Monochrome laserprinter Gebruikershandleiding Belangrijk: Als uw printer een aanraakscherm heeft, gaat u naar de Gebruikershandleiding op de CD Publicaties voor informatie over het gebruik van de printer.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie........................................................................8 Algemene informatie over de printer..........................................10 Printerconfiguraties............................................................................................................................................................10 Een locatie voor de printer selecteren..........................................................................................................
Lade voor 2000 vel vullen.................................................................................................................................................54 Afdrukmateriaal in de universeellader plaatsen......................................................................................................58 De enveloppenlader vullen.............................................................................................................................................
Storingen verhelpen........................................................................82 Papierstoringen voorkomen...........................................................................................................................................82 Informatie over storingsnummers en -locaties........................................................................................................83 Papierstoring 200 en 201............................................................................
Menu AppleTalk ............................................................................................................................................................................116 Menu NetWare...............................................................................................................................................................................116 Menu LexLink .....................................................................................................................
De printer verplaatsen naar een andere locatie ................................................................................................................176 De printer vervoeren ...................................................................................................................................................................177 Beheerdersondersteuning...........................................................178 De Embedded Web Server gebruiken..........................................
Nadat de papierstoring is verholpen, wordt de vastgelopen pagina niet opnieuw afgedrukt .......................189 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen..........................................................................................................190 Problemen met afdrukkwaliteit opsporen ..........................................................................................................................190 Blanco pagina's.................................................................
Veiligheidsinformatie Sluit de stroomkabel aan op een stopcontact dat zich dichtbij het product bevindt en eenvoudig toegankelijk is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten, zoals een meubelstuk en een muur. Als een van deze dingen gebeurt, is er een kans op brand of elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op dergelijke problemen.
Algemene informatie over de printer Printerconfiguraties Basismodel * Functie Papiercapaciteit* 1 Standaarduitvoerlade 350 of 550 vel 2 Bedieningspaneel van de printer Niet van toepassing 3 Universeellader 100 vel 4 Standaardlade (lade 1) 250 of 550 vel Gebaseerd op papier van 75 g/m2 . Volledig geconfigureerd model LET OP—KAN OMVALLEN: Op de vloer geplaatste configuraties vereisen extra onderdelen voor stabiliteit.
1 Functie/Optie Papiercapaciteit1 1 Mailbox met 5 laden2 500 vel 2 Mailbox met 5 laden 500 vel 3 Enveloppenlader 85 enveloppen 4 Standaardlade (lade 1) 250 of 550 vel 5 Duplex-eenheid3 Niet van toepassing 6 Optionele lade (lade 2) 250 of 550 vel 7 Optionele lade (lade 3) 250 of 550 vel 8 Optionele lade voor 2000 vel (lade 4) 2000 vel 9 Onderstel met zwenkwielen Niet van toepassing Gebaseerd op papier van 75 g/m2 .
Een locatie voor de printer selecteren Let bij het selecteren van een locatie voor de printer op of er voldoende ruimte is om laden, kleppen en deuren te openen. Als u van plan bent opties te installeren, dient u hier ook voldoende ruimte voor vrij te houden. Het volgende is belangrijk: • Zorg dat de luchtstroom in de kamer voldoet aan de laatste revisie van de ASHRAE 62-standaard. • Plaats de printer op een vlakke, stevige en stabiele ondergrond.
Informatie over het bedieningspaneel van de printer Onderdeel Beschrijving 1 Display 2 Navigatieknoppen Druk op de pijl omhoog of omlaag om door menu's of menu-items te bladeren, of een waarde te verhogen of te verlagen wanneer u cijfers invoert. Druk op de pijl naar links of rechts om door menu-instellingen (ook wel waarden of opties genoemd) te bladeren of door tekst die doorloopt in een nieuw scherm. 3 Selecteren Geeft berichten en afbeeldingen weer met betrekking tot de status van de printer.
Onderdeel Beschrijving 7 Stop Hiermee wordt elke activiteit van de printer gestopt. Er wordt een lijst met opties weergegeven op het moment dat Gestopt op de display verschijnt. 8 Menu Hiermee wordt het menuoverzicht geopend. Opmerking: De menu's zijn alleen beschikbaar als de printer in de stand Gereed staat. 9 USB-poort Plaats een flashstation in de poort aan de voorzijde om opgeslagen bestanden af te drukken. Opmerking: alleen de USB-poort aan de voorzijde ondersteunt flashstations.
Extra installatieopties voor de printer Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u de printer eerst uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
Klep van systeemkaart openen voor installatie van interne opties Opmerking: Hiervoor hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
3 Verwijder de klep van de systeemkaart. 4 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste connector te vinden is. Let op—Kans op beschadiging: de elektrische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
Een geheugenkaart installeren Opmerking: Hiervoor hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
4 Lijn de uitsparingen op de geheugenkaart uit met de ribbels op de connector. 1 Uitsparingen 2 Ribbels 5 Duw de geheugenkaart recht in de connector tot de kaart vastklikt. 6 Plaats de afdekking van de systeemkaart terug en sluit de klep van de systeemkaart. Een flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren Opmerking: Hiervoor hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van elk kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen in de systeemkaart. 1 Plastic pinnen 2 Metalen pinnen 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Zorg ervoor dat de aansluitpunten niet beschadigd raken.
5 Plaats de afdekking van de systeemkaart terug en sluit de klep van de systeemkaart. Een Internal Solutions Port installeren De systeemkaart ondersteunt één optionele Internal Solutions Port (ISP). Installeer een ISP voor extra aansluitingsopties. De systeemkaart ondersteunt één optionele Lexmark Internal Solutions Port (ISP). Installeer een ISP voor extra aansluitingsopties. Opmerking: Hiervoor hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
2 Haal de ISP en het plastic T-stuk uit de verpakking. Opmerking: Raak de onderdelen op de kaart niet aan. 3 Zoek de juiste connector op de systeemkaart. Opmerking: Als momenteel een optionele vaste schijf van een printer is geïnstalleerd, moet die harde schijf eerst worden verwijderd. U verwijdert als volgt de vaste schijf: a Koppel de interfacekabel van de vaste schijf van de printer los van de systeemkaart, maar laat de kabel op de vaste schijf van de printer aangesloten.
b Verwijder de schroeven waarmee de vaste schijf van de printer is vastgezet. c Verwijder de vaste schijf van de printer door deze naar boven te tillen zodat de uitsteeksels loskomen. d Verwijder de duimschroeven waarmee de montagebeugel van de vaste schijf van de printer op die schijf is bevestigd en verwijder dan de beugel. Zet de vaste schijf van de printer opzij.
4 Verwijder de metalen klep van de ISP-opening. 5 Lijn de stukken van het plastic T-stuk uit met de openingen in de systeemkaart en druk het T-stuk dan naar beneden tot het vastklikt. Controleer of elk stuk van het T-stuk volledig is vastgeklikt en of het T-stuk stevig op de systeemkaart is bevestigd.
6 Installeer de ISP op het plastic T-stuk. Houd de ISP schuin boven het plastic T-stuk en laat de ISP dan zodanig zakken dat alle overhangende connectors door de ISP-opening in de systeemkaartbehuizing kunnen worden geleid. 7 Laat de ISP tot op het plastic T-stuk zakken tot de ISP zich tussen de geleiders van het plastic T-stuk bevindt. 8 Plaats de lange duimschroef en draai deze rechtsom tot de ISP vastzit, maar draai de duimschroef nu nog niet stevig aan.
9 Bevestig de twee meegeleverde schroeven om de ISP-montagebeugel op de systeemkaartbehuizing vast te maken. 10 Draai de lange duimschroef stevig aan. Opmerking: Draai de duimschroef niet te hard aan. 11 Steek de plug van de ISP-interfacekabel in de connector van de systeemkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd. 12 Als al eerder een vaste schijf van de printer is geïnstalleerd, bevestig dan de vaste schijf van de printer op de ISP.
13 Plaats de afdekking van de systeemkaart terug en sluit de klep van de systeemkaart. Vaste schijf van printer installeren De optionele vaste schijf van de printer kan met of zonder een Internal Solutions Port (ISP) worden geïnstalleerd. Opmerking: Hiervoor hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
3 Zoek de juiste connector op de systeemkaart. Opmerking: Als momenteel een optionele ISP is geïnstalleerd, dan moet de vaste schijf van de printer op de ISP worden geïnstalleerd. U installeert de vaste schijf van een printer als volgt op de ISP: a Draai de schroeven los met de schroevendraaier met platte kop. Verwijder de duimschroeven waarmee de montagebeugel van de vaste schijf van de printer op die schijf is bevestigd en verwijder daarna de beugel.
c Steek de plug van de interfacekabel van de vaste schijf van de printer in de connector van de ISP. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd. U installeert een vaste schijf van de printer als volgt rechtstreeks op de systeemkaart: a Lijn de uitsteeksels van de vaste schijf van de printer uit met de openingen in de systeemkaart en druk deze dan naar beneden op de vaste schijf van de printer tot de uitsteeksels stevig op hun plaats zitten.
b Bevestig de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de printer van de harde schijf vast te zetten. c Steek de plug van de interfacekabel van de vaste schijf van de printer in de connector van de systeemkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd. 4 Plaats de afdekking van de systeemkaart terug en sluit de klep van de systeemkaart.
Hardwareopties installeren Volgorde van installatie Papierladers installeren De printer ondersteunt tot vier optionele laders. Een lader bestaat uit een lade en een ladekast. Alle laders worden op dezelfde wijze geïnstalleerd. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
Verwijder een optionele lader door de vergrendelingen aan beide zijden van de lader in te drukken totdat deze klikken en ingedrukt blijven, en til vervolgens de printer omhoog. Optionele duplexeenheid installeren De optionele duplexeenheid is beschikbaar voor het basismodel met een standaardlade voor 250 vel. De duplexeenheid wordt aangebracht onder de printer, onder de standaardinvoerlade en boven enige optionele laders.
Optionele duplexeenheid verwijderen Let op—Kans op beschadiging: Wanneer u de printer uit de duplexeenheid tilt zonder de vergrendelingen in te drukken, kunnen deze beschadigd raken. Verwijder de duplexeenheid door de vergrendelingen aan beide zijden van de duplexeenheid in te drukken totdat deze vastklikken en ingedrukt blijven, en til vervolgens de printer omhoog. Kabels aansluiten LET OP—KANS OP LETSEL: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
1 USB-poort Let op—Kans op beschadiging: Raak de USB-kabel, eventuele netwerkadapters of de printer in het aangegeven gebied niet aan wanneer wordt afgedrukt. Er kunnen dan gegevensverlies of fouten optreden.
Pagina met menu-instellingen afdrukken Druk een pagina met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of de printeropties correct zijn geïnstalleerd. Opmerking: Als u nog geen wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen van de menu-items, worden op de pagina met menu-instellingen alle standaardinstellingen weergegeven.
De printersoftware installeren Printersoftware installeren Een printerstuurprogramma is software die zorgt voor de communicatie tussen de computer en de printer. De printersoftware wordt geïnstalleerd tijdens de eerste printerinstallatie. Gebruik de volgende aanwijzingen als u de software wilt installeren na de printerinstallatie: Windows 1 Sluit alle geopende softwareprogramma's. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Klik in het hoofddialoogvenster op Install (Installeren).
Voor Macintosh-gebruikers Mac OS X versie 10.5 of later 1 Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. 2 Klik op Afdrukken & faxen. 3 Selecteer de printer en klik vervolgens op Opties & Supplies. 4 Klik op Stuurprogramma en voeg eventuele geïnstalleerde hardwareopties toe. 5 Klik op OK. In Mac OS X versie 10.4 en eerder 1 Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen. 2 Dubbelklik op Hulpprogramma's en dubbelklik vervolgens op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie.
– Geen beveiliging Als uw draadloze netwerk geen beveiliging gebruikt, hebt u geen beveiligingsgegevens. Opmerking: het is onverstandig om een niet-beveiligd draadloos netwerk te gebruiken. Als u de printer installeert op een 802.1X-netwerk met de geavanceerde methode, hebt u wellicht de volgende gegevens nodig: • • • • Verificatietype Interne-verificatietype 802.
Sluit de USB-kabels pas aan als dit op het scherm wordt aangegeven. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Klik op Install (Installeren). 4 Klik op Agree (Akkoord). 5 Klik op Suggested (Aanbevolen). 6 Klik op Wireless Network Attach (Aangesloten op draadloos netwerk). 7 Sluit de kabels aan in de onderstaande volgorde: a Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer.
De printer installeren op een draadloos netwerk (Macintosh) Configuratie van de printer voorbereiden 1 Zoek naar het MAC-adres op het blad dat bij de printer is geleverd. Noteer hieronder de laatste zes cijfers van het MAC-adres: MAC-adres: ___ ___ ___ ___ ___ ___ 2 Sluit het netsnoer aan op de printer, daarna op een geaard stopcontact en zet vervolgens de printer aan. Voer de printerinformatie in 1 Open de opties voor AirPort. Mac OS X versie 10.5 of later a Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu.
Printer configureren voor draadloze toegang 1 Typ de netwerknaam (SSID) in het betreffende veld. 2 Selecteer de netwerkmodus Infrastructuur als u een draadloze router gebruikt. 3 Selecteer het type beveiliging dat voor het draadloze netwerk wordt gebruikt. 4 Voer de beveiligingsgegevens in die nodig zijn om de printer toe te voegen aan het draadloze netwerk. 5 Klik op Indienen. 6 Open de toepassing AirPort op de computer: Mac OS X versie 10.5 of later a Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu.
3 Klik op +. 4 Selecteer de printer uit de lijst. 5 Klik op Toevoegen. In Mac OS X versie 10.4 en eerder 1 Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen. 2 Dubbelklik op de map Hulpprogramma's. 3 Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer. 4 Kies Voeg toe in de printerlijst. 5 Selecteer de printer uit de lijst. 6 Klik op Toevoegen. b Voor afdrukken via AppleTalk: In Mac OS X versie 10.5 1 Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. 2 Klik op Afdrukken & faxen. 3 Klik op +.
Als de cd niet binnen een minuut start, gaat u als volgt te werk: a Klik op of op Start en klik vervolgens op Uitvoeren. b Typ bij Start > Zoeken of Start > Uitvoeren D:\setup.exe. Hierbij staat D voor de letter van uw cd- of dvdstation. 2 Klik op Printer en software installeren. 3 Klik op Akkoord om de licentieovereenkomst te accepteren. 4 Selecteer Aanbevolen en klik vervolgens op Volgende.
Mac OS X versie 10.5 of later 1 2 3 4 5 6 Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. Klik op Afdrukken & faxen. Klik op +. Klik op IP. Typ het IP-adres van de printer in het adresveld. Klik op Toevoegen. In Mac OS X versie 10.4 en eerder 1 2 3 4 5 6 7 Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen. Dubbelklik op Hulpprogramma's. Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer. Klik op Toevoegen in de printerlijst. Klik op IP. Typ het IP-adres van de printer in het adresveld.
Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuwe netwerk-ISP Als er een nieuwe Interne oplossingspoort van voor het netwerk wordt geïnstalleerd op de printer, moeten de printerconfiguraties worden bijgewerkt op computers die toegang hebben tot de printer, omdat de printer een nieuw IP-adres krijgt toegewezen. Alle computers die toegang hebben tot de printer moeten met dit nieuwe IP-adres worden bijgewerkt om erop te kunnen afdrukken via het netwerk.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Druk een pagina met netwerkinstellingen af en noteer het nieuwe IP-adres. 2 Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. U hebt het IP-adres nodig als u de toegang voor computers configureert die zich op een ander subnet bevinden dan de printer. 3 Voeg de printer toe: • Voor afdrukken via IP: Mac OS X versie 10.5 of later a b c d e f Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu.
i Selecteer de printer uit de lijst. j Klik op Toevoegen. Serieel afdrukken instellen Bij serieel afdrukken worden gegevens bit voor bit verzonden. Hoewel serieel afdrukken doorgaans trager is dan parallel afdrukken, is dit de methode die de voorkeur heeft als de afstand tussen printer en computer erg groot is, of als er geen verbinding met een betere doorvoersnelheid beschikbaar is. Nadat u de seriële printer hebt geïnstalleerd, moet u de printer en computer configureren zodat deze kunnen communiceren.
De seriële parameters van de COM-poort moeten overeenkomen met de seriële parameters die u hebt ingesteld op de printer. a Open Apparaatbeheer. 1 Klik op of op Start en klik vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ bij Start > Zoeken of Start > Uitvoeren devmgmt.msc. 3 Druk op Enter of klik op OK. Apparaatbeheer wordt geopend. b Klik op + om de lijst met beschikbare poorten uit te breiden. c Selecteer de communicatiepoort van de printer waarop u de seriële kabel hebt aangesloten (bijvoorbeeld: COM1).
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de laden voor 250, 550 en 2000 vel en de universeellader moet vullen. Hier vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden. Papiersoort en papierformaat instellen De instelling Papierformaat wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, behalve de universeellader.
3 Druk op de pijltoetsen tot Menu Papier verschijnt en druk op 4 Druk op de pijltoetsen tot Universal-instelling wordt weergegeven en druk op . 5 Druk op de pijltoetsen tot Maateenheden wordt weergegeven en druk op 6 Druk op de pijltoetsen tot . . naast de juiste maateenheid wordt weergegeven en druk vervolgens op . Selectie verzenden wordt weergegeven, gevolgd door het menu Universal-instelling.
2 Druk de breedtegeleiders naar binnen, zoals in de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de breedtegeleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. 3 Ontgrendel de lengtegeleider en druk het lipje ervan naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst. Opmerkingen: • Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.
5 Plaats het papier als volgt in de lade: • Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden als u enkelzijdig wilt afdrukken. • Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog als u dubbelzijdig wilt afdrukken. Opmerking: de manier waarop u het papier in de laden moet plaatsen, is afhankelijk van of u een optionele StapleSmartTM II-finisher hebt geïnstalleerd.
7 Plaats de lade terug. 8 Bij het plaatsen van een andere soort papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort voor de lade via het bedieningspaneel worden gewijzigd. Lade voor 2000 vel vullen 1 Trek de lade naar buiten. 2 Trek de breedtegeleider omhoog en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen.
3 Ontgrendel de lengtegeleider. 4 Druk de ontgrendelingshendel van de lengtegeleider in om deze te verhogen, schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen en vergrendel vervolgens de geleider.
5 Buig de vellen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak de stapel recht op een vlakke ondergrond. 6 Plaats het papier als volgt in de lade: • Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden als u enkelzijdig wilt afdrukken. • Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
Zonder optionele StapleSmart II-finisher Met optionele StapleSmart II-finisher Duplex afdrukken (dubbelzijdig) Duplex afdrukken (dubbelzijdig) Opmerking: De lijn voor de maximale hoeveelheid aan de zijkant van de lade geeft de maximumhoogte voor het geplaatste papier aan. Plaats niet te veel papier in de lade. 7 Plaats de lade terug.
Afdrukmateriaal in de universeellader plaatsen. 1 Druk de ontgrendelingshendel in en trek de klep van de universeellader omlaag. 2 Trek het verlengstuk naar buiten totdat het volledig is uitgetrokken. 3 Druk de breedtegeleider in en schuif deze helemaal naar rechts. 4 Buig de vellen papier of speciaal afdrukmateriaal enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.
Enveloppen Transparanten* * Raak de afdrukzijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op komen. 5 Plaats het papier of speciale afdrukmateriaal in de universeellader. Schuif de stapel voorzichtig zo ver mogelijk in de universeellader.
Opmerkingen: • Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier onder de indicator te duwen. • U dient de printer niet te vullen of te sluiten terwijl er een taak wordt afgedrukt. • Plaats nooit afdrukmateriaal van verschillende formaten en soorten tegelijk. • Leg de enveloppen met de klep naar beneden en naar links tegen de linkerkant van de lade, zoals aangegeven in de afbeelding.
3 Schuif de breedtegeleider naar rechts. 4 Zorg dat de enveloppen klaar zijn om te worden geplaatst. Buig de enveloppen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 5 Plaats de stapel enveloppen met de klepzijde omlaag. Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen.
Laden koppelen en ontkoppelen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren. Als een van de gekoppelde invoerladen leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde invoerlade gebruikt. Als de instellingen Papierformaat en Papiersoort voor alle laden hetzelfde zijn, worden de laden automatisch gekoppeld.
3 Druk op de pijltoetsen tot Menu Papier wordt weergegeven en druk op 4 Druk op de pijltoetsen tot Lade-instelling wordt weergegeven en druk op 5 Druk op de pijltoetsen tot de juiste lade wordt weergegeven en druk op . . . 6 Druk op de pijltoetsen tot Laden configureren wordt weergegeven en druk op 7 Druk op de pijltoetsen tot Koppelen wordt weergegeven en druk op . .
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt. Gewicht De printer kan automatisch papier met een gewicht van 60-176 g/m2 met de vezel in lengterichting invoeren.
Vezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Papier met deze samenstelling is zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en de afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking. Raadpleeg “Kringlooppapier gebruiken” op pagina 66 voor meer informatie over kringlooppapier.
Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor kopieerapparaten. De inkt moet bestand zijn tegen temperaturen van 230 C zonder te smelten of schadelijke stoffen af te geven. Gebruik geen inkt die wordt beïnvloed door de hars in de toner. Inktsoorten op basis van water of olie zouden aan deze vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren. Neem in geval van twijfel contact op met uw papierleverancier.
Wij keuren bepaalde leveranciers af, maar er is een lijst beschikbaar met vergelijkbare producten voor speciale toepassingen. De volgende richtlijnen voor papierkeuze zullen de invloed van afdrukken op het milieu beperken: 1 Minimaliseer het papierverbruik. 2 Wees kritisch ten aanzien van de herkomst van houtvezel. Koop papier van leveranciers die beschikken over certificeringen als FSC (Forestry Stewardship Council) of PEFC (The Program for the Endorsement of Forest Certification).
Ondersteunde papierformaten, -soorten en gewichten In de volgende tabellen vindt u informatie over standaardladen en optionele papierladen en de papiersoorten die de laden ondersteunen. Opmerking: voor een papierformaat dat niet in de lijst staat, selecteert u het eerstvolgende grotere formaat in de lijst. Papierformaten die door de printer worden ondersteund Opmerking: er is een aanpasbare lade voor 250 vel beschikbaar voor kleinere papierformaten dan A5, bijvoorbeeld indexkaarten.
Papierformaat Afmetingen Universal3,4 138 x 210 mm (5,5 x 8,3 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) 70 x 127 mm (2,8 x 5 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) Laden voor 250 of 550 vel (standaard of optioneel) X Optionele lade voor 2000 vel Universeellader Duplexeenheid X X X X X 148 x 182 mm (5,8 x 7,7 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) 7 3/4-envelop (Monarch) 98 x 191 mm (3,9 x 7,5 inch) X X X 9-envelop 98 x 225 mm (3,9 x 8,9 inch) X X X 10-envelop 105 x 241 mm (4,1 x 9,5 in
Door de printer ondersteunde papiersoorten en -gewichten De printer ondersteunt papiergewichten van 60-176 g/m2. De duplexeenheid ondersteunt papiergewichten van 63-170 g/m2.
De finisher ondersteunt papiergewichten van 60-176g/m2.
Afdrukken Dit hoofdstuk bevat informatie over afdrukken, printerrapporten en het annuleren van taken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg “Papierstoringen voorkomen” op pagina 82 en “Papier bewaren” op pagina 67 voor meer informatie. Een document afdrukken 1 Stel vanuit het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de papiersoort en het papierformaat in, overeenkomstig het geladen papier.
• Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk de juiste afdrukstand in te stellen. Voor meer informatie over het laden van briefhoofdpapier leest u: – “Standaardladen of optionele laden voor 250 of 550 vel vullen” op pagina 51 – “Lade voor 2000 vel vullen” op pagina 54 – “Afdrukmateriaal in de universeellader plaatsen.” op pagina 58 Tips voor het afdrukken op transparanten Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
– gebogen hoeken hebben; – een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben; • Pas de breedtegeleider aan zodat deze overeenkomt met de breedte van de enveloppen. Opmerking: Een combinatie van hoge luchtvochtigheid (boven 60%) en hoge printertemperaturen kunnen de enveloppen kreuken of sluiten. Tips voor het afdrukken op etiketten Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
• Houd er rekening mee dat voorbedrukt, geperforeerd en gekreukt materiaal de afdrukkwaliteit aanzienlijk kan beïnvloeden en het vastlopen van papier of andere verwerkingsproblemen kan veroorzaken. • Informeer bij de fabrikant of leverancier of het karton bestand is tegen temperaturen tot 230°C zonder dat er schadelijke stoffen vrijkomen. • Gebruik geen voorbedrukt karton dat chemische stoffen bevat die schadelijk kunnen zijn voor de printer.
Afdrukken van vertrouwelijke taken en andere taken in de wachtrij Opmerking: Vertrouwelijke en gecontroleerde afdruktaken worden automatisch verwijderd uit het geheugen nadat ze zijn afgedrukt. Herhaalde en gereserveerde taken blijven in de printer bewaard totdat u ze verwijdert. Windows 1 Open een document en klik op File (Bestand) ªPrint (Afdrukken). 2 Klik op Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen).
6 Druk op de pijltoetsen tot wordt weergegeven naastuw gebruikersnaam en druk vervolgens op 7 Druk op de pijltoetsen tot wordt weergegeven naast de taaksoort of -naam en druk vervolgens op . . Als u een taaknaam hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 10 op pagina 77. 8 Als u een taaksoort hebt geselecteerd, voert u uw PIN-code in met het toetsenblok. Als u een ongeldige PIN-code invoert, verschijnt er een scherm met een waarschuwing.
Afdrukken vanaf een flashstation Op het bedieningspaneel van de printer bevindt zich een USB-poort. Sluit een flashstation aan om de ondersteunde bestandstypen af te drukken. Tot de ondersteunde bestandstypen behoren: .pdf, .gif, .jpeg, .jpg, .bmp, .png, .tiff, .tif, .pcx, .xps en .dcx. Er zijn veel flashstations getest en goedgekeurd voor gebruik met de printer. Opmerkingen: • High-speed flashstations moeten de Full-Speed USB-standaard ondersteunen.
Pagina's met informatie afdrukken Een lijst met voorbeelden van lettertypen afdrukken U kunt als volgt voorbeelden afdrukken van de lettertypen die op dit moment beschikbaar zijn voor de printer: 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 3 Druk op de pijltoetsen tot Rapporten wordt weergegeven en druk op 4 Druk op de pijltoetsen tot Lettertypen afdrukken wordt weergegeven en druk op . .
Afdruktaak annuleren Afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de printer Volg de volgende stappen als de taak wordt geformatteerd of al wordt afgedrukt en Taak annuleren wordt weergegeven op de eerste regel van het beeldscherm: 1 Druk op de pijltoetsen tot Annuleren wordt weergegeven. Een lijst van afdruktaken wordt weergegeven.
3 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren. 4 Klik op het pictogram Verwijderen in de balk met pictogrammen bovenin het venster. In Mac OS X 10.4 en eerder: 1 Kies Toepassingen in het menu Ga. 2 Dubbelklik op Hulpprogramma's en dubbelklik vervolgens op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 3 Dubbelklik op het printerpictogram. 4 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren. 5 Klik op het pictogram Verwijderen in de balk met pictogrammen bovenin het venster.
Storingen verhelpen Papierstoringsberichten verschijnen op de display van het bedieningspaneel en geven de plaats aan waar de papierstoring in de printer is opgetreden. Als er meerdere storingen zijn opgetreden, wordt het aantal vastgelopen pagina's aangegeven. Papierstoringen voorkomen De volgende tips kunnen papierstoringen helpen voorkomen: Aanbevelingen voor papierladen • Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst. • Verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken.
– een ruwe, kreukelige of gedraaide afwerking hebben; – aan elkaar kleven of beschadigd zijn. Informatie over storingsnummers en -locaties Wanneer er een storing optreedt, wordt een bericht op het display weergegeven met de locatie van de storing. Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de locaties kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen. U kunt de papierstoring alleen oplossen door alle vastgelopen papier uit de papierbaan te verwijderen en vervolgens op te drukken.
4 Leg de printercartridge opzij op een vlakke, gladde ondergrond. Let op—Kans op beschadiging: Stel de cartridge niet te lang bloot aan licht. Let op—Kans op beschadiging: De toner op het vastgelopen papier kan vlekken op uw huid of kleding maken. 5 Verwijder het vastgelopen papier. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
Doe het volgende wanneer het papier niet uit de printer komt: 1 Trek de bovenste achterklep naar beneden. 2 Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier om te voorkomen dat het scheurt. 3 Sluit de bovenste achterklep. 4 Druk op . 230 Papier vast Papierstoringen achter 1 Verwijder de standaardlade uit de printer.
2 Trek de achterklep aan de onderkant omlaag. 3 Duw het lipje naar beneden. 4 Verwijder het vastgelopen papier. 5 Sluit de achterklep aan de onderkant. 6 Plaats de standaardlade terug. 7 Druk op .
Papierstoringen voor 1 Verwijder de standaardlade uit de printer. 2 Duw het lipje naar beneden. 3 Verwijder het vastgelopen papier. 4 Plaats de standaardlade terug. 5 Druk op .
231–239 papierstoringen (optionele externe duplexeenheid) Papierstoringen aan achterzijde 1 Druk de vergrendeling in en houd deze ingedrukt en duw tegelijk de achterste klep van de duplexeenheid omhoog. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit de achterklep van de duplexeenheid. 4 Druk op .
Papierstoringen aan voorzijde 1 Verwijder de standaardlade uit de printer. 2 Verwijder de lade van de duplexeenheid om bij het vastgelopen papier te kunnen. 3 Til de verzonken duplexbalk omhoog. 4 Verwijder het vastgelopen papier. 5 Plaats de lade van de duplexeenheid terug. 6 Plaats de standaardlade terug. 7 Druk op .
241–245 papierstoringen 1 Trek de lade die wordt aangegeven op het display uit de printer. 2 Verwijder vastgelopen papier en plaats de lade weer in de printer. 3 Druk op . 4 Als het storingsbericht niet verdwijnt voor een lade voor 250 vel of een lade voor 550 vel, trek dan de lade uit de printer. 5 Verwijder het vastgelopen papier en plaats de lade weer in de printer. 6 Druk op . 250: papierstoring 1 Verwijder het papier uit de universeellader.
4 Schuif de papiergeleider naar de binnenkant van de lade totdat de geleider licht tegen de rand van het papier drukt. 5 Druk op . 260 Papier vast Bij de invoer van enveloppen in de enveloppenlader wordt telkens de onderste envelop ingevoerd. De onderste envelop is in dit geval dus vastgelopen. 1 Til het envelopgewicht omhoog en verwijder vervolgens alle enveloppen.
7 Pas de papiergeleider aan. 8 Laat het envelopgewicht zakken. 9 Druk op . 271-279 papierstoringen Als u een papierstoring wilt verhelpen in de optionele uitvoerlader, uitvoerlader met hoge capaciteit of mailbox met 5 laden of de StapleSmart II-finisher gaat u als volgt te werk: 1 Als het papier uit de printer en in een lade wordt gevoerd, trekt u het papier recht naar buiten en drukt u op Ga anders verder met stap 2. 2 Trek de klep(pen) van de uitvoerlade naar beneden.
281 papier vast 1 Verhelp de storingen in de uitvoerlade van het nietapparaat. 2 Druk op . 282 Papier vast Om papierstoringen te voorkomen, werkt de motor van het nietapparaat niet als de klep van het nietapparaat open staat. 1 Sluit de klep van het nietapparaat totdat deze vastklikt . 2 Druk op .
283: nietapparaat vast 1 Open de klep van de nietjeshouder door op de ontgrendelingshendel te drukken. 2 Druk de ontgrendelingshendel van de nietjeshouder naar beneden en trek de houder uit de printer. 3 Til de nietbeschermer aan het metalen nokje omhoog en verwijder alle losse nietjes.
4 Druk de nietbeschermer omlaag tot deze vastklikt. 5 Druk de nietjeshouder stevig in het nietapparaat tot de houder vastklikt. 6 Sluit de klep van het nietapparaat. 7 Druk op .
Informatie over printermenu's Menuoverzicht Met een aantal menu's kunt u op eenvoudige wijze printerinstellingen wijzigen: Papier, menu Rapporten Network/Ports (Netwerk/poorten) Standaardbron Papierformaat/-soort Pagina Menu-instellingen Apparaatstatistieken Actieve NIC U-lader configureren Envelopbescherming Substitute Size (Ander formaat) Paper Texture (Papierstructuur) Papiergewicht Papier plaatsen Aangepaste srtn Instell Univrsal Lade-instelling Netwerkinstellingen1 Pagina Profielenlijst NetWare
Menu Papier Default Source (Standaardbron), menu Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken. Standaardbron Lade Opmerkingen: U-lader • "Lade 1 (standaardlade)" is de standaardinstelling. Enveloppenlader Handm. invoer papier • Alleen een geïnstalleerde papierbron wordt als menu-instelling weergegeven. • Een door een afdruktaak geselecteerde papierbron heeft voorrang op de instelling Handm. invoer env. Standaardbron voor de duur van de afdruktaak.
Menu-item Beschrijving Soort lade Normaal papier Karton Transparant Kringlooppapier Etiketten Vinyletiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw papier/katoenpapier Aangepaste soort Hiermee wordt de papiersoort in elke lade opgegeven.
Menu-item Beschrijving Soort U-lader Normaal papier Karton Transparant Kringlooppapier Etiketten Vinyletiketten Bankpost Envelop Ruwe envelop Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw papier/katoenpapier Aangepaste soort Hiermee wordt de papiersoort in de universeellader opgegeven. Formaat enveloppenlader 7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop DL-envelop Andere envelop Hiermee geeft u het formaat op van de enveloppen in de enveloppenlader.
Menu-item Beschrijving Papiersrt (hand) Normaal papier Karton Transparant Kringlooppapier Etiketten Vinyletiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw papier/katoenpapier Aangepaste soort Hiermee wordt de papiersoort opgegeven die u handmatig plaatst. Opmerking: Normaal papier is de standaardinstelling. Envelopformaat (handinvoer) Hiermee wordt het envelopformaat opgegeven dat u handmatig plaatst.
Envelopbescherming De envelopbescherming is een optie waarmee het aantal kreukels in bepaalde enveloppen aanzienlijk kan worden beperkt. Menu-item Beschrijving Envelopbescherming Hiermee wordt de optionele envelopbescherming in- of uitgeschakeld. Uit Opmerkingen: 1 (laagst) • De standaardinstelling is 5. 2 • Als geluidsreductie belangrijker is dan het voorkomen van kreuken, stel dan een lagere 3 waarde in.
Menu-item Beschrijving Struct. kringl.papier Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het kringlooppapier dat in een specifieke lade is geplaatst. Structuur etiketten Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van de etiketten die in een specifieke lade zijn geplaatst. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "Normaal" is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Structuur zwaar Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Structuur ruw Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Opmerking: "Ruw" is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Gewicht bankpost Licht Normaal Zwaar Geeft het relatieve gewicht aan van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Gewicht envelop Licht Normaal Zwaar Geeft het relatieve gewicht aan van de enveloppen die in een specifieke lade zijn geplaatst. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Gewicht ruwe envelop Geeft het relatieve gewicht aan van de ruwe enveloppen die in een specifieke lade zijn geplaatst.
Menu Papier laden Bij eenzijdig en dubbelzijdig (duplex) afdrukken moet het papier op een verschillende manier in de papierladen worden geplaatst. Echter, als het opgegeven papier in de duplexafdrukstand wordt geladen, kunnen zowel eenzijdige als dubbelzijdige (duplex) afdruktaken met de instelling Duplex correct worden afgedrukt zonder dat het papier opnieuw hoeft te worden geladen.
Menu-item Beschrijving Voorbedrukt plaatsen Duplex Uit Als Duplex is geselecteerd, kunnen er eenzijdige taken worden afgedrukt als er voorbedrukt papier is geladen in de tweezijdige afdrukstand in de papierlade. Als Uit is geselecteerd, moet het voorbedrukte papier worden geladen in de eenzijdige of tweezijdige afdrukstand, afhankelijk van de afdruktaak. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Aangepaste soorten Menu-item Beschrijving Aangepast Papier Karton Transparanten Etiketten Envelop Hiermee koppelt u een papiersoort of een speciale materiaalsoort aan een standaardnaam, zoals Aangepast of een aangepaste naam die door een gebruiker is gemaakt via de Embedded Web Server of via MarkVision Professional. Opmerkingen: • "Papier" is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Staand hoogte Hiermee stelt u de hoogte van de portretstand (staand) in. 3–14 inch Opmerkingen: 76–360 mm • Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale hoogte, gebruikt de printer de maximaal toegestane hoogte. • 14 inch is de standaardinstelling in de Verenigde Staten. Inches kunnen worden verhoogd in stappen van 0,01 inch. • 356 mm is de internationale standaardinstelling. Millimeters kunnen worden verhoogd in stappen van 1 mm.
Menu-item Beschrijving Soort/lade toewijzen Hiermee selecteert u een uitvoerlade voor elke ondersteunde papiersoort. Lade normaal papier De beschikbare selecties voor elke soort zijn: Lade karton Uitgeschakeld Lade transparant Standaardlade Kringlooplade Lade Lade etiketten Opmerkingen: Lade bankpost • "Standaardlade" is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Lettertypen afdr PCL-lettertypen PostScript-lettertypen Hiermee drukt u een Engelstalig rapport af van alle beschikbare lettertypen voor de printertaal die momenteel op de printer is ingesteld. Directory afdrukken Hiermee drukt u een lijst af van alle bronnen die zijn opgeslagen op een optionele flashgeheugenkaart of de vaste schijf van de printer. Opmerking: Er is een aparte lijst beschikbaar voor PCL- en PostScriptemulaties.
Menu-item Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PSemulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • Als de Uit-instelling wordt gebruikt, gebruikt de printer PCL-emulatie als de PCL-SmartSwitch staat ingesteld op Aan.
Menu-item Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat deze worden afgedrukt. Dit menu wordt alleen weergegeven als er een geformatteerde vaste schijf is geïnstalleerd. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als "Aan" is ingesteld, worden taken in de buffer op de vaste schijf van de printer opgeslagen. Deze menuselectie wordt alleen weergegeven als er een onbeschadigde geformatteerde schijf is geïnstalleerd.
Netwerk/poorten ªStandaardnetwerk of Netwerk ªInst Std-Net of Netwerk Instell. ªRapporten of Netwerkrapporten Menu-item Beschrijving Instellingenpagina afdrukken Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de huidige Pagina Netware-instellingen afdrukken netwerkinstellingen Opmerkingen: • De instellingenpagina bevat informatie over de instellingen van de netwerkprinter, zoals het TCP/IP-adres. • Het menu-item NetWare-install.pag.
Netwerk/poorten ªStandaardnetwerk of Netwerk ªInst Std-Net of Netwerk Instell. ªTCP/IP Menu-item Beschrijving Inschakelen Uit Uit Activeert TCP/IP Hostnaam weergeven Hiermee wordt de huidige TCP/IP-hostnaam weergegeven Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. Opmerking: Deze kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server.
Network/Ports (Netwerk/poorten) ªStandard Network (Standaardnetwerk) of Network (Netwerk ) ªStd Network Setup (Std.netwerkconfiguratie) of Net Setup (Net -configuratie) ªIPv6 Menu-item Beschrijving IPv6 inschakelen Uit Uit Hiermee schakelt u IPv6 op de printer in. Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. Automatische configuratie Hiermee stelt u in of de netwerkadapter de door een router automatisch geconfigureerde IPv6-adressen accepteert.
Menu AppleTalk Dit menu is beschikbaar vanuit het menu Netwerk/poorten: Netwerk/poorten ªStandaardnetwerk of Netwerk ªInst Std-Net of Netwerk Instell. ªAppleTalk Menu-item Beschrijving Inschakelen Uit Uit Hiermee wordt AppleTalk-ondersteuning geactiveerd Naam weergeven Hiermee wordt de toegewezen AppleTalk-naam weergegeven. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Opmerking: De naam kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server.
Menu-item Beschrijving Packet Burst Yes Nee Hiermee wordt het netwerkverkeer beperkt door de overdracht en ontvangstbevestiging van meerdere gegevenspakketten van en naar de NetWare-server toe te staan. NSQ/GSQ-modus Yes Nee Hiermee geeft u de waarde voor de NSQ/GSQ-modus op Opmerking: Ja is de standaardinstelling. Opmerking: Ja is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PSemulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • Wanneer de instelling "Uit" is, gebruikt de printer PCL-emulatie als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Aan".
Menu-item Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat ze worden afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als "Aan" is ingesteld, worden taken in de buffer op de vaste schijf van de printer opgeslagen. • In de instelling "Automatisch" worden afdruktaken alleen in de buffer opgeslagen als de printer bezig is met de verwerking van gegevens uit een andere invoerpoort.
Menu-item Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PSemulatie als dit door een afdruktaak op een parallelle poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • Als de Uit-instelling wordt gebruikt, gebruikt de printer PCL-emulatie als de PCL-SmartSwitch staat ingesteld op Aan.
Menu-item Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat ze worden afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Met de instelling "Uit" slaat u geen afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf van de printer. • Als "Aan" is ingesteld, worden taken in de buffer op de vaste schijf van de printer opgeslagen.
Menu-item Beschrijving Mac binair PS Aan Uit Automatisch Hiermee stelt u de printer in voor de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Als "Uit" is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die gebruikmaken van het standaardprotocol. • Als "Aan" is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt.
Menu-item Beschrijving NPA-modus Aan Uit Automatisch Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPAprotocol. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Als de instelling "Aan" is, past de printer NPA-verwerking toe. Als de gegevens niet in de NPA-indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd.
Menu-item Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat ze worden afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Met de instelling "Uit" slaat u geen afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf. • Als "Aan" is ingesteld, worden taken in de buffer op de vaste schijf van de printer opgeslagen.
Menu-item Beschrijving Pariteit Even Oneven Geen Negeren Hiermee selecteert u de pariteit voor seriële in- en uitvoerframes. DSR honoreren Aan Uit Hiermee bepaalt u of de printer al dan niet gebruikmaakt van het DSRsignaal. DSR is een handshaking-signaal dat wordt gebruikt door de meeste seriële kabels. Opmerking: "Geen" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Verificatie SMTP-server Geen verificatie vereist Aanmelden/Normaal CRAM-MD5 Digest-MD5 NTLM Kerberos 5 Hiermee wordt de vereiste soort gebruikersverificatie opgegeven Opmerking: “Geen verifcatie vereist” is de standaardinstelling. Hiermee wordt opgegeven welke referenties worden gebruikt bij het Door apparaat verzonden e-mail communiceren met de SMTP-server. Sommige SMTP-servers vereisen Geen SMTP-referenties van apparaat gebruiken referenties om e-mail te kunnen verzenden.
Menu-item Beschrijving Aanmeldingen op afstand Mislukte aanmeldingen Tijdsbestek voor mislukte pogingen Vergrendelingstijd Time-out voor aanmelding Beperkt het tijdsbestek voor, en het aantal, mislukte aanmeldingspogingen via een computer voordat het apparaat voor alle externe gebruikers wordt vergrendeld. Opmerkingen: • “Mislukte aanmeldingen” geeft aan hoeveel mislukte aanmeldings- pogingen zijn toegestaan voordat het apparaat voor gebruikers wordt vergrendeld. Het aantal kan variëren van 1–50.
Menu Schijf wissen Menu-item Beschrijving Automatisch wissen Uit Aan Met Schijf wissen wist u alleen gegevens van afdruktaken die momenteel niet door het bestandssysteem van de vaste schijf van de printer worden gebruikt. Alle permanente gegevens van de vaste schijf van de printer, zoals gedownloade lettertypen, macro's en taken in de wachtrij, blijven behouden.
Menu-item Beschrijving Handmatige methode Eén doorgang Meerdere doorgangen Met Schijf wissen wist u alleen gegevens van afdruktaken die momenteel niet door het bestandssysteem van de vaste schijf van de printer worden gebruikt. Alle permanente gegevens van de vaste schijf van de printer, zoals gedownloade lettertypen, macro's en taken in de wachtrij, blijven behouden.
Menu-item Beschrijving Hiermee wordt opgegeven of en hoe de controlelogs worden gemaakt Log configureren Controle inschakelen Opmerking: Standaard is het beveiligingslog ingeschakeld. Extern systeemlog inschakelen Externe systeemlogvoorziening Ernst van te loggen gebeurtenissen Menu Datum/tijd instellen Menu-item Beschrijving Datum/tijd weergeven Hiermee kunt u de huidige datum- en tijdinstellingen voor de printer weergeven.
Menu Instellingen Menu Algemene instellingen Menu-item Beschrijving Taal weergeven English Français Deutsch Italiano Español Dansk Norsk Nederlands Svenska Portuguese Suomi Russisch Polski Magyar Turkçe Cesky Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Koreaans Japans Hiermee wordt de taal van de tekst op het display ingesteld. Ecomodus Uit Energie Energie/papier Papier Beperkt het gebruik van energie, papier of speciaal afdrukmateriaal tot een minium.
Menu-item Beschrijving Beginconfiguratie uitvoeren Ja Nee Geeft de printer de opdracht om de installatiewizard uit te voeren. Opmerkingen: • Yes (Ja) is de standaardinstelling. • Nadat de gebruiker de installatiewizard heeft uitgevoerd en Gereed heeft geselecteerd op het scherm voor de landselectie, is de standaardwaarde Nee. Papierformaten VS Metrisch Opmerkingen: • De aanvankelijke instelling wordt bepaald door uw landselectie in de initiële installatiewizard.
Menu-item Beschrijving Time-outs Time-out wachttaken 5–255 sec. Hiermee stelt u de wachttijd in dat de printer op gebruikersinterventie wacht voordat taken die niet-beschikbare bronnen vereisen in de wacht worden geplaatst en wordt verder gegaan met het afdrukken van andere taken in de afdrukwachtrij. Opmerkingen: • "30 seconden" is de standaardinstelling. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. Time-outs Spaarstand 1-240 min.
Menu-item Beschrijving Afdrukherstel Auto Continue (Auto doorgaan) Uitgeschakeld 5-255 sec. Hiermee krijgt de printer opdracht automatisch door te gaan als bepaalde offline situaties niet binnen de opgegeven termijn zijn opgelost. Afdrukherstel Herstel na storing Automatisch Hiermee geeft u op of de printer vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt. Opmerking: Uitgeschakeld is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling.
Instellingen, menu Menu-item Beschrijving Printertaal PCL-emulatie PS-emulatie Hiermee wordt de standaardprintertaal ingesteld. Opmerkingen: • PCL-emulatie gebruikt een PCL-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. PostScript-emulatie gebruikt een PS-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. • De standaardinstelling voor printertaal is PCL.
Menu-item Beschrijving Download Target (Downloadbestemming) Hiermee stelt u de opslaglocatie van geladen bronnen in. RAM Opmerkingen: Flash • "RAM" is de standaardinstelling. Schijf • Geladen bronnen die in het flashgeheugen of op de vaste schijf van een printer worden opgeslagen, zijn permanent opgeslagen. De bronnen blijven in het flashgeheugen of op de vaste schijf opgeslagen, ook als de printer wordt uitgezet. • Bronnen die in het RAM worden opgeslagen, zijn tijdelijk opgeslagen.
Menu-item Beschrijving Volgorde bij alles afdrukken Op alfabet Nieuwste eerst Oudste eerst Geeft de volgorde aan waarin vertrouwelijke taken en wachttaken wordt afgedrukt wanneer Alles afdrukken wordt geselecteerd. Opmerkingen: • Op alfabet is de standaardinstelling. • Afdruktaken worden altijd afgedrukt in alfabetische volgorde op het bedieningspaneeel van de printer.
Menu-item Beschrijving Scheidingsvellen Geen Tussen kopieën Tussen taken Tussen pagina's Hiermee stelt u in of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerkingen: • "Geen" is de standaardinstelling. • Met "Tussen exemplaren" voegt u een lege pagina in tussen elke kopie van een afdruktaak als sorteren staat ingesteld op "Aan". Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt een lege pagina ingevoegd tussen alle sets van afgedrukte pagina's (alle pagina's 1, alle pagina's 2, enzovoort).
Menu-item Beschrijving Taak nieten Uit Aan Geeft aan of afdruktaken worden geniet. Pagina's verschuiven Uit Tussen taken Tussen kopieën Hiermee maakt u gescheiden sets van exemplaren of afdruktaken in een uitvoerlade. Opmerkingen: • Dit menu-item is alleen beschikbaar als de StapleSmart finisher is geïnstalleerd. • "Uit" is de standaardinstelling. Afdruktaken worden niet geniet. • Enveloppen worden niet geniet.
Menu-item Beschrijving Fine Lines-verbetering Aan Uit Hiermee schakelt u een afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Als u Fine Lines-verbetering wilt instellen via de Embedded Web Server, geeft u het IP-adres van de netwerkprinter op in een browservenster.
Menu-item Beschrijving Flash formatteren Ja Nee Hiermee formatteert u het flashgeheugen. Met het flashgeheugen wordt het geheugen bedoeld dat wordt toegevoegd door een flashgeheugenoptiekaart in de printer te installeren. Let op—Kans op beschadiging: Zet de printer niet uit als het flashgeheugen wordt geformatteerd. Opmerkingen: • Dit menu-item is alleen beschikbaar als er een goed werkende flashge- heugenoptiekaart in de printer is geïnstalleerd.
Menu-item Beschrijving LCD-contrast 1-10 Hiermee past u het contrast op het display aan. Opmerkingen: • "5" is de standaardinstelling. • Als u een hogere instelling selecteert, wordt het display lichter. • Als u een lagere instelling selecteert, wordt het display donkerder. LCD-helderheid 1-10 Hiermee wordt de helderheid van de achtergrondverlichting op het display aangepast. Opmerkingen: • "5" is de standaardinstelling. • Als u een hogere instelling selecteert, wordt het display lichter.
Menu-item Beschrijving Vrk-lettertype Hiermee bepaalt u waar de printer begint met het zoeken naar het gewenste lettertype. Intern Opmerkingen: Flash/Schijf • "Intern" is de standaardinstelling. • Dit menu-item is alleen beschikbaar als er een goed werkende geformatteerde flashgeheugenoptiekaart of vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. • De flashgeheugenoptie of de vaste schijf van de printer mag niet beveiligd zijn tegen lezen/schrijven of schrijven of beveiligd zijn met een wachtwoord.
Menu-item Beschrijving Instellingen voor PCL-emulatie Puntgrootte 1,00-1008,00 Hiermee wijzigt u de puntgrootte van schaalbare typografische lettertypen. Opmerkingen: • "12" is de standaardinstelling. • Puntgrootte heeft betrekking op de hoogte van de tekens in het lettertype. Eén punt is ongeveer gelijk aan 0,35 mm. • Puntgroottes kunnen worden aangepast in stappen van 0,25 punten.
Menu-item Beschrijving Instellingen voor PCL-emulatie Auto NR na HR Aan Uit Hiermee geeft u op of de printer automatisch op een nieuwe regel moet beginnen na een opdracht voor een harde return. Lade-nr wijzigen Waarde U-lader Uit Geen 0-199 Waarde lade Uit Geen 0-199 Waarde handm. invoer Uit Geen 0-199 Waarde hand-env Uit Geen 0-199 Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd.
Menu HTML Menu-item Lettertypenaam Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text Menu-item Beschrijving Intl CG Times Hiermee stelt u het standaardlettertype voor HTML-documenten in Intl Courier Opmerkingen: Intl Univers • Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTML-documenten waarin Joanna MT geen lettertype wordt opgegeven.
Menu-item Beschrijving Achtergronden Niet afdrukken Print Hiermee geeft u aan of u achtergronden in HTML-documenten wilt afdrukken Opmerking: "Afdrukken" is de standaardinstelling. Menu Afbeelding Menu-item Beschrijving Autom. aanpassen Aan Uit Hiermee selecteert u de optimale waarden voor papierformaat, schaling en afdrukstand. Opmerkingen: • "Aan" is de standaardinstelling. • Als "Aan" is ingesteld, worden de instellingen voor schaling en afdrukstand voor sommige afbeeldingen genegeerd.
Menu-item Beschrijving Sorteren Uit (1,1,1,2,2,2) Aan (1,2,1,2,1,2) Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt. Zijden (Duplex) 2-zijdig 1-zijdig Hiermee geeft u aan of de afdruktaak op één zijde of beide zijden van het papier moet worden afgedrukt. Nieten Uit Aan Geeft aan of afdruktaken worden geniet.
Menu-item Beschrijving N per vel (stand) Horizontaal Omgekeerd horizontaal Omgekeerd verticaal Verticaal Hiermee geeft u de positie op van afbeeldingen met meerdere pagina's als u N per vel (pagina's-zijden) gebruikt Opmerkingen: • "Horizontaal" is de standaardinstelling. • De positie hangt af van het aantal afbeeldingen en de afdrukstand van de afbeeldingen (staand of liggend).
Menu-item Beschrijving Menuoverzicht Bevat een lijst met de menu's op het bedieningspaneel van de printer en de bedieningspaneelinstellingen. Informatie Biedt hulp bij het zoeken naar aanvullende informatie. Aansluit.gids Bevat informatie over het aansluiten van de printer via USB (lokaal) of op een netwerk. Help bij transport Bevat instructies voor het veilig verplaatsen van de printer.
Informatie over printerberichten Als Handmatige invoer wordt weergegeven op de display, verwijst dit naar de universeellader. Lijst met statusberichten en foutmeldingen Menuwijzigingen worden geactiveerd Wacht tot het bericht is verdwenen. Bezig Wacht tot het bericht is verdwenen. Annuleren niet beschikbaar Wacht tot het bericht is verdwenen. Annuleren Wacht tot het bericht is verdwenen. Wijzig in is een lade of lader en is een papiersoort of -formaat.
5 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 6 Start de printer opnieuw op. Als de fout opnieuw optreedt: 1 2 3 4 Zet de printer uit. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder de duplex-eenheid. Neem contact op met de klantenservice. • Druk op om het bericht te wissen en af te drukken zonder de duplexeenheid te gebruiken. Controleer aansluiting invoerlade Probeer een van de volgende oplossingen: • Schakel de printer uit en weer in.
Flash defragmenteren NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op—Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit zolang dit bericht op het display wordt weergegeven. Verwijderen Wacht tot het bericht is verdwenen. Verwijder wachttaken Wacht tot het bericht is verdwenen. Verwijderen voltooid Wacht tot het bericht is verdwenen. Verwijderen mislukt Uw poging om een bestand te verwijderen is mislukt. 1 Wacht tot het bericht is verdwenen. 2 Probeer het bestand opnieuw te verwijderen.
Schijfherstel x/y XX% NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op—Kans op beschadiging: Zet de printer niet uit wanneer deze probeert de vaste schijf van de printer te herstellen. Schijfherstel vindt plaats in fasen. Op het display ziet u in hoeverre elke fase is gevorderd. Menu’s worden ingeschakeld Wacht tot het bericht is verdwenen. Schijf x/y XX% wordt gecodeerd NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen.
Hex Trace Gereed De printer bevindt zich in de modus Gereed en Hex Trace is actief. U kunt Hex Trace gebruiken om problemen met de printer op te lossen. Plaats nietcassette Probeer een van de volgende oplossingen: • Plaats een nietcassette. Het bericht wordt dan gewist. • Druk op om het bericht te wissen en af te drukken zonder de nietfunctie te gebruiken. Plaats invoerlade Schuif de aangegeven lade volledig in de printer.
3 Plaats de enveloppenlader. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Start de printer opnieuw op. • Annuleer de huidige taak. Plaats invoerlade Probeer een van de volgende oplossingen: • Plaats de aangegeven lade. 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Plaats de aangegeven lade. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Start de printer opnieuw op. • Annuleer de huidige taak.
Vul handm. invoer met Probeer een van de volgende oplossingen: • Vul de universeellader met de opgegeven papiersoort. Doorgaan wordt weergegeven. Druk vervolgens op en door te gaan met afdrukken. • Druk op de pijltoetsen totdat om het bericht te wissen Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd.
Moet in werkstand Gereed staan voordat u menu's kunt gebruiken De printermenu's zijn momenteel niet beschikbaar omdat niet het bericht Gereed wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. Wacht tot de activiteiten van de printer zijn voltooid. Als Gereed wordt weergegeven, drukt u op . Netwerk/Netwerk /Netwerk , De printer is verbonden met het netwerk, dus is de netwerkinterface de actieve communicatieverbinding.
Overloopbak vol Verwijder de stapel papier uit de lade. Het bericht wordt dan gewist. Parallel/Parallel De printer wordt aangesloten via een parallelle kabel. De parallelle poort is de actieve communicatieverbinding. [PJL RDYMSG] Dit is het bericht Gereed van de Printer Job Language (PJL). Het wordt weergegeven na het bericht Gereed of Spaarstand. Als de tekenreeks van het bericht te lang is, wordt deze afgekapt. Wacht tot het bericht is verdwenen.
Flash programmeren NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op—Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit zolang Flash programmeren op het display wordt weergegeven. USB-station wordt gelezen NIET VERWIJDEREN Wacht tot het bericht is verdwenen. Gereed De printer is gereed om afdruktaken te ontvangen. Plaats uitvoerlade terug Probeer een van de volgende oplossingen: • Schakel de printer uit en weer in. Als de fout een tweede keer optreedt: 1 2 3 4 5 6 Zet de printer uit.
5 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 6 Start de printer opnieuw op. Als de fout opnieuw optreedt: 1 2 3 4 Zet de printer uit. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder de aangegeven laden. Neem contact op met de klantenservice. • Druk op om het bericht te wissen en af te drukken zonder de aangegeven laden te gebruiken. Plaats enveloppenlader Probeer een van de volgende oplossingen: • Schakel de printer uit en weer in.
Raak Continue (Doorgaan) aan als het bericht niet wordt gewist nadat u het papier hebt verwijderd. Verwijder papier uit uitvoerlade Verwijder het papier uit de aangegeven lade. De printer detecteert automatisch dat het papier is verwijderd en gaat door met afdrukken. Raak Continue (Doorgaan) aan als het bericht niet wordt gewist nadat u het papier hebt verwijderd. Verwijder papier uit standaarduitvoerlade Verwijder de stapel papier uit de standaarduitvoerlade.
Bij het herstellen van de fabrieksinstellingen gebeurt het volgende: • Alle bronnen die in het printergeheugen zijn geladen, worden verwijderd. Hieronder vallen ook lettertypen, macro's en symbolensets. • Alle fabrieksinstellingen worden hersteld, behalve de instelling Taal op display in het menu Instellingen en de aangepaste instellingen in de menu's Serieel , Netwerk, Infrarood, LocalTalk en USB.
Nietjes op/onjuist gevuld Plaats de opgegeven nietcassette in de finisher om het bericht te wissen en door te gaan met nieten. Geen nietjes /bijna op Plaats de aangegeven nietcassette in de finisher om het bericht te wissen. Standaardlade vol Verwijder de stapel papier uit de standaarduitvoerlade om het bericht te wissen. Selectie verzenden Wacht tot het bericht is verdwenen.
Lade ontbreekt Schuif de aangegeven lade volledig in de printer. Schijfindeling niet ondersteund Er is een niet-ondersteunde vaste schijf van de printer geïnstalleerd. Verwijder het niet-ondersteunde apparaat en installeer daarna een ondersteund apparaat. Niet-ondersteund USB-apparaat, verwijder de hub Verwijder het niet-herkende USB-apparaat. Niet-ondersteunde USB-hub, verwijder de hub Verwijder de niet-herkende USB-hub. USB/USB De printer wordt aangesloten via een USB-kabel.
31 Vervang defecte printcartridge Verwijder de defecte printcartridge en installeer een nieuw exemplaar. 32. Artikelnummer cartridge wordt niet ondersteund door apparaat Verwijder de inktcartridge en installeer vervolgens een exemplaar dat wel wordt ondersteund. 34 Papier te kort Probeer een van de volgende oplossingen: • Vul de lade met het juiste papier. Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op wissen en de taak af te drukken vanuit een andere papierlade.
37 Onvoldoende geheugen voor sorteren Probeer een of meer van de volgende oplossingen: Doorgaan wordt weergegeven. Druk vervolgens op gedeelte van de taak af te drukken en de rest van de afdruktaak te sorteren. om het opgeslagen • Druk op de pijltoetsen totdat • Annuleer de huidige afdruktaak. 37 Onvold. geheugen, sommige taken in wacht verwijderd De printer heeft enkele wachttaken verwijderd om de huidige taken te kunnen verwerken.
3 Azië 4 Latijns-Amerika 9 Ongeldige regio 50 PPDS font error (50 PPDS-lettertypefout) Probeer een of meer van de volgende oplossingen: Doorgaan wordt weergegeven. Druk vervolgens op en door te gaan met afdrukken. • Druk op de pijltoetsen totdat om het bericht te wissen • De printer kan een opgevraagd lettertype niet vinden. Selecteer in het PPDS-menu de optie Meest gelijkend en selecteer vervolgens Aan. De printer zoekt een vergelijkbaar lettertype en maakt de betreffende tekst opnieuw op.
54 Serial option error (54 Fout in seriële poort, optie sleuf ) is het nummer van de seriële optie. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Controleer of u de juiste seriële kabel hebt voor de seriële poort en of deze goed is aangesloten. • Controleer of de parameters voor de seriële interface (protocol, baud, pariteit en databits) correct zijn ingesteld op de printer en hostcomputer.
56 Parallelle poort uitgeschakeld is het nummer van de parallelle poort. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op de pijltoetsen totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de parallelle poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item Parallelbuffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld. 56 Seriële poort uitgeschakeld is het nummer van de seriële poort.
• De afdruktaak is gemaakt met behulp van gegevens van een apparaat in de USB-poort en het apparaat is niet langer op die poort aangesloten. • De vaste schijf van de printer bevat taken die zijn opgeslagen toen de schijf in een ander printermodel was geïnstalleerd. Druk op de pijltoetsen totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op om het bericht te wissen. 58 Te veel laden geplaatst 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de extra laden.
4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 59 Duplex incompatibel Alleen opties die specifiek voor deze printer zijn ontwikkeld, worden ondersteund. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder de duplex-eenheid. • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken zonder de duplexeenheid te gebruiken. 59 Incompatibele enveloppenlader Alleen opties die specifiek voor deze printer zijn ontwikkeld, worden ondersteund.
62 Disk full (62 Schijf vol) Probeer een of meer van de volgende oplossingen: Doorgaan wordt weergegeven. Druk vervolgens op en door te gaan met verwerken. • Druk op de pijltoetsen totdat om het bericht te wissen • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens van de vaste schijf van de printer. • Installeer een grotere vaste schijf in de printer. 80 Gebruikelijk onderhoud vereist De printer heeft geregeld onderhoud nodig. Bestel een onderhoudskit.
Printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken.
De status van supplies controleren Er verschijnt een bericht op de display als er een vervangende supply nodig is of als er onderhoud moet worden gepleegd. De status van supplies op het bedieningspaneel van de printer controleren 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op de pijltoetsen tot Druk vervolgens op Status/Supplies wordt weergegeven. .
3 Plaats de cartridge terug en ga verder met afdrukken. Opmerking: Herhaal deze procedure meerdere keren. Als de afdrukken vaag blijven, moet u de cartridge vervangen. De printer verplaatsen Voordat u de printer verplaatst Verwijder alle printeropties voordat u de printer verplaatst. LET OP—KANS OP LETSEL: de printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden verplaatst.
De printer vervoeren Als u de printer wilt vervoeren, dient u de originele verpakking te gebruiken of te bellen met de winkel waar u de printer hebt gekocht voor de benodigde verpakkingsmaterialen.
Beheerdersondersteuning De Embedded Web Server gebruiken Als de printer op een netwerk is geïnstalleerd, is de Embedded Web Server beschikbaar voor een aantal verschillende functies, waaronder: • • • • • Een virtuele display van het bedieningspaneel van de printer weergeven De status van de printersupplies controleren Printerinstellingen configureren De netwerkinstellingen configureren Rapporten bekijken Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser om de Embedded Web Server te opene
Rapporten bekijken U kunt een aantal rapporten bekijken vanuit de Embedded Web Server. Deze rapporten zijn handig voor het bepalen van de status van de printer, het netwerk en de supplies. U kunt als volgt de rapporten van een netwerkprinter bekijken: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte.
Fabrieksinstellingen herstellen Als u ter referentie een lijst wilt bijhouden met de huidige menu-instellingen, kunt u een pagina met menuinstellingen afdrukken voordat u de standaardinstellingen herstelt. Voor meer informatie raadpleeg “Pagina met menu-instellingen afdrukken” op pagina 36. Let op—Kans op beschadiging: Als de standaardinstellingen worden hersteld, worden de meeste printerinstellingen teruggezet op de oorspronkelijke waarden zoals deze in de fabriek zijn ingesteld.
problemen oplossen Eenvoudige problemen oplossen Eenvoudige printerproblemen oplossen Als er algemene printerproblemen zijn of als de printer niet reageert, controleert u het volgende: • • • • • • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. het stopcontact niet is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker; De printer niet is aangesloten op een spanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer.
Afdrukproblemen oplossen Meertalige PDF's worden niet afgedrukt De documenten bevatten lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 3 Selecteer Afdrukken als afbeelding. 4 Klik op OK. Er wordt een foutbericht over het lezen van het USB-station weergegeven Controleer of het USB-station wordt ondersteund.
CONTROLEER OF DE INTERNE AFDRUKSERVER JUIST IS GEÏNSTALLEERD EN WERKT. • Controleer of de interne afdrukserver juist is geïnstalleerd en of de printer is verbonden met het netwerk. • Druk een pagina met netwerkinstellingen af en controleer of Verbonden wordt weergegeven als status. Als Niet verbonden als status wordt weergegeven, controleert u de netwerkkabels en probeert u opnieuw de pagina met netwerkinstellingen af te drukken.
4 Druk op de pijltoetsen tot Afdrukherstel wordt weergegeven en druk op 5 Druk op de pijltoetsen tot Paginabeveiliging wordt weergegeven en druk op 6 Druk op de pijltoetsen tot Uit wordt weergegeven en druk op . . .
Grote afdruktaken worden niet gesorteerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER OF SORTEREN IS INGESCHAKELD. Schakel Sorteren in in het menu Afwerking of in Eigenschappen. Opmerking: Als u Sorteren uitschakelt in de software, wordt de instelling in het menu Afwerking overschreven. VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK.
CONTROLEER OF DE OPTIE IS VERBONDEN MET DE PRINTER. 1 Schakel de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Controleer de verbinding tussen de optie en de printer. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. CONTROLEER OF DE OPTIE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD. Druk een pagina met menu-instellingen af om te controleren of de optie wordt vermeld in de lijst met geïnstalleerde opties. Als de optie niet voorkomt in de lijst, installeert u die opnieuw.
2000 vel, lade voor Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: DE LIFTLADE WERKT NIET CORRECT • Controleer of de printer correct op de lade voor 2000 vellen is aangesloten. • Controleer of de printer wel aan staat. DE PAPIERINVOERROLLEN DRAAIEN NIET, ZODAT HET PAPIER NIET WORDT DOORGEVOERD. • Controleer of de printer correct op de lade voor 2000 vellen is aangesloten. • Controleer of de printer wel aan staat.
Mailbox met 5 laden Als de mailbox met 5 laden wel voorkomt op de pagina met menu-instellingen, maar het papier vastloopt wanneer het de printer verlaat en in de mailbox terechtkomt, dan is de mailbox mogelijk niet goed geïnstalleerd. Installeer de mailbox met 5 laden opnieuw. Voor meer informatie raadpleegt u de bij de mailbox met 5 laden geleverde documentatie over de hardware-installatie.
Problemen met de papierinvoer oplossen Papier loopt regelmatig vast Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER HET PAPIER Gebruik het aanbevolen papier of het speciale afdrukmateriaal. Raadpleeg het hoofdsstuk over richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal voor meer informatie.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Problemen met afdrukkwaliteit opsporen U kunt problemen met de afdrukkwaliteit opsporen door de testpagina's voor afdrukkwaliteit af te drukken. 1 Zet de printer uit. 2 Houd op het bedieningspaneel en de pijl naar rechts ingedrukt terwijl u de printer aanzet. 3 Laat beide knoppen los als Performing Self Test (Zelftest wordt uitgevoerd) wordt weergegeven. De printer voert de opstartcyclus uit, waarna Config Menu (Menu Configuratie) wordt weergegeven.
Onvolledige afbeeldingen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS Schuif de breedte- en lengtegeleiders in de juiste positie voor het papier dat in de printer is geplaatst. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papierformaat in het menu Papier.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR TONERINTENSITEIT Selecteer een lichtere instelling voor Tonerintensiteit: • Wijzig deze instelling via het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer. • Windows: wijzig deze instelling via Printereigenschappen. • Macintosh: wijzig deze instellingen via het dialoogvenster Druk af. Onjuiste marges Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS.
HET PAPIER HEEFT IN EEN VOCHTIGE OMGEVING GELEGEN EN HEEFT DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. Onregelmatigheden in de afdruk Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: HET PAPIER BEVOND ZICH EERDER IN EEN VOCHTIGE OMGEVING EN HEEFT DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN. • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak.
Afdruk is te donker Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR DONKERHEID, HELDERHEID EN CONTRAST De instelling Tonerintensiteit is te hoog, de instelling Helderheid is te hoog of de instelling Contrast is te hoog. • Wijzig deze instellingen via het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer. • Windows: wijzig deze instellingen via Printereigenschappen.
Afdruk is te licht Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR DONKERHEID, HELDERHEID EN CONTRAST De instelling Tonerintensiteit is te laag, de instelling Helderheid is te laag of de instelling Contrast is te laag. • Wijzig deze instellingen via het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer. • Windows: wijzig deze instellingen via Printereigenschappen.
Herhaalde storingen SPOREN KOMEN GELIJKMATIG OVER DE GEHELE PAGINA VOOR Vervang de laadrollen bij storingen na iedere 28,3 mm (1,11 inch). Vervang de overdrachtsrol bij storingen na iedere 51,7 mm (2,04 inch). Vervang de inktcartridge bij storingen na iedere: • 47,8 mm (1,88 inch) • 96,8 mm (3,81 inch) Vervang het verhittingsstation bij storingen na iedere: • 88,0 mm (3,46 inch) • 95,2 mm (3,75 inch) Scheve afdruk Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
CONTROLEER OF HET VULPATROON JUIST IS Als het vulpatroon niet juist is, selecteert u een ander vulpatroon in het programma. CONTROLEER DE PAPIERSOORT • Gebruik een andere papiersoort. • Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen. • Zorg dat de instelling voor papiersoort en papierstructuur overeenkomt met het papier dat in de lade of lader is geplaatst.
Horizontale strepen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: DE TONER IS UITGELOPEN Selecteer een andere lade of lader waaruit het papier voor de taak wordt ingevoerd: • Selecteer Standaardbron in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. • Windows: selecteer de papierbron via Printereigenschappen. • Macintosh: selecteer de papierbron via het dialoogvenster Druk af en de pop-upmenu's. DE CARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de cartridge.
DE TONER IS UITGELOPEN Selecteer een andere lade of lader waaruit het papier voor de taak wordt ingevoerd: • Selecteer Standaardbron in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. • Windows: selecteer de papierbron via Printereigenschappen. • Macintosh: selecteer de papierbron via het dialoogvenster Druk af en de pop-upmenu's. DE CARTRIDGE IS DEFECT Vervang de inktcartridge. DE PAPIERBAAN IS MOGELIJK NIET VRIJ Controleer de papierbaan rond de cartridge.
De toner laat los Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
De afdrukkwaliteit van transparanten is slecht Probeer een of meer van de volgende oplossingen: TRANSPARANTEN CONTROLEREN Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.
Kennisgevingen Productinformatie Apparaattype: 4062, 4551, 4552, 4553, 4864, 5530 Model(len): 01A, 21A, 23A, 41A, 43A, 630, d03, dn, dn1, dn2, dn3, gd1, gd2, gm1, md1, mn1, n01, n02, n03, xn2 Informatie over deze uitgave Oktober 2009 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Gemiddelde geluidsdruk in dBA op 1 meter afstand Afdrukken 53 dBA; 54 dBA; 55 dBA Scannen N.v.t. Kopiëren N.v.t. Gereed 30 dBA Kennisgeving over gevoeligheid voor statische elektriciteit dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit. Raak eerst het metalen frame van de printer aan, voordat u iets aanraakt in gebieden die met dit symbool zijn gemarkeerd.
Energieverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product.
Totaal energieverbruik Het is soms handig om het totale energieverbruik van het product te berekenen. Aangezien het stroomverbruik wordt aangegeven in watt, moet het stroomverbruik worden vermenigvuldigd met de tijd dat elke stand actief is op het product. Zo kunt u het energieverbruik berekenen. Het totale energieverbruik van het product is de som van het energieverbruik voor alle standen.
Industry Canada (Canada) This device complies with Industry Canada specification RSS-210. Operation is subject to the following two conditions: (1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device. This device has been designed to operate only with the antenna provided. Use of any other antenna is strictly prohibited per regulations of Industry Canada.
Kennisgeving voor gebruikers in de Europese Unie Producten met de CE-markering voldoen aan de veiligheidseisen die zijn omschreven in de Europese richtlijnen 2004/108/EG, 2006/95/EG en 1999/5/EG aangaande het harmoniseren van de wetten van de Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik en in combinatie met radioapparatuur en apparatuur voor een telecommunicatiestation.
Suomi Lexmark International, Inc. vakuuttaa täten, että tämä tuote on direktiivin 1999/5/EY oleellisten vaatimusten ja muiden sitä koskevien direktiivin ehtojen mukainen. Français Par la présente, Lexmark International, Inc. déclare que l'appareil ce produit est conforme aux exigences fondamentales et autres dispositions pertinentes de la directive 1999/5/CE. Magyar Alulírott, Lexmark International, Inc.
SOFTWARELICENTEOVEREENKOMST Deze Licentieovereenkomst ('Softwarelicentieovereenkomst') is een rechtsgeldige overeenkomst tussen u (een individu of een rechtspersoon) en de fabrikant van het afdrukapparaat dat u hebt aangeschaft ('Licentiegever') die, voor zover uw afdrukproduct of Softwareprogramma niet op andere wijze onderhevig is aan een geschreven licentieovereenkomst voor software tussen u en de Licentiegever of zijn leveranciers, uw gebruik beheerst van enig Softwareprogramma dat is geïnstalleerd op,
VOOR SCHENDING VAN PRIVACY VOORTKOMEND UIT OF OP ENIGE MANIER VERWANT AAN HET GEBRUIK VAN OF HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN HET SOFTWAREPROGRAMMA, OF ANDERSZINS IN COMBINATIE MET ENIGE BEPALING IN DEZE SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST), ONGEACHT DE AARD VAN DE CLAIM, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT SCHENDING VAN GARANTIE OF CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD (INCLUSIEF NALATIGHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID), ZELFS NIET ALS LICENTIEGEVER, OF ZIJN LEVERANCIERS, PARTNERS OF WEDERVERKOPERS OP DE HOOGTE ZIJN GESTELD VAN
aanmerking komend voor de upgrade. Na het uitvoeren van de upgrade mag u het originele Softwareprogramma dat de basis vormde voor de upgrade, niet langer gebruiken. 8 BEPERKING VOOR REVERSE-ENGINEERING.
18 VERMOGEN EN RECHT OM HET CONTRACT AAN TE GAAN. U verklaart dat u meerderjarig bent in het land of regio waar u deze Softwarelicentieovereenkomst aangaat en, indien van toepassing, dat u bent gemachtigd door uw werkgever of opdrachtgever om dit contract aan te gaan. 19 VOLLEDIGE OVEREENKOMST.
Index Cijfers 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie 173 200–282 Papierstoring 173 281 papier vast 93 282 papier vast 93 30 Vervang cartridge, onjuist gevuld 165 31 Vervang defecte cartridge 166 32 Artikelnummer cartridge wordt niet ondersteund door apparaat 166 34 Papier te kort 166 35 Onvoldoende geheugen voor ondersteuning van functie voor bronnenopslag 166 37 Onvoldoende geheugen om taak te sorteren 167 37 Onvoldoende geheugen voor defragmentatie Flashgeheugen 166 37 Onvoldoende geheugen, sommige taken
taak wordt afgedrukt vanuit verkeerde lade 184 taken in wacht worden niet afgedrukt 183 taken worden niet afgedrukt 182 verkeerde tekens worden afgedrukt 184 afdruktaak annuleren vanuit Macintosh 80 annuleren vanuit Windows 80 annuleren via het bedieningspaneel van de printer 80 afdruktaken controleren 75 afdrukken voor Macintoshgebruikers 76 afdrukken voor Windowsgebruikers 76 afdruktaken herhalen 75 afdrukken voor Macintoshgebruikers 76 afdrukken voor Windowsgebruikers 76 Afwerking, menu 137 Algemene inst
flashstation 78 Flashstation, menu 147 Fout lezen USB-station 154 G Geen herkende bestandstypen 158 Geen nietjes /bijna op 164 Geen taken gevonden 158 Geen taken in wacht 158 Geen taken om te annuleren 158 geheugenkaart installeren 18 problemen oplossen 188 Geïntegreerde webserver 178 controleren, apparaatstatus 178 instellen, emailwaarschuwingen 178 wordt niet geopend 181 geluidsniveaus 202 Gemengd, menu 126 Gereed 160 gereserveerde afdruktaken 75 afdrukken voor Macintoshgebruikers 76 afdrukken voor W
PCL Emul 143 PDF 142 PostScript 142 Rapporten 109 Schijf wissen 128 Serieel 122 Standaard-USB 117 Standaardbron 97 Standaardnetwerk 110 TCP/IP 113 U-lader configureren 100 XPS 142 Menu's zijn uitgeschakeld 157 Menu’s worden ingeschakeld 154 Menu’s worden uitgeschakeld 153 Menutoegang geblokkeerd door systeembeheerder 157 Menuwijzigingen activeren 151 Moet in werkstand Gereed staan voordat u menu's kunt gebruiken 158 N NetWare, menu 116 Netwerk 158 Netwerk 158 Netwerk , 158 Netwerk , menu
37 Onvoldoende geheugen om taak te sorteren 167 37 Onvoldoende geheugen voor defragmentatie Flashgeheugen 166 37 Onvoldoende geheugen, sommige taken in wacht worden niet hersteld 167 37 Onvoldoende geheugen, sommige taken in wacht zijn verwijderd 167 38 Geheugen vol 167 39 Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt 167 42.
Supplies weergeven 165 Taken in wacht herstellen? 163 Taken in wacht x/y worden hersteld 163 Takenloggegevens worden gewist 152 Te veel aanmeldingen via bedieningspaneel mislukt 164 Toner bijna op 164 USB-station verwijderd 165 USB-station wordt gelezen 160 USB/USB 165 Veilig schijfruimte vrijmaken 163 Vervang reiniger 162 Verwijder papier uit 162 Verwijder papier uit alle uitvoerladen 161 Verwijder papier uit standaarduitvoerlade 162 Verwijder papier uit uitvoerlade 162 V
Schijfherstel x/y XX% 154 Selectie verzenden 164 Serieel 163 Serieel , menu 122 serieel afdrukken instellen 48 seriële poort 48 Sluit klep of plaats cartridge 152 Sluit zijklep van finisher 152 Sommige wachttaken zijn verloren 163 Spaarstand 159 aanpassen 179 Standaard-USB, menu 117 Standaardbron, menu 97 standaardlade laden 51 Standaardlade vol 164 Standaardnetwerk, menu 110 Staples empty or misfed (Nietjes op/onjuist gevuld) 164 status van supplies controleren 175 storingen cijfers 83 gebie