Operation Manual

Bezig met afdrukken
86 Xerox
®
WorkCentre
®
3655-multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
Uitgestelde afdruk
U kunt een afdrukopdracht maximaal 24 uur later dan de oorspronkelijke verzendtijd laten
afdrukken. Voer het tijdstip in waarop u de opdracht wilt afdrukken. Als het door u ingevoerde tijdstip
eerder is dan het tijdstip waarop u de afdrukopdracht verzendt, wordt de opdracht de volgende dag
afgedrukt. Het standaardtijdstip voor uitgesteld afdrukken is middernacht.
Een uitgestelde afdrukopdracht verzenden
1. Selecteer Uitgestelde afdruk in de lijst Opdrachttype op het tabblad Afdrukopties.
2. Selecteer in het venster Uitgestelde afdruk de Tab-knop om van uren naar minuten te gaan Klik
op de pijltoetsen om het moment te selecteren waarop u de afdrukopdracht wilt verzenden.
Als u de 12-uursindeling wilt gebruiken, typt u het uur (1-12) en de minuut (0059). Selecteer
daarna VM of NM. U kunt wisselen tussen VM en NM door op VM of PM te klikken en
daarna de pijltoetsen Omhoog en Omlaag te gebruiken.
Als u de 24-uursindeling wilt gebruiken, typt u het uur (123) en de minuut (0059).
Opmerking: De tijdsindeling wordt bepaald door de regionale instellingen op uw computer.
3. Klik op OK.
4. Selecteer andere gewenste afdrukopties en klik op OK.
5. Klik op OK of op Afdrukken.
Opmerking: Als u de opdracht wilt afdrukken nadat u deze hebt verzonden, maar vóór het
geplande tijdstip, geeft u de opdracht vrij op het bedieningspaneel van de printer.
Opgeslagen opdracht
Met Opgeslagen opdracht of Bestand opslaan in map wordt een openbare of privé opdracht op de
printer opgeslagen en kan de opdracht via het printerbedieningspaneel worden afgedrukt. Deze optie
is handig voor documenten die veelvuldig worden afgedrukt. U kunt een toegangscode aan een privé
opdracht toewijzen om ongeoorloofd afdrukken te voorkomen.
Als u opgeslagen opdrachten wilt afdrukken, raadpleegt u Afdrukken vanuit Opgeslagen opdrachten.
Een openbare opgeslagen afdrukopdracht verzenden
1. Selecteer Opgeslagen opdracht in de lijst Opdrachttype op het tabblad Afdrukopties.
2. Voer in het venster Opslagen opdracht voor Opdrachtnaam een van de volgende handelingen
uit:
Typ een naam voor de opdracht.
Klik op de pijl rechts van het veld en selecteer een naam uit de lijst.
Klik op de pijl rechts van het veld en selecteer Documentnaam gebruiken om de naam van
het document te gebruiken.
Opmerking: De printerdriver bewaart 10 namen. Wanneer een 11e naam wordt toegevoegd,
wordt de minst gebruikte naam automatisch uit de lijst verwijderd. Selecteer Lijst wissen om
namen behalve de geselecteerde naam uit de lijst te verwijderen.