Operation Manual

93
3
6. ORIGINELEN INSTELLEN
Kies een beeldtype dat overeenkomt met uw type origineel zodat u er zeker van kunt zijn dat u kopieën
maakt met een correct beeldtype.
* Vergeet niet een beeldtype te selecteren nadat u een keuze heeft gemaakt tussen zwart-wit of kleur.
1
Plaats papier in de papierlade(n).
- "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" pagina 36.
2
Plaats het origineel/de originelen.
- "2.ORIGINELEN PLAATSEN" pagina 45.
3
Druk in het basismenu op de toets die
hiernaast is geselecteerd.
4
Druk op een van de volgende toetsen om
het beeldtype te kiezen dat het beste past
bij uw type origineel:
- [TEKST/FOTO]: origineel met zowel tekst als afbeeldingen
(standaardinstelling)
- [TEKST]: origineel met alleen tekst (of tekst en lijntekeningen)
- [AFBEELDING]: origineel met afbeeldingen in halftoon
puntenpatroon
- [FOTO]: origineel met foto’s afgedrukt op fotopapier
Deze toets wordt gebruikt wanneer u zwart-wit heeft
geselecteerd.
- [LANDKAART]: origineel met fijne illustraties en tekst
- [AFBEELDING EGALISEREN]: origineel met zowel tekst als
afbeeldingen. Geschikt voor zwart-wit
Deze toets wordt meestal gebruikt wanneer u de weergave van
de foto wilt verbeteren.
Het selecteren van de beeldkwaliteit is beperkt en hangt af van de
keuze voor zwart-wit of kleur in het basisscherm.