Operation Manual

5
Keuze snelheidsweergave in kilometers óf mijlen + keuze snelheid of trapritme
(RPM).
U kunt de standaardinstellingen wijzigen met de 2 kleine schakelaars onderaan
de binnenkant van de batterijhouder.
Monitor van de Tunturi E 310
De monitor van de Tunturi E 310 toont de volgende extra functies:
Weerstand
Toont de weerstand in Watts. Verschillende weerstands- en inspanningsniveaus
hebben verschillende effecten op het lichaam. Als u op een te laag
inspanningsniveau traint, verbetert uw conditie niet. Met deze functie kunt u
het inspanningsniveau in één oogopslag controleren.
SCAN
Door op de scan toets in te drukken worden de verschillende bovengenoemde
gegevens om de zes seconden afwisselend getoond. De scanfunctie kan worden
uitgeschakeld door de scantoets of een van de andere toetsen in te drukken.
3.2 Hartslagmeting
De hartslag wordt gemeten met behulp van de oorsensor. Op de Tunturi E 310
kan met behulp van de als optie leverbare borstband van Polar de hartslag ook
telemetrisch worden doorgegeven aan de monitor. De Tunturi E 310 is al
voorzien van een ontvanger.
Bevestiging oorsensor
A. Steek de stekker van de oorsensor in het contact aan de achterkant van de
monitor (afb A).
B. Klem de oorsensor op het doorschijnende deel van de oorlel(afb. B).
C. Bevestig de draad met behulp van de meegeleverde clip aan de kraag van uw
kleding en zorg voor voldoende draadlengte tussen sensor en clip zodat u het
hoofd vrij kunt bewegen (afb. C).
D. Druk op de PULSE-toets om het hartslagritme op de monitor te zien. Het
hartje klopt gelijk met het hartritme.
Omdat de oorlel als gevolg van slechte bloedcirculatie, geringe omvang, of
gaatjes voor oorringen soms minder geschikt is voor hartslagmeting, is de
Tunturi oorsensor zo ontworpen dat de sensor ook op de oorschelp of vingertop
geplaatst kan worden (zie afb. D).
GEBRUIK OORSENSOR
3.2.1 HET GEBRUIK VAN EEN OORSENSOR
Hartslagmetingen door de oorsensor kunnen door verschillende factoren worden
beïnvloed. Daar is vaak eenvoudig wat aan te doen. Soms is bijvoorbeeld de
oorlel te koud, u kunt deze dan masseren zodat de bloedcirculatie in de
oorlel verbetert. Ook lage spanning van de monitorbatterijen beïnvloeden de
correcte meting. In dat geval vervangt u de batterijen. Als de oorsensor op
de oorlel door lichamelijke omstandigheden onregelmatige metingen levert, kan
de sensor ook op de oorschelp of eventueel op een vingertop worden geplaatst.
Verder kunnen de metingen beïnvloed worden door sterke bewegingen tijdens de
training, en door een sterke lichtbron. De sensor meet namelijk veranderingen
in de licht doorlaatbaarheid van de oorlel. Meestal is het dan voldoende om
iets anders te gaan zitten, waardoor de oorsensor in de schaduw van het hoofd
komt.
Daarnaast kan de vergrote bloedcirculatie die voorkomt bij een hartritme
boven de 150 slagen de meting beïnvloeden.
Maak na gebruik de oorsensor altijd schoon, maar gebruik daarbij nooit
oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Telemetrische hartslagmeting voor de E 310
De hartslag kan nog nauwkeuriger worden gemeten met behulp van een
telemetrische borstband, die als optie leverbaar is bij de Tunturi E 310. De
elektrodes van de borstband meten de hartslag, die dan via een
Nederlandstalige handleiding fietstrainer F300 en ergometer E310/Tunturi, Almere. September 1997