Operation Manual

10 Installatiehandleiding atmoMAG
5 Installatie
Gevaar!
Vergiftigings- en explosiegevaar,
Verbrandingsgevaar!
Let er bij de installatie van de aansluitingen op
dat alle afdichtingen correct geplaatst worden,
zodat lekken aan gas- en waterinrichting uitge-
sloten worden.
5.1 Aansluiting aan de gastoevoer
Zorg voor de spanningvrije en gasdichte verbinding
tussen wandaansluiting en toestelaansluiting met
behulp van een gasafsluitkraan.
Controleer het toestel op ondichtheden en dicht ze
evt. af.
5.2 Aansluiting aan watertoevoer
Zorg voor de spanningvrije koud- en warmwateraan-
sluitingen.
Controleer het toestel op ondichtheden en dicht ze
evt. af.
5.3 Aansluiting aan het rookgassysteem
2
1
Afb. 5.1 Rookgasaansluiting
Legende
1 Rookgasbuis
2 Buisopening van de stromingsbeveiliging
5.3.1 Werking van de rookgassensor controleren
Controleer voor de montage van de rookgasbuis de cor-
recte werking van de rookgassensor. Ga hierbij als volgt
te werk:
Sluit de rookgasweg af.
16
Afb. 5.2 Instellen van de maximale temperatuur en van het
vermogen
Draai de temperatuurkeuzeknop (1) naar rechts op
maximale temperatuur.
Draai de vermogensdraaischakelaar (6) naar links tot
op het maximale vermogen.
Open een warmwaterkraan.
De rookgassensor moet binnen 2 minuten automatisch
de gastoevoer onderbreken en het toestel vergrendelen.
Sluit alle warmwaterkranen.
U kunt het toestel na het afkoelen van de rookgassensor
(ten vroegste na 15 minuten) opnieuw in gebruik nemen,
hiervoor moet u het toestel opnieuw stand-by maken, zie
gebruiksaanwijzing, paragraaf 4.3.2 Functie „stand-by”
inschakelen.
Sluit de rookgassensor niet binnen de genoemde tijd:
Neem contact op met de klantendienst.
Neem het toestel buiten bedrijf.
5.3.2 Rookgasbuis monteren
Plaats de rookgasbuis (1) in de rookgasbuisaanslui-
ting (2) tegen de stromingsbeveiliging, zie afb. 5.1
Rookgasaansluiting.
6 Ingebruikneming
De eerste ingebruikneming en de bediening van het toe-
stel alsook het instrueren van de gebruiker moet door
een gekwalificeerde vakman uitgevoerd worden.
Bij de eerste ingebruikneming moet u de gasinstelling
controleren.
De verdere ingebruikneming/bediening vindt u zoals
beschreven in de gebruiksaanwijzing in de paragraaf 4.3
Ingebruikneming.
6.1 Gasinstelling controleren
Vergelijk hiervoor de tabellen in het hoofdstuk 6.2
Gasinsteltabellen.
5 Installatie
6 Ingebruikneming