Operation Manual

6
elektromagnetisch veld wordt doorgegeven aan de monitor. Bevestig de
elastiekband iets onder de borst en zorg dat de band strak genoeg zit om de
elektrodes ook tijdens de training contact met de huid te laten houden, maar
zonder dat de ademhaling wordt belemmerd.
Vooraf bevocht u de geribbelde elektrodes met wat water. Als u de borstband
over een shirt draagt, moet u het shirt op de plaats van de elektrodes
bevochtigen.
De zender geeft de metingen automatisch door naar de monitor, die zich niet
verder weg dan één meter mag bevinden. Om te voorkomen dat de batterijen van
de monitor opraken en storende signalen van de oorsensor voorkomen, dient u
bij gebruik van de borstband de plug van de oorsensor uit de monitor te
nemen.
Onderaan rechts op de monitor wordt de hartslag in cijfers weergegeven. Het
lampje bij het woord Pulse licht nu in het ritme van uw hartslag op. Als het
lampje onregelmatig oplicht en zich abnormale afwijkingen voordoen,
functioneert de zender niet juist.
Om de metingen door te geven naar de monitor moeten de elektrodes bij gebruik
altijd vochtig zijn en blijven, en voldoende op (lichaams)temperatuur zijn.
In verband met het elektromagnetisch veld moet de afstand tussen twee
borstbanden altijd minstens anderhalve meter zijn. Dat betekent dat er zich
slechts één persoon met borstband binnen het ontvangstbereik van één meter
van de monitor mag bevinden. De zender is alleen tijdens hartslagmeting
ingeschakeld. Door transpiratie en vocht kan de zender echter aan blijven
staan, waardoor de batterijen kunnen leeg raken. Droog de elektroden daarom
na gebruik goed af.
Als u een pacemaker gebruikt, mag u de borstband alleen met toestemming van
uw arts gebruiken
HARTSLAGRITME & TRAININGSKEUZE
Voorzichtig: De volgende aanwijzingen zijn algemene opmerkingen. Pas deze
aanwijzingen zelf aan de conditie van de gebruiker aan. Voordat u aan het
trainen begint is het raadzaam een trainingsschema door te nemen met de
huisarts of andere deskundige.
Mocht tijdens de training een gevoel van ziekte of misselijkheid opkomen dan
dient direct gestopt te worden en een arts te worden geraadpleegd.
ALGEMEEN
Trainen op verschillende hartslagritmes heeft verschillende effecten op het
menselijk lichaam;
- Bij een duurtraining op 50% tot 60% van de maximale hartslag, wordt vet
verbrand en verliest u gewicht.
- Bij een korte training op 60% tot 80% van de maximale hartslag ontwikkelt
u vooral het hart- en vaatstelsel, vergroot u het zuurstof opnamevermogen van
het lichaam en daarmee de conditie.
VUISTREGEL
Voor het bepalen van het maximale hartslag geldt de volgende vuistregel:
Vrouwen : maximaal 226 slagen minus de leeftijd
Mannen : maximaal 220 slagen minus de leeftijd
Voorbeeld voor een man van 50 jaar:
Maximale hartslag : 170 slagen/m (220-50=170)
Duur trainen om af te vallen : tussen 85 en 102 slagen/m (50% en 60%)
Conditie training : tussen 102 en 136 slagen/m (60% en 80%)
Het is raadzaam om de juiste trainingshartslag in overleg met uw arts vast te
stellen.
4. ONDERHOUD
De F 300 en E 310 hebben weinig onderhoud nodig. Controleer regelmatig of
alle bouten en moeren vastzitten en maak de trainer na gebruik schoon met een
vochtige doek, gebruik daarbij geen oplosmiddelen. Om inwerking van
Nederlandstalige handleiding fietstrainer F300 en ergometer E310/Tunturi, Almere. September 1997