NR 3322–308 ProLine 53 cm Recycler II Walk-behind Power maaier Model nr.
Inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Training . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorbereiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderhoud en stalling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geluidsdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
GEVAAR waarschuwt u voor zeer gevaarlijke situaties, die kunnen resulteren in ernstig lichamelijk letsel of zelfs overlijden, die kunnen ontstaan als u niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt. 3. Inspecteer het terrein waarop u de maaier gaat gebruiken grondig en verwijder eventuele voorwerpen die door de maaier kunnen worden uitgeworpen.
10. Stop het maaimes (de messen) als u de maaier voor transport moet optillen of bij het oversteken van andere oppervlakken dan gras en bij vervoer van de maaier naar en van het te maaien oppervlak. Onderhoud en stalling 11. Gebruik de maaier niet als schermen of schilden defect zijn, of andere beveiligingsmiddelen ontbreken, zoals schermen en/of grasvangers. 2.
Overzicht van symbolen Veiligheidsalarm symbool in de driehoek geeft gevaar aan Veiligheidsschermen niet openen of verwijderen terwijl de motor loopt Veiligheidsalarm Afsnijden van tenen en vingers, draaiend maaimes.
Motor stoppen alvorens bestuurderspositie te verlaten Laadtoestand van accu Bedrijfsurenteller/vers treken bedrijfsuren Brandstof Snel Neutraal Langzaam 1e versnelling Afname/toename 2e versnelling Smeernippel 3e versnelling Motor starten Maaielement basissymbool Motor stoppen Maaielement maaihoogte-instelling Choke Trekkoord 6
Hulpstarter Wiel Hulpstartknop driemaal indrukken Wielaandrijving Accu’s op verantwoorde wijze afvoeren Bedieningsstang omlaag brengen Sleutel in contactschakelaar steken Bedieningsstang omhoog brengen Sleutel in contactschakelaar omdraaien Bedieningsstang omhoog/omlaag brengen Bedieningsorgaan bewegen Bedieningsstang omhoog/omlaag brengen Bedieningsorgaan naar voren bewegen Bedieningsstang omhoog brengen Bedieningsorgaan naar achteren bewegen Bedieningsstang omhoog brengen Bedieningsstang o
Montage 4 3 Handgreep 1. Handgreep aan buitenkan van maaierhuis monteren, in het onderste gat met (2) 8 mm x 31 mm (5/16-18 x 1-1/4”) bouten, ringen en dunne nylon borgmoeren (fig. 2). 2 2. Handgreepbeugels aan handgreep bevestigen met (2) 8 mm x 38 mm (5/16-18 x 1-1/2”) bouten, ringen en dunne nylon borgmoeren (fig. 2). N.B.: De handgreep kan op de meest comfortabele hoogte worden ingesteld. Ga achter de maaier staan om de beste hoogte te bepalen.
Tunnelafsluiter Alvorens te starten 1. Open het afvoerdeurtje door de handgreep naar voren te trekken en naar achteren te bewegen (fig. 5). Handgreep van afvoerdeurtje vasthouden, om te voorkomen dat die door de veerdruk sluit terwijl u de afsluiter plaatst. Carter met olie vullen Carter vullen met SAE 30 of 10W30 motorolie, tot het oliepeil de markering “FULL” op de peilstok bereikt, zoals getoond in (fig. 7). De maximum inhoud van het carter is 0,77 liter (26 oz.
Brandstoftank met benzine vullen GEVAAR MOGELIJK GEVAAR • Bij het bijvullen van brandstof kan onder bepaalde omstandigheden statische elektriciteit ontstaan, die de brandstof doet ontbranden. GEVAAR MOGELIJK GEVAAR • Benzine is onder bepaalde omstandigheden uitermate brandbaar en explosief. WAT ER KAN GEBEUREN • Brand of explosie van benzine kan brandwonden of schade aan eigendommen veroorzaken. WAT ER KAN GEBEUREN • Brand of explosie van benzine kan brandwonden of schade aan eigendommen veroorzaken.
brandstofsysteem of motorstoringen veroorzaken. Nooit methanol, benzine die methanol bevat, of gasohol met meer dan 10% ethanol gebruiken, omdat het brandstofsysteem daardoor beschadigd kan worden. Als zich motorstoringen voordoen, benzine met een lager percentage alcohol of ether gebruiken. • Maai alleen droog gras en bladeren. Nat gras en blad gaat aankoeken en kan verstopping van de maaier of afslaan van de motor veroorzaken.
• Als gras van meer dan 15 cm hoog moet worden gemaaid, moet u wellicht eerst de hoogste maaihoogte instellen en langzamer lopen; vervolgens maait u het gras dan nog eens op een normalere hoogte. Als het gras te lang is en er plukken gras op het gazon achterblijven, kan de maaier verstopt raken waardoor de motor afslaat. Gebruiksaanwijzing Tips voor bediening en gebruik 1. CONTROLEREN VAN HET OLIEPEIL – Het oliepeil moet tussen de ADD- en FULL-markeringen op de peilstok staan (fig. 7).
Starten deurtje vast om te voorkomen dat het deurtje door de veerspanning dicht slaat terwijl u de afsluiter aanbrengt. N.B.: De motor moet één of meer minuten warmlopen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur. 2. Omdat de afsluiter iets breder is dan de opening van de afvoertunnel, draait u de afsluiter iets rechtsom terwijl u die plaatst (fig. 5). De pijl op het plaatje op de afsluiter moet omhoog wijzen. 1. Druk de bougiekabel op de bougie (fig. 11). 2. Zet de handgashendel op (SNEL). 3.
GEVAAR GEVAAR MOGELIJK GEVAAR • Maaisel en andere voorwerpen kunnen uit de geopende afvoertunnel worden uitgeworpen. MOGELIJK GEVAAR • Door een niet volledig gesloten afvoerdeur kunnen voorwerpen uitgeworpen worden. WAT ER KAN GEBEUREN • Voorwerpen die met kracht worden uitgeworpen kunnen persoonlijk (fataal) letsel van de bestuurder of omstanders veroorzaken. WAT ER KAN GEBEUREN • Uitgeworpen voorwerpen kunnen persoonlijk (fataal) letsel van de bestuurder of omstanders veroorzaken.
2. Verwijder de twee (2) knoppen waarmee het luchtfilterdeksel op de motor is bevestigd (fig. 15). GEVAAR 1 MOGELIJK GEVAAR • Bij het instellen van de maaihoogte kunnen de handen met het draaiende mes in aanraking komen. 2 WAT ER KAN GEBEUREN • Aanraking van het mes kan ernstig letsel veroorzaken. ÏÏÏÏ ÏÏÏÏ ÏÏÏÏ GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN • Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen stilstaan voordat u de maaihoogte instelt.
BELANGRIJK: Vervang een gescheurde, verstopte of vervuilde bougie. De elektroden mogen niet worden geschuurd, afgeschraapt of anderszins schoongemaakt omdat er motorschade kan ontstaan wanneer er gruis in de cilinder komt. 1 3. Stel de elektrodenafstand in op 0,5 mm (0.020”) (fig. 16). Plaats de bougie met de juist afgestelde afstand en de pakkingsluiting. Draai de bougie goed vast tot 19 N m (14 ft-lb). 0,5 mm (0.020") 2 m–3848 Figuur 17 1. Olievulbuis m-110 2. Oliefilter Figuur 16 5.
Afstellen van de rijaandrijving 6. Monteer het nieuwe filter en draai het met de hand 2/3 slag vast. Als de maaier niet uit zichzelf rijdt, of dit juist wel doet wanneer de bedieningsstang zich op dan 38 mm (1!/2”) van de handgreep bevindt, moeten de regelkabel en de kabel van de rijaandrijving worden afgesteld. 7. Controleer het filter op olielekkage. 8. De doek met olie als chemisch afval behandelen.
3. AFSTELLING CONTROLEREN — Trek de maaier langzaam naar achteren terwijl u de bedieningsstang geleidelijk aan naar de handgreep toe beweegt. De afstelling is correct als de achterwielen stoppen met draaien als de bedieningsstang zich op ca. 2,5 cm (1”) van de handgreep af bevindt (fig. 23). 3 2 2,5 cm (1”) m-4323 1 Figuur 23 4 m–4326 Figuur 21 1. Klemschroef 2. Hefboom Controleren/verwijderen/ slijpen van het mes 3. Aanslag 4. Rijsnelheidskabel Maai altijd met een scherp mes.
N.B.: U bereikt het beste resultaat, wanneer u voor het begin van het maaiseizoen een nieuw mes plaatst. In de loop van het jaar kunt u dan kleine onregelmatigheden wegvijlen om de snijrand scherp te houden. VOORZICHTIG MOGELIJK GEVAAR • De motor kan onbedoeld worden gestart. GEVAAR WAT ER KAN GEBEUREN • Per ongeluk starten van de motor kan leiden tot lichamelijk letsel van u of omstanders.
7. Monteer het scherpe, gebalanceerde mes, de versneller, de ring en de mesbout. De wiek van het mes moet naar de bovenkant van het maaierhuis wijzen. Draai de mesbout aan tot 20-37 N m (15-27 ft-lbs). 2. Zet een vetspuit op de smeernippel door de opening in het drijfriemdeksel (fig. 28). Pomp voorzichtig 1-2 slagen vet in de smeernippel. 2 1 WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR • Bij gebruik van de maaier zonder mesversneller kan het mes verbuigen of breken.
3. KABEL AFSTELLEN (fig. 30) — Contramoer aan remkabel losdraaien. Voorwerp van 4,8-6,4 mm (3/16-1/4”) tussen remstang en handgreep steken. Spanner aan remkabel draaien totdat alle speling weggenomen is. Contramoer daarna vastdraaien. WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR • Maaisel en andere voorwerpen kunnen uit de geopende afvoertunnel worden uitgeworpen. WAT ER KAN GEBEUREN • Uitgeworpen voorwerpen kunnen persoonlijk (fataal) letsel van de bestuurder of omstanders veroorzaken.
2. Til het deksel eraf en verwijder alle verontreinigingen rondom de drijfriem. 3 1 3. Monteer het deksel weer over de drijfriem. Onderhoud van de wielen (fig. 33) 2 1 2 3 4 5 m-2858 Figuur 32 1. Wasaansluiting 2. Snelkoppeling 3. Tuinslang 9 3. Start de motor. 8 4. Laat de maaier twee minuten lopen. 6 5. Zet de motor af. 7 5 7 m-209 Figuur 33 6. Draai de waterkraan dicht en verwijder de snelkoppeling van de wasaansluiting. 1. 2. 3. 4. 5. 7.
Stalling 5. Controleer of alle delen goed recht tegenover elkaar zitten. Draai de bouten ombeurten en kruiselings aan, totdat de wielhelften tegen elkaar aan getrokken zijn. 1. Vóór langdurige opslag ofwel benzine uit tank aftappen, of alvorens te stallen een brandstofadditief gebruiken. Voor het aftappen van de benzine, zie Aftappen van benzine uit de brandstoftank, pagina 16. Nadat benzine afgetapt is, motor starten en stationair laten draaien tot alle benzine verbruikt is en motor stopt.
10. Werk alle geroeste of afgeschilferde geverfde oppervlakken bij. Bij de erkende TORO Service dealer kunt u hiervoor Toro Re-Kote verf kopen. 11. Vul het carter met olie; zie hiervoor de desbetreffende paragraaf op pagina 9. 12. Zet de maaier op een schone, droge plaats buiten bereik van kinderen. Dek hem af zodat hij schoon blijft en beschermd wordt. Toebehoren Voor bijzondere omstandigheden kunt u de volgende accessoires bij uw erkende TORO Service dealer aanschaffen. 1. Zijafvoerset, model nr.