Operation Manual

Onderhoud
8.2
3
Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof
en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette.
OPGEPAST
: zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het apparaat
de transportrol onder de tonercassette niet aanraakt. Olie aan uw vingers
kan nadelige gevolgen hebben voor de scankwaliteit.
4
Haal voorzichtig een witte katoenen doek over de lange glasplaat
(LSU, laserscannerunit) boven in de ruimte voor de tonercassette
om te zien of er vuil aan blijft zitten.
5
Plaats de tonercassette terug en sluit de voorklep.
6
Steek de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat aan.
De drum reinigen
Als er vlekken of vegen op uw afdrukken verschijnen, moet u mogelijk
de OPC-drum van de tonercassette reinigen.
1
Voordat u begint met de reinigingsprocedure, zorgt u ervoor dat
er afdrukpapier in het apparaat zit.
2
Druk op de knop tot op de bovenste regel van het display
Onderhoud
verschijnt.
3
Druk op de knop
wanneer
Trom. reinigen
verschijnt.
Het apparaat drukt een reinigingspagina af. Tonerdeeltjes op het
oppervlak van de drum hechten zich hierbij aan het papier.
4
Als het probleem niet verholpen is, herhaalt u de stappen 1 t/m 3.
Scannereenheid reinigen
U krijgt de beste kopieën als u de scanner schoon houdt. We raden u aan
om de scanner aan het begin van elke dag te reinigen. Herhaal dit indien
nodig in de loop van de dag.
1
Bevochtig een niet-pluizende, zachte doek of papieren handdoek
met wat water.
2
Open de documentklep.
3
Veeg over de glasplaat tot deze schoon en droog is.
4
Veeg over de onderkant van de documentklep tot deze schoon
en droog is.
5
Sluit de documentklep.
1
documentklep
2
glasplaat