Operation Manual

37
REINIGING EN ONDERHOUD
Schakel het apparaat altijd uit voor reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden en draai de waterkraan dicht.
Reinigen van de buitenkant:
Gebruik voor het reinigen van de buitenkant een vochtige doek en een
neutraal schoonmaakmiddel.
Reinig het bedieningspaneel enkel met een vochtige doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinigen van de binnenkant van de afwasmachine:
Maak regelmatig de afdichting en de binnenkant van de deur schoon
met een vochtige doek, om eventuele voedselresten te verwijderen.
Bovenste sproeiarm:
1.
Draai de moer los (door hem naar links te draaien) en haal de
sproeiarm weg door hem omlaag te trekken.
2.
Spoel de gaatjes af.
3.
Monteer de sproeiarm terug door hem midden op de pen van de
rotor te zetten.
4.
Draai de moer vast (door hem naar rechts te draaien).
De moer moet goed vastgedraaid zijn, u dient een klik te horen!
De sproeiarm moet ongehinderd kunnen draaien.
Onderste sproeiarm:
1.
Verwijder de sproeiarm door hem naar boven te trekken.
2.
Spoel de gaatjes af.
3.
Monteer de onderste sproeiarm terug door hem midden op de
pen van de rotor te zetten.
4.
Druk de arm omlaag, totdat hij vast komt te zitten.
De sproeiarm moet ongehinderd kunnen draaien.
6nl94500.fm5 Page 37 Wednesday, July 4, 2001 3:14 PM