Operation Manual

Faxen
122 Xerox
®
WorkCentre
®
3655-multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
Eenvoudige faxtaken
U kunt een fax op vier verschillende manieren verzenden:
Fax (of interne fax) - hiermee wordt het document gescand en rechtstreeks naar een
faxapparaat verzonden.
Serverfax - hiermee wordt het document gescand en naar een faxserver verzonden, die de fax
vervolgens naar een faxapparaat verzendt.
Internetfax - hiermee wordt het document gescand en als bijlage bij een e-mailbericht naar een
ontvanger verzonden.
LAN-fax - hiermee wordt de huidige afdrukopdracht als fax verzonden. Zie de software van de
printerdriver voor meer informatie.
Een fax verzenden:
1. Plaats uw originelen:
Gebruik de glasplaat voor opdrachten die uit één pagina bestaan of voor originelen die niet
via de AOD kunnen worden ingevoerd. Leg de eerste pagina van het document met de
beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Gebruik de AOD voor documenten van één of meer pagina's. Verwijder alle nietjes en
paperclips van de pagina's en plaats de pagina's met de beeldzijde omhoog in de AOD.
2. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op de gewenste fax.
3. Geef het adres (nummer) voor de fax op met behulp een of meer van deze beschikbare opties:
In het veld Voer nummer in en druk op Toevoegen kunt u handmatig een faxnummer
invoeren. Voer het nummer in met de alfanumerieke toetsen en druk vervolgens op
Toevoegen.
Kiestekens - hiermee kunt u tekens zoals een kiespauze in een faxnummer invoegen. Voer de
nummers en tekens in met de aantaltoetsen in het aanraakscherm en druk vervolgens op
Opslaan.
Opmerking: Er kunnen een of meer kiespauzes nodig zijn tussen het toegangsnummer voor een
buitenlijn en het faxnummer. Als er kiespauzes worden ingevoegd, verschijnen deze als komma's
in het faxnummer.
Met Favorieten hebt u toegang tot geselecteerde favoriete individuele of
groepscontactpersonen uit het adresboek.
Adresboek - hiermee krijgt u toegang tot het adresboek van de printer.
4. Pas de beschikbare faxopties naar wens aan op het tabblad Fax.
5. Wijzig zo nodig aanvullende faxopties. Zie Interne faxopties selecteren op pagina 125,
Serverfaxopties selecteren op pagina 134 of Internetfaxopties selecteren op pagina 138 voor
meer informatie.
6. Druk op de groene toets Start. De printer scant de pagina's en verzendt het document zodra alle
pagina's zijn gescand.