Instructions

99
Voer de volgende procedure uit om gelijkspanning “DC” (V ) te meten:
Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie “V
”.
Steek de rode meetkabel in de V-meetbus (K) en de zwarte meetkabel in
de COM-meetbus (I).
Sluit nu de beide meetpunten parellel aan op het te meten object (batte-
rij, schakeling enz.). De rode meetpunt staat voor de pluspool, de zwarte
meetpunt staat voor de minpool.
Op het beeldscherm verschijnt de actuele meetwaarde samen met de
polariteit.
Is er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te
zien, dan is de gemeten spanning negatief (of de meetleidingen
zijn verwisseld).
Het spanningsbereik “V DC/AC” heeft een ingangsweerstand van
>10 MOhm.
Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en zet de
DMM uit.
d) Frequentiemeting en pulsduur
De DMM kan de frequentie van een signaalspanning van 5 Hz - 10 kHz me-
ten en weergeven. Houd rekening voor de ingangswaarden in de technische
gegevens.
Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk:
Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie “Hz”. Op het display ver-
schijnt “V
”.
Druk 1x op de knop “MODE”. Op het display verschijnt “Hz”
Steek de rode meetkabel in de Hz-meetbus (K) en de zwarte meetkabel in
de COM-meetbus (I).
Sluit nu de beide meetpunten aan op het te meten object (signaalgenera-
tor, schakeling enz.).
De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display weerge-
geven.
Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en zet de
DMM uit.
Meting van de pulsduur in %
DeDMMkandeverhoudingvandepulsduurdepositievehalvegolengte
van een wisselspanning signaal in procent van de gehele periode weerge-
ven.