User manual

104
7.Gegevensopslagopdegeheugenkaar(„SD-LOG“)
Schakel hier het opslaan van gegevens op de SD-/SDHC-geheugenkaart tijdens het afwerken van het gekozen
accuprogramma in („ON“) of uit („OFF“).
8.Startvanhetaccuprogramma(„START/AUTOSTART“)
Een bevestiging van „START“ leidt tot het onmiddellijk uitvoeren van het ingestelde accuprogramma. Als er geen
invoer gebeurt, start het accuprogramma na aoop van 5 seconden automatisch als er geen USB-verbinding naar
de pc bestaat. De overblijvende tijd wordt daarbij bij „AUTOSTART“ aangeduid.
e) Andere aanduidingen/invoervelden
Instellingen „OPTIONS“
Als „OPTIONS“ wordt gekozen en bevestigd, komt men in het menu voor de instellingen.
1 Annuleren/wijzigen van een programma („CANCEL PRG“): Nadat u het overeenkomstige accuschachtnummer
hebt gekozen en bevestigd door op de toerentalmeter te drukken, wordt het lopende accuprogramma onder-
broken. Door „BACK?“ te bevestigen (= terug) kan naar het vorige scherm worden teruggekeerd zonder een
accuprogramma te beëindigen.
2 Geheugenkaart („RELEASE SD“): Na het bevestigen wordt de gegevensopslag beëindigd en de geheugenkaart
kan zonder gevaar voor gegevensverlies worden verwijderd.
3 Helderheidsinstelling („BRIGHTNESS“): Door aan de toerentalmeter te draaien wordt de helderheid van de acht-
ergrondverlichting van het lcd-scherm in negen niveaus van 0 - 8 of „AUTOMATIC“ ingesteld, waarbij in niveau 0
de achtergrondverlichting volledig is uitgeschakeld.
4 Terug naar het hoofdscherm („BACK“)
5 Keuze „OPTIONS“