-toets / Min-toets (10)
Met deze toetsen worden de kookstanden, de automatische uit-
schakeling en de kookwekker ingesteld. Met de min-toets wordt
de aangetoonde waarde verlaagd, met de plus-toets verhoogd.
De aangetoonde waarde kan worden gewist door beide toetsen
tegelijk aan te raken.
Kookstandweergave (11)
De kookstandweergave toont de gekozen kookstand, of:
H ............... restwarmte
A................ automatisch aankoken
STOP ........ stop-functie
.............. warmhoudfunctie
Als het gereedheidspunt (12) brandt, kan de kookzone
worden ingesteld.
Inschakeltoets extra ring (13)
Voor het inschakelen van extra verwarmingsringen.
Timer-selectietoets (15)
Om de automatische uitschakeling of de kookwekker te program-
meren.
Stop-toets (19)
Het koken kan met de STOP-toets even worden onderbroken.