User manual

54
d) De aan-/uitschakelaar
Zie afbeelding A.
Schakel de machine aan door op de aan-/uitschakelaar (1) te drukken.
Als u de aan/uit-schakelaar (1) los laat, gaat de machine uit.
De rotatiesnelheid kan voortdurend worden aangepast door de aan-/
uitschakelaar (1) dieper of minder diep te drukken.
e) Vergrendelings-inschakelknop
Zie afbeelding A.
De aan-/uitschakelaar (1) kan worden vergrendeld door de aan-/
uitschakelaar (1) te drukken en vervolgens de vergrendelings-
inschakelknop (2) te drukken.
Ontgrendel de schakelaar door weer eventjes op de aan-/
uitschakelaar (1) te drukken.
f) Functie-keuzeschakelaar
Om schade aan de machine te voorkomen, mag de functie-
keuzeschakelaar (3) alleen worden bediend, als de machine
niet is ingeschakeld.
Zie afbeeldingen C en D.
De juiste positie van de functie-keuzeschakelaar (3) voor iedere
functie wordt weergegeven in afb. D. Zorg er altijd voor dat de functie-
keuzeschakelaar in de gewenste positie klikt.
Druk op de ontgrendelknop van de functie-keuzeschakelaar (3) en
draai deze tegelijkertijd naar de gewenste functie:
- A. Boren (zonder hamerfunctie): voor het boren in verschillende
soorten materiaal.
- B. Hamerboren (met hamerfunctie): voor het boren in metselwerk
zoals baksteen, beton of soortgelijk materiaal.
- C. Aanpassing van de beitelhoek: voor het veranderen van de hoek
van de beitel. Plaats de beitel en pas de hoek aan door deze in de
gewenste positie te draaien. Wanneer de beitel in de gewenste hoek
staat, draait u de functie-keuzeschakelaar (3) in stand D.
- D. Afbrokkelen (beitelfunctie): voor het afbrokkelen en kleine
sloopwerkzaamheden.
Afb. C
Afb. D
A. Boren
B. Hamerboren
C. Aanpassen van de hoek
van de beitel
D. Afbrokkelen