Operation Manual

Faxen
142 Xerox
®
WorkCentre
®
3655-multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
Een LAN-fax verzenden
Met LAN-fax kunt u faxen vanaf de printerdriver op uw computer naar een faxapparaat verzenden
via een telefoonlijn. In het venster Faxen kunt u ontvangers invoeren, een omslagpagina met
opmerkingen maken en opties instellen. Via deze opties kunt u bevestigingsbladen, verzendsnelheid,
faxresolutie, verzendtijd en faxkiesopties selecteren.
Opmerkingen:
Wanneer het opdrachttype Fax is geselecteerd, zijn sommige functies, zoals Randen verbeteren,
Dunne lijnen verbeteren en Zwart verbeteren, uitgeschakeld.
Deze functie wordt niet door alle printermodellen ondersteund.
Een LAN-fax verzenden:
1. Open het gewenste document of de gewenste afbeelding in uw toepassing en open het
dialoogvenster Afdrukken. Voor de meeste softwareapplicaties klikt u op Bestand>Afdrukken of
drukt u op CTRL+P.
2. Selecteer uw printer en klik op Eigenschappen om het dialoogvenster van de printerdriver te
openen.
3. Selecteer op het tabblad Afdrukopties in de lijst Opdrachttype de optie Fax.
4. Klik op Ontvangers.
5. Verricht een van de volgende handelingen:
Klik op Toevoegen uit telefoonboek en selecteer vervolgens een telefoonboek in de lijst.
Selecteer een naam in de bovenste lijst en voeg deze toe aan de faxontvangers. Herhaal
deze procedure om meer namen toe te voegen. Klik op OK.
Klik op de toets Ontvangers toevoegen typ de naam en het faxnummer van de ontvanger,
voeg andere informatie toe en klik vervolgens op OK. Voeg naar wens nieuwe ontvangers
toe.
6. Om een voorblad op te nemen, klikt u op Voorblad en selecteert u vervolgens Een voorblad
afdrukken in de lijst Voorbladopties.
7. Typ op het tabblad Voorbladaantekeningen de aantekeningen die u op het voorblad wilt zien
verschijnen.
8. Klik op het tabblad Beeld.
9. Selecteer Aangepast in de lijst Watermerken en klik op OK. Zie Watermerken afdrukken voor
meer informatie.
10. Selecteer op het tabblad Opties de opties voor deze fax.
11. Klik op OK.
12. Klik in het dialoogvenster Printereigenschappen op OK.
13. Zorg dat de namen en faxnummers van de ontvangers juist zijn en klik dan op OK.