Operation Manual

Problemen oplossen
9.9
Kopieerproblemen
Toestand Doe het volgende
Kopieën zijn te licht
of te donker.
Gebruik
Tonersterkte
om de achterkant van kopieën
lichter of donkerder te maken.
Vegen, strepen en
vlekken op de kopieën.
Gebruik
Tonersterkte
om de achtergrond van uw kopieën
lichter of donkerder te maken, als de fout zich op het
origineel bevindt.
Als het origineel geen afwijkingen vertoont, moet u de
scannerunit reinigen. Zie pagina 8.2.
Kopie staat scheef. Zorg dat het origineel met de voorzijde naar beneden
op de glasplaat is geplaatst.
Plaats het papier op de juiste manier in het apparaat.
Kopieën zijn blanco. Zorg dat het origineel met de voorzijde naar beneden op
de glasplaat is geplaatst.
Afdruk geeft
gemakkelijk af.
Vervang het papier in de papierinvoerlade door papier
uit een nieuwe verpakking.
In vochtige omstandigheden moet u papier niet te lang
ongebruikt in het apparaat laten zitten.
Kopieerpapier loopt
regelmatig vast.
Waaier de stapel papier uit en leg deze ondersteboven
terug in de papierinvoerlade. Vervang het papier in de
papierinvoerlade door papier uit een nieuwe verpakking.
Controleer de papiergeleiders en stel ze eventueel beter af.
Gebruik alleen afdrukpapier met het juiste gewicht.
Papier van 75 g/m
2
wordt aanbevolen.
Nadat u vastgelopen papier hebt verwijderd, controleert
u of er resten kopieerpapier in het apparaat zijn
achtergebleven.
De tonercassette
gaat korter mee
dan verwacht.
Mogelijk bevatten uw originelen afbeeldingen, opgevulde
vlakken of dikke lijnen. Uw originelen zijn bijvoorbeeld
formulieren, nieuwsbrieven, boeken of andere documenten
die meer toner gebruiken.
Mogelijk wordt het apparaat vaak in- en uitgeschakeld.
Misschien blijft de documentklep tijdens het kopiëren
vaak openstaan.
Problemen met het scannen
Toestand Doe het volgende
De scanner doet
het niet.
Controleer of het document met de te scannen zijde
omlaag op de glasplaat ligt.
Misschien is er niet voldoende geheugen vrij voor het
document. Ga na of de prescanfunctie werkt. Probeer
een lagere scanresolutie.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten.
Controleer of de USB-kabel beschadigd is. Verwissel
de kabel met een andere kabel waarvan u zeker weet
dat die werkt. Vervang de kabel zo nodig permanent.
Bij gebruik van een parallelle kabel moet u ervoor zorgen
dat deze voldoet aan de IEEE 1284-norm. Controleer
of de scanner correct is geconfigureerd. Kijk of u de
juiste scannerinstellingen hebt gekozen, en let erop
dat de scantaak naar de juiste poort wordt gestuurd
(bijvoorbeeld LPT1).
Het apparaat doet erg
lang over een scan.
Kijk of het apparaat tegelijkertijd gegevens ontvangt
die moeten worden afgedrukt. Wacht in dat geval met
scannen totdat de afdruktaak is voltooid.
Het scannen van afbeeldingen kost meer tijd dan het
scannen van tekst.
De communicatiesnelheid kan laag zijn in de scanmodus
omdat er veel geheugen nodig is om de gescande afbeelding
te analyseren en reproduceren. Stel de printerpoort van
uw computer in op de stand ECP (in de BIOS-instellingen
van de computer). De communicatiesnelheid gaat dan iets
omhoog. Zie de gebruiksaanwijzing van uw computer voor
meer informatie over de BIOS-instellingen.
Er verschijnt een bericht
op het beeldscherm:
"Apparaat kan niet in
de gewenste H/W-
modus staan."
"Poort wordt gebruikt
door een ander
programma."
•"Poort is
uitgeschakeld."
"Scanner is bezig met
ontvangen of afdrukken
van data. Probeer het
opnieuw zodra de
huidige opdracht
is afgerond."
"Niet toegestaan."
"Scannen is mislukt."
Het is mogelijk dat er een kopieer- of afdruktaak wordt
uitgevoerd. Probeer het opnieuw wanneer de huidige
taak is voltooid.
De geselecteerde poort is momenteel in gebruik. Start
uw computer opnieuw op en probeer het nogmaals.
De printerkabel is niet goed bevestigd of het apparaat
is niet ingeschakeld.
Het scannerstuurprogramma is niet geïnstalleerd of de
besturingsomgeving is niet correct ingesteld.
Controleer of het apparaat correct is aangesloten en is
ingeschakeld. Start de computer vervolgens opnieuw op.
De USB-kabel is niet goed bevestigd of het apparaat is
niet ingeschakeld.