User manual

106
14. VERHELPEN VAN STORINGEN
U heeft met dit laadapparaat een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld
en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Daarom willen wij u hier beschrijven
welke mogelijkheden u hebt om storingen te verhelpen.
Geen werking of geen schermweergave
Is de holle stekker van het netdeel correct met de bus aan het laadapparaat verbonden?
Is het netsnoer stevig met het netdeel of de contactdoos verbonden of is de netspanning aanwezig?
Bevindt het laadapparaat zich in de energiespaarmodus? Druk kort op de toerentalmeter om de energiespaarmo-
dus te verlaten.
Er wordt geen accu herkend
Zijn de contacten van de laadschacht of accu vervuild? Reinig deze evt. met een schone, zachte, droge doek.
De accu is niet correct geplaatst. Let op de polariteitsgegevens in de laadschacht of de accu.
Temperatuur van het apparaat te hoog
De volgende aanduiding verschijnt:
!OVERTEMP!
COOLING DOWN
PLEASE WAIT.
Het laadapparaat is oververhit. Na de afkoelingsfase wordt het accuprogramma automatisch verder gezet. Zorg
evt. voor een koelere omgevingstemperatuur (vb. laadapparaat niet bij direct zonlicht gebruiken).
Aanduiding„ERR“(„ERROR“)bijeenofmeerderegeplaatstecellen
Er werd per ongeluk een niet-heroplaadbare batterij of een niet-toegelaten accu geplaatst.
Er werd een foutieve accuchemie geselecteerd.
De accu is defect.
Bij gelijktijdige aanduiding „ERR“-aanduiding van meerdere cellen, dient u alle cellen uit het laadapparaat te
verwijderen en de cellen afzonderlijk op te laden om de defecte accu te herkennen.
Erwordtmeteen„RDY“(„READY“)bijhetprogramma„DIS“(„DISCHARGE“)weergegevenoferwordt
meteenbegonnenmetladentijdenshetprogramma„PCH“(„PROCHARGE“)ofnaar„RCH“(„RECHARGE“)
te wisselen.
De geplaatste accu is diepontladen. Het ontladen wordt daarom stopgezet als bescherming van de accu.
Geringelaadcapaciteit(C),hoeweldeaccuontladenwas
De laadstroombegrenzing „I-CHA-MAX“ werd te laag gekozen.
Behandel de accu met het programma „ALV“ („ALIVE“). Als de laadcapaciteit „C“ daarna nog steeds te klein is, is
de accu defect.