Xerox® WorkCentre® 3655 Multifunctionele printer Xerox® ConnectKey® 1.
© 2014 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden op basis van de auteursrechten in de Verenigde Staten. De inhoud van de publicatie mag op generlei wijze worden gereproduceerd of verveelvoudigd zonder toestemming van Xerox Corporation.
Inhoud 1 Veiligheid 11 Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit .............................................................................................................. 12 Algemene richtlijnen ............................................................................................................................................... 12 Netsnoer ......................................................................................................................................................
Inhoud Vereisten van besturingssysteem ...................................................................................................................... 38 De printerdrivers op een Windows-netwerkprinter installeren .............................................................. 38 De printerdrivers voor een Windows USB-printer installeren ................................................................. 39 Printerdrivers installeren voor Macintosh OS X versie 10.7 en later ............................
Inhoud Omslagen afdrukken ............................................................................................................................................... 77 Invoegpagina's afdrukken.................................................................................................................................... 77 Afwijkende documentpagina's afdrukken ..................................................................................................... 78 Schalen ...........................
Inhoud Een beeld scannen met Windows XP ............................................................................................................. 113 Een beeld scannen met Windows Vista of Windows 7 ........................................................................... 114 Scaninstellingen aanpassen ....................................................................................................................................... 115 De afdrukkleur instellen ....................................
Inhoud 9 Onderhoud 145 De printer reinigen ......................................................................................................................................................... 146 Algemene voorzorgsmaatregelen ................................................................................................................... 146 De buitenzijde reinigen .....................................................................................................................................
Inhoud Standaardfuncties .................................................................................................................................................. 190 Opties en upgrades ................................................................................................................................................ 191 Fysieke specificaties .................................................................................................................................................
Inhoud Batterijen verwijderen .......................................................................................................................................... 215 Andere landen ..................................................................................................................................................................
1 Veiligheid In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit ................................................................................................................. 12 • • Veiligheid bij de bediening .............................................................................................................................................. 14 Veiligheid bij het onderhoud .................................................................
Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene richtlijnen ........................................................................................................................................................... 12 • • Netsnoer ..................................................................................................................................................................................
Veiligheid Netsnoer • • • Gebruik het netsnoer dat bij de printer wordt geleverd. Sluit het netsnoer van de printer rechtstreeks aan op een stopcontact dat op de juiste wijze is geaard. Zorg dat beide uiteinden van het snoer goed zijn aangesloten. Vraag een elektricien om het stopcontact na te kijken als u niet weet of dit is geaard. Sluit de printer niet via een adapter aan op een stopcontact dat niet is geaard.
Veiligheid Veiligheid bij de bediening Uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strenge veiligheidseisen. Ze zijn onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen aan de gestelde milieunormen. Als u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw printer. Richtlijnen voor gebruik • • • • • Verwijder geen papierladen terwijl de printer bezig is met afdrukken.
Veiligheid Printerlocatie • • • • • • • • • • Plaats de printer op een vlak, stevig en niet-vibrerend oppervlak dat sterk genoeg is om het gewicht te dragen. Zie Fysieke specificaties op pagina 192 als u het gewicht voor uw printerconfiguratie wilt vinden. Bedek of blokkeer de sleuven of openingen van de printer niet. Deze openingen zijn aangebracht om de printer te ventileren en om oververhitting van de printer te voorkomen.
Veiligheid Veiligheid bij het onderhoud • • • 16 Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Gebruik voor het reinigen alleen een droge, niet pluizende doek. Verbruiksartikelen of items voor routineonderhoud mogen niet worden verbrand. Ga voor informatie over Xerox recyclingprogramma's voor verbruiksartikelen naar www.xerox.com/gwa.
Veiligheid Printersymbolen Symbool Beschrijving Waarschuwing: Geeft een gevaar aan dat overlijden of ernstig letsel tot gevolg kan hebben, indien het niet voorkomen wordt. Let op: Geeft een verplichte actie aan, die genomen moet worden om schade aan het eigendom te voorkomen. Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig om lichamelijk letsel te voorkomen. U mag het item niet verbranden. U mag de beeldverwerkingsmodule niet langer dan 10 minuten aan licht blootstellen.
Veiligheid Contactinformatie voor milieu, gezondheid en veiligheid Voor meer informatie over milieu, gezondheid en veiligheid met betrekking tot dit Xerox-product en verbruiksartikelen kunt u contact opnemen met de klantenservice: Verenigde Staten en Canada: 1-800-ASK-XEROX (1-800-275-9376) Europa: +44 1707 353 434 Voor productveiligheidsinformatie in de Verenigde Staten en Canada gaat u naar www.xerox.com/environment. Voor productveiligheidsinformatie in Europa gaat u naar www.xerox.
2 Toepassingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Onderdelen van de printer ............................................................................................................................................... 20 • • Energiespaarstand ............................................................................................................................................................... 24 Informatiepagina's .......................................................
Toepassingen Onderdelen van de printer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanzicht voorzijde ............................................................................................................................................................... 20 • • Aanzicht achterzijde ........................................................................................................................................................... 21 Interne onderdelen .........................
Toepassingen Aanzicht achterzijde 1. 2. 3. 4. 5. 6. USB-poort type B Ethernet-connector USB-poort type A USB-poort type A Achterdeur Duplexeenheid 7. Transferrol 8. Fuser 9. USB-poort type A 10. Aan/uit-schakelaar 11. Netsnoeraansluiting 12. Faxlijnaansluiting Alleen model X Interne onderdelen 1. 2. 3. 4. Papierstop opvangbak Voordeur Smart Kit-afdrukmodule Tonercassette 5. Automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) 6. Documentklep 7. Glasplaat 8.
Toepassingen Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit een aanraakscherm en druktoetsen waarmee u de beschikbare functies op de printer kunt beheren. Het bedieningspaneel: • Toont de huidige status van de printer. • Geeft toegang tot afdrukfuncties. • Geeft toegang tot referentiemateriaal. • Geeft toegang tot hulpprogramma's en instellingen. • Geeft toegang tot probleemoplossing en video's. • Geeft aan dat u papier moet plaatsen, verbruiksartikelen moet vervangen en papierstoringen moet verhelpen.
Toepassingen Item Naam Beschrijving 5 Toets Apparaatstatus Deze toets toont de status van de printer op het aanraakscherm. 6 Alfanumeriek toetsenpaneel Met het toetsenpaneel kunt u alfanumerieke gegevens invoeren. 7 C-toets (wissen) Met deze toets wist u numerieke waarden of het laatste cijfer dat via de alfanumerieke toetsen is ingevoerd. 8 Toets Kiespauze Met deze toets voegt u een pauze in een telefoonnummer in bij het verzenden van een fax.
Toepassingen Energiespaarstand U kunt instellen hoeveel tijd de printer inactief in de mode Gereed mag staan, voordat de printer overschakelt naar een lager energieniveau. De timer van de energiespaarstand instellen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Apparaatstatus en selecteer het tabblad Hulpprogramma's. Selecteer Algemeen. Meld u zo nodig aan als beheerder.
Toepassingen Informatiepagina's Op de harde schijf van de printer zijn een aantal informatiepagina's opgeslagen. Informatiepagina's bevatten configuratie- en fontinformatie, demopagina's enzovoort. 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 2. Druk op het tabblad Apparaatinformatie op Informatiepagina's en selecteer vervolgens de gewenste informatiepagina. 3. Selecteer Afdrukken. Opmerking: Informatiepagina's kunnen ook worden afgedrukt via CentreWare Internet Services.
Toepassingen Administratieve functies CentreWare Internet Services CentreWare Internet Services is de beheer- en configuratiesoftware die op de interne webserver van de printer is geïnstalleerd. Hiermee kunt u de printer via een webbrowser configureren en beheren. CentreWare Internet Services vereist: • Een TCP/IP-verbinding tussen de printer en het netwerk in Windows-, Macintosh-, UNIX- of Linux-omgevingen. • TCP/IP en HTTP ingeschakeld op de printer.
Toepassingen Een configuratie-overzicht afdrukken: 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 2. Druk op het tabblad Apparaatinformatie op Informatiepagina's>Configuratieoverzicht>Afdrukken. 3. Druk op Sluiten als het overzicht is afgedrukt. Opmerking: Als de printer twee minuten lang is ingeschakeld, drukt u het configuratie-overzicht af. Het TCP/IP-adres verschijnt nu in het netwerkgedeelte van de pagina. Als het IP-adres op de pagina 0.0.0.
Toepassingen Meer informatie U kunt meer informatie over uw printer verkrijgen uit de volgende bronnen: Bron Locatie Installatiehandleiding Geleverd bij de printer. Andere documentatie voor uw printer www.xerox.com/office/WC3655docs Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media) Verenigde Staten: www.xerox.com/paper Europese Unie: www.xerox.com/europaper Technische ondersteuningsgegevens voor uw printer, www.xerox.
Installatie en instellingen 3 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht van installatie en instellingen..................................................................................................................... 30 • Een plaats kiezen voor de printer .................................................................................................................................. 31 • • De printer aansluiten ..........................................................
Installatie en instellingen Overzicht van installatie en instellingen Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en op elkaar zijn aangesloten. Configureer de eerste instellingen van de printer en installeer vervolgens de driversoftware en hulpprogramma's op uw computer.
Installatie en instellingen Een plaats kiezen voor de printer 1. Kies een stofvrije plaats met temperaturen tussen de 5 en 32°C (41 - 90°F) en een relatieve luchtvochtigheid tussen 15 en 85%. Opmerking: Plotselinge temperatuurverschillen kunnen van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Als een koude ruimte snel wordt verwarmd, kan er condensatie optreden in het apparaat, hetgeen direct van invloed is op de beeldoverdracht. 2. 3.
Installatie en instellingen De printer aansluiten In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een aansluitmethode selecteren ................................................................................................................................... 32 • • De printer fysiek op het netwerk aansluiten............................................................................................................. 33 Via USB verbinding maken met een computer ...............................
Installatie en instellingen De printer fysiek op het netwerk aansluiten Gebruik een Ethernetkabel van het type Category 5 of beter om de printer op het netwerk aan te sluiten. Een Ethernet-netwerk wordt gebruikt voor een of meer computers en ondersteunt vele printers en systemen gelijktijdig. Een Ethernet-aansluiting verschaft rechtstreeks toegang tot printerinstellingen via CentreWare Internet Services. De printer aansluiten: 1. Sluit het netsnoer op de printer aan en steek de stekker in het stopcontact.
Installatie en instellingen Via USB verbinding maken met een computer Voor het gebruik van USB hebt u Windows 7, Windows Server 2003 en later of Macintosh OS X versie 10.7 en later nodig. De printer op de computer aansluiten met een USB-kabel: 1. Zorg dat de printer uitstaat. 2. Sluit het B-uiteinde van een standaard A/B USB 2.0-kabel aan op de USB-poort aan de achterkant van de printer. 3. Sluit het netsnoer aan op de printer en steek de stekker in het stopcontact. Zet de printer aan. 4.
Installatie en instellingen • Als de aan/uit-schakelaar aan staat, maar de printer is uitgeschakeld, is de printer uitgezet via de aan/uit-knop. Als u de printer wilt inschakelen, drukt u op Aan/uit op het bedieningspaneel. Zo zet u de printer aan: VOORZICHTIG: • • Zet eerst de aan/uit-knop uit om een printerstoring of schade aan de harde schijf van de printer te voorkomen. Sluit het netsnoer niet aan of verwijder deze niet terwijl de printer is ingeschakeld. 1.
Installatie en instellingen Netwerkinstellingen configureren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Informatie over TCP/IP- en IP-adressen .................................................................................................................... 36 Informatie over TCP/IP- en IP-adressen Computers en printers gebruiken overwegend TCP/IP-protocollen voor communicatie over een ethernetnetwerk.
Installatie en instellingen Scannen inschakelen op de printer Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u scannen naar een FTP-adres, een e-mailadres of een gedeelde map op uw computer. U moet eerst in CentreWare Internet Services scannen instellen. Zie CentreWare Internet Services op pagina 26 voor meer informatie. Opmerking: Als uw printer is aangesloten met een USB-kabel, kunt u niet naar een e-mailadres of een netwerklocatie (een gedeelde map op uw computer) scannen.
Installatie en instellingen De software installeren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Vereisten van besturingssysteem.................................................................................................................................. 38 • • De printerdrivers op een Windows-netwerkprinter installeren ......................................................................... 38 De printerdrivers voor een Windows USB-printer installeren ................................
Installatie en instellingen 7. In de lijst met gedetecteerde printers selecteert u uw printer en klikt u op Volgende. Opmerking: Als u tijdens het installeren van drivers voor een netwerkprinter uw printer niet in de lijst kunt vinden, klikt u op de knop IP-adres of DNS-naam. Typ in het veld IP-adres of DNS-naam het IP-adres van uw printer en klik vervolgens op Zoeken om uw printer te vinden. Als u het IP-adres van uw printer niet weet, raadpleegt u Het IP-adres van de printer opzoeken. 8. 9. 10. 11.
Installatie en instellingen Printerdrivers installeren voor Macintosh OS X versie 10.7 en later Installeer de Xerox-printerdriver voor toegang tot alle functies van uw printer. De software van de printerdriver installeren: 1. Plaats de Software and Documentation disc (cd met software en documentatie) in het juiste station op uw computer. 2. Dubbelklik op het schijfpictogram op uw bureaublad om het .dmg-bestand voor uw printer te bekijken. 3. Open het .
Installatie en instellingen Scandrivers voor Macintosh installeren Plaats de Software and Documentation disc (cd met software en documentatie) in het juiste station op uw computer. 2. Dubbelklik op het schijfpictogram op uw bureaublad om het .dmg-bestand voor uw printer te bekijken. 3. Open het bestand Scan Installer.dmg en ga naar het juiste installatiebestand voor uw besturingssysteem. 4. Open het bestand voor het scaninstallatiepakket. 5.
Installatie en instellingen d. e. f. g. Klik op de toets Start om het downloaden te beginnen. Herhaal stappen a en b en klik vervolgens op het printerpakket voor gebruik bij het pakket voor Xerox® Services for UNIX Systems dat u eerder hebt geselecteerd. Het tweede gedeelte van het driverpakket kan nu gedownload worden. Klik op de toets Start om het downloaden te beginnen.
Installatie en instellingen De printer installeren als een apparaat voor webservices Met WSD (apparaten voor webservices) kan een client een extern apparaat en de bijbehorende services via een netwerk detecteren en openen. WSD biedt ondersteuning voor het detecteren, beheren en gebruiken van apparaten. Een WSD-printer installeren via de wizard Apparaat toevoegen: 1. Klik op uw computer op Start en selecteer Apparaten en printers. 2.
Papier en ander afdrukmateriaal 4 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Ondersteund papier ............................................................................................................................................................ 46 • Papier plaatsen ..................................................................................................................................................................... 50 • Op speciaal papier afdrukken ...............
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteund papier In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanbevolen media............................................................................................................................................................... 46 • • Papier bestellen.....................................................................................................................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal Papier dat de printer kan beschadigen Sommige papiersoorten en ander afdrukmateriaal kunnen de afdrukkwaliteit verminderen, meer papierstoringen veroorzaken of uw printer beschadigen.
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde papiersoorten en -gewichten Laden Papiersoorten Gewichten Alle laden Bankpostpapier Gekleurd Geperforeerd Gewoon Voorbedrukt Kringlooppapier (60-80 g/m²) Bankpostpapier Gekleurd Geperforeerd Briefhoofd Voorbedrukt Kringlooppapier (81-105 g/m²) Licht karton 106-163 g/m² Karton (164–216 g/m²) Etiketten Alleen handmatige invoer Envelop Ondersteunde standaard papierformaten Lade Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardformaten Alle lad
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde papiersoorten en -gewichten voor automatisch 2-zijdig afdrukken Papiersoorten Gewichten Bankpostpapier Gekleurd Geperforeerd Gewoon Voorbedrukt Kringlooppapier (60-80 g/m²) Bankpostpapier Gekleurd Geperforeerd Briefhoofd Voorbedrukt Kringlooppapier (81-105 g/m²) Licht karton 106-163 g/m² Ondersteunde standaard papierformaten voor automatisch 2-zijdig afdrukken Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardformaten A4 (210 x 297 mm 8,3 x 11,7 in
Papier en ander afdrukmateriaal Papier plaatsen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papier in de handmatige invoer plaatsen ................................................................................................................. 50 • • Papier van kleine formaten in de handmatige invoer plaatsen ....................................................................... 52 Lade 1-4 configureren voor de papierlengte ..............................................................
Papier en ander afdrukmateriaal 4. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de kans op papierstoringen verkleind. Opmerking: Haal het papier pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken. Zo worden papierstoringen voorkomen en loopt het papier niet vast. 5. 6. Plaats het papier in de lade. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de rechterkant. 7.
Papier en ander afdrukmateriaal 8. Pas de papierbreedtegeleiders aan, zodat ze de randen van het papier net raken. 9. Als u via het bedieningspaneel hierom wordt gevraagd, controleert u het papierformaat, de papiersoort en -kleur in het scherm Papierinstellingen. Papier van kleine formaten in de handmatige invoer plaatsen 1. Open de handmatige invoer. Opmerking: Het is gemakkelijker om papier in de handmatige invoer te plaatsen als deze uit de printer is verwijderd. 2.
Papier en ander afdrukmateriaal 3. 4. Als de handmatige invoer al papier bevat, verwijdert u al het papier van een ander formaat of een andere soort. Breng het papierklepje omhoog. 5. Breng de breedtegeleiders naar de randen van de lade. 6. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de kans op papierstoringen verkleind.
Papier en ander afdrukmateriaal 8. Pas de papierbreedtegeleiders aan, zodat ze de randen van het papier net raken. 9. Stel de papierklep zo af dat deze de randen van het papier net raakt. 10. Schuif de lade terug in de printer. 11. Als u via het bedieningspaneel hierom wordt gevraagd, controleert u het papierformaat, de papiersoort en -kleur in het scherm Papierinstellingen. Zie voor instructies over het instellen van lade-aanwijzingen Ladegedrag configureren op pagina 58.
Papier en ander afdrukmateriaal Lade 1-4 configureren voor de papierlengte U kunt de lengte van lade 1-4 aanpassen aan papier van het formaat A4/Letter en grotere papierformaten. De laden steken voor de langere papierlengteinstellingen aan de voorzijde van de printer uit. Zo past u de invoereenheden van 550 vel in lade 1-4 aan de papierlengte aan: 1. Verwijder al het papier uit de lade. 2. Om de lade uit de printer te verwijderen, trekt u de lade naar buiten totdat deze niet verder kan.
Papier en ander afdrukmateriaal 5. 6. Houd om de lade te verkorten voor korter papier de achterzijde van de lade met één hand vast. Met de andere hand drukt u aan de voorzijde van de lade op de ontgrendelingshendel en duwt u de uiteinden naar binnen totdat ze vastklikken. Plaats papier in de lade en schuif deze dan weer de printer in. Zie voor meer informatie Papier in lade 1-4 plaatsen op pagina 56. Papier plaatsen in lade 1–4 1.
Papier en ander afdrukmateriaal 4. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de kans op papierstoringen verkleind. 5. Plaats papier in de lade. − Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de rechterkant. − Plaats etiketten met de beeldzijde omhoog in de lade.
Papier en ander afdrukmateriaal 7. Schuif de lade terug in de printer. 8. Duw de lade helemaal naar binnen. Opmerkingen: • Als de lade niet helemaal naar binnen kan worden geschoven, controleer dan of de papierliftplaat aan de achterzijde van de lade is vergrendeld. • Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift.
Papier en ander afdrukmateriaal De prioriteit voor een lade instellen: 1. Meld u zo nodig aan als beheerder. 2. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Apparaatstatus en selecteer het tabblad Hulpprogramma's. 3. Selecteer Apparaatinstellingen>Papierbeheer>Instellingen lade. 4. Druk op de gewenste lade. 5. Selecteer Instellingen wijzigen. 6. Selecteer het nummer voor Prioriteit en voer daarna met de alfanumerieke toetsen een waarde in. 7.
Papier en ander afdrukmateriaal Op speciaal papier afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Enveloppen ............................................................................................................................................................................. 60 • Etiketten ...................................................................................................................................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal Enveloppen in de handmatige invoer plaatsen 1. Open de handmatige invoer. 2. Breng de breedtegeleiders naar de randen van de lade. Opmerking: Als u enveloppen niet meteen in de handmatige invoer plaatst nadat ze uit de verpakking zijn gehaald, kunnen ze opbollen. Maak ze eerst weer plat, om papierstoringen te voorkomen.
Papier en ander afdrukmateriaal 3. Als u enveloppen met klep aan de lange zijde gaat invoeren, plaatst u de enveloppen met de korte zijde eerst in de printer, klep omlaag en met de klep naar links. 4. Als u enveloppen met niet-klevende klep aan de korte zijde gaat invoeren, plaatst u de envelop met de te bedrukken zijde omhoog, klep open en omlaag en voert u de envelop met de onderkant eerst in de printer. 5.
Papier en ander afdrukmateriaal Etiketten U kunt etiketten vanuit iedere lade bedrukken. Richtlijnen voor afdrukken op etiketten • • • • • • • • • • Gebruik etiketten die voor laserprinters bedoeld zijn. Gebruik geen vinyletiketten. Voer een etiketvel slechts eenmaal in de printer in. Gebruik geen etiketten met een droog kleefmiddel. Druk slechts op één zijde van een vel met etiketten af. Gebruik alleen volle vellen met etiketten. Bewaar niet-gebruikte etiketten liggend in de originele verpakking.
Bezig met afdrukken 5 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Afdrukken - overzicht .......................................................................................................................................................... 66 • • Afdrukopties selecteren ..................................................................................................................................................... 67 Opdrachten beheren ............................................
Bezig met afdrukken Afdrukken - overzicht Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en of ze zijn aangesloten op een actief netwerk. Zorg dat de juiste printerdriversoftware op uw computer is geïnstalleerd. Zie De software installeren op pagina 38 voor meer informatie. 1. Selecteer de juiste papierlade. 2. Plaats papier in de juiste lade.
Bezig met afdrukken Afdrukopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Help in de printerdriver ...................................................................................................................................................... 67 • • Afdrukopties in Windows .................................................................................................................................................. 68 Afdrukopties in Macintosh ......................
Bezig met afdrukken Afdrukopties in Windows Standaard afdrukopties voor Windows instellen Wanneer u in een willekeurige softwaretoepassing afdrukt, gebruikt de printer de instellingen voor de afdrukopdracht, die zijn opgegeven in het venster Voorkeursinstellingen. U kunt uw meestgebruikte afdrukopties instellen en deze opslaan, zodat u de instellingen niet telkens hoeft te wijzigen wanneer u afdrukt.
Bezig met afdrukken Een set veelgebruikte afdrukopties opslaan voor Windows U kunt een set opties definiëren en opslaan, zodat u deze kunt toepassen op toekomstige afdrukopdrachten. Een set afdrukopties opslaan: 1. Open het document in uw applicatie en klik op Bestand>Afdrukken. 2. Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen. Klik op de tabbladen in het venster Eigenschappen en selecteer vervolgens op de gewenste instellingen. 3.
Bezig met afdrukken Linux-afdrukopties Xerox® Printerbeheer starten Om Xerox® Printerbeheer op hoofdniveau te starten via de opdrachtregel op een terminalvenster, typt u xeroxprtmgr en drukt u vervolgens op Enter of Return. Afdrukken vanaf een Linux-werkstation De Xerox®-printerdriver accepteert een bestand met opdrachtkaartinstellingen dat vooringestelde afdrukfuncties bevat. U kunt ook afdrukverzoeken verzenden via de commandoregel met behulp van lp/lpr.
Bezig met afdrukken Opdrachten beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Opdrachten beheren via het bedieningspaneel ...................................................................................................... 71 • • Beveiligde en vastgehouden afdrukopdrachten beheren .................................................................................. 72 Opdrachten beheren in CentreWare Internet Services ...................................................................
Bezig met afdrukken Zo verwijdert u een opdracht: 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus. 2. Druk op de opdracht op een van de tabbladen voor het type opdracht. 3. Selecteer Verwijderen. Opmerkingen: • De systeembeheerder kan verhinderen dat gebruikers opdrachten verwijderen. Als een systeembeheerder beperkingen heeft ingesteld voor het verwijderen van opdrachten, dan kunt u de opdrachten wel bekijken maar niet verwijderen.
Bezig met afdrukken Zo kunt u een lijst met niet-geïdentificeerde afdrukopdrachten bekijken en deze vrijgeven: 1. Selecteer het tabblad Niet-geïdentificeerde afdrukopdrachten. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: − Om een vastgehouden opdracht vrij te geven, drukt u op de opdracht en drukt u vervolgens op Vrijgeven. − Om alle vastgehouden opdrachten vrij te geven, drukt u op Alle opdrachten vrijgeven.
Bezig met afdrukken Afdrukfuncties In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Op beide zijden van het papier afdrukken ................................................................................................................ 74 • • Papieropties voor afdrukken selecteren ..................................................................................................................... 75 Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken ...............................................
Bezig met afdrukken Portret Portret 2-zijdig afdrukken Landschap Portret Landschap 2-zijdig afdrukken, omslaan 2-zijdig afdrukken via korte kant Landschap 2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant Papieropties voor afdrukken selecteren U kunt het papier voor uw afdrukopdracht op twee manieren selecteren. U kunt het te gebruiken papier door de printer laten selecteren op basis van het documentformaat, de papiersoort en de papierkleur die u opgeeft.
Bezig met afdrukken Bindrug Verschuiving Afdrukkwaliteit Afdrukkwaliteitmodes: • Afdrukkwaliteitsmode Standaard: 600 x 600 dpi • Afdrukkwaliteitsmode Hoge resolutie: 1200 x 1200 dpi • Afdrukkwaliteitsmode Toner besparen − In deze mode wordt minder toner gebruikt voor afdrukopdrachten. − U kunt deze toepassing gebruiken voor aflevering van conceptkwaliteit. Lichtheid Met Lichtheid kunt u de algemene lichtheid of donkerheid van de tekst en afbeeldingen in uw afgedrukte opdracht aanpassen. 1.
Bezig met afdrukken Omslagen afdrukken Een omslag is de eerste of de laatste pagina van een document. U kunt papierbronnen voor de omslagen selecteren die afwijken van de papierbron voor het hoofdgedeelte van een document. U kunt bijvoorbeeld het briefhoofdpapier van uw bedrijf voor de eerste pagina van een document gebruiken. U kunt ook zwaar papier voor de eerste en laatste pagina van een rapport gebruiken. U kunt elke geschikte papierlade gebruiken als bron voor het afdrukken van omslagen.
Bezig met afdrukken Afwijkende documentpagina's afdrukken De instellingen voor afwijkende documentpagina's zijn niet hetzelfde als voor de rest van de pagina's in de opdracht. U kunt verschillen zoals paginaformaat, paginasoort en paginakleur opgeven. U kunt ook de te bedrukken zijde van het papier wijzigen als dat nodig is voor uw opdracht. Een afdrukopdracht kan meerdere afwijkende documentpagina's bevatten. Uw afdrukopdracht bestaat bijvoorbeeld uit 30 pagina's.
Bezig met afdrukken Schalen U kunt het beeld tot minimaal 25% van het originele formaat verkleinen of tot maximaal 400% vergroten. In Windows vindt u de schaalopties in de printerdriver op het tabblad Afdrukopties. 50% 1. 2. 100% 200% Om schaalopties te openen, klikt u op de pijl rechts van het veld Papier en selecteert u Ander papierformaat>Geavanceerd papierformaat. Selecteer een optie. − Niet aanpassen: U kunt deze optie gebruiken om de originele afmetingen van het beeld te behouden.
Bezig met afdrukken Watermerken afdrukken Een watermerk is speciale tekst die op een of meer pagina's kan worden afgedrukt. U kunt bijvoorbeeld het woord Kopie, Concept of Vertrouwelijk als watermerk toevoegen, in plaats van het woord met een stempel op het document af te drukken voordat u het verspreidt. Opmerkingen: • Niet alle vermelde opties worden ondersteund door alle printers. Sommige opties zijn alleen beschikbaar bij een specifiek(e) printermodel, configuratie, besturingssysteem of type driver.
Bezig met afdrukken 4. 5. Klik op Pagina's en selecteer de pagina's waarop het watermerk moet worden afgedrukt: − Op alle pagina's - hiermee wordt het watermerk op alle pagina's van uw document afgedrukt. − Alleen op eerste pagina - hiermee wordt het watermerk alleen op de eerste pagina van het document afgedrukt. Klik op OK. Spiegelbeelden afdrukken Als de PostScript-driver is geïnstalleerd, kunt u pagina's als een spiegelbeeld afdrukken.
Bezig met afdrukken Berichtgeving voltooide opdrachten selecteren voor Windows U kunt kiezen of u een bericht wilt ontvangen wanneer uw opdracht is afgedrukt. Er verschijnt een bericht in het scherm van uw computer met de naam van de opdracht en de naam van de printer waarop de opdracht is afgedrukt. Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op een computer die afdrukt op een netwerkprinter. Als u een melding wilt ontvangen wanneer uw afdrukopdracht klaar is: 1.
Bezig met afdrukken Speciale opdrachttypen afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Beveiligde afdruk ................................................................................................................................................................. 83 • • Proefset ....................................................................................................................................................................................
Bezig met afdrukken Een beveiligde afdrukopdracht verzenden 1. 2. 3. Selecteer Beveiligde afdruk in de lijst Opdrachttype op het tabblad Afdrukopties. Typ een toegangscode van 4-10 cijfers voor de beveiligde afdrukopdracht. Voer in het veld Toegangscode bevestigen de toegangscode nogmaals in. Opmerkingen: 4. 5. 6. 7. 8. 9. • Als u geen toegangscode opgeeft, kent de printer een toegangscode toe en geeft deze weer in het venster Toegangscode vereist.
Bezig met afdrukken Proefset Met het opdrachttype Proefset kunt u een proefexemplaar afdrukken van een opdracht die uit meerdere exemplaren bestaat, en de overige exemplaren op de printer vasthouden. Nadat u het proefexemplaar hebt gecontroleerd, kunt u de opdrachtnaam selecteren op het bedieningspaneel van de printer om de overige exemplaren af te drukken. Een proefafdruk verzenden 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Selecteer Proefafdruk in de lijst Opdrachttype op het tabblad Afdrukopties.
Bezig met afdrukken Uitgestelde afdruk U kunt een afdrukopdracht maximaal 24 uur later dan de oorspronkelijke verzendtijd laten afdrukken. Voer het tijdstip in waarop u de opdracht wilt afdrukken. Als het door u ingevoerde tijdstip eerder is dan het tijdstip waarop u de afdrukopdracht verzendt, wordt de opdracht de volgende dag afgedrukt. Het standaardtijdstip voor uitgesteld afdrukken is middernacht. Een uitgestelde afdrukopdracht verzenden 1. 2.
Bezig met afdrukken 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. In het veld Opslaan in of Mapnummer geeft u op waar u het bestand op de printer wilt opslaan. Voer een van de volgende handelingen uit: − Typ de naam van de bestemmingsmap. − Klik op de pijl rechts van het veld en selecteer een mapnaam in de lijst. − Klik op de pijl rechts van het veld en selecteer Standaard openbare map. Om de opdracht nu af te drukken en ook op te slaan, schakelt u het selectievakje Afdrukken en opslaan in. Selecteer Openbaar.
Bezig met afdrukken 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 88 Om de opdracht nu af te drukken en ook op te slaan, schakelt u het selectievakje Afdrukken en opslaan in. Selecteer Privé om uw opdracht op de printer op te slaan. Typ een toegangscode in het veld Toegangscode. De toegangscode is gekoppeld aan uw gebruikersnaam. Wanneer een toegangscode is ingesteld, wordt dit de standaardtoegangscode voor iedere afdrukopdracht op alle Xerox®-printers waarvoor een toegangscode wordt vereist.
Bezig met afdrukken Vastgehouden afdrukopdrachten Opdrachten kunnen om verschillende redenen worden vastgehouden of gepauzeerd. Als het papier in de printer bijvoorbeeld op is, wordt de opdracht vastgehouden. Als u een proefopdracht verzendt, wordt het eerste exemplaar van de opdracht afgedrukt en blijven de overige exemplaren in de wachtrij staan totdat u ze vrijgeeft.
Bezig met afdrukken Afdrukken via Met Afdrukken via kunnen documenten worden afgedrukt die zijn opgeslagen op de printer, op een computer op een netwerk of op een USB-stick. Afdrukken vanaf een USB-stick U kunt .pdf, .ps, .pcl, .prn, .tiff en .xps-bestanden rechtstreeks vanaf een USB-stick afdrukken. Opmerkingen: • Als USB-poorten zijn uitgeschakeld, kunt u geen USB-kaartlezer voor verificatie gebruiken, de software niet bijwerken en niet afdrukken vanaf een USB-stick.
Bezig met afdrukken Afdrukken via mailbox Met Afdrukken via mailbox kunt u een bestand afdrukken dat is opgeslagen in een map op de harde schijf van de printer. Afdrukken via een mailbox: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Functies en daarna op Afdrukken via. 2. Selecteer Mailbox en druk vervolgens op de naam van de map met daarin het document.
Bezig met afdrukken 5. 6. Als Accountadministratie is ingeschakeld, voert u de gegevens voor uw gebruikers-ID en account in. Klik op Opdracht verzenden. Opmerking: Om te controleren of de opdracht naar de wachtrij is verzonden, wacht u op het bevestigingsbericht voor opdrachtverzending voordat u deze pagina sluit.
6 Kopiëren In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige kopieertaken ................................................................................................................................................. 94 • Kopieeropties aanpassen..................................................................................................................................................
Kopiëren Eenvoudige kopieertaken 1. 2. 3. 4. Om eerdere instellingen te wissen, drukt u op het bedieningspaneel op de gele toets Alles wissen. Plaats uw originelen: − Gebruik de glasplaat voor opdrachten die uit één pagina bestaan of voor originelen die niet via de AOD kunnen worden ingevoerd. Leg de eerste pagina van het document met de beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. − Gebruik de AOD voor documenten van één of meer pagina's.
Kopiëren Richtlijnen voor de glasplaat De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch).
Kopiëren Een ID-kaart kopiëren U kunt beide zijden van een ID-kaart of klein document op één zijde van een vel papier kopiëren. Elke zijde wordt op dezelfde plek op de glasplaat gekopieerd. De printer slaat beide zijden op en drukt ze naast elkaar af op het papier. Een ID-kaart kopiëren: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Druk op ID kopie. 3.
Kopiëren Kopieeropties aanpassen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Basisinstellingen ................................................................................................................................................................... 98 • • Instellingen afdrukkwaliteit............................................................................................................................................. 99 Uitvoeraanpassingen ..................................
Kopiëren Basisinstellingen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een papierlade selecteren ................................................................................................................................................ 98 • • Afbeelding lichter of donkerder maken ...................................................................................................................... 98 2-zijdig kopiëren instellen ........................................................
Kopiëren Instellingen afdrukkwaliteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Het documenttype van het origineel specificeren ................................................................................................. 99 • • Scherpte aanpassen ............................................................................................................................................................ 99 Automatische achtergrondonderdrukking .........................................
Kopiëren Uitvoeraanpassingen Kopieën in sets afleveren U kunt kopieeropdrachten die uit meerdere pagina's bestaan automatisch in sets afgeleverd laten worden. Wanneer u bijvoorbeeld drie 1-zijdige sets kopieën maakt van een-document van zes pagina's, worden de kopieën in onderstaande volgorde afgedrukt: 1, 2, 3, 4, 5, 6; 1, 2, 3, 4, 5, 6; 1, 2, 3, 4, 5, 6 Kopieën in stapels worden in de onderstaande volgorde afgedrukt: 1, 1, 1, 2, 2, 2, 3, 3, 3, 4, 4, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 6 Setoptie selecteren: 1.
Kopiëren Meerdere pagina's per zijde afdrukken Meerdere pagina's per zijde afdrukken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Druk op Kopiëren. 3. Selecteer het tabblad Afleveringsfor. 4. Selecteer Pagina-opmaak. 5. Selecteer een van de volgende: − Uit: Met deze optie kopieert u een origineelbeeld op een zijde van een pagina. − Pagina's per zijde: met deze optie plaatst u een opgegeven aantal pagina's op een of beide zijden van het papier.
Bezig met scannen 7 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige scantaken ..................................................................................................................................................... 104 • • Scannen naar een USB-stick.......................................................................................................................................... 107 Scannen naar een gedeelde map op een netwerkcomputer .........................
Bezig met scannen Eenvoudige scantaken De toepassing Scannen biedt verschillende methoden voor het scannen en opslaan van originele documenten. De scanprocedure die voor uw printer wordt gebruikt, is anders dan die van bureaubladscanners. Aangezien de printer doorgaans is aangesloten op een netwerk in plaats van een enkele computer, selecteert u een bestemming voor het gescande beeld op de printer.
Bezig met scannen Glasplaat • Til de klep van de AOD omhoog en plaats de eerste pagina met de beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. • Lijn de originelen uit met het overeenkomstige papierformaat, dat op de rand van de glasplaat wordt aangegeven. • De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch). Richtlijnen voor de glasplaat De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch).
Bezig met scannen Richtlijnen voor dubbelzijdige AOD Volg de onderstaande richtlijnen wanneer u originelen in de dubbelzijdige AOD plaatst: • Plaats originelen met de beeldzijde omhoog en de bovenkant van de pagina als eerste de invoer in. • Plaats alleen losse vellen papier in de dubbelzijdige AOD. • Duw de papiergeleiders tegen de zijkant van de originelen aan. • Plaats alleen papier in de dubbelzijdige AOD wanneer de inkt op het papier helemaal droog is. • Plaats geen papier boven de maximale vullijn.
Bezig met scannen Scannen naar een USB-stick U kunt een document scannen en het gescande bestand opslaan op een USB-stick. De functie Scannen naar USB produceert scans met de bestandsindelingen .jpg, .pdf en .tiff. Scannen naar een USB-stick: Opmerking: Voordat u op de scantoets drukt of de USB-Flashdrive insteekt, drukt u op de toets Energiespaarstand en wacht u even totdat het indicatielampje voor de Energiespaarstand uit is. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Bezig met scannen Scannen naar een gedeelde map op een netwerkcomputer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een map op een Windows-computer delen ............................................................................................................ 108 • • Een map delen met Macintosh OS X versie 10.7 en later ................................................................................. 109 Een map toevoegen als adresboekvermelding met CentreWare Internet Services ........
Bezig met scannen Een map delen met Macintosh OS X versie 10.7 en later Klik in het menu Apple op Systeemvoorkeuren. Selecteer Delen in het menu Internet & Draadloos. Selecteer Bestanden delen in het menu Service. Klik onder Gedeelde mappen op het plus-pictogram (+). Blader naar de map die u op het netwerk wilt delen en klik dan op Toevoegen. Als u toegangsrechten voor uw map wilt wijzigen, selecteer deze dan. De groepen worden actief.
Bezig met scannen Scannen naar een map op een netwerkcomputer 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Plaats het origineel op de glasplaat of in de dubbelzijdige AOD. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. Selecteer Scannen naar op het bedieningspaneel van de printer. Druk op Netwerk. Druk op de adresboekvermelding. Selecteer OK. Om scaninstellingen te wijzigen, drukt u op de desbetreffende toetsen. Zie Scaninstellingen aanpassen op pagina 115 voor meer informatie. 8.
Bezig met scannen Scannen naar een e-mailadres Voordat u naar een e-mailadres scant, moet u de printer configureren met de e-mailserverinformatie. Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC3655docs. Een beeld scannen en naar een e-mailadres verzenden: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de dubbelzijdige AOD. 2. Druk op de knop Startpagina Functies en druk vervolgens op E-mail. 3. Selecteer het tabblad E-mail.
Bezig met scannen Scannen naar WSD (Web Services on Devices) Met WSD (Web Services on Devices) wordt uw computer met de printer verbonden. Gebruik WSD voor toegang tot gescande beelden op uw computer. Opmerking: Zie De printer installeren als een apparaat voor webservices. Scannen naar WSD: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de dubbelzijdige AOD. 2. Selecteer Scannen naar op het bedieningspaneel van de printer. 3. Selecteer WSD. 4. Selecteer het computeradres om een bestemming te selecteren. 5.
Bezig met scannen Beelden scannen naar een applicatie op een computer die via USB is aangesloten In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Beelden in naar een applicatie importeren ............................................................................................................ 113 • • Een beeld scannen met Windows XP .........................................................................................................................
Bezig met scannen 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. Als u een voorbeeld van het document wilt bekijken of een deel van het te scannen document wilt selecteren, kiest u Voorbeeld. De printer scant een voorbeeld van het beeld. Als u een deel van het document wilt scannen, klikt u op de hoekpunten en sleept u ze naar een andere positie om het formaat van het frame te veranderen. Klik op Volgende. Typ een naam voor deze groep foto's. Selecteer een bestandsindeling.
Bezig met scannen Scaninstellingen aanpassen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De afdrukkleur instellen................................................................................................................................................... 115 • • Scanresolutie instellen ..................................................................................................................................................... 115 2-zijdig scannen selecteren ..................
Bezig met scannen 2-zijdig scannen selecteren Met 2-zijdig scannen worden beide pagina's van het originele beeld gescand. 2-zijdig scannen instellen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Druk op Scannen naar en selecteer een optie. 3. Druk op 2-zijdig scannen. 4. Druk op 2-zijdig. 5. Om het beeld op zijde 2 180 graden te roteren, selecteert u 2-zijdig en vervolgens Zijde 2 roteren. Het bestandsformaat instellen 1. 2. 3. 4.
Bezig met scannen Het contrast aanpassen 1. 2. 3. 4. Druk op de knop Startpagina Functies en druk vervolgens op Scannen naar. Druk op het tabblad Geavanceerde instellingen en druk vervolgens op Beeldverbetering. Selecteer een optie op het scherm Beeldverbetering: − Auto contrast: Selecteer deze optie om het contrast door de printer te laten instellen. − Handmatig contract: Selecteer deze optie om het contrast handmatig aan te passen.
Bezig met scannen Randen wissen U kunt de hoeveelheid opgeven die van de randen van de scanbeelden moet worden gewist. Randen wissen gebruiken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Druk op Scannen naar en selecteer een optie. 3. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing. 4. Druk op Randen wissen. 5. Als u de instellingen van Randen wissen wilt wijzingen, selecteert u een optie. − Alle randen: hiermee wordt dezelfde hoeveelheid gewist van alle vier hoeken.
8 Faxen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • De printer configureren voor faxen ............................................................................................................................ 120 • • Eenvoudige faxtaken........................................................................................................................................................ 122 Een interne fax verzenden......................................................................
Faxen De printer configureren voor faxen Voordat u de fax gaat gebruiken, moet u de faxinstellingen configureren, zodat de instellingen compatibel zijn met uw lokale verbinding en regelgeving. De faxinstellingen bestaan onder meer uit optionele functies die u kunt gebruiken om de printer voor faxen te configureren. Opmerking: Niet alle vermelde opties worden ondersteund door alle printers.
Faxen AOD • Plaats de originelen met de beeldzijde omhoog en met pagina 1 bovenop. • Het bevestigingslampje gaat branden wanneer de originelen correct zijn geplaatst. • Stel de papiergeleiders zo af dat ze net de originelen raken. • De AOD ondersteunt papiergewichten van 50–125 g/m² voor 1-zijdige pagina's en 60–125 g/m² voor 2-zijdige pagina's. • De AOD ondersteunt papierformaten van 139,7 x 139,7 mm (5,5 x 5,5 inch) t/m 215,9 x 355,6 mm (8,5 x 14 inch).
Faxen Eenvoudige faxtaken U kunt een fax op vier verschillende manieren verzenden: • Fax (of interne fax) - hiermee wordt het document gescand en rechtstreeks naar een faxapparaat verzonden. • Serverfax - hiermee wordt het document gescand en naar een faxserver verzonden, die de fax vervolgens naar een faxapparaat verzendt. • Internetfax - hiermee wordt het document gescand en als bijlage bij een e-mailbericht naar een ontvanger verzonden.
Faxen Een interne fax verzenden 1. 2. 3. 4. Plaats het origineel op de glasplaat of in de dubbelzijdige AOD. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. Selecteer het tabblad Fax. Druk op een of meer opties om het adres(nummer) voor de fax op te geven. − In het veld Voer nummer in en druk op Toevoegen kunt u handmatig een faxnummer invoeren. Voer het nummer in met de alfanumerieke toetsen en druk vervolgens op Toevoegen.
Faxen 6. 7. 8. 9. 10. Druk op 2-zijdig scannen en selecteer een optie. Druk op Origineelsoort en selecteer een optie. Druk op Resolutie en selecteer een optie. Selecteer naar wens meer opties. Zie Faxopties selecteren op pagina 125 voor meer informatie. Druk op de groene toets Start. De printer scant de pagina's en verzendt het document zodra alle pagina's zijn gescand. Opmerking: Druk op Stop om de opdracht tijdelijk stop te zetten.
Faxen Faxopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Helderheid en scherpte aanpassen ............................................................................................................................ 125 • • Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken ........................................................................................... 126 Het contrast aanpassen .........................................................................................
Faxen Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken Wanneer u originelen scant die op dun papier zijn gedrukt, schijnen de beelden op de ene zijde van het papier door op de andere zijde. Met de instelling Auto-onderdrukking is de printer minder gevoelig voor variaties in lichte achtergrondkleuren. Auto-onderdrukking selecteren: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2. Druk op het tabblad Afdrukkwaliteit en druk vervolgens op Beeldverbetering. 3.
Faxen Verkleinen of splitsen selecteren U kunt aangeven wat er moet worden gedaan met beelden die te groot zijn. Verkleinen of splitsen selecteren: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en vervolgens op Verkleinen/splitsen. 3. Selecteer een optie: − Passend maken - hiermee worden grote documenten op kleiner papier gepast. − Verdelen over pagina's - hiermee loopt een enkel beeld over meerdere pagina's door. 4. Selecteer OK.
Faxen Startsnelheid selecteren Selecteer de hoogste startsnelheid, tenzij u een fax verzendt naar een bestemming met speciale vereisten. De verzendsnelheid voor een fax selecteren: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2. Druk op het tabblad Faxopties en op Startsnelheid. 3. Selecteer een optie. 4. Selecteer OK. Opmerking: Voor sommige telefoonnetwerken moet de faxstartsnelheid worden ingesteld op Geforceerd (4800 bps).
Faxen Een fax naar een externe mailbox verzenden 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. Druk op het tabblad Faxopties en druk vervolgens op Mailboxen. Druk op Verzenden naar externe mailbox. Selecteer een optie voor het adresseren van de fax: − Faxnummer: Met deze optie kunt u een faxnummer invoeren. Druk op Faxnummer invoeren, voer een nummer in met behulp van de toetsen op het alfanumerieke toetsenblok en druk vervolgens op OK.
Faxen Lokale mailboxdocumenten verwijderen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. Druk op het tabblad Faxopties en druk vervolgens op Mailboxen. Selecteer Lokale mailboxdocumenten verwijderen. Druk op het vak Mailboxnummer en voer vervolgens het mailboxnummer in met de alfanumerieke toetsen. Druk op het vak Mailbox-toegangscode en voer vervolgens de 4-cijferige toegangscode in met de alfanumerieke toetsen. Druk op Alle documenten verwijderen.
Faxen Opgeslagen faxen afdrukken of verwijderen 1. 2. 3. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. Druk op het tabblad Faxopties en druk vervolgens op Lokaal pollen. Selecteer een optie onder Opslaan voor lokaal pollen. − Alle opgeslagen documenten afdrukken: Met deze optie worden alle in de printer opgeslagen faxdocumenten afgedrukt. − Alle opgeslagen documenten verwijderen: Met deze optie worden alle in de printer opgeslagen faxdocumenten verwijderd.
Faxen Een faxopdracht opbouwen Met deze toepassing kunt u een groep originelen, elk met andere instellingen, faxen. Elk segment wordt geprogrammeerd en gescand en de beelden worden tijdelijk op de printer opgeslagen. Wanneer alle segmenten zijn opgeslagen, worden de afzonderlijke segmenten als één enkele opdracht gefaxt. Een faxopdracht opbouwen: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op de gewenste fax. 2.
Faxen Een serverfax verzenden Als er een faxserver op het netwerk is aangesloten, kunt u een document vanaf de printer naar een faxapparaat verzenden zonder dat hiervoor een telefoonlijn nodig is. Bij gebruik van een serverfax wordt het document gescand en naar een faxopslagplaats op het netwerk verzonden. De faxserver verzendt de fax via een telefoonlijn naar een faxapparaat.
Faxen Serverfaxopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Helderheid aanpassen ..................................................................................................................................................... 134 • • Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken ........................................................................................... 134 Het contrast aanpassen ......................................................................
Faxen De richting van het origineel opgeven 1. 2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en druk vervolgens op Origineelrichting. Druk op de gewenste richting in het scherm Origineelrichting: − Staande beelden en Liggende beelden hebben betrekking op de richting waarin de originelen in de AOD zijn geplaatst. − Portretoriginelen en Landschaporiginelen hebben betrekking op de richting van de beelden op de originelen.
Faxen Een uitgestelde fax verzenden U kunt een later tijdstip instellen, waarop de printer uw faxopdracht moet verzenden. Het uitstel is minimaal 15 minuten en maximaal 24 uur. Opmerking: Stel de juiste tijd in op de printer voordat u deze toepassing gebruikt. Het tijdstip opgeven waarop u de fax wilt verzenden: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Serverfax. 2. Druk op het tabblad Faxopties en op Uitgesteld verzenden. 3.
Faxen Een internetfax verzenden Als er een SMTP-server (e-mail) met uw netwerk is verbonden, kunt u een document naar een e-mailadres verzenden. Dankzij deze functie is een aparte telefoonlijn overbodig en wordt bespaard op de kosten hiervan. Bij gebruik van Internetfax wordt het document gescand en naar een e-mailadres verzonden. Een internetfax verzenden: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax. 3.
Faxen Internetfaxopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Helderheid en scherpte aanpassen ............................................................................................................................ 138 • • Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken ........................................................................................... 138 Het contrast aanpassen .................................................................................
Faxen Het contrast aanpassen Contrast is het relatieve verschil tussen lichte en donkere gebieden in een beeld. Het contrast aanpassen: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax. 2. Druk op het tabblad Geavanceerde instellingen en druk vervolgens op Beeldverbetering. 3. Pas het contrast aan in het scherm Beeldverbetering: − Kies Handmatig contrast om het contrast zelf aan te passen.
Faxen De kwaliteit en de bestandsgrootte instellen Met de optie Kwaliteit/bestandsgrootte kunt u uit drie instellingen kiezen, waarmee de afdrukkwaliteit en de bestandsgrootte tegen elkaar worden afgewogen. Beelden met een hogere afdrukkwaliteit resulteren in grotere bestanden, die niet zo geschikt zijn om te delen of over het netwerk te verzenden. De kwaliteit en bestandsgrootte van de internetfax instellen: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax. 2.
Faxen Een bericht toevoegen 1. 2. 3. 4. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax. Druk op het tabblad Internetfaxopties en druk vervolgens op Bericht. Voer een bericht in via het toetsenbord op het aanraakscherm. SelecteerOK. Een adres voor 'Antwoord aan' opgeven 1. 2. 3. 4. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax. Druk op het tabblad Internetfaxopties en druk vervolgens op Antwoord aan.
Faxen Een LAN-fax verzenden Met LAN-fax kunt u faxen vanaf de printerdriver op uw computer naar een faxapparaat verzenden via een telefoonlijn. In het venster Faxen kunt u ontvangers invoeren, een omslagpagina met opmerkingen maken en opties instellen. Via deze opties kunt u bevestigingsbladen, verzendsnelheid, faxresolutie, verzendtijd en faxkiesopties selecteren.
Faxen Het adresboek gebruiken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Individuele vermelding aan het apparaatadresboek toevoegen .................................................................. 143 • Favorieten in het apparaatadresboek bewerken of verwijderen ................................................................... 144 Individuele vermelding aan het apparaatadresboek toevoegen Het apparaatadresboek kan maximaal 5000 contactpersonen bevatten.
Faxen Zo voegt u een ontvanger toe aan het apparaatadresboek m.b.v. de faxfunctie: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Als u een faxadresboekvermelding wilt toevoegen, selecteert u Fax. 3. Selecteer het veld Faxnummer invoeren en voer met het toetsenbord op het aanraakscherm het nummer in. 4. Voeg de ontvanger toe aan het adresboek door op Nieuw contact maken te klikken.
9 Onderhoud In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • De printer reinigen............................................................................................................................................................. 146 • • Verbruiksartikelen bestellen .......................................................................................................................................... 150 De printer beheren............................................................
Onderhoud De printer reinigen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen ............................................................................................................................... 146 • • De buitenzijde reinigen.................................................................................................................................................... 147 De scanner reinigen .........................................................
Onderhoud De buitenzijde reinigen Reinig de buitenkant van de printer een keer per maand. • Veeg de papierlade, de opvangbak, het bedieningspaneel en andere onderdelen schoon met een vochtige, zachte doek. • Veeg de onderdelen na het reinigen af met een droge, zachte doek. • Voor hardnekkige vlekken brengt u een klein beetje niet-agressief schoonmaakmiddel op de doek aan en veegt u de vlek weg. VOORZICHTIG: Spuit geen schoonmaakmiddel rechtstreeks op de printer.
Onderhoud 4. Veeg de oppervlakken van de glasplaat en de CVT-glasstrook schoon en droog. Opmerking: Gebruik glasreiniger voor de beste resultaten om vlekken en strepen te verwijderen. 5. Veeg de witte onderkant van de documentklep grondig schoon en droog. 6. Sluit de klep van de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO).
Onderhoud De invoerrollen van de dubbelzijdige automatische originelendoorvoer (DAOD) reinigen 1. Open de bovenklep van de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO). 2. Veeg de invoerrollen en het scheidingsvlak schoon met een zachte, niet-pluizende doek die engiszins vochtig is gemaakt met water. Opmerking: Als er toner of afval op de invoerrollen van de dubbelzijdige AOD en het scheidingsvlak zit, kunnen er vlekken op de documenten voorkomen.
Onderhoud Verbruiksartikelen bestellen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Verbruiksartikelen .............................................................................................................................................................. 150 • • Artikelen voor routineonderhoud ................................................................................................................................ 150 Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? .........
Onderhoud Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? Er verschijnt een waarschuwing op het bedieningspaneel wanneer verbruiksartikelen bijna vervangen moeten worden. Zorg dat u de vervangende verbruiksartikelen in voorraad hebt. Om afdrukonderbrekingen te voorkomen, is het belangrijk dat u deze verbruiksartikelen bestelt wanneer de berichten voor de eerste keer worden weergegeven. Er verschijnt een foutbericht op het bedieningspaneel wanneer verbruiksartikelen vervangen moeten worden.
Onderhoud Tonercassettes In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen ............................................................................................................................... 152 • Tonercassette vervangen ...............................................................................................................................................
Onderhoud Tonercassette vervangen Wanneer een tonercassette bijna leeg is, verschijnt er een desbetreffend bericht op het bedieningspaneel. Wanneer een tonercassette leeg is, stopt de printer en verschijnt er een bericht op het bedieningspaneel. Plaats alleen nieuwe cassettes in uw printer. Als u een gebruikte toner plaatst, wordt de hoeveelheid resterende toner mogelijk onjuist aangegeven. Opmerking: Bij iedere tonercassette worden installatie-instructies geleverd.
Onderhoud De printer beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De hoogte aanpassen ...................................................................................................................................................... 154 • De printer verplaatsen ..................................................................................................................................................... 154 De hoogte aanpassen Gebruik Hoogte instell.
Onderhoud 3. Als het verlengstuk van de opvangbak is uitgeschoven, schuift u deze terug. 4. Verwijder het papier uit de papierlade. Bewaar het papier in de verpakking, uit de buurt van vochtigheid en vuil. 5. Pak bij het optillen van de printer de aangegeven delen vast. Opmerkingen: • Houd de printer bij het verplaatsen niet schuiner dan 10 graden naar voren, achteren, links of rechts. Als de printer meer dan 10 graden wordt gekanteld, kan toner worden gemorst.
Onderhoud Nadat de printer is verplaatst: 1. Plaats eventueel verwijderde onderdelen opnieuw. 2. Sluit de printer weer op de kabels en het netsnoer aan. 3. Sluit de printer weer op de stroom aan en schakel de printer in.
Problemen oplossen 10 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Algemene problemen oplossen .................................................................................................................................... 158 • • Papierstoringen ................................................................................................................................................................... 163 Help-informatie........................................................
Problemen oplossen Algemene problemen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De printer heeft een aan/uit-schakelaar een aan/uit-knop ............................................................................. 158 • • De printer opnieuw starten ............................................................................................................................................ 158 Het inschakelen van de printer is mislukt .............................................
Problemen oplossen Het inschakelen van de printer is mislukt Mogelijke oorzaken Oplossingen Een van de schakelaars is niet aangezet. Schakel beide aan/uit-schakelaars in. Raadpleeg De printer in- en uitschakelen op pagina 34 voor meer informatie. Het netsnoer is niet goed op het stopcontact aangesloten. Schakel de printer uit en steek het netsnoer stevig in het stopcontact. Raadpleeg De printer in- en uitschakelen op pagina 34 voor meer informatie.
Problemen oplossen Problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken Mogelijke oorzaken Oplossingen Niet-ondersteund of incorrect papier. Controleer of u een ondersteund papierformaat en -gewicht voor 2-zijdig afdrukken gebruikt. U kunt geen enveloppen en etiketten gebruiken voor 2-zijdig afdrukken. Zie Ondersteunde standaard papiersoorten en -gewichten voor automatisch 2-zijdig afdrukken enOndersteunde standaard papierformaten voor automatisch 2-zijdig afdrukken voor meer informatie.
Problemen oplossen De printer kan niet afdrukken Mogelijke oorzaken Oplossingen Storing op printer opgetreden. • U verwijdert het foutbericht door de instructies op het scherm te volgen. • Schakel de printer uit en vervolgens weer in. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger. De nietjes in de printer zijn op. Plaats papier in de lade. Een tonercassette is leeg. Vervang de lege tonercassette. De voordeur staat open.
Problemen oplossen Er is condensatie opgetreden in de printer Vocht kan binnen in de printer condenseren als de luchtvochtigheid boven de 85% is of als een koude printer een warme ruimte wordt gezet. Condensatie kan ook optreden in een printer als deze in een koude ruimte staat die snel wordt verwarmd. Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer staat in een koude ruimte. • Laat de printer enkele uren op kamertemperatuur komen voordat u deze gaat gebruiken.
Problemen oplossen Papierstoringen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen opzoeken .............................................................................................................................................. 163 • • Papierstoringen minimaliseren .................................................................................................................................... 164 Papierstoringen oplossen...............................................
Problemen oplossen Papierstoringen minimaliseren De printer is ontwikkeld om te functioneren met minimale papierstoringen wanneer papier wordt gebruikt dat door Xerox wordt ondersteund. Andere papiersoorten kunnen storingen veroorzaken. Als ondersteund papier veelvuldig in hetzelfde gebied vastloopt, maak dat gebied van de papierbaan dan schoon. Papierstoringen kunnen worden veroorzaakt door: • Het selecteren van de verkeerde papiersoort in de printerdriver. • Het gebruik van beschadigd papier.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen in de dubbelzijdige automatische originelendoorvoer (DAOD) oplossen ................ 165 • • Vastgelopen papier uit de handmatige invoer verwijderen ............................................................................ 166 Papierstoringen oplossen in de zone Lade 1 ..........................................................................................................
Problemen oplossen Vastgelopen papier uit de handmatige invoer verwijderen Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1. Verwijder alle papier uit de handmatige invoer. 2. Pak beide zijden van de handmatige invoer beet en trek de lade voor handmatige invoer recht uit de printer. 3. Trek de lade naar buiten tot deze niet meer verder kan.
Problemen oplossen 4. Om de lade te verwijderen tilt u de voorzijde van de lade iets op en trekt u de lade uit de printer. 5. Verwijder het vastgelopen papier. Controleer of er papiersnippers in de papierbaan zijn achtergebleven en verwijder deze. 6. Plaats lade 1 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen. Opmerking: Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift. 7.
Problemen oplossen 8. 9. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. a. Druk op Formaat en druk op een optie voor een standaard papierformaat. b. Druk op Soort en selecteer een optie voor de papiersoort. c. Raak Kleur aan en selecteer de papierkleur. Druk op Bevestigen. Papierstoringen oplossen in de zone Lade 1 Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1.
Problemen oplossen 4. Om de lade te verwijderen tilt u de voorzijde van de lade iets op en trekt u de lade uit de printer. 5. Verwijder het vastgelopen papier. Controleer of er papiersnippers in de papierbaan zijn achtergebleven en verwijder deze. 6. Plaats lade 1 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen. Opmerking: Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift. 7.
Problemen oplossen 8. 9. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. a. Druk op Formaat en druk op een optie voor een standaard papierformaat. b. Druk op Soort en selecteer een optie voor de papiersoort. c. Raak Kleur aan en selecteer de papierkleur. Druk op Bevestigen. Papierstoringen oplossen in de zone Lade 2–4 Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd.
Problemen oplossen 4. Open de deur van lade 2 aan de achterzijde van de printer en verwijder het vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer. 5. Plaats lade 2 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen. Opmerking: Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift. 6. 7. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. a.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen in de fuserzone Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. WAARSCHUWING: Raak nooit een zone met etiket aan op of rondom de warmteroller in de fuser. U kunt zich branden. Als er een vel papier om de warmteroller heen vastzit, probeer het vel dan niet meteen te verwijderen. Schakel de printer onmiddellijk uit en wacht 40 minuten totdat de fuser is afgekoeld.
Problemen oplossen 4. Verwijder vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer. 5. Sluit de papiergeleider op de fusermodule. 6. Laat de hendels in hun oorspronkelijke stand zakken.
Problemen oplossen 7. Verwijder vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer. 8. Sluit de achterdeur.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Meerdere vellen bij elkaar naar binnen getrokken .............................................................................................. 175 • • Verkeerd ingevoerd papier ............................................................................................................................................. 175 Verkeerd ingevoerde etiketten en enveloppen .....................................
Problemen oplossen Verkeerd ingevoerde etiketten en enveloppen Mogelijke oorzaken Oplossingen Het vel met etiketten ligt met de verkeerde zijde omhoog in de lade. • Plaats etiketvellen in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. • Plaats etiketten met de beeldzijde omhoog in de lade. Zie Etiketten op pagina 63 voor meer informatie. Etiketten ontbreken, zijn omgekruld of van het achtervel losgeraakt.
Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Afdrukkwaliteit regelen ................................................................................................................................................... 177 • Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ..........................................................................................................
Problemen oplossen Papier en ander afdrukmateriaal Uw printer is ontworpen voor het gebruik van verschillende papiersoorten en ander afdrukmateriaal. Volg de richtlijnen in dit gedeelte voor de beste afdrukkwaliteit en om papierstoringen te vermijden: • Gebruik alleen door Xerox goedgekeurd papier. Zie Ondersteund papier op pagina 46 voor meer informatie. • Gebruik alleen droog, onbeschadigd papier.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen De afdrukken zijn te licht. • Controleer het tonerniveau op het bedieningspaneel, via de printerdriver of CentreWare Internet Services. Als de tonercassette bijna leeg is, vervangt u deze. • Zorg dat de tonercassette goedgekeurd is voor gebruik in deze printer en vervang de cassette zo nodig. Gebruik voor de beste resultaten een officiële Xerox-tonercassette. • Zorg dat afdrukkwaliteitsmodus niet is ingesteld op Tonerbesparing.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen Strepen op de afdrukken. • Vervang de Smart Kit-afdrukmodule. • Neem contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger. De afdrukken lijken gespikkeld. • Controleer of het formaat, de soort en het gewicht van het papier kloppen. Zo niet, wijzig dan de papierinstellingen. • De luchtvochtigheid in de ruimte moet binnen de specificaties blijven. Zie voor meer informatie Relatieve luchtvochtigheid. Beeldschaduwen op de afdrukken.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen Enveloppen kreukelen of vouwen bij het afdrukken. Controleer of de vouw zich dichter dan 30 mm (1,2 inch) bij de vier randen van de envelop bevindt. • Zo ja, dan wordt de envelop afgedrukt zoals verwacht. Uw printer is niet defect. • Zo niet, ga dan als volgt te werk: De enveloppen moeten juist in de handmatige invoer worden geplaatst. Zie voor meer informatie Enveloppen in de handmatige invoer plaatsen op pagina 61.
Problemen oplossen Problemen bij kopiëren en scannen Als de kopieer- of scankwaliteit slecht is, raadpleegt u de volgende tabel. Symptomen Oplossingen Lijnen en strepen alleen op kopieën die via de Er ligt vuil op de glasplaat. Bij het scannen komt het papier uit de AOD worden gemaakt. AOD langs het vuil en zo ontstaan lijnen en strepen. Maak alle oppervlakten van glas schoon met een niet pluizende doek. Vlekken op kopieën die via de glasplaat zijn gemaakt. Er ligt vuil op de glasplaat.
Problemen oplossen Problemen bij faxen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Problemen bij het verzenden van faxen ................................................................................................................... 183 • Problemen bij het ontvangen van faxen .................................................................................................................
Problemen oplossen Problemen bij het ontvangen van faxen Symptomen Oorzaken Oplossingen Er staat niets op de ontvangen fax. Mogelijk is er een probleem met de telefoonverbinding of met het faxapparaat van de afzender. Controleer of er op de printer goede kopieën kunnen worden gemaakt. Als dit het geval is, vraagt u de afzender de fax opnieuw te verzenden. De afzender heeft de pagina's verkeerd geplaatst. Neem contact op met de afzender.
Problemen oplossen Help-informatie In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Berichten op het bedieningspaneel ........................................................................................................................... 185 • • Geïntegreerde hulpprogramma's voor het oplossen van problemen gebruiken .................................... 186 Online Support Assistant (Online Support-assistent)....................................................................................
Problemen oplossen Opdrachtstatus op het bedieningspaneel bekijken Huidige of opgeslagen opdrachten op het bedieningspaneel bekijken: 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus. 2. Als u een lijst met actieve opdrachten wilt bekijken, selecteert u Actieve opdrachten. 3. Als u een lijst met voltooide opdrachten wilt bekijken, selecteert u Voltooide opdrachten. 4. Als u een lijst met beveiligde afdrukopdrachten wilt bekijken, selecteert u Beveiligde afdrukopdrachten. 5.
Problemen oplossen 2. 3. 4. 5. Klik op het tabblad Ondersteuning. Klik op Algemeen. Als u de printertestinformatie ter analyse van ontdekte problemen en afstemming op bestaande oplossingen naar Xerox wilt sturen, klikt u op Start een online-sessie voor het oplossen van problemen op www.xerox.com. Volg de instructies op het scherm. Informatiepagina's Uw printer beschikt over een set informatiepagina's die afgedrukt kunnen worden.
Specificaties A In deze bijlage vindt u informatie over: • Printerconfiguraties en -opties ..................................................................................................................................... 190 • • Fysieke specificaties .......................................................................................................................................................... 192 Omgevingsspecificaties ......................................................................
Specificaties Printerconfiguraties en -opties Verkrijgbare configuraties De Xerox® WorkCentre® 3655-multifunctionele printer is beschikbaar in twee configuraties: • S-configuratie: Deze configuratie bestaat uit een netwerkprinter met de functies Kopiëren, automatisch 2-zijdig afdrukken, Scannen en USB- of netwerkconnectiviteit. • X-configuratie: Deze configuratie bestaat uit een netwerkprinter met de functies Kopiëren, automatisch 2-zijdig afdrukken, Scannen, Faxen en USB- of netwerkconnectiviteit.
Specificaties Ondersteunde scanmogelijkheden • • • • • • Bestandsindelingen • JPEG • TIFF • PDF Bedieningspaneel • 7,0 inch LCD-aanraakscherm en navigatie via toetsenbord • Ondersteuning voor extern USB-toetsenbord Connectiviteit • • • • • Externe toegang CentreWare Internet Services Scannen naar SMB Scannen naar FTP Scannen naar e-mail Scannen naar USB-geheugen Scannen naar computer WSD-scan Universele seriële bus (USB 2.
Specificaties Fysieke specificaties Gewichten en afmetingen Basisconfiguratie Basisconfiguratie met optionele invoereenheid van 550 vel Breedte 56,0 cm (22,0 inch) 56,0 cm (22,0 inch) Diepte 54,1 cm (21,3 inch) 54,1 cm (21,3 inch) Hoogte 57,5 cm (22,7 inch) 66,0 cm (26,0 inch) Gewicht S-configuratie 25,4 kg (56,0 lb.) 31,2 kg (68,8 lb.) Gewicht X-configuratie 26,3 kg (58,0 lb.) 32,1 kg (70,8 lb.
Specificaties Benodigde vrije ruimte voor standaardconfiguratie Ruimtevereisten met de optionele invoereenheid van 550 vel Xerox® WorkCentre® 3655-multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker 193
Specificaties Omgevingsspecificaties Temperatuur • • Bedrijfstemperatuur: 5–32°C (41–90°F) Optimale temperatuur: 15–28°C (59–82°F) Relatieve luchtvochtigheid • • Minimum–maximum luchtvochtigheidsbereik: 15–85% relatieve luchtvochtigheid bij 28°C (82°F) Optimaal luchtvochtigheidsbereik: 20–70% relatieve luchtvochtigheid bij 28°C (82°F) Opmerking: In extreme omgevingsomstandigheden, zoals 10°C en 85% relatieve luchtvochtigheid, kunnen defecten optreden wegens condensatie.
Specificaties Elektrische specificaties Stroomvoorziening en spanningsfrequentie Stroomvoorziening Spanningsfrequentie 100–127 V wisselstroom +/-10%, (90–140 V wisselstroom) 50 Hz +/- 3 Hz 60 Hz +/- 3 Hz 220–240 V wisselstroom +/-10%, (198–264 V wisselstroom) 50 Hz +/- 3 Hz 60 Hz +/- 3 Hz Stroomverbruik Status S-configuratie X-configuratie Energiespaarstand (slaapstand): 2,7 W 1,2 W 3,1 W Gereed, met fusermodule ingeschakeld: 81 W 82 W Continu afdrukken: 524W 526W Deze printer verbruikt g
Specificaties Prestatiespecificaties Opwarmtijd printer • Inschakelen: In 3 minuten en 44 seconden. • Wekken uit slaapstand: binnen 5 seconden. Opmerking: Warmdraaitijd gebaseerd op een omgevingstemperatuur van 20°C (68°F) bij een relatieve luchtvochtigheid van 60%. Afdruksnelheid Maximumafdruksnelheden voor 1-zijdig continu afdrukken zijn 47 ppm voor Letter (8,5 x 11 inch) en 45 ppm voor A4 (210 x 297 mm). De langzaamste afdruksnelheid is 7 ppm voor verbeterd 2-zijdig afdrukken.
Informatie over regelgeving B In deze bijlage vindt u informatie over: • Basisregelgeving ................................................................................................................................................................. 198 • Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten ................................................................... 203 • • Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten ..........................................................
Informatie over regelgeving Basisregelgeving Xerox heeft deze printer getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen die door deze printer worden veroorzaakt of worden ontvangen, in een normale kantooromgeving te beperken. FCC-regels in de Verenigde Staten Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van Klasse A conform Deel 15 van de FCC-regels.
Informatie over regelgeving Europese Unie Het CE-merk op dit product symboliseert de verklaring van conformiteit van Xerox met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de aangegeven data: • 12 december 2006: Richtlijn betreffende laagspanning 2006/95/EC • 15 december 2004: Richtlijn betreffende elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EC • 9 maart 1999: Richtlijn betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-apparatuur 1999/5/EG Deze printer is niet gevaarlijk voor de c
Informatie over regelgeving Introductie De volgende informatie is ontwikkeld ter ondersteuning van gebruikers en is vrijgegeven met betrekking tot de Europese Richtlijn betreffende energie-gerelateerde producten, met name het Lot 4-onderzoek naar beeldverwerkingapparatuur. Deze richtlijn verplicht fabrikanten om zich tot verbetering van milieuprestaties van de desbetreffende producten en ondersteunt het EU-actieplan voor energiezuinigheid.
Informatie over regelgeving U kunt een langere activeringstijd instellen of de energiespaarstand helemaal uitschakelen. Op dit apparaat kan het langer duren om over te schakelen op een lager niveau van energieverbruik. Als u meer wilt weten over de deelname van Xerox aan duurzaamheidsinitiatieven, gaat u naar: www.xerox.com/about-xerox/environment/enus.html.
Informatie over regelgeving Importeur Xerox GmbH Hellersbergstraße 2-4 41460 Neuss Deutschland RoHS-regelgeving in Turkije Ter naleving van artikel 7 (d), certificeren we hierbij dat de printer voldoet aan de EEE-regelgeving. "EEE yönetmeliğine uygundur.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten Verenigde Staten Het Congres heeft de reproductie van de volgende onderwerpen onder bepaalde omstandigheden wettelijk verboden. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, riskeren een geldboete of gevangenisstraf. 1. Obligaties of effecten van de Amerikaanse overheid, zoals: − Schuldcertificaten. − Nationale bankbiljetten. − Dividendbewijs van schuldbrieven.
Informatie over regelgeving 4. 5. 6. 7. 8. 9. Bewijzen van staatsburgerschap of naturalisatie. Buitenlandse naturalisatiebewijzen mogen worden gefotografeerd. Paspoorten. Buitenlandse paspoorten mogen worden gefotografeerd. Immigratiedocumenten. Registratiekaarten dienstplicht. Documenten m.b.t. selectieve dienstinlijving die een van de volgende gegevens van de ingeschreven persoon bevat: − Inkomsten. − Strafblad. − Lichamelijke of geestelijke aandoening. − Afhankelijkheidsstatus.
Informatie over regelgeving • • Documenten, bestanden en gegevens die bij de overheid worden bewaard en waar alleen door overheidsmedewerkers gecertificeerde kopieën van kunnen worden gemaakt, waarbij de kopie valselijk als een gecertificeerde kopie wordt gebruikt. Auteursrechtelijk materiaal of handelsmerken van elke willekeurige soort zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht of het handelsmerk.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten Verenigde Staten Vereisten voor de kopregel van de fax Volgens de Wet op de Bescherming van Telefoongebruikers van 1991 is het onwettig om een computer of een ander elektronisch apparaat, inclusief een faxapparaat, te gebruiken voor het verzenden van berichten, tenzij aan de boven- en onderkant van elk bericht of op de eerste pagina van de verzending duidelijk wordt aangegeven op welke datum en op welk tijdstip het bericht
Informatie over regelgeving Als u de juiste service wilt bestellen bij het plaatselijke telefoonbedrijf, dient u mogelijk ook de onderstaande codes te vermelden: • Facility Interface Code (FIC) = 02LS2 • Service Order Code (SOC) = 9.0Y VOORZICHTIG: Vraag bij uw plaatselijk telefoonbedrijf na welke soort modulaire telefoonaansluiting op uw lijn is geïnstalleerd. Als dit apparaat op een niet-toegestane aansluiting wordt aangesloten, kan de apparatuur van het telefoonbedrijf beschadigd raken.
Informatie over regelgeving Canada Dit product is in overeenstemming met de toepasselijke technische specificaties voor Industry Canada. Reparatiewerkzaamheden aan gecertificeerde apparatuur dienen te worden gecoördineerd door een door de leverancier geautoriseerde vertegenwoordiger. Reparatiewerkzaamheden of wijzigingen door de gebruiker aan dit apparaat of storingen in dit apparaat kunnen voor de telefoonmaatschappij een aanleiding zijn om de gebruiker te verzoeken het apparaat los te koppelen.
Informatie over regelgeving Nieuw-Zeeland 1. 2. 3. 4. 5. 6. Met een Telepermit voor terminalapparatuur wordt uitsluitend aangegeven dat Telecom accepteert dat het apparaat voldoet aan de minimale voorwaarden voor aansluiting op het Telecom-netwerk. Een Telepermit duidt op generlei wijze op een goedkeuring van het product door Telecom, geeft geen enkele garantie en er wordt bovendien niet geïmpliceerd dat het product compatibel is met alle netwerkdiensten van Telecom met een Telepermit.
Informatie over regelgeving Veiligheidsinformatiebladen Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot de printer gaat u naar: • Noord-Amerika: www.xerox.com/msds • Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe Voor de telefoonnummers van het Xerox Welcome Centre gaat u naar www.xerox.com/office/worldcontacts.
Recycling en weggooien C In deze bijlage vindt u informatie over: • Alle landen ............................................................................................................................................................................ 212 • • Noord-Amerika .................................................................................................................................................................... 213 Europese Unie..................................................
Recycling en weggooien Alle landen Als u verantwoordelijk bent voor het wegdoen van uw Xerox-product, houd er dan rekening mee dat de printer lood, kwik, perchloraat en andere stoffen kan bevatten die om milieutechnische redenen alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden afgevoerd. De aanwezigheid van deze stoffen is volledig in overeenstemming met de algemene voorschriften die van toepassing waren op het moment dat het product op de markt werd gebracht.
Recycling en weggooien Noord-Amerika Xerox heeft een programma opgezet voor het terugnemen en hergebruiken/recyclen van apparatuur. Neem contact op met uw Xerox vertegenwoordiger (1-800-ASK-XEROX) om na te gaan of dit Xerox-product in het programma is opgenomen. Ga voor meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox naar www.xerox.com/environment of neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor informatie over recycling en afvalverwerking.
Recycling en weggooien Europese Unie Sommige apparatuur kan zowel thuis als in een zakelijke omgeving worden gebruikt. Huishoudelijk gebruik Als dit symbool op uw apparatuur is aangebracht, betekent dit dat de apparatuur niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid. In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten elektrische en elektronische apparaten waarvan de bruikbaarheidsduur is verlopen, gescheiden van het huishoudelijk afval worden weggegooid.
Recycling en weggooien Inzamelen en weggooien van apparatuur en batterijen Deze symbolen op de producten en/of begeleidende documentatie betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet bij algemeen huishoudelijk afval weggegooid mogen worden. Voor een juiste behandeling, herwinning en recycling van oude producten en gebruikte batterijen brengt u deze naar de juiste inzamelingspunten, in overeenstemming met nationale regelgeving en richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Recycling en weggooien Andere landen Neem voor informatie en richtlijnen contact op met de plaatselijke autoriteiten op het gebied van afvalverwerking.