Operation Manual

Hoofdstuk 2
SpeedTouch™ – Internet-verbinding
E-DOC-CTC-20040907-0008 v1.0
27
2 SpeedTouch™ – Internet-verbinding
Inleiding Dit hoofdstuk bevat informatie over hoe u de SpeedTouch™ aanpast aan uw
wensen en een Internet-verbinding maakt.
Toegangsmethoden Zodra de SpeedTouch™ en de computers volgens de richtlijnen in
“1.3 SpeedTouch™ Configuratie-instellingen” op pagina 17 zijn geconfigureerd,
kunt u verbinding maken met het WAN of het Internet.
Afhankelijk van de configuratie van de SpeedTouch™ hebt u:
Directe toegang
Zodra de initiële configuratie is uitgevoerd, is doorlopende en onmiddellijke
toegang via de DSL-lijn mogelijk.
Inbeltoegang
De toegang moet expliciet tot stand worden gebracht, bijvoorbeeld door in te
bellen bij een BRAS (Broadband Remote Access Server).
Het toegepaste verbindingsprotocolmodel is afhankelijk van het serviceprofiel dat u
hebt geselecteerd om de SpeedTouch™ te configureren. Het moet beantwoorden
aan de vereisten van uw Internet-aanbieder.
Directe toegang Zoals is aangegeven, is doorlopende en onmiddellijke WAN-toegang mogelijk zodra
de initiële configuratie is uitgevoerd.
Inbeltoegang Afhankelijk van de configuratie van de SpeedTouch™ is inbeltoegang mogelijk via:
De routed-PPPoA of routed-PPPoE pakketservices met geïntegreerde PPP-
client van de SpeedTouch™.
Zie “2.1 Internet-verbindingen via de geïntegreerde PPP-inbelclient van de
SpeedTouch™” op pagina 28 voor meer informatie.
Een breedband-inbeltoepassing (Externe toegang) op de computer.
Zie “2.2 Internet-verbinding maken via een host PPPoE-inbelclient” op
pagina 33 voor meer informatie.
Als u directe toegang gebruikt, kan de externe organisatie op de
welkomstpagina van de website vragen om een gebruikersnaam en
wachtwoord in te voeren.