Operation Manual

34 35
Run 3.0 - HANDLEIDING NEDERLANDS
WERKINGSINSTRUCTIES
(Lees aandachtig door alvorens het toestel te gebruiken)
A. SAFETY TIPS:
Om te beginnen: schakel het toestel aan en plaats de
veiligheidssleutel op de monitor. Het toestel en de LED-
schermen werken niet indien de veiligheidssleutel niet
geplaatst is. Het andere uiteinde van de veiligheidssleutel
moet vastgeclipt worden aan de kleding. Indien de
gebruiker per ongeluk van de band zou lopen, stopt
het toestel. Bij een val wordt de veiligheidsleutel uit de
monitor getrokken en stopt de loopband onmiddellijk om
verwondingen te voorkomen.
B. PRESS POWER:
Deze knop schakelt de stroom in, de loopband zal niet
starten zonder de Power knop eerst in te drukken.
C. ENTER WEIGHT:
Na het indrukken van de Power knop, zal “INPUT WEIGHT”
verschijnen op het tekst display en “WT” zal verschijnen op
het scherm samen met het vooringestelde gewicht van
60 kg. Pas het gewicht aan met de SPEED & ELVATION +/-
knoppen. Druk op Enter om het gewicht te bevestigen.
D. PROGRAM SELECTION:
Er zijn 23 programma’s inclusief P1 Manual programma,
P2-P12 vooringestelde programma’s, P13-P16 doel
programma’s, P17-P19 Heart Rate Control programma’s,
P20-P22 User Setting programma’s en P23 Body Fat
programma’s. Na het indrukken van de Power toets, kunt
u de SELECT of ELEVATION & SPEED +/- toetsen gebruiken
om een van deze programma’s te kiezen.
E. PULSE RATE:
Er zijn twee manieren om uw hartslag te meten. De eerste
is gebruikmaken van de handsensor, de tweede is een
borstband. De hartslagmeting gebeurt met sensoren
die in de handsteunen zijn verwerkt en die de pols altijd
meten wanneer de gebruiker beide sensoren tegelijktijdig
aanraakt. Voor een betrouwbare hartslagmeting is
het nodig dat de huid voortdurend in contact met de
sensoren is en dat de huid iets vochtig is. Een te droge
of te natte huid is nadelig voor de werking van de
hartslagmeting. Let er ook op, dat de hartslagmeting aan
de pols soms gestoord kan worden door sterke trillingen
en dus minder betrouwbaar is, als uw voeten tijdens
de training steeds hard op de lootrainer neerkomen.
Vanwege de veiligheid bevelen wij aan om de
hartslagsmeting alleen te gebruiken bij wandelsnelheden
of wanneer u op de randplaten van de mat staat.
F. PROGRAM MODE:
Na het instellen van het gewicht, selecteert u op het
gewenste programma met knop SPEED & ELVATION +/- of
de Select knop om een van de 23 programma’s te kiezen.
Let op, het programma proel verschijnt in het scherm.
Druk Enter om de keuze te bevestigen. Druk op Start om
het programma te beginnen. Alle programma’s hebben
10 segmenten van 1 minuut. Het programma herhaald
de 10 segmenten van 1 minuut tot de gebruiker op Stop
drukt.
H. METRIC / IMPERIAL:
De gebruiker kan overschakelen van Metric waarden (km)
naar Imperial waarden (Mile) of van Imperial naar Metric
waarden. Als het dysplay stroom uit is, drukt u op Enter
en houd u deze vast totdat u een piep signaal hoort om
de afstand en snelheid te veranderen van Metric naar
Imperial of van Imperial to Metric.
I. ODOMETER:
Een kilometerteller toont de afgelegde afstand en zal
gedurende 3 seconden worden weergegeven in het Time
en Speed display na het plaatsen van de veiligheidssleutel
in de monitor.
J. TOTAL HOURS:
Het Pulse scherm toont de verstreken tijd en zal
gedurende 3 seconden worden weergegeven in het
display na het plaatsen van de veiligheidssleutel in de
monitor.
K. TIME-OUT:
Als de loopband is ingeschakeld en de band niet
beweegt, zal de monitor na vijf minute uitschakelen.
L. RE-START:
De onderbroken training kan hervat worden door binnen
5 minuten op de START knop te drukken.
FITNESS TRAINING
OVER DE RUIMTE WAAR U TRAINT
Zorg ervoor dat de ruimte waar u traint goed
geventileerd wordt, maar dat het er niet tocht. Dit
voorkomt kouvatten.
Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis. De ideale
gebruikstemperatuur is tussen +10°C en +35°C. De
luchtvochtigheid mag nooit hoger dan 80 % zijn.
Plaats de trainer op een zo vlak mogelijke
ondergrond, met aan de voorkant en aan de
zijkanten minstens 60 cm vrije ruimte en aan de
achterkant minstens 100x200 cm.
Het is beter om de apparatuur op een extra stuk
vloerbedekking of rubberen mat te plaatsen. Bij
zware transpiratie is de vloer dan ook makkelijker
schoon te maken.
OVER HET GEBRUIK VAN DE APPARATUUR
Schakel na het trainen altijd de elektriciteit uit en
neem de stekker uit het stopcontact.
Ouders of volwassenen die verantwoordelijk zijn
voor kinderen moeten zich altijd realiseren dat de
speelsheid en nieuwsgierigheid van kinderen, kan
leiden tot situaties waarvoor de apparatuur niet
is ontworpen. Gebruik van de apparatuur door
kinderen mag daarom alleen plaatsvinden onder
supervisie van een volwassene.
De Run 3.0 mag door slechts één persoon tegelijk
gebruikt worden.
Blijf altijd met uw handen uit de buurt van de band
wanneer deze in beweging is. Zorg ervoor dat er
zich geen obstakels onder het onderstel van de
trainer bevinden en steek geen handen, voeten of
voorwerpen tussen bewegende delen.
120918_RUN 3.0_manual.indd 35 9/20/2012 5:10:16 PM