Operation Manual

99
4
4. ACHTERGROND INSTELLEN
Met deze functie kunt u de dichtheid van de achtergrond van het origineel instellen. Hiermee voorkomt u
dat u de achterkant van het origineel kopieert.
* Allen mogelijk bij gebruik van de functie Kleur.
* Deze functie kan niet samen met de functie voor automatische afdrukdichtheid worden gebruikt.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
- "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" pagina 36.
2
Plaats het origineel/de originelen.
- "2.ORIGINELEN PLAATSEN" pagina 45.
3
Druk op de [BEELD] toets om het
beeldmenu te openen. Druk vervolgens
op de [ACHTERGROND INSTELLEN]
toets.
4
Druk op de [LICHT] (of [DONKER]) toets
om de dichtheid in te stellen.
5
Druk op de [ENTER] toets.
z Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen.
6
Druk op de [START] toets.
De achtergrond-instelling annuleren
U kunt de instelling op twee manieren wissen.
- Druk op de [LICHT] of [DONKER] toets in de Achtergrondkolom.
Hiermee verplaatst u de indicator naar 0. Druk daarna op de
[ENTER] toets.
- Druk op de [STANDAARD] toets en vervolgens op de [ENTER]
toets.