WorkCentre 3119 Gebruikershandleiding 705N00022
© 2006 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing dient slechts ter informatie. Alle informatie hierin kan zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd. Xerox Corporation kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige directe of indirecte schade die eventueel door toepassing van de in deze handleiding omschreven informatie zou kunnen ontstaan. • Workcentre 3119 is een modelnaam van Xerox Corporation. • Xerox en het Xerox-logo zijn handelsmerken van Xerox Corporation.
INHOUD 1. Inleiding Speciale functies ............................................................................................................................................................ 1.1 Plaats van de onderdelen ............................................................................................................................................... 1.2 2. Aan de slag Het apparaat instellen Meer informatie .....................................................................................
8. Onderhoud Rapporten afdrukken ...................................................................................................................................................... Geheugen wissen ........................................................................................................................................................... Uw apparaat reinigen .......................................................................................................................................
Belangrijke voorzorgsmaatregelen en veiligheidsinformatie 15 Verander alleen de instellingen die in de handleiding worden behandeld. Als u andere instellingen niet op de juiste wijze verandert, kan dit ertoe leiden dat het apparaat wordt beschadigd. Een erkend monteur kan daarna heel wat tijd nodig hebben om het apparaat weer in orde te maken.
Energiebesparing • Verplaats de ontvangstantenne of draai ze een andere kant op. • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. Deze printer maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
WAARSCHUWING Als u de aangegoten stekker toch verwijdert, gooi deze dan onmiddellijk in de vuilnisbak. U kunt de stekker niet opnieuw bedraden, en wanneer iemand hem in een stopcontact steekt, bestaat er gevaar voor elektrische schokken. BELANGRIJKE WAARSCHUWING: dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten.
1 Tijd en geld besparen Inleiding • U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen. • U kunt voorbedrukte formulieren en normaal briefhoofdpapier gebruiken. Raadpleeg de sectie Software Gefeliciteerd met de aankoop van dit multifunctionele apparaat van Xerox. Met dit apparaat kunt u afdrukken, kopiëren en scannen. • Deze printer bespaart automatisch stroom door het stroomverbruik aanzienlijk te verlagen wanneer er niet wordt afgedrukt.
Achterkant Plaats van de onderdelen Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden: Voorkant 1 documentklep 6 geleiders voor handmatige papierinvoer 2 glasplaat 7 papierinvoerlade 3 bedieningspaneel 8 handinvoer 4 voorklep 9 uitvoerlade 5 tonercassette 10 scanunit 1.
Functies van het bedieningspaneel 1 Hier ziet u de status van het apparaat en de eventuele aanwijzingen tijdens het gebruik. 2 Hier wordt de status van uw apparaat weergegeven. Zie pagina 9.3. 3 Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu’s. 4 Hiermee bevestigt u de in het display geselecteerde optie. 5 Hiermee bladert u door de beschikbare opties in het geselecteerde menu. 6 Hiermee keert u terug naar het hoogste menuniveau.
2 Het apparaat instellen Aan de slag In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat kunt installeren. Meer informatie In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen, op papier of op het scherm.
Een locatie selecteren Tonercassette plaatsen Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie. Zorg ervoor dat u kleppen en papierladen gemakkelijk kunt openen. 1 Open de voorklep. 2 Haal de tonercassette uit de verpakking. Gebruik daarvoor geen mes of ander scherp voorwerp, waardoor de drum van de tonercassette zou kunnen beschadigen. 3 Schud de cassette 5 of 6 keer heen en weer om de toner in de cassette gelijkmatig te verdelen.
OPGEPAST: • Om beschadiging te voorkomen, mag u de tonercassette niet langer dan enkele minuten blootstellen aan licht. Bedek de cassette met een blad papier als u deze meer dan enkele minuten in het licht laat liggen. • Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Gebruik het handvat op de tonercassette en vermijd zo dat u dit gebied aanraakt. 5 Houd de cassette vast aan de handgreep. Schuif de tonercassette langzaam in de opening van de machine.
4 5 Het formaat van het papier in de papierinvoerlade wijzigen Let op de papierlimietmarkering aan beide binnenzijden van de papierinvoerlade. Als u teveel papier in het magazijn doet, kan het papier vastlopen. Als u extra lang papier, bijvoorbeeld van het formaat Legal, in de lade plaatst, moet u de lengtegeleider aanpassen om de papierinvoerlade te verlengen.
3 Knijp de papierbreedtegeleider samen zoals hieronder afgebeeld en schuif hem tegen de stapel papier aan. De geleider mag het papier maar nipt raken. Opmerking: wanneer u gebruik maakt van USB beschikt het apparaat over twee standen: Fast (snel) en Slow (langzaam). Standaard staat het apparaat ingesteld op Fast. Bij bepaalde pc’s werkt de USB-verbinding in deze stand niet goed. In dat geval kunt u voor een beter resultaat de stand Slow selecteren. Zie pagina 9.
Apparaat instellen De taal op het display wijzigen Volg onderstaande stappen om de taal op het bedieningspaneel te wijzigen: Overzicht van de menu’s op het bedieningspaneel 1 Druk op de knop tot op de bovenste regel van het display App. instellen verschijnt. 2 Druk op de knop Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor het instellen van het apparaat of het gebruik ervan. Druk op de knop om toegang te krijgen tot deze menu’s. wanneer Taal verschijnt.
Overzicht van printersoftware Eigenschappen van het printerstuurprogramma De stuurprogramma’s van uw printer ondersteunen de volgende standaardfuncties: Meegeleverde printersoftware U installeert de printersoftware vanaf de meegeleverde cd-rom met het printerstuurprogramma nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd en op de computer hebt aangesloten. Raadpleeg de sectie Software voor meer informatie.
Systeemeisen Voor u begint, moet u nagaan of uw computer aan de minimumeisen voldoet.
3 2 Plaats het document op de glasplaat met de bedrukte zijde naar onderen leg het gelijk met de markering in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 3 Sluit de documentklep. Zorg dat het document niet wordt verplaatst. Originelen en papier plaatsen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u documenten en afdrukmaterialen in uw apparaat moet plaatsen.
Ondersteunde papiersoorten en -formaten Afdrukmateriaal kiezen Papiersoort U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, zoals normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik alleen afdrukmaterialen die voldoen aan de richtlijnen voor uw apparaat.
Papiersoort Kaarten Formaat Letter, Legal, Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, A6 Afmetingen Gewichta Raadpleeg de sectie Normaal papier 60 tot 165 g/m2 Richtlijnen voor de keuze en het bewaren van afdrukmaterialen Capaciteitb 1 vel voor de handinvoer Houd de volgende richtlijnen in acht wanneer u papier, enveloppen of andere afdrukmaterialen kiest: • Gebruik altijd papier of ander materiaal dat voldoet aan de specificaties die zijn vermeld op pagina 3.2.
Richtlijnen voor speciale materialen Papiersoort Enveloppen Papiersoort Richtlijnen • Of enveloppen behoorlijk worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. Bij de keuze van enveloppen, houdt u best rekening met de volgende factoren: - Gewicht: het enveloppapier mag niet meer dan 90 g/m2 wegen, anders kunnen papierstoringen optreden. - Ontwerp: voor het afdrukken moeten de enveloppen plat worden gelegd; ze mogen niet meer dan 6 mm uitsteken en geen lucht bevatten.
Papiersoort Voorbedrukt papier In de handinvoer Richtlijnen Via de handinvoer kunt u afdrukken op transparanten, etiketten, enveloppen of kaarten. Bovendien kunt u deze lade gebruiken om snel af te drukken op een ander papiersoort of papierformaat dan zich op dat moment in de papierinvoerlade bevindt. • Het briefhoofd moet gedrukt zijn met inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen vrijgeeft wanneer het 0,1 seconde blootgesteld wordt aan de smelttemperatuur van 208°C.
2 Stel de geleiders voor handmatige papierinvoer zo in dat de rand van het afdrukmateriaal net wordt geraakt en niet wordt gebogen. 4 Blader met of naar het papierformaat dat u gebruikt en druk op om het op te slaan. 5 Druk op de knop 6 Druk op of op de knop 7 Blader met de knop 8 Druk op de knop om terug te gaan naar een hoger niveau. om Papiersoort te selecteren, en druk vervolgens . of naar het papiertype dat u gebruikt en druk op om het op te slaan. om terug te keren naar de stand-bymodus.
2 Neem het papier met de hand uit. Als u de achterklep wilt gebruiken, moet u de achterklep openen door deze omhoog te trekken. 3 Sluit de scanner. Om de klep te sluiten, drukt u het lipje naar links en houdt u dit naar beneden gedrukt. Breng de klep vervolgens langzaam omlaag tot de klep het lipje naar beneden drukt. Neem uw hand weg en druk de klep helemaal naar beneden.
4 Verkleinen/vergroten Kopiëren U kunt het formaat van een gekopieerde afbeelding verkleinen tot 50% of vergroten tot 200% wanneer u originelen kopieert via de glasplaat. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten kunt kopiëren. Zo kiest u een van de vaste zoominstellingen: In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: 1 Druk op de knop waarna Verkl./Vergr. verschijnt. 2 Druk op de bladertoetsen ( of ) om de gewenste .
Kopie automatisch passend maken De standaardinstellingen wijzigen A Kopieeropties, zoals contrast, soort origineel, kopieerformaat en aantal exemplaren, kunnen worden ingesteld op de meest gebruikte modi. Wanneer u vervolgens een document kopieert, worden deze standaardinstellingen gebruikt, tenzij u ze verandert via de menu’s van het bedieningspaneel.
6 Open de documentklep en draai het origineel om. Sluit de klep. OPMERKING: u kunt het kopieerformaat niet wijzigen met het menu Verkl./Vergr. als de functie voor posters is ingeschakeld. OPMERKING: als u op de knop drukt of als er gedurende ongeveer 30 seconden geen knoppen worden ingedrukt, annuleert het apparaat de kopieertaak en keert het terug naar de stand-bymodus. 7 Druk op de knop Uw originele document wordt in 9 delen verdeeld.
5 Eenvoudig afdrukken In dit hoofdstuk worden eenvoudige afdruktaken toegelicht. Een document afdrukken Met deze printer kunt u afdrukken vanuit verschillende Windowstoepassingen, vanaf een Macintosh-computer of vanaf een Linuxsysteem. De exacte procedure kan per toepassing verschillen. Raadpleeg de sectie Software voor meer informatie.
6 Scannen U kunt het apparaat als scanner gebruiken om uw foto’s en teksten om te zetten in digitale bestanden die u met uw computer kunt bewerken. Deze bestanden kunt u vervolgens op uw website zetten of gebruiken voor projecten die u afdrukt met behulp van het WIA-stuurprogramma. Beginselen van scannen Met uw apparaat kunt u een afbeelding op de volgende manieren inscannen: • Met TWAIN-compatibele software: u kunt ook met andere programma’s scannen, bijvoorbeeld Adobe PhotoDeluxe en Adobe Photoshop.
7 Het bestellen van tonercassettes Dit hoofdstuk biedt meer informatie over de aankoop van tonercassettes voor uw apparaat. Tonercassettes Als de toner opraakt, kunt u voor uw apparaat de volgende tonercassettes bestellen: Papiersoort Standaard Rendementa 3.
8 Onderhoud Uw apparaat reinigen In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe uw de tonercassette en uw apparaat het best onderhoudt. Volg de onderstaande reinigingsprocedures telkens als er een tonercassette wordt vervangen of als er problemen ontstaan met de afdruk- en scankwaliteit.
3 Scannereenheid reinigen Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette. U krijgt de beste kopieën als u de scanner schoon houdt. We raden u aan om de scanner aan het begin van elke dag te reinigen. Herhaal dit indien nodig in de loop van de dag. 1 Bevochtig een niet-pluizende, zachte doek of papieren handdoek met wat water. 2 Open de documentklep. 3 Veeg over de glasplaat tot deze schoon en droog is.
2 Haal de tonercassette eruit. 3 Schud de cassette 5 of 6 keer heen en weer om de toner in de cassette gelijkmatig te verdelen. De tonercassette onderhouden Tonercassette bewaren Houd u voor de beste resultaten aan de volgende richtlijnen: • Haal de tonercassette pas uit de verpakking op het moment dat u deze gaat gebruiken. • Vul de tonercassette niet bij. Schade aan het apparaat die het gevolg is van een bijgevulde tonercassette valt niet onder de garantie.
De tonercassette vervangen OPMERKING: krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner Wanneer de tonercassette helemaal leeg is: dan weg met een droge doek en was het kledingstuk in koud water. De toner hecht zich aan de stof als u warm water gebruikt. • Het waarschuwingsbericht Toner leeg of [Toner leeg] [Vervang toner] wordt weergegeven op het bedieningspaneel. • Het Smart Panel-programmavenster verschijnt op het computerscherm om aan te geven dat de cassette leeg is.
9 3 Problemen oplossen Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig en recht naar buiten te trekken. In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
In het fixeergebied of rond de tonercassette In het papieruitvoergebied 1 OPMERKING: het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. 1 Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd. Ga verder met stap 2 als het papier niet wordt uitgevoerd. 2 Open de klep aan de voorkant en haal de tonercassette eruit. Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade. Ga door met stap 9.
Tips om papierstoringen te vermijden De Status-LED U kunt de meeste papierstoringen vermijden door de juiste papiersoort te selecteren. In geval van een papierstoring volgt u de stappen beschreven onder pagina 9.1. De Status-LED op het bedieningspaneel toont de status van uw apparaat. Raadpleeg onderstaande tabel voor de status van uw apparaat. • Volg de aanwijzingen onder pagina 2.3. Zorg ervoor dat de papiergeleiders juist zijn ingesteld. Status • Plaats niet te veel papier in de papierinvoerlade.
Display Informatie over berichten op het display In het programmavenster van Smart Panel of op het display van het bedieningspaneel verschijnen berichten die de status of fouten van het apparaat aangeven. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en corrigeer het probleem indien nodig. De berichten en hun verklaringen zijn in alfabetische volgorde vermeld. Betekenis Doe het volgende [Te warm] Er is een probleem met de fixeereenheid.
Afdrukproblemen Andere problemen oplossen In het onderstaande overzicht vindt u mogelijke problemen en oplossingen. Probeer de oplossingen in de aangegeven volgorde tot de storing is verholpen. Neem als het probleem zich blijft voordoen contact op met de onderhoudsdienst. Toestand Mogelijke oorzaak Het apparaat drukt niet af. Het apparaat krijgt geen stroom. Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de aan/uit-schakelaar en het stopcontact.
Toestand Een afdruktaak wordt uiterst langzaam afgedrukt. De helft van de pagina is leeg. Het apparaat drukt wel af, maar de tekst is verkeerd, vervormd of niet compleet. Mogelijke oorzaak Mogelijk is de afdruktaak zeer complex. Doe het volgende Toestand Maak de pagina minder complex door afbeeldingen te verwijderen of wijzig de instellingen van de afdrukkwaliteit. Onder Windows 98/Me is de wachtrij-instelling mogelijk niet juist. Kies in het menu Start de opties Instellingen en Printers.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een teruglopende afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. Toestand Lichte of vage afdrukken Grijze achtergrond Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet: • De tonercassette is bijna leeg. Door de resterende toner over de cassette te verdelen, kunt u er waarschijnlijk nog een aantal afdrukken mee maken. Zie pagina 8.
Toestand Doe het volgende Toestand Doe het volgende Misvormde tekst • Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect), kan het papier te glad zijn. Probeer een ander soort papier. Zie pagina 3.2. • Als tekens er misvormd uitzien en een golvend effect geven, is het mogelijk dat de scannereenheid onderhoud vergt. Neem contact op de onderhoudsdienst. Zwarte afdrukken • Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de tonercassette en plaats deze opnieuw.
Kopieerproblemen Toestand Problemen met het scannen Doe het volgende Toestand Kopieën zijn te licht of te donker. Gebruik Tonersterkte om de achterkant van kopieën lichter of donkerder te maken. Vegen, strepen en vlekken op de kopieën. • Gebruik Tonersterkte om de achtergrond van uw kopieën lichter of donkerder te maken, als de fout zich op het origineel bevindt. • Als het origineel geen afwijkingen vertoont, moet u de scannerunit reinigen. Zie pagina 8.2. Kopie staat scheef.
Veelvoorkomende problemen onder Windows Toestand Gebruikelijke Linux-problemen Doe het volgende Toestand Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik". Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de groep Opstarten, en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. Het bericht "Fout bij het schrijven naar LPTx" verschijnt. • Zorg ervoor dat de kabels juist zijn aangesloten en dat het apparaat is ingeschakeld.
Toestand Doe het volgende Het apparaat wordt niet weergegeven in de lijst met scanners (vervolg). • Controleer of de MFP-poort bezet is. Daar de printer en scanner van de MFP gebruikmaken van dezelfde I/O-interface (MFP-poort), kan het voorkomen dat verschillende toepassingen dezelfde MFP-poort gelijktijdig benaderen. Om conflicten te voorkomen, kan slechts één toepassing een taak uitvoeren op het apparaat.
Algemene Macintosh-problemen Problemen met hulpprogramma voor installatie van printer Toestand Doe het volgende U krijgt de vermelding "stuurprogramma is niet geïnstalleerd" in het venster Productenlijst nadat u op Add en Select USB hebt geklikt. • De software is niet juist geïnstalleerd. Installeer de software opnieuw. Raadpleeg de sectie Software. • Gebruik altijd een kabel van hoge kwaliteit. Uw product verschijnt niet in het venster Productenlijst nadat u op Add en Select USB hebt geklikt.
10 Onderdeel Beschrijving Specificaties Verpakkingsgewicht Papier: 2,16 kg; plastic: 0,4 kg In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: Rendement Aantal afdrukken per maand: tot 10.000 pagina’s • Algemene specificaties • Specificaties van de scanner en het kopieerapparaat • Specificaties van de printer a Geluidsdruk, ISO 7779 b Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen de afdruktaken, het type media en het mediaformaat.
Specificaties van de printer Onderdeel Beschrijving Afdrukmethode Laserprinter Afdruksnelheida Tot 18 ppm in A4 (19 ppm in Letter) Tijd voor eerste afgedrukte pagina 11 seconden (vanaf Gereed) Afdrukresolutie Tot 600 x 600 dpi Printertaal SPL (Xerox-printertaal) Compatibiliteit met besturingssystemenb Windows 98/Me/2000/XP, verschillende Linuxbesturingssystemen, Macintosh 10.3/10.4 Interface USB 2.
INDEX Nummers G O 2 originelen per vel, speciaal kopiëren 4.3 geheugen wissen 8.1 glasplaat document plaatsen 3.1 reinigen 8.2 onderdelen, positie 1.2 A aansluiting USB 2.5 achterklep, gebruik 3.7 afdrukken rapporten 8.1 automatisch aanpassen, speciaal kopiëren 4.2 H handinvoer 3.5 I ID-kaart, speciaal kopiëren 4.2 B bedieningspaneel 1.3 bestelinformatie, tonercassettes 7.1 C contrast, kopiëren 4.1 D document plaatsen 3.1 drum reinigen 8.2 K klonen, speciaal kopiëren 4.
R rapporten afdrukken 8.1 reinigen binnenkant 8.1 buitenkant 8.1 drum 8.2 LSU 8.2 scanner 8.2 S scannen 6.1 software-overzicht 2.7 speciale materialen, richtlijnen 3.4 specificaties algemeen 10.1 papier 3.2 printer 10.2 scanner en kopieerapparaat 10.1 Status-LED 9.3 storing verhelpen 9.1 systeemeisen Windows 2.8 T tonercassette onderhoud 8.3 plaatsen 2.2 toner opnieuw verdelen 8.3 vervangen 8.4 tonercassettes bestelinformatie 7.1 tonerspaarstand, gebruik 2.6 U uitvoerlade 3.6 uitvoerlocatie selecteren 3.
WorkCentre 3119 Software
SOFTWARE INHOUD Hoofdstuk 1: PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS Printersoftware installeren ................................................................................................................................................ 4 Printersoftware verwijderen .............................................................................................................................................. 5 Printerstuurprogramma .....................................................................
Overlays gebruiken ........................................................................................................................................................ 15 Wat is een overlay? ............................................................................................................................................ 15 Een nieuwe paginaoverlay maken ......................................................................................................................
Hoofdstuk 7: UW PRINTER GEBRUIKEN IN COMBINATIE MET EEN MACINTOSH Software voor Macintosh installeren .............................................................................................................................. 27 Printer instellen ............................................................................................................................................................... 28 Voor een Macintosh die op een netwerk is aangesloten .............................................
1 Deze optie wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor printertaken worden geïnstalleerd. Printersoftware installeren onder Windows 1 Zorg ervoor dat de printer op uw computer is aangesloten en aan staat. 2 Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer. De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster weergegeven.
5 Klik op Volgende. Printersoftware verwijderen Printerstuurprogramma 1 2 6 Start Windows. 3 Kies in het menu Start de optie Programma's of Alle programma's → Xerox WorkCentre 3119 Series → Xerox WorkCentre 3119 Series stuurprogramma verwijderen. Als u wordt gevraagd om uw keuze te bevestigen, klikt u op Ja. 4 Het geselecteerde stuurprogramma wordt van de computer verwijderd. Nadat de software is verwijderd, klikt u op Voltooien. Scannerstuurprogramma Klik op Voltooien.
2 1 2 Eenvoudige afdruktaken In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken in Windows beschreven. Een document afdrukken • Printerinstellingen Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken verschijnt. Afhankelijk van uw toepassing kan dit venster er iets anders uitzien. U kunt de belangrijkste afdrukinstellingen selecteren in het venster Afdrukken. Deze instellingen omvatten het aantal exemplaren en het afdrukbereik.
Het tabblad Lay-out Printerinstellingen Het tabblad Lay-out bevat opties waarmee u de weergave van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen. Onder Lay-outopties hebt u de keuze uit Meerdere pagina's per kant en Poster afdrukken. Zie "Een document afdrukken" op pagina 6 voor meer informatie over de toegang tot de printereigenschappen. Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot alle informatie die u nodig hebt als u de printer gebruikt.
Het tabblad Papier 5 Afdruk aanpassen Met Afdruk aanpassen kunt u de schaal van uw afdruktaak automatisch of handmatig op een pagina aanpassen. U hebt de keuze uit Geen, Verkleinen/Vergroten en Aan pagina aanpassen. • Zie "Een document verkleind of vergroot afdrukken" op pagina 13 voor meer informatie. • Zie "Een document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen" op pagina 13 voor meer informatie. De volgende opties voor papierinstellingen zijn beschikbaar in het eigenschappenvenster van de printer.
Het tabblad Grafisch Geavanceerde opties Met behulp van de volgende grafische instellingen regelt u de afdrukkwaliteit. Zie "Een document afdrukken" op pagina 6 voor meer informatie over de toegang tot de printereigenschappen. Als u geavanceerde opties wilt instellen, klikt u op de knop Geavanceerde opties. • TrueType-opties: met de keuzerondjes in dit vak kunt u bepalen wat het stuurprogramma de printer vertelt over de voorstelling van de tekst in uw document.
Het tabblad Extra Het tabblad Info Op dit tabblad selecteert u de uitvoeropties voor documenten. Zie "Een document afdrukken" op pagina 6 voor meer informatie over de toegang tot de eigenschappen van de printer. Op het tabblad Info worden de copyrightinformatie en het versienummer van het stuurprogramma weergegeven. Zie "Een document afdrukken" op pagina 6 voor meer informatie over de toegang tot de eigenschappen van de printer.
Favorieten Via de optie Favorieten, die u terugvindt op elk tabblad met eigenschappen, kunt u de huidige instellingen opslaan voor later gebruik. Zo voegt u een instelling toe aan Favorieten: 1 2 Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in. 3 Klik op Opslaan. Typ in het invoervak Favorieten een naam voor deze instellingen. Als u instellingen opslaat onder Favorieten, worden alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.
3 Geavanceerde afdrukinstellingen Verschillende pagina’s afdrukken op één vel papier (N op een vel) In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en geavanceerde afdruktaken beschreven. OPMERKING: 2 3 4 U kunt desgewenst een aantal pagina’s op één vel afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt, worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel maximaal 16 pagina’s afdrukken.
Posters afdrukken Een document verkleind of vergroot afdrukken Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken over 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt plakken om er zo een poster van te maken. 1 2 3 U kunt de inhoud van een pagina groter of kleiner afdrukken. 1 Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het eigenschappenvenster van de printer. Zie "Een document afdrukken" op pagina 6.
Een watermerk bewerken Watermerken afdrukken 1 Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. Bijvoorbeeld in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK". U kunt de tekst alleen op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken. 2 Er zijn verschillende vooraf gedefinieerde watermerken die met de printer worden geleverd. U kunt deze watermerken wijzigen, of u kunt nieuwe watermerken aan de lijst toevoegen.
Een paginaoverlay gebruiken Overlays gebruiken Nadat u een overlay hebt gemaakt, kan deze met uw document worden afgedrukt. Dit doet u als volgt: 1 2 Wat is een overlay? Dear ABC Regards WORLD BEST Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de vaste schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document kunnen worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukte formulieren en papier met briefhoofd.
4 Een lokale printer delen Instellen als hostcomputer 1 2 3 4 5 6 U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op een geselecteerde computer, die de hostcomputer op het netwerk wordt genoemd. De hieronder beschreven werkwijze geldt voor Windows XP. Raadpleeg de gebruikershandleiding of online Help van Windows voor andere Windows-besturingssystemen. NB: • Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met de printer.
5 Scannen Scannen met een TWAIN-compatibel programma U kunt het apparaat als scanner gebruiken om uw foto’s en teksten om te zetten in digitale bestanden die u met uw computer kunt bewerken. U kunt deze bestanden faxen of verzenden via e-mail, op uw website zetten of opnemen in projecten die u kunt afdrukken met behulp het WIA-stuurprogramma van Xerox. Als u documenten met andere programma’s wilt scannen, moeten deze TWAIN-compatibel zijn, zoals Adobe PhotoDeluxe en Adobe Photoshop.
Scannen via het WIA-stuurprogramma Het apparaat ondersteunt ook het WIA (Windows Image Acquisition)stuurprogramma voor het scannen van afbeeldingen. WIA is een van de standaardonderdelen van Microsoft Windows XP voor de ondersteuning van digitale camera’s en scanners. In tegenstelling tot het TWAINstuurprogramma kunt u met het WIA-stuurprogramma zonder aanvullende software afbeeldingen gemakkelijk scannen en bewerken. OPMERKING: het WIA-stuurprogramma werkt alleen onder Windows XP en via de USB-poort.
6 Uw printer gebruiken in Linux Het MFP-stuurprogramma installeren Systeemeisen U kunt uw apparaat gebruiken in een Linux-omgeving. Ondersteunde besturingssystemen In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: • Redhat 7.1 of een hogere versie • Aan de slag • Linux Mandrake 8.0 of een hogere versie • Het MFP-stuurprogramma installeren • SuSE 7.
6 Het MFP-stuurprogramma installeren 1 2 Zodra de installatie voltooid is, klikt u op Finish. Zorg dat de printer is aangesloten op de computer. Schakel de computer en de printer in. Als het venster Administrator Login verschijnt, typt u 'root' in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. OPMERKING: u moet zich aanmelden als superuser (root) om de printersoftware te kunnen installeren. Als u geen superuser bent, neemt u contact op met de systeembeheerder.
MFP-stuurprogramma de-installeren 1 Werken met MFP Configurator Als het venster Administrator Login verschijnt, typt u 'root' in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. MFP Configurator is een hulpmiddel dat hoofdzakelijk bestemd is voor de configuratie van MFP-apparaten. Aangezien een MFP-apparaat de functies van een printer en scanner combineert, zijn de opties van MFP Configurator logisch ingedeeld in printer- en scannerfuncties.
Printers Configuration Het tabblad Classes Het configuratievenster bevat twee tabbladen: Printers en Classes. Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare printerklassen weergegeven. Het tabblad Printers Klik op het pictogram van de printer links in het venster MFP Configurator voor een overzicht van de printers die voor het systeem zijn geconfigureerd. Naar Printers Configuration. Alle printerklassen. Alle geïnstalleerde printers. Status van de klasse en aantal printers in de klasse.
MFP Ports Configuration Printereigenschappen configureren In dit venster kunt u de lijst met beschikbare MFP-poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak. In het eigenschappenvenster dat u kunt openen in het venster Printers Configuration (Printers configureren), kunt u verschillende eigenschappen voor uw apparaat als printer wijzigen. 1 Open MFP Configurator. 2 Naar MPF Ports Configuration. 3 Alle beschikbare poorten.
Dit venster bestaat uit de volgende vier tabbladen: • General: papierformaat, papiersoort en afdrukstand van documenten wijzigen. U kunt hier ook de functie voor dubbelzijdig afdrukken inschakelen, scheidingspagina’s toevoegen aan het begin en einde en het aantal pagina’s per vel wijzigen. Een document afdrukken Afdrukken vanuit een toepassing • Text: paginamarges opgeven en tekstopties instellen, zoals regelafstand en kolommen.
Het document wordt gescand en er verschijnt een voorbeeld van de afbeelding in het paneel Preview. Een document scannen U kunt een document scannen vanuit het venster MFP Configurator. 1 Dubbelklik op MFP Configurator op het bureaublad. 2 Klik op de knop 3 te gaan. Selecteer de scanner in de lijst. om naar het venster Scanners Configuration Sleep met de muisaanwijzer over het gedeelte dat u wilt scannen. Klik op uw scanner. 7 Wijzig de scanopties in de vakken Image Quality en Scan Area.
11 12 Met de volgende knoppen kunt u een afbeelding bewerken: Selecteer de map waarin u de afbeelding wilt opslaan en voer de bestandsnaam in. Klik op Save. Knop Instellingen voor taaksoorten toevoegen Functie Afbeelding opslaan. U kunt gekozen scanopties opslaan zodat u deze later voor scantaken kunt gebruiken. Laatste handeling ongedaan maken. Zo slaat u een nieuwe instelling voor Job Type op: 1 Wijzig de opties in het venster Scanner Properties. 2 3 4 Klik op Save As.
7 Printerstuurprogramma installeren Uw printer gebruiken in combinatie met een Macintosh 1 2 3 4 5 6 7 8 Uw printer ondersteunt Macintosh-systemen met een ingebouwde USB-interface of 10/100 Base-TX-netwerkkaart. Als u een bestand afdrukt vanuit een Macintosh-computer, kunt u het CUPS-stuurprogramma gebruiken door het PPD-bestand te installeren. Zorg ervoor dat uw printer is aangesloten op de computer. Zet de computer en printer aan.
Het stuurprogramma voor de scanner installeren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Zorg ervoor dat uw printer is aangesloten op de computer. Zet de computer en printer aan. Plaats de cd-rom die bij de printer werd geleverd in het cd-romstation. Printer instellen De instelling van de printer verschilt afhankelijk van de kabel die u gebruikt om de printer aan te sluiten op uw computer: een netwerkkabel of een USB-kabel. Dubbelklik op het cd-rompictogram dat verschijnt op het bureaublad van uw Macintosh-computer.
Afdrukinstellingen wijzigen Tijdens het afdrukken U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Selecteer Print in het menu File van uw Macintosh-toepassing. De printernaam die in het printereigenschappenvenster verschijnt, is afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat afgezien van de naam uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Verschillende pagina’s afdrukken op één vel papier Printerfuncties instellen Het tabblad Printer Features bevat opties waarmee u de papiersoort kunt selecteren en de afdrukkwaliteit kunt instellen. U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken. 1 Selecteer Print in het menu File van uw Macintosh-toepassing. Selecteer Printer Features in de vervolgkeuzelijst Presets om toegang te krijgen tot de volgende functies: 2 Selecteer Layout.
Scannen Als u documenten met andere programma’s wilt scannen, moeten deze TWAIN-compatibel zijn, zoals Adobe PhotoDeluxe en Adobe Photoshop. Wanneer u voor het eerst gaat scannen met uw apparaat, moet u het als TWAIN-bron selecteren in het programma dat u gebruikt. Om te scannen, voert u de volgende stappen uit: • Plaats uw foto of pagina op de glasplaat of in de automatische documentinvoer. • Open uw programma, bijvoorbeeld PhotoDeluxe of Photoshop. • Open het TWAIN-venster en stel de scanopties in.
SOFTWARE INDEX A I afdrukken aan pagina aanpassen 13 document 6 meer pagina’s per vel Macintosh 30 Windows 12 overlay 15 poster 13 schaal aanpassen 13 vanuit Linux 24 vanuit Macintosh 29 vanuit Windows 6 watermerk 14 afdrukresolutie 24 afdrukstand, afdrukken 24 Windows 7 annuleren scannen 18 installatie ongedaan maken MFP-stuurprogramma Linux 21 installatie ongedaan maken, software Macintosh 27 Windows 5 installeren Linux-software 19 printerstuurprogramma Macintosh 27 Windows 4 instellen resolutie Macin
R resolutie afdrukken 24 S scannen Linux 25 TWAIN 17 WIA-stuurprogramma 18 scannen vanuit Macintosh 31 software installatie ongedaan maken Macintosh 27 Windows 5 installeren Macintosh 27 Windows 4 systeemeisen Macintosh 27 systeemeisen Linux 19 Macintosh 27 T tonerspaarstand instellen 9 TWAIN, scannen 17 W watermerk afdrukken 14 bewerken 14 maken 14 verwijderen 14 WIA, scannen 18 33