Operation Manual

17Installatiehandleiding atmoMAG BE nl
7.6 Proefgebruik en heringebruikneming
Na het uitvoeren van inspectie/onderhoud moet u het
toestel op goede werking controleren:
Neem het toestel in gebruik.
Controleer het toestel op ondichtheden aan de gas- en
waterzijde en dicht het evt. af.
Controleer ontsteking en gelijkmatig vlambeeld van de
hoofdbrander.
Controleer de werking van de ontstekingsvlam.
Controleer of de rookgasafvoer in orde is (dauwspie-
gel).
Controleer de juiste instelling en goede werking van
alle besturings- en bewakingsinrichtingen.
7.7 Reserveonderdelen
Om alle functies van het Vaillant-toestel voor lange duur
te garanderen en om de toegestane seriestand niet te
veranderen, mogen bij onderhoudswerkzaamheden enkel
originele reserveonderdelen van Vaillant gebruikt wor-
den.
Een opsomming van eventueel benodigde reserveonder-
delen vindt u in de geldige Vaillant onderdelencatalogi.
Informatie krijgt u bij de Vaillaint-verkoopsbureaus.
8 Verhelpen van storingen
De hierna vermelde storingen mogen enkel door een
gekwalificeerde vakman verholpen worden.
Gebruik voor reparaties enkel originele reserveonder-
delen.
Controleer de juiste inbouw van de delen alsook het in
acht nemen van de oorspronkelijke positie en richting.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door koolstofmonoxide!
Bij een defecte rookgassensor en gedeeltelijk of
volledig verstopte rookgasbuis of schoorsteen
kunnen bij permanent ongunstige luchtafvoer-
omstandigheden in de haard rookgassen onge-
controleerd uit de schoorsteen in de opstellings-
ruimte terugstromen.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door koolstofmonoxide!
De veiligheidsuitschakeling van het toestel kan
voor het verhelpen van storingen tijdelijk buiten
werking gesteld zijn.
Controleer na het verhelpen van elke storing of de vei-
ligheidsuitschakeling van het toestel functioneert.
Storing Oorzaak Oplossing
Het toestel kan
niet stand-by
gemaakt worden.
Ontstekingsvlam
kan niet ontsto-
ken worden.
Gastoevoer onderbro-
ken.
Lucht in de leiding.
Piëzo-ontsteker defect.
Zorg voor de gastoe-
voer.
Bij vloeibaar gas:
Vervang evt. een lege
gasfles door een volle
gasfles.
Zorg ervoor dat het
afsluitventiel aan
de gasaansluiting
geopend is.
Ontstekingsvlam
gaat uit bij het
loslaten van de
vermogensdraai-
schakelaar.
De veiligheidstempera-
tuurbegrenzer is uitge-
vallen of is defect.
Rookgassensor defect.
Thermospanning niet
voldoende.
Vervang evt. het volle-
dige thermo-element.
Ontstekingsvlam
brandt, het toe-
stel treedt niet
in werking.
Koudwaterventiel
gesloten.
Zorg ervoor dat het
koudwaterventiel
geopend is.
Reinig de zeef evt. in
de koudwatertoevoer.
Toestel treedt tij-
dens het gebruik
buiten werking.
Verkeerde installatie
van de rookgasgelei-
ding (rookgasbuis te
kort).
Rookgasgeleiding
beperkt, daardoor over-
verhitting.
Kabelbreuk van de
veiligheidstemperatuur-
begrenzer en de rook-
gassensor. Veiligheidste
mperatuurbegrenzer of
rookgassensor defect.
Controleer de installa-
tie van de rookgasge-
leiding op correctheid
en onbeperkte rook-
gasgeleiding.
Vervang evt. het volle-
dige thermo-element.
Tab. 8.1 Storingen verhelpen
9 Klantendienst
VAILLANT NV-SA
Golden Hopestraat 15
1620 Drogenbos
Tel : 02 / 334 93 52
Inspectie en onderhoud 7
Verhelpen van storingen 8
Klantendienst 9