Operation Manual

12 Installatiehandleiding atmoMAG
Als de afwijkingen de opgegeven grenzen overschrijden:
1
2
3
Afb. 6.3 Gaspitten
Legende
1 Gasbranderpit
2 Brander
3 Gaspitstok
Controleer of de juiste gaspitten ingezet zijn. Vergelijk
hiervoor de aanduiding op de gemonteerde gaspit-
ten met de gegevens in de tabel in hoofdstuk 10
Technische gegevens. Hiervoor moet u evt. de brander
demonteren, zie hoofdstuk 7.2 Brander reinigen.
Zijn de gaspitten niet de oorzaak voor de afwijking,
neem dan contact op met de klantendienst.
Neem het toestel buiten bedrijf.
Branderdrukmethode
21
Afb. 6.4 Meetstuk branderdruk
Schroef de afdichtingsschroef van het branderdruk-
meetstuk opnieuw (2) uit.
Sluit een U-buis-manometer aan (resolutie minstens
0,1 mbar).
16
Afb. 6.5 Instellen van de maximale temperatuur en van het
vermogen
Neem het toestel volgens de aanwijzingen in de
gebruiksaanwijzing in gebruik en zet de temperatuur-
keuzeknop (1) door naar rechts te draaien op maxi-
male temperatuur.
Draai de vermogensdraaischakelaar helemaal naar
links tot op het maximale vermogen.
Tap warm water met volledig geopende waterkraan.
Hierbij moet de nominale waterhoeveelheid stromen,
zie hoofdstuk 10 Technische gegevens.
De vereiste branderdruk in mbar vindt u in de tabel
6.5 of 6.7 Branderdruk.
Vergelijk de gemeten druk met de tabelwaarde.
Afwijkingen van ± 10% zijn toegestaan.
Neem het toestel buiten bedrijf.
Sluit de U-buis-manometer aan.
Schroef de afdichtingsschroef van het branderdruk-
meetstuk opnieuw in.
Controleer de afdichtingsschroef op dichtheid.
Als de afwijkingen de opgegeven grenzen overschrijden:
1
2
3
Afb. 6.6 Gaspitten
Legende
1 Gasbranderpit
2 Brander
3 Gaspitstok
6 Ingebruikneming