Instruction for Use

19
• Installeerhetapparaatineendroge,goed
geventileerderuimte,verbijeventuele
warmtebronnenvandaan(bijv.radiator,fornuis,
etc.)enopeenplekdienietaandirectzonlicht
wordtblootgesteld.Gebruikindiennodigeen
isolatieplaat.
• Volgdeinstallatie-instructiesomvoldoende
ventilatietegaranderen.
• Dooronvoldoendeventilatieaandeachterzijde
vanhetproductneemthetenergieverbruiktoeen
neemtdekoelefficiëntieaf.
• Debinnentemperatuurvanhetapparaat
kanbeïnvloedwordendoorde
omgevingstemperatuur,hoevaakdedeurwordt
geopendendeplaatsvanhetapparaat.Bijhet
instellenvandetemperatuurmoetrekening
gehoudenwordenmetdezefactoren.
• Laatwarmegerechtenendrankeneerstafkoelen
voordatzeinhetapparaatgeplaatstworden.
• Blokkeerdeventilator(indienaanwezig)nietmet
levensmiddelen.
• Nadatdelevensmiddeleninhetapparaatzijn
geplaatst,dientgecontroleerdtewordenofde
deurenvandevakkengoedsluiten,metnamede
deurvanhetvriesvak.
• Beperkhetopenenvandeurentoteenminimum.
• Plaatsdiepgevrorenetenswaardieuwilt
ontdooienindekoelkast.Delagetemperatuur
vandediepgevrorenetenswaarkoeltde
etenswaarindekoelkast.
• Apparatenkunnenoverspecialecompartimenten
beschikken(vakvoorverseetenswaar,nul
graden-vak,...).Indiennietandersgespecificeerd
inhetbetreffendeproductboekje,kunnendeze
compartimentenverwijderdwordenenblijven
daarbijvergelijkbareprestatiesbehouden.
• Depositioneringvandeplateninde
koelkastheeftgeeninvloedophetefficiënte
energiegebruik.Deetenswaardientzodanigop
deplatengeplaatsttewordenomvoorvoldoende
luchtcirculatietezorgen(deverschillende
etenswaardientelkaarnietterakenendeafstand
tussendeetenswaarendeachterwandmoet
behoudenblijven).
• Ukuntdeopslagcapaciteitvooringevroren
etenswaarvergrotendooropslagmanden
en,indienaanwezig,deStopFrost-plaat
teverwijderenendaarbijeenvergelijkbaar
energieverbruikbehouden.
• Eenbeschadigdeafdichtingdientzosnelmogelijk
vervangenteworden.
• Productenvaneenhogeenergieklassezijn
uitgerustmeteenhoogrendementsmotor
dielangerblijftwerken,maareenlaag
energieverbruikhebben.Maaktuzichdusgeen
zorgenalsdemotorlangeretijdblijftwerken.
TIPS VOOR ENERGIESBESPARING