User Manual

- 35 -
Heetlamineren voorbereiden
³ Steek de foliegeleider
q
in de gaten die daar-
voor zijn bestemd aan de achterkant van het
lamineerapparaat.
³ Klap de documentsteunen
s
uit, zodat de
documenten recht in de sleuf voor handmatige
toevoer van folie
t
worden getrokken.
³ Steek de netstekker van het lamineerapparaat
in een stopcontact.
³ Zorg ervoor dat het apparaat stevig staat.
³ Zet de keuzeknop voor heet- en koudlamine-
ren
i
op „HOT“.
³ Stel de foliedikte-keuzeknop
o
in op de gewenste
foliedikte (80 of 125 micron). Het rode AAN /
UIT-indicatielampje
u
brandt nu. Het lami-
neerapparaat wordt op bedrijfstemperatuur
gebracht.
Zodra het groene indicatielampje "Gebruiks-
klaar"
y
brandt, heeft het lamineerappa-
raat de bedrijfstemperatuur bereikt.
Het bereiken van de bedrijfstemperatuur
wordt door het branden van het groene
indicatie-lampje „Gebruiksklaar“
y
aangegeven. Voor een gelijkmatiger resul-
taat van het lamineren adviseren wij, voo-
ral bij dunnere folies (onder 125 micron)
en bij het instellen van een andere foliedik-
te, eerst na een extra wachttijd van ca. 2-
3 minuten met het lamineren te beginnen.
³ Leg het te lamineren document in een foliehoes
met een passende grootte.
Zorg ervoor dat alle randen van het docu-
ment een afstand van minstens twee milli-
meter tot de rand van de foliehoes hebben,
zoals afb. 1 laat zien. Gebruik slechts één
foliehoes voor het lamineren. Klap de folie-
hoes eerst open, zoals afb. 2 laat zien.
Informatie over de lamineerproce-
dure vindt u verder in het hoofdstuk
“Lamineerprocedure”.
Afb. 2
Afb. 1
IB_96273_ULG300A1_LB1 13.12.2013 11:49 Uhr Seite 35