Operation Manual

Serverfax
WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790
Faxen
95
Serverfax
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u wellicht
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies te krijgen. Zie Aan-/afmelden op pagina 33
van Aan de slag.
1. Als u de functie Serverfax wilt selecteren, drukt u op
de toets Startpagina Functies.
2. Selecteer de optie Serverfax.
Wanneer er een functie op het apparaat is
geselecteerd, worden er aanvullende opties en
toepassingen weergegeven. Op de meeste
functieschermen staan de volgende toetsen waarmee
u uw keuzes kunt bevestigen of annuleren.
•Met Ongedaan maken herstelt u de oorspronkelijke waarden van het huidige scherm.
•Met Annuleren herstelt u de oorspronkelijke waarden van het scherm en keert u terug naar
het vorige scherm.
•Met Opslaan slaat u de gemaakte selecties op en keert u terug naar het vorige scherm.
•Met Sluiten sluit u het scherm en keert u terug naar het vorige scherm.
Als een optie niet nodig is, gebruikt u de optie Uit om een toepassing uit te schakelen.
Een serverfax verzenden
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten raakt.
Of..........
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de rechterbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk een keer op de toets Alle wissen (AC) om eventuele eerdere schermprogrammeringsselecties
te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies en selecteer
de optie Serverfax. De toepassingen voor Serverfax
worden weergegeven.
4. Voer het faxnummer van de ontvanger in via:
Kiezen met de cijfertoetsen - selecteer het
gedeelte Voer nummer in op het aanraakscherm
en voer het nummer met behulp van de
cijfertoetsen in.
Faxkieslijst - druk op de toets Faxkieslijst en selecteer een vermelding in de faxkieslijst die
aan de lijst met ontvangers moet worden toegevoegd.
5. Selecteer Toev. om het nummer aan de lijst met ontvangers toe te voegen.