Operation Manual

Faxen
140 Xerox
®
WorkCentre
®
3655-multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
De kwaliteit en de bestandsgrootte instellen
Met de optie Kwaliteit/bestandsgrootte kunt u uit drie instellingen kiezen, waarmee de
afdrukkwaliteit en de bestandsgrootte tegen elkaar worden afgewogen. Beelden met een hogere
afdrukkwaliteit resulteren in grotere bestanden, die niet zo geschikt zijn om te delen of over het
netwerk te verzenden.
De kwaliteit en bestandsgrootte van de internetfax instellen:
1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax.
2. Druk op het tabblad Geavanceerde instellingen en druk vervolgens op
Kwaliteit/bestandsgrootte.
3. Gebruik de schuifbalk in het scherm Kwaliteit/bestandsgrootte om een instelling te selecteren.
Opmerking: De instellingen variëren van Hoogste compressie en Kleinste bestand tot Laagste
compressie en Grootste bestand.
4. Selecteer OK.
De richting van het origineel opgeven
1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax.
2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en druk vervolgens op Origineelrichting.
3. Druk op de gewenste richting in het scherm Origineelrichting:
Staande beelden en Liggende beelden hebben betrekking op de richting waarin de
originelen in de AOD zijn geplaatst.
Portretoriginelen en Landschaporiginelen hebben betrekking op de richting van de beelden
op de originelen.
Opmerking: Als u de glasplaat gebruikt, is de richting van het origineel zoals u deze ziet voordat
u het origineel op de glasplaat omdraait.
4. Selecteer OK.
Formaat van het origineel opgeven
Om te zorgen dat u het juiste gebied van de documenten scant, geeft u het origineelformaat op.
Het origineelformaat opgeven:
1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax.
2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en vervolgens op Origineelformaat.
3. Selecteer een optie op het scherm Origineelformaat:
Auto-herkenning: Hiermee laat u de printer het formaat van het origineel vaststellen.
Opmerking: De optie Auto-herkenning is alleen ingeschakeld wanneer het origineel in de
dubbelzijdige automatische originelendoorvoer (DAOD) is geplaatst.
Voorinstellingen scangebieden - hiermee geeft u het te scannen gebied op, als dit
overeenkomt met een standaard papierformaat. Selecteer het juiste papierformaat in de
keuzelijst.
Aangepast scangebied - hiermee kunt u de hoogte en breedte opgeven van het te scannen
gebied. U kunt het gebied opgeven door de pijltoetsen Lengte (Y) en Breedte (X) te
gebruiken.
4. Selecteer OK.