Versie 2.
© 2014 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. XEROX® en XEROX en Beeldmerk® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen Productnamen en handelsmerken van andere bedrijven worden hierbij erkend Versie 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Inhoudsopgave 1 Veiligheid en regelgeving Kennisgevingen en veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Veiligheidslabels en -symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Veiligheid bij het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Het apparaat aanzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De optie Energiebesparing gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Documenten plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afleveringsformaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 Katern maken van kopieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 Speciale pagina's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 Aantekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Geavanceerde instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288 Opmaakaanpassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300 Opslagopties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Geavanceerde instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 566 Beeldopties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 566 Beeldverbetering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Papier in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen 706 De instellingen van de papierlade wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 708 Papier in lade 6 plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 708 Papier in lade 7 (invoeglade) plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 14 Algemene zorg en problemen oplossen Algemene zorg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 739 Vervangbare eenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 739 Nietcassettes en perforatie-afval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8 Handleiding voor de gebruiker
Veiligheid en regelgeving 1 Kennisgevingen en veiligheid Lees de volgende instructies zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. Raadpleeg de instructies zo nodig om te zorgen dat uw apparaat altijd veilig werkt. Uw Xerox-apparaat en de verbruiksmaterialen zijn ontworpen en getest op basis van strenge veiligheidsvoorschriften. De producten zijn getest en gecertificeerd door een veiligheidsinstituut en voldoen aan de voorschriften voor elektromagnetische straling en vastgestelde milieunormen.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Elektrische voeding Dit document biedt belangrijke veiligheidsinformatie voor elektriciteit die u moet lezen voordat u het apparaat installeert of gebruikt.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met betrekking tot de laser voldoet het apparaat aan de prestatienormen voor laserproducten, zoals die zijn toegewezen door overheids-, nationale en internationale instanties voor een laserproduct uit Klasse 1. Het apparaat straalt geen gevaarlijk licht uit; de lichtstraal is in geen enkele bedieningsmode en bij de uitvoering van geen enkele onderhoudstaak zichtbaar.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Uitzetten in een noodgeval Als een van de volgende situaties zich voordoet, zet u het apparaat onmiddellijk uit en trekt u de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met een erkende Xerox-servicevertegenwoordiger om het probleem te verhelpen. • Het apparaat geeft een ongewone geur af of maakt een vreemd geluid. • Het netsnoer is beschadigd of gerafeld. • Een stroomonderbreker, zekering of ander beveiligingsmechanisme is geactiveerd.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Informatie over verbruiksartikelen • Bewaar verbruiksartikelen in overeenstemming met de instructies op de verpakking of de container. • Alle verbruiksartikelen moeten buiten het bereik van kinderen worden gehouden. • Gooi toner, tonercassettes of tonercontainers nooit in een open vuur weg.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Canada (regelgeving) This Class A digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe A est conforme à la norme NMB-003 du Canada. Europese Unie WAARSCHUWING: Dit is een product van klasse A. In een huiselijke omgeving kan dit apparaat radiostoringen veroorzaken, in welk geval de gebruiker passende maatregelen zal moeten nemen.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Desbetreffende producten zijn huishoudelijke en kantoorapparatuur die voldoen aan de volgende criteria. • Standaard zwart/wit-formaatproducten met een maximumsnelheid van minder dan 64 A4beelden per minuut. • Standaard kleurformaatproducten met een maximumsnelheid van minder dan 51 A4-beelden per minuut. Milieuvoordelen van dubbelzijdig afdrukken De meeste Xerox-producten kunnen duplex afdrukken, ofwel 2-zijdig afdrukken.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Bepalingen omtrent kopiëren Verenigde Staten Het Congres heeft officieel de reproductie van de volgende zaken onder bepaalde omstandigheden verboden. Er kunnen boetes en gevangenisstraffen worden opgelegd aan degenen die schuldig worden bevonden aan het maken van dergelijke reproducties. 1.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Dienstplichtregistratiekaarten. 9. Documenten m.b.t. selectieve dienstinlijving die een van de volgende gegevens van de ingeschreven persoon bevat: • Inkomsten • Strafblad • Fysieke of mentale conditie • Afhankelijkheidsstatus • Eerder vervulde dienstplicht Uitzondering: militaire ontslagcertificaten van de Verenigde Staten mogen worden gefotografeerd. 10.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De bovenstaande lijst is meegeleverd voor uw gemak en om u te helpen, maar is niet allesomvattend en er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot volledigheid of nauwkeurigheid. Neem bij twijfel contact op met uw advocaat. Andere landen Het kopiëren van bepaalde documenten kan in uw land illegaal zijn. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, riskeren een geldboete of gevangenisstraf.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 U kunt het apparaat veilig aansluiten op de volgende standaard modulaire aansluiting: USOC RJ11C via het geschikte telefoonsnoer en de modulaire stekkers die bij de installatiekit worden geleverd. Zie de installatieaanwijzingen voor meer informatie. Het REN (Ringer Equivalence Number) bepaalt het aantal apparaten dat op een telefoonlijn mag worden aangesloten.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Canada Opmerking: Met het label Industry Canada wordt gecertificeerde apparatuur erkend. Deze certificering betekent dat het apparaat voldoet aan bepaalde vereisten met betrekking tot de beveiliging, werking en veiligheid van telecommunicatienetwerken, zoals voorgeschreven in de desbetreffende documenten voor technische vereisten van terminalapparatuur. De Afdeling kan niet garanderen dat de apparatuur naar tevredenheid van de gebruiker werkt.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Zuid-Afrika Dit modem mag alleen samen met een beveiligingsapparaat tegen spanningspieken worden gebruikt. Veiligheidsinformatieblad Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot uw apparaat raadpleegt u de ondersteuningsinformatie voor uw regio. Veiligheidsinformatie voor Noord-Amerika: www.xerox.com/msds. Veiligheidsinformatie voor de Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Huishoudelijk gebruik Als dit symbool op uw apparaat staat, mag u het apparaat niet bij het normale huisvuil zetten. Volgens de Europese regelgeving mag afgedankte elektrische en elektronische apparatuur niet samen met huishoudelijk afval worden weggegooid. Huishoudens in de Europese Lidstaten kunnen gebruikte elektrische en elektronische apparatuur gratis inleveren bij daarvoor bestemde inzamelpunten.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Contactinformatie voor Milieu, gezondheid en veiligheid Voor meer informatie over Milieu, gezondheid en veiligheid met betrekking tot dit Xerox-apparaat en de bijbehorende verbruiksartikelen, neemt u contact op met de volgende klantenhulplijnen: D Veiligheidsinformatie over het apparaat is ook beschikbaar op de Xerox-website www.xerox.com/about-xerox/environment.
Veiligheid en regelgeving 24 WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Handleiding voor de gebruiker
Aan de slag 2 De onderdelen van het apparaat Dit nieuwe apparaat is niet zomaar een traditioneel kopieerapparaat. Het is een digitaal apparaat dat, afhankelijk van het model en de configuratie, kan kopiëren, faxen, afdrukken en scannen. Alle toepassingen en functies die in deze Handleiding voor de gebruiker worden beschreven hebben betrekking op een volledig geconfigureerde WorkCentre; sommige zijn wellicht niet beschikbaar op uw apparaat.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 7. Lade 5 (handmatige invoer): wordt gebruikt voor het afdrukken op afwijkende papierformaten van A6 KKE (2,8 x 4,3 inch KKE) tot A3 (11 x 17 inch). 8. Papierlade 6: dit is een optionele grote papierlade. De lade is speciaal bestemd voor papier van het formaat A4 LKE (8,5 x 11 inch LKE). Voor de papierformaten A3 (11 x 17 inch), 8,5 x 14 inch KKE of A4 KKE (8,5 x 11 inch KKE) zijn er optionele pakketten beschikbaar. 9.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 1. Open de voordeur om het serienummer te vinden. Het serienummer is te vinden op een etiket boven de fusermodule. Functies en opties De standaardfuncties en optionele functies van de WorkCentre 5845 Er zijn een aantal functies en opties beschikbaar voor gebruik bij uw apparaat. Veel functies en opties worden standaard geleverd en hoeven alleen ingeschakeld of geconfigureerd te worden met aanvullende hardware van derden.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Optioneel • Papierlade 6 Grote papierlade. • Pakket voor groot papier lade 6 Zet papierlade 6 om zodat deze grotere papierformaten kan bevatten. • Pakket voor A4 KKE lade 6 Zet papierlade 6 om in een lade voor invoer met de korte kant eerst. • Enveloppenlade Deze lade wordt gebruikt i.p.v. lade 2, zodat enveloppen kunnen worden bedrukt. In de lade is plaats voor maximaal 55 enveloppen van het type #10 (4,1 x 9,5 inch 10,4 x 24,1 cm) .
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Perforatoreenheid voor 3 gaten - afwerkeenheid voor groot volume Hiermee kunnen er drie gaten worden geperforeerd met de afwerkeenheid voor groot volume. Er zijn ook andere perforatoreenheden beschikbaar voor deze afwerkeenheid. Er kan slechts één perforatoreenheid tegelijk worden geïnstalleerd. • Perforatoreenheid voor 4 gaten - afwerkeenheid voor groot volume Hiermee kunnen er vier gaten worden geperforeerd met de afwerkeenheid voor groot volume.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Xerox standaard accountadministratie Een hulpprogramma waarmee de aantallen opdrachten voor kopiëren, afdrukken, werkstroom scannen en het aantal serverfaxen en faxopdrachten voor elke gebruiker worden bijgehouden. • XCA-pakket (Xerox Copier Assistant - Xerox-kopieerassistent) Biedt eenvoudige toegang tot de kopieermogelijkheden.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Enveloppenlade Deze lade wordt gebruikt i.p.v. lade 2, zodat enveloppen kunnen worden bedrukt. In de lade is plaats voor maximaal 55 enveloppen van het type #10 (4,1 x 9,5 inch 10,4 x 24,1 cm) . • Papierlade 7 (invoegeenheid) Voegt voorgedrukte vellen toe aan gekopieerde sets. Deze lade is alleen beschikbaar met de afwerkeenheid voor groot volume of de afwerkeenheid voor groot volume met AVH-module.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Afwerkeenheid voor groot volume met AVH-module Hiermee kunnen uw afdrukken als katern of in sets worden afgeleverd, gestaffeld, gestapeld en geniet. Er kunnen bij deze afwerkeenheid een eenheid voor in drieën vouwen en een perforatoreenheid worden geïnstalleerd. • Eenheid voor in drieën vouwen Beschikbaar bij de afwerkeenheid voor groot volume met AVH-module.
Aan de slag • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Standaard kantoorafwerkeenheid Met dit apparaat kunnen uw afdrukken in stapels of sets worden afgeleverd, geniet en gestaffeld. De standaardfuncties en optionele functies van de WorkCentre 5865 Er zijn een aantal functies en opties beschikbaar voor gebruik bij uw apparaat. Veel functies en opties worden standaard geleverd en hoeven alleen ingeschakeld of geconfigureerd te worden met aanvullende hardware van derden.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Kantoorafwerkeenheid Met dit apparaat kunnen uw afdrukken in stapels of sets worden afgeleverd, geniet en gestaffeld. Er is ook een perforatoreenheid beschikbaar voor deze afwerkeenheid. • Perforatoreenheid voor 2 gaten - kantoorafwerkeenheid Hiermee kunnen er twee gaten worden geperforeerd met de kantoorafwerkeenheid. Er zijn ook andere perforatoreenheden beschikbaar voor deze afwerkeenheid.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Het schap voor het nietapparaat Een schap dat kan worden bevestigd aan de linkerkant van het apparaat. • Toetsenbordondersteuning USB: hiermee kunnen gebruikers een extern toetsenbord aansluiten. Het toetsenbord kan handig zijn voor het invoeren van aanmeldgegevens met sterke toegangscodes, scanmetagegevens en e-mailadressen, en voor het bijhouden van het apparaatadresboek.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Aanvullende optionele functies en sets zijn ook beschikbaar en kunnen worden aangeschaft en geïnstalleerd. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van het apparaatmodel. Standaard • Papierlade 1 Volledig instelbare papierlade. • Papierlade 2 Volledig instelbare papierlade. • Papierlade 3 Grote papierlade. • Papierlade 4 Grote papierlade. • Papierlade 5 (handmatige invoer) Voor afwijkende papierformaten.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Perforatoreenheid voor 4 gaten - kantoorafwerkeenheid Hiermee kunnen er vier gaten worden geperforeerd met de kantoorafwerkeenheid. Er zijn ook andere perforatoreenheden beschikbaar voor deze afwerkeenheid. Er kan slechts één perforatoreenheid tegelijk worden geïnstalleerd. • Perforatoreenheid voor 4 gaten (Zweeds) - kantoorafwerkeenheid Hiermee kunnen er vier gaten worden geperforeerd met de kantoorafwerkeenheid.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Basis faxpakket (ingebouwd) Dit pakket ondersteunt een enkele verbinding via een telefoonlijn. • Uitgebreid faxpakket (ingebouwd) Met dit pakket kunt u twee telefoonlijnen aansluiten. • Pakket Scan to PC Desktop Hiermee kunt u naar uw computer scannen. De versies Standard en Pro zijn beschikbaar. • XPS Enablement Kit Hiermee kunt u documenten in XPS-indeling (XML-papierspecificatie) maken.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Papierlade 4 Grote papierlade. • Papierlade 5 (handmatige invoer) Voor afwijkende papierformaten. • Beveiligingspakket Biedt aanvullende beveiligingsfuncties, zoals opties voor beeldoverschrijving. • Kleurenscanner Voor het scannen van beelden in kleur. • Serverfax Hiermee kunt u papieren faxen verzenden en ontvangen via een faxserver. Hiervoor moet een externe faxserver zijn geconfigureerd en geïnstalleerd.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Eenheid voor in drieën vouwen Beschikbaar bij de afwerkeenheid voor groot volume met AVH-module. Hiermee kan de afwerkeenheid in drieën gevouwen documenten met een C-vouw of Z-vouw produceren. • Handmatig nietapparaat Voor handmatig nieten. Het schap voor het nietapparaat moet aan het apparaat zijn bevestigd. • Het schap voor het nietapparaat Een schap dat kan worden bevestigd aan de linkerkant van het apparaat.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Kantoorafwerkeenheid Met dit apparaat kunnen uw afdrukken in stapels of sets worden afgeleverd, geniet en gestaffeld. Er is ook een perforatoreenheid beschikbaar voor deze afwerkeenheid. • Perforatoreenheid voor 2 gaten - kantoorafwerkeenheid Hiermee kunnen er twee gaten worden geperforeerd met de kantoorafwerkeenheid. Er zijn ook andere perforatoreenheden beschikbaar voor deze afwerkeenheid.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kantoorafwerkeenheid met katernmodule • In de bovenste opvangbak kunnen 250 vellen worden afgeleverd, en 2000 vellen in de afdrukkenopvangbak. • Papiergewicht 60 tot 216 g/m² (16 tot 57 lb). • De AVH-module kan afdrukken in sets of stapels afleveren en de afdrukken nieten en perforeren (indien beschikbaar), afhankelijk van de geselecteerde functies.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De bedieningspaneeltoetsen 1. Startpagina Functies: met deze toets hebt u toegang tot alle functies op het apparaat. 2. Functies: hiermee keert u naar het vorige kopieer-, fax- of scanscherm terug wanneer het scherm Opdrachtstatus of Apparaatstatus wordt weergegeven. 3. Opdrachtstatus: hiermee kunt u de voortgang van actieve opdrachten controleren of nadere informatie over voltooide opdrachten weergeven. 4.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Aan- en uitzetten Het apparaat aanzetten 1. Het apparaat moet op een geschikte stroombron zijn aangesloten en de stekker moet goed in het stopcontact en in het apparaat zijn gestoken. 2. Druk op de Aan/uit-toets. Het volledige startproces (alle geïnstalleerde opties inschakelen) neemt minder dan 3 minuten en 50 seconden in beslag. Het apparaat uitzetten Met uitschakelen beëindigt u de huidige sessie en zet u het apparaat uit. 1.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De optie Energiebesparing gebruiken Energiebesparing beëindigt de huidige sessie en het apparaat schakelt over naar de stand Laag stroomverbruik. Druk in de energiespaarstand op de aan/uit-toets om het apparaat te activeren. 1. Druk op de Aan/uit-toets op het bedieningspaneel. 2. Selecteer de toets Energiebesparing op het aanraakscherm. 3.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. VOORZICHTIG: Plaats geen voorwerpen of documenten op de klep van de AOD.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 11. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De systeembeheerder kan toegangsrechten configureren om de toegang tot de afdrukfunctie te regelen. • De tijd en dag van de week opgeven, waarop u mag afdrukken op het apparaat. • Bepaalde opdrachttypen blokkeren, zoals beveiligd afdrukken. • De toegang tot bepaalde papierladen beperken. • 1-zijdig afdrukken voorkomen.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Vastgehouden opdrachten in een privé-wachtrij vrijgeven via het menu Opdrachtstatus De wachtrij met niet-geïdentificeerde vastgehouden opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Bepaalde afdrukinstellingen voor applicaties instellen, bijvoorbeeld alle Microsoft Worddocumenten instellen op 1-zijdig afdrukken. • Afdrukopdrachten beperken tot beveiligde afdrukopdrachten. De systeembeheerder kan uw printerdriver ook zodanig configureren, dat u aanmeldgegevens moet invoeren als u een document afdrukt. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een document afdrukken met de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Opmerking: Het apparaat is ingeschakeld voor AirPrint.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een document afdrukken met de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Uw systeembeheerder heeft mogelijk een specifieke printerdriver op uw computer geladen.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Uitleg over de faxopties Er zijn drie faxtoepassingen die kunnen worden geïnstalleerd of ingeschakeld op uw apparaat: Fax (Interne fax), Internetfax en Serverfax. Als Fax (Interne fax) is geïnstalleerd, is uw apparaat rechtstreeks op een telefoonlijn aangesloten, zodat u uw faxverzendingen zelf kunt regelen. Dit soort faxen wordt verzonden via normale telefoonlijnen en wordt daarom in rekening gebracht tegen de normale telefoontarieven.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de internetfaxfuncties te krijgen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een serverfax verzenden Er zijn drie faxtoepassingen die kunnen worden geïnstalleerd of ingeschakeld op uw apparaat: Fax (Interne fax), Internetfax en Serverfax. Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen vanaf uw computer Een fax verzenden met de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Aan de slag - Selecteer de faxontvanger in de lijst en selecteer vervolgens de toets Opslaan. Opmerking: De gegevens van de ontvanger worden op de harde schijf van uw computer opgeslagen, in uw persoonlijke adresboek. - Klik op de toets OK. Of • • • Klik op de toets Toevoegen uit telefoonboek om een ontvanger toe te voegen die in het adresboek is opgeslagen. - Selecteer de gewenste optie.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Aan de slag Met Aangepaste tekst tonen wordt specifieke tekst toegevoegd die u als ontvangergegevens invoert. Deze optie komt van pas als u naar meer dan één ontvanger op hetzelfde nummer verzendt, maar het nummer onder slechts één naam hebt opgeslagen. Selecteer het invoervak onder het menu Ontvangers en voer uw aangepaste tekst in via het toetsenbord. Als u een watermerk aan het voorblad wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Beeld.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een fax verzenden met de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Aan de slag - Klik op de toets OK. Of • • • Klik op de toets Toevoegen uit telefoonboek om een ontvanger toe te voegen die in het adresboek is opgeslagen. - Selecteer de gewenste optie. - Persoonlijk telefoonboek - toont de contactpersonen die u aan het telefoonboek hebt toegevoegd via uw printerdriver. - Gedeeld telefoonboek - toont de contactpersonen die u hebt toegevoegd, maar ook de contactpersonen die door anderen zijn toegevoegd.
Aan de slag • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als u een watermerk aan het voorblad wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Beeld. - Selecteer de gewenste watermerkoptie. - Selecteer de gewenste optie. - Met Tekst wordt een invoervak voor tekst geactiveerd, waar u uw tekst kunt typen. Er zijn opties om een font, kleur, richting en positie voor uw tekst te selecteren. - Met Afbeelding worden de instellingen voor afbeeldingen geactiveerd. Klik op het mappictogram om naar de afbeelding te bladeren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Aan de slag Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Gebruik de optie Faxen in de printerdriver om een document naar een faxadres te verzenden.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Of • • • Klik op de toets Toevoegen uit adresboek om een ontvanger toe te voegen die in het adresboek is opgeslagen. - Selecteer de gewenste contactpersoon in de lijst. Als de lijst met contactpersonen lang is, klikt u in het invoervak Zoeken... en voert u de gegevens van de contactpersoon in via het toetsenbord. Klik op de toets OK om de zoekresultaten te bekijken. - Selecteer de toets Toevoegen.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 11. Als u een bevestigingsblad wilt laten afdrukken door het apparaat, een specifieke verzendsnelheid of -resolutie wilt gebruiken, op een specifiek tijdstip wilt verzenden, een voorkiesgetal wilt gebruiken of creditcardgegevens wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Opties. • • • • • • • Selecteer zo nodig Een bevestigingsblad afdrukken in het menu Bevestigingsblad, als u wilt dat het apparaat een pagina afdrukt waarop staat dat uw opdracht is gefaxt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Aan de slag Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken, moet de systeembeheerder de faxoptie op uw apparaat installeren en inschakelen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt verzenden. Opmerking: U hoeft maar 1 kopie te selecteren, ook al verzendt u de fax naar meer dan één adres.
Aan de slag • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 - Selecteer de gewenste contactpersoon in de lijst. Als de lijst met contactpersonen lang is, klikt u in het invoervak Zoeken... en voert u de gegevens van de contactpersoon in via het toetsenbord. Klik op de toets OK om de zoekresultaten te bekijken. - Selecteer de toets Toevoegen. - Klik op de toets OK. 7.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Als u een bevestigingsblad wilt laten afdrukken door het apparaat, een specifieke verzendsnelheid of -resolutie wilt gebruiken, op een specifiek tijdstip wilt verzenden, een voorkiesgetal wilt gebruiken of creditcardgegevens wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Opties. • • • • • • • Selecteer zo nodig Een bevestigingsblad afdrukken in het menu Bevestigingsblad, als u wilt dat het apparaat een pagina afdrukt waarop staat dat uw opdracht is gefaxt.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Werkstroom scannen op het aanraakscherm. Opmerking: Als de systeembeheerder verplichte velden heeft toegevoegd aan de standaardsjabloon, wordt u verzocht de benodigde documentgegevens in te vullen meteen nadat u de toets Werkstroom scannen hebt geselecteerd. 5.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Selecteer zo nodig het tabblad E-mailen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie E-mailen wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opgeslagen opdrachten Opdrachten opslaan Opdrachten opslaan met de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Selecteer zo nodig het keuzerondje Privé om uw document met een toegangscode te beveiligen. • Klik in het invoervak Toegangscode en voer een toegangscode van 4 tot 10 cijfers via het toetsenbord. Opmerking: Als u uw opdracht wilt vrijgeven, moet u eerst deze toegangscode invoeren via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel van het apparaat.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 3. Selecteer de Xerox PS-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers. 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de optie Opgeslagen opdracht kunt u opdracht opslaan op de harde schijf van de printer, zodat de opdracht op een geschikt tijdstip of via Internet Services kan worden afgedrukt.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een opgeslagen opdracht afdrukken via de functie Afdrukken vanaf Opgeslagen opdrachten afdrukken via Internet Services Een nieuwe map voor opgeslagen opdrachten maken in Internet Services System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Schakel zo nodig het selectievakje Afdrukken en opslaan in om uw document af te drukken. Als u dit selectievakje niet inschakelt, wordt uw opdracht opgeslagen maar niet afgedrukt. 10. Selecteer zo nodig het keuzerondje Privé om uw document met een toegangscode te beveiligen. • Klik in het invoervak Toegangscode en voer een toegangscode van 4 tot 10 cijfers via het toetsenbord.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Selecteer de benodigde map. 6. Selecteer de gewenste opgeslagen opdracht. 7. Selecteer de gewenste opties. 8. Selecteer de toets Papiertoevoer. 9. Selecteer de gewenste optie voor papiertoevoer. • • Met Automatisch selecteren selecteert het apparaat automatisch het juiste papierformaat voor elk origineel op basis van het origineelformaat en de instellingen voor verkleinen of vergroten.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 U kunt de optie Opgeslagen opdrachten gebruiken als handige manier voor het opslaan van veelgebruikte documenten die u wilt afdrukken, zoals formulieren. Opgeslagen opdrachten kunnen worden bewaard met de printerdriver en Internet Services. U kunt opgeslagen opdrachten afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat en via Internet Services. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Productiviteit verbeteren Uw apparaat is een krachtig, multifunctioneel apparaat met veel digitale functies die in één gestroomlijnd systeem zijn geïntegreerd. Het apparaat is ontworpen ter ondersteuning van grote werkgroepen in verschillende kantooromgevingen.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 3. Fusermodule 4. Tonerafvalcontainer 5. Ozonfilter Het apparaat geeft een bericht weer op het aanraakscherm wanneer er eenheden moeten worden bijbesteld. Dit bericht is een waarschuwing dat het artikel bijna aan vervanging toe is. U moet een artikel alleen vervangen wanneer er een bericht verschijnt waarin dit wordt opgedragen. WAARSCHUWING: Verwijder NOOIT panelen of beschermplaten die zijn vastgezet met schroeven wanneer u verbruiksartikelen vervangt.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Bedieningspaneel, aanraakscherm, AOD en opvangbakken reinigen Door het aanraakscherm, het bedieningspaneel en andere gebieden van het apparaat regelmatig te reinigen, blijven deze vrij van stof en vuil. 1. Gebruik een zachte, niet-pluizende doek, licht bevochtigd met water. 2. Veeg het hele gebied van het bedieningspaneel schoon, inclusief het aanraakscherm. 3. Veeg de AOD, opvangbakken, papierladen en overige buitengebieden van het apparaat schoon. 4.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Toegang tot de helppagina's van de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Toegang tot de helppagina's van de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Aan de slag WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 3. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 4. Klik op de toets ?. U wordt in uw standaard internetbrowser naar de Xerox-online help geleid.
Kopiëren 3 Kopieën maken Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Kopieeropties Verkleinen of vergroten Kopieën verkleinen of vergroten Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 11. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren • Als u een voorgedefinieerd verkleinings- of vergrotingspercentage wilt gebruiken, selecteert u via de toetsen Voorinstellingen (X-Y%) 100%, Auto % of veelgebruikte percentages. Uw systeembeheerder kan de vooringestelde opties aanpassen. Opmerking: Als Auto % is geselecteerd, kiest het apparaat het beste percentage voor het verkleinen of vergroten van het origineel op het geselecteerde papierformaat.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Kopiëren op het aanraakscherm. De kopieerfuncties worden weergegeven. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Kopiëren. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Kopiëren wordt geopend. 6. Selecteer de toets Meer... onder aan het gedeelte Verkleinen/vergroten voor toegang tot de verkleinings-/vergrotingsopties die niet op de hoofdpagina staan weergegeven. 7.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen. Via de opties voor Papiertoevoer kunt u een specifieke papierlade voor uw opdracht selecteren of automatisch een lade laten selecteren door het apparaat.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 2-zijdige kopieën maken of 2-zijdige originelen kopiëren Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Aflevering kopieën Afleveringsoptie voor kopieën kiezen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 5. Selecteer zo nodig het tabblad Kopiëren. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Kopiëren wordt geopend. 6. Selecteer zo nodig de toets Meer... onder aan het gedeelte Aflevering kopieën voor toegang tot alle afwerkingsopties. Het aantal weergegeven opties is afhankelijk van de geïnstalleerde afwerkeenheid en pakketten (er zijn mogelijk niet genoeg opties om een toets Meer... te hoeven gebruiken). 7.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets. Gebruik de optie Geen afwerking als er geen afwerking nodig is voor de kopieën. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets. Met de sorteringsopties kunt u uw kopieën sorteren in sets (1,2,3 1,2,3 1,2,3) of stapels (1,1,1 2,2,2 3,3,3). 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Kopieën nieten Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 6. Selecteer zo nodig de toets Meer... onder aan het gedeelte Aflevering kopieën voor toegang tot alle afwerkingsopties. Het aantal weergegeven opties is afhankelijk van de geïnstalleerde afwerkeenheid en pakketten (er zijn mogelijk niet genoeg opties om een toets Meer... te hoeven gebruiken). 7. Selecteer de gewenste optie voor Sets/stapels. • • Sets: hiermee worden de kopieën in sets gesorteerd: 1,2,3 1,2,3 1,2,3.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Met de optie Katern maken worden de beelden automatisch gescand en in de juiste volgorde op het geselecteerde papier gerangschikt, zodat er een katern ontstaat wanneer de set kopieën wordt dubbelgevouwen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Specificaties voor de dikte van het katern. • Voor katernen die worden gevouwen en geniet, geldt een maximum van 15 vellen 80 g/m² (20 lb) papier of een soortgelijke dikte. Bijvoorbeeld 13 vellen 80 g/m² (20 lb) papier en een omslag van 160 g/m² (43 lb) papier. • Voor katernen die alleen gevouwen worden, geldt een maximum van 5 vellen 80 g/m² (20 lb) papier of een soortgelijke dikte.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 5. Selecteer zo nodig het tabblad Kopiëren. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Kopiëren wordt geopend. 6. Selecteer zo nodig de toets Meer... onder aan het gedeelte Aflevering kopieën voor toegang tot alle afwerkingsopties. Het aantal weergegeven opties is afhankelijk van de geïnstalleerde afwerkeenheid en pakketten (er zijn mogelijk niet genoeg opties om een toets Meer... te hoeven gebruiken). 7.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren randen dan wanneer u een foto-instelling zou hebben gekozen. Zo worden tekstdocumenten beter leesbaar, maar wordt de kwaliteit van fotobeelden minder als er lichte of donkere gradaties zijn, die niet in de tekst aanwezig zijn. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Beeldopties Beeldopties voor kopieën kiezen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Meer informatie De scherpte van kopieën wijzigen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Kopieën lichter of donkerder maken Kopieën lichter of donkerder maken Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Meer informatie De scherpte van kopieën wijzigen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Achtergrondonderdrukking voor kopieën instellen De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Slechte afdrukkwaliteit voorkomen De scherpte van kopieën wijzigen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Kopieën lichter of donkerder maken Beeldverbetering Beeldverbeteringsoptie voor kopieën kiezen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Meer informatie Achtergrondonderdrukking voor kopieën instellen Kopieercontrast instellen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Achtergrondonderdrukking voor kopieën instellen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Meer informatie Kopieercontrast instellen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Kopieercontrast instellen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Meer informatie Achtergrondonderdrukking voor kopieën instellen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Opmaakaanpassing De origineelrichting voor kopieën instellen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Selecteer de toets OK. 9. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel. 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 12.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren • • • Selecteer de toets Origineelformaat. Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat. - Auto-herkenning: dit is de standaardinstelling waarmee formaten automatisch worden herkend. Het herkende formaat wordt gekoppeld aan een standaard papierformaat. - Vooringesteld scangebied: hiermee kunt u het formaat van het origineel kiezen uit een lijst met voorgeprogrammeerde standaard origineelformaten. U kunt de lijst bekijken met behulp van de schuifbalk.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren De functie Beeldverschuiving gebruiken om het gekopieerde beeld te verplaatsen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 13.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 7. Selecteer de gewenste optie voor Randen wissen. Alle randen: hiermee wordt een gelijke hoeveelheid van alle randen gewist. Gebruik de pijltoetsen om de hoeveelheid die gewist moet worden, aan te passen van 3 tot 50 mm (0,1 tot 2,0 inch) of selecteer het invoerveld en voer de gewenste hoeveelheid in via de aantaltoetsen. • Afzonderlijke randen: hiermee kunt u verschillende hoeveelheden van iedere rand op zijde 1 en zijde 2 wissen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 14. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). 10. Selecteer de voor de afgewerkte aflevering benodigde Leesvolgorde, Links naar rechts of Rechts naar links. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Met de optie Begin hoofdstukken kunt u een hoofdstuk op de rechter- of linkerkant van de pagina laten beginnen, met zo nodig automatisch een blanco pagina ingevoegd. Met de optie Invoegingen kunt u blanco pagina's op een andere papiersoort invoegen in uw document, of pagina's opgeven die op een andere papiersoort moeten worden afgedrukt. U kunt maximaal twee bronnen voor het afdrukmateriaal voor de invoegingen gebruiken.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 15. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 10. Selecteer de toets Speciale pagina's. 11. Selecteer de toets Omslagen.... 12. Selecteer de gewenste optie voor Omslagen. Omslagen kunnen blanco zijn of beelden bevatten. • • • • • Uit: hiermee worden alle door u ingevoerde instellingen geannuleerd. Voor en achter hetzelfde: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de voor- en achterkant van het document toe. De opties voor het bedrukken en voor de papiertoevoer zijn voor beide omslagen gelijk.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Begin hoofdstukken toevoegen aan kopieën Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 20. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 10. Selecteer de toets Speciale pagina's. 11. Selecteer de toets Invoegingen.... 12. Selecteer het invoervak Na paginanummer en voer het paginanummer van de invoeging in via de aantaltoetsen. Opmerking: De paginanummers zijn in dit geval de fysieke paginanummers, niet de paginanummers die op het document zijn afgedrukt. Bij 2-zijdig kopiëren heeft elke pagina van uw document 2 paginanummers, dus moet u elke zijde van uw document meetellen.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Uitzonderingen binnen een set kopieën selecteren Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 19. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Opmerking: De opties voor Opmaak en stijl zijn pas beschikbaar als er ten minste één aantekening is geprogrammeerd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen. Met de optie Paginanummers wordt automatisch een paginanummer afgedrukt op een opgegeven positie op de pagina. Paginanummers worden automatisch telkens met één opgehoogd. Bij 2zijdige kopieën wordt het paginanummer op beide zijden afgedrukt en telt elke zijde als één pagina. 1.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren • Zijde 1 spiegelen - Verticaal omslaan: de kopieën worden geopend van onder naar boven als bij een kalender, met de bindrug aan de bovenkant. De plek van de aantekening op zijde 2 wordt gespiegeld met zijde 1 over de bindrug heen. Als een paginanummer bijvoorbeeld in de linkeronderhoek van zijde 1 is geplaatst, verschijnt het paginanummer in de linkerbovenhoek van zijde 2. 17. Selecteer de toets OK. 18. Selecteer de toets OK. 19.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren • Selecteer zo nodig de toets Uit voor kopieën zonder opmerking. 9. Selecteer de gewenste opmerking in de lijst Opgeslagen opmerkingen. Als u een bestaande opmerking wilt bewerken, markeert u de opmerking in de lijst en selecteert u de toets Bewerken. Gebruik het toetsenbord om de invoer te wijzigen en kies dan OK om het toetsenbord te sluiten. 10. Selecteer een pijltoets om de plek van de opmerking op de kopieën te bepalen. 11.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Een datum afdrukken op kopieën Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 13. Selecteer de toets Opmaak en stijl. 14. Selecteer de gewenste optie voor Tekstachtergrond. • • Ondoorzichtig: hiermee worden ondoorzichtige aantekeningen gemaakt, die boven op de kopieën worden geplaatst zonder zichtbaar beeld onder de aantekeningstekst. Transparant: hiermee worden halfdoorzichtige aantekeningen gemaakt, waarbij het gekopieerde beeld onder de aantekeningstekst zichtbaar is. 15.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Met de optie Bates-stempel kunt u een geselecteerde Bates-stempel op een opgegeven positie op de pagina toevoegen. Een Bates-stempel wordt voornamelijk in wettelijke en zakelijke contexten gebruikt. Hierbij worden een vast voorvoegsel (bijvoorbeeld de identificatie van een zaak of een referentienummer van de klant) en een paginanummer tijdens verwerking in het document vastgelegd. Het voorvoegsel mag maximaal 8 alfanumerieke tekens bevatten.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren • • • Zelfde als zijde 1: hiermee worden dezelfde instellingen toegepast op zowel zijde 1 als zijde 2 van de kopieën. Zijde 1 spiegelen - Horizontaal omslaan: de kopieën worden geopend van rechts naar links als bij een boek, met de bindrug aan de linkerkant. De plek van de aantekening op zijde 2 wordt gespiegeld met zijde 1 over de bindrug heen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Opmerking: De scheidingsvellen moeten hetzelfde formaat en dezelfde richting hebben als de transparanten. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Meerdere pagina's kopiëren of beeld herhalen op een pagina Gebruik de functie Pagina-opmaak als u hand-outs, storyboards of archiveringsdocumenten maakt. Het apparaat verkleint of vergroot de beelden naar behoefte, zodat deze in landschap- of portretrichting worden weergegeven op één vel papier op basis van de geselecteerde papiertoevoer. Er passen maximaal 36 beelden op 1 vel papier.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 15. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren 10. Selecteer de toets OK. 11. Selecteer de toets OK. 12. Selecteer de gewenste opties voor het eerste segment van de opdracht. • Als u Opbouwopdracht voor een opdracht met tabbladen gebruikt, moet u zorgen dat de tabbladen correct zijn geplaatst en selecteert u de lade waarin de tabbladen zich bevinden.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopiëren Een voorbeeld afdrukken van een set opbouwopdrachtkopieën Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 18. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt. 19.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 U kunt eventueel doorgaan met het afdrukken van uw huidige opdracht. 12. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 13. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 15.
Kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 13.
Faxen 4 Fax (interne fax) Een fax (interne fax) verzenden Er zijn drie faxtoepassingen die kunnen worden geïnstalleerd of ingeschakeld op uw apparaat: Fax (Interne fax), Internetfax en Serverfax. Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Wachten op kiestoon [=]: hiermee wordt het kiezen tijdelijk stopgezet totdat de kiestoon wordt waargenomen. Dit teken kan ook worden gebruikt voor het wachten op een specifieke gegevenstoon bij het bellen naar een buitenlijn of andere service. 8. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 8. Selecteer de toets OK. 9. Selecteer de gewenste opties. 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 10. Selecteer het sterrenpictogram rechts van een veld om deze contactgegevens toe te voegen aan de favorieten. 11. Selecteer de toets OK. 12. Selecteer de toets Sluiten.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen • Alle contacten geeft alle faxcontacten weer en is de beste optie als u niet zeker weet bij welke groep uw contactpersoon hoort. 8. Selecteer zo nodig de toets Zoeken... en voer de naam van de ontvanger of groep in via het toetsenbord. Als u de volledige naam niet weet, voert u de gedeeltelijke naam in en selecteert u vervolgens de toets Zoeken. 9. Selecteer de gewenste ontvanger en selecteer Toevoegen aan ontvangers in het menu.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 5. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 6. Selecteer de toets Adresboek met plusteken. 7. Selecteer de toets Nieuw contact maken.... 8. Selecteer de toets Informatie. 9. Selecteer het lege veld dat u wilt bewerken. 10. Voer de gegevens in via het toetsenbord op het aanraakscherm. 11. Selecteer de toets OK. 12.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Faxen wordt geopend. 5. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 6. Voer het faxnummer van de ontvanger in via de cijfers op het aanraakscherm of via de aantaltoetsen. 7. Selecteer de toets Adresboek met plusteken. 8.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 9. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig scannen. • • • 1-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen aan één zijde zijn bedrukt.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 9. Selecteer de gewenste optie voor Origineelsoort.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 5. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Faxen wordt geopend. 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Faxen wordt geopend. 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Met de opties voor lichter/donkerder kunt u handmatig de lichtheid of donkerheid van het beeld aanpassen. Lichte originelen met potloodtekeningen worden beter afgedrukt als de donkerheid wordt vergroot. Donkere originelen, zoals halftonen of documenten met gekleurde achtergronden, moeten eventueel lichter worden gemaakt. Met de optie Scherpte kunt u handmatig de scherpte van de gescande beelden bepalen. 1.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen. Met de opties voor lichter/donkerder kunt u handmatig de lichtheid of donkerheid van het beeld aanpassen. Lichte originelen met potloodtekeningen worden beter afgedrukt als de donkerheid wordt vergroot.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen De scherpte van faxen wijzigen (interne fax) Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Beeldverbetering Een beeldverbeteringsoptie kiezen voor faxen (interne fax) Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Selecteer zo nodig Uit om de functie Achtergrondonderdrukking uit te schakelen. De optie Uit komt met name van pas als de aanpassing Donkerder niet het gewenste resultaat oplevert voor lichte originelen, als het origineel een grijze of gekleurde rand heeft (zoals een certificaat), of als u fijne details naar voren wilt halen die verloren zijn gegaan als gevolg van een donkere rand bij ingebonden originelen. 12. Selecteer de toets OK. 13.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 9. Selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit. 10. Selecteer de toets Beeldverbetering. 11. Selecteer de toets Auto-contrast in het menu Contrast om de contrastinstellingen automatisch door het apparaat te laten instellen, of selecteer de toets Handmatig contrast om de instellingen zelf te regelen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 5. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Faxen wordt geopend. 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Met de optie Verkleinen/splitsen kunt u opgeven hoe uw gefaxte document moet worden afgedrukt op het ontvangende faxapparaat. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen. Met de opties voor Boek kunt u opgeven welke pagina of pagina's uit een boek of ander ingebonden origineel u wilt scannen. Tijdens het scannen wordt het formaat van het origineel vastgesteld door het apparaat.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Een fax instellen op verkleinen of splitsen bij ontvangst (interne fax) Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Uitleg over de faxopties De origineelsoort van faxen instellen (interne fax) Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 11. Selecteer de gewenste optie. • • Bevestiging afdrukken: hiermee kunt u een verzendoverzicht afdrukken met daarop details over de fax en een verkleinde kopie van de eerste gefaxte pagina. Na elke faxverzending wordt er een bevestigingsoverzicht afgedrukt. Bij het verzenden van een fax aan meerdere ontvangers wordt één overzicht afgedrukt, met daarop alle ontvangers.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 9. Selecteer het tabblad Faxopties. 10. Selecteer de toets Startsnelheid. 11. Selecteer de gewenste optie.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Met de optie Uitgesteld verzenden kunt u een fax opslaan in het apparaatgeheugen en de fax op een door u aangegeven tijdstip laten verzenden door het apparaat. Opdrachten kunnen 15 minuten tot 24 uur nadat ze zijn geprogrammeerd, worden verzonden. Deze functie is handig als u een fax wilt verzenden in een daltariefperiode of als u een fax wilt verzenden naar een andere tijdzone. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen. Met Koptekst verzenden kunt u koptekstinformatie toevoegen wanneer u een fax verzendt. Dit is in aanvulling op de standaard koptekst. De informatie wordt afgedrukt in de koptekst boven aan elke pagina van de faxverzending.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Mailboxen zijn gedeelten van het geheugen van het apparaat waarin inkomende faxen worden opgeslagen en van waaruit uitgaande faxen kunnen worden gepold (opgehaald). Met mailboxen kunt u alle ontvangen faxdocumenten opslaan totdat u ze wilt gaan ophalen of faxdocumenten in een mailbox opslaan voor pollen. Mailboxen worden ingesteld door de systeembeheerder. Er moet ten minste één mailbox zijn ingesteld voordat deze functie gebruikt kan worden.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Een fax in een lokale mailbox opslaan (interne fax) Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Selecteer zo nodig het invoerveld Mailboxtoegangscode en voer de toegangscode van 4 cijfers voor de mailbox in. 10. Selecteer de toets OK. 11. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 12. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Selecteer het tabblad Faxopties. 5. Selecteer de toets Mailboxen. 6. Selecteer de toets Lokale mailboxdocumenten afdrukken. 7. Selecteer het invoerveld Mailboxnummer en voer het mailboxnummer in, tussen 001 en 200. 8. Selecteer zo nodig het invoerveld Mailboxtoegangscode en voer de toegangscode van 4 cijfers voor de mailbox in. 9. Als u alle documenten in de gekozen mailbox wilt afdrukken, selecteert u Alle documenten afdrukken in het menu.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Lokale mailboxdocumenten verwijderen kunt u faxen verwijderen die in uw mailbox zijn opgeslagen. 1. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 2. Druk op de toets Startpagina Functies. 3. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm. 4. Selecteer het tabblad Faxopties. 5. Selecteer de toets Mailboxen. 6. Selecteer de toets Lokale mailboxdocumenten verwijderen. 7.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Pollen betekent dat een fax niet naar een ontvanger wordt verzonden, maar op het oorspronkelijke apparaat wordt opgeslagen. Als de ontvanger klaar is voor ontvangst van de fax, benadert (polt) hij of zijn het apparaat om de fax op te vragen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Selecteer het tabblad Faxopties. 5. Selecteer de toets Lokaal pollen. 6. Selecteer de toets Alle opgeslagen documenten verwijderen om alle documenten te verwijderen die in het geheugen zijn opgeslagen. 7. Selecteer de toets Alle verwijderen op het bevestigingsscherm. 8. Selecteer de toets OK.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen. Met de optie Beveiligd pollen kunt u vertrouwelijke documenten op het apparaat opslaan voor pollen. De fax kan alleen worden opgehaald door apparaten waarvan u het faxnummer hebt opgegeven.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen. Met de optie Externe fax pollen kunt u een extern faxapparaat bellen en een fax ophalen. Met Extern pollen kunt u een extern apparaat onmiddellijk of op een specifiek tijdstip pollen. U kunt meer dan één extern apparaat tegelijk pollen.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Externe mailbox pollen kunt u een fax ophalen uit een specifieke mailbox op een ander apparaat. Om deze optie te kunnen gebruiken, moet u wel het mailboxnummer weten. Soms hebt u ook een toegangscode nodig voor toegang tot de externe mailbox. Opmerking: Pollen betekent dat een fax niet naar een ontvanger wordt verzonden, maar op het oorspronkelijke apparaat wordt opgeslagen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Opbouwopdracht kan ook worden gebruikt om afzonderlijke pagina's, die via de glasplaat zijn gescand, in één opdracht samen te voegen. 1. Splits de originelen in delen op voor afzonderlijke programmering. 2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 19. Selecteer zo nodig de opties voor het segment. • • Laatste segment verwijderen: verwijdert het laatste segment dat u hebt gescand. U kunt verdergaan met het programmeren van de opbouwopdracht. Alle segmenten verwijderen: verwijdert de huidige opbouwopdracht en brengt u terug naar het hoofdscherm Opbouwopdracht. 20. Selecteer de toets Volgende segment programmeren. 21. Selecteer de functies die voor het tweede segment nodig zijn. 22.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 5. Selecteer zo nodig het tabblad Serverfax. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Serverfax wordt geopend. 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Serverfax Kiestekens gebruiken in een faxnummer (serverfax) Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen • Leesbaarheidsteken [+]: dit teken wordt gebruikt voor de leesbaarheid en is niet van invloed op het ingevoerde nummer. 8. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 10.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Voeg naar wens nog meer ontvangers toe. • Als u een vermelding wilt bewerken, selecteert u de vermelding in de lijst en selecteert u Bewerken... in het menu. Bewerk de vermelding naar wens en selecteer OK. • Als u een vermelding uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u de desbetreffende vermelding en selecteert u Ontvanger verwijderen in het menu. Selecteer op het bevestigingsscherm de toets Verwijderen om de verwijdering te bevestigen. 8.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 7. Voer het faxnummer van de ontvanger plus de aanvullende kiestekens in via de cijfers op het aanraakscherm. • • • • • • • • Kiespauze [,]: hiermee wordt een pauze in een nummer ingelast. De kiespauze kan bijvoorbeeld tijdens het kiezen worden gebruikt om even te wachten bij het overschakelen van een binnenlijn naar een buitenlijn. Voor een langere pauzetijd voegt u meerdere pauzes toe.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Met de opties voor 2-zijdig scannen kunt u beide zijden van een document scannen. De tweede zijde kan worden geroteerd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de serverfaxfuncties te krijgen. Met de opties voor Origineelsoort kunt u het soort originelen definiëren dat gescand gaat worden. Door het juiste soort te selecteren, wordt de kwaliteit van het gefaxte beeld verbeterd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Faxresolutie opgeven (serverfax) Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Afdrukkwaliteit Beeldopties voor serverfaxen kiezen Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 9. Selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit. 10. Selecteer de toets Beeldverbetering. 11. Selecteer de gewenste optie(s). 12. Selecteer de toets OK. 13.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 5. Selecteer zo nodig het tabblad Serverfax. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Serverfax wordt geopend. 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Opmaakaanpassing Origineelrichting voor serverfaxen instellen Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 13. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 11. Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat. • • • • Auto-herkenning: dit is de standaardinstelling waarmee formaten automatisch worden herkend. Het herkende formaat wordt gekoppeld aan een standaard papierformaat. Vooringesteld scangebied: hiermee kunt u het formaat van het origineel kiezen uit een lijst met voorgeprogrammeerde standaard origineelformaten. U kunt de lijst bekijken met behulp van de schuifbalk.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Opmerking: De faxserver kan zodanig worden geprogrammeerd, dat faxen alleen binnen een opgegeven tijdsbestek worden verzonden. Als Uitgesteld verzenden wordt gebruikt om een verzendtijd te selecteren buiten de opgegeven tijd op de server, wordt uw fax verzonden tijdens de volgende verzending na het verstrijken van de tijd voor Uitgesteld verzenden. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Serverfaxopdracht opbouwen met meerdere pagina- of segmentinstellingen Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Als er tabbladen worden geselecteerd, wordt het beeld automatisch 13 mm (0,5 inch) naar rechts verschoven als het originele tabblad het formaat A4 of 8,5 x 11 inch heeft. 16. Plaats de originelen uit het eerste segment met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Internetfax Een internetfax verzenden Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen. • Gebruik Internetfax als u bewijs nodig hebt dat uw document is afgeleverd. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Er moet ten minste één adres bij Aan: worden geselecteerd. Documenten kunnen niet alleen naar een Cc-adres worden verzonden. 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11. Selecteer de gewenste opties. 12. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 13. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 14.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 6. Selecteer de toets Adresboek. De naam van de toets varieert, afhankelijk van het soort adres dat de systeembeheerder heeft geïnstalleerd of als standaardadresboek heeft ingesteld. De toets heet bijvoorbeeld Apparaatadresboek of Netwerkadresboek. 7. Selecteer het soort adresboek in het vervolgkeuzemenu links van het invoervak Naam invoeren. • Selecteer zo nodig de toets Zoeken om het adresboek van het apparaat op te zoeken.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Met de optie Onderwerp kunt u een onderwerptitel aan de e-mail toevoegen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 3.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 15. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 16. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit het pop-upmenu. Gebruik de toets NLD voor toegang tot extra toetsenborden voor andere talen. • 8. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Met de opties voor 2-zijdig scannen kunt u beide zijden van een document scannen. De tweede zijde kan worden geroteerd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat E-mail verzenden Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Geavanceerde instellingen Beeldopties Beeldopties voor internetfaxen kiezen Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen. • Gebruik Internetfax als u bewijs nodig hebt dat uw document is afgeleverd. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen • Gebruik de toets NLD voor toegang tot extra toetsenborden voor andere talen. 8. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Met de opties voor lichter/donkerder kunt u handmatig de lichtheid of donkerheid van het beeld aanpassen. Lichte originelen met potloodtekeningen worden beter afgedrukt als de donkerheid wordt vergroot. Donkere originelen, zoals halftonen of documenten met gekleurde achtergronden, moeten eventueel lichter worden gemaakt. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 16. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 17. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd. Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X. Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en %.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen De verzadiging van internetfaxen instellen Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen. • Gebruik Internetfax als u bewijs nodig hebt dat uw document is afgeleverd. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen. Opmerking: Er moet ten minste één adres bij Aan: worden geselecteerd. Documenten kunnen niet alleen naar een Cc-adres worden verzonden. 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Contrast voor internetfaxen instellen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat E-mail verzenden Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit het pop-upmenu. Gebruik de toets NLD voor toegang tot extra toetsenborden voor andere talen. • 8. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de internetfaxfuncties te krijgen. Met de opties voor Beeldverbetering kan de kwaliteit van de afdrukken verbeterd worden door de achtergrond te verminderen of het contrast aan te passen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen • • Schuif de regelaar voor handmatig contrast naar Meer om levendiger zwart en wit te reproduceren voor scherpere tekst en lijnen maar minder details in foto's. Schuif de regelaar voor handmatig contrast naar Minder om meer details in de lichte en donkere gebieden van het origineel te reproduceren. 14. Selecteer de toets OK. 15. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 16.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd. Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 16. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 17. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd. Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X. Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en %.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Opmaakaanpassing Origineelrichting voor internetfaxen instellen Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen. • Gebruik Internetfax als u bewijs nodig hebt dat uw document is afgeleverd. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de internetfaxfuncties te krijgen. Met de opties voor Origineelformaat kunt u het formaat van de originelen automatisch laten vaststellen, de formaten van originelen met gemengde formaten opgeven, of het exacte formaat opgeven van een beeld dat gescand moet worden. 1.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Aangepast scangebied: hiermee kunt u een specifiek scangebied instellen, wat handig is voor het scannen van kwitanties. Meet de breedte (X) en hoogte (Y) van het origineel dat gescand moet worden en voer de X- en Y-afmetingen in de desbetreffende velden in. Met Gemengde origineelformaten kunt u documenten met verschillende paginaformaten scannen. De pagina's moeten dezelfde breedte hebben, zoals A4 (8,5 x 11 inch) LKE en A3 (11 x 17 inch) KKE.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen 4. Selecteer de toets Internetfax. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Internetfax. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Internetfax wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Adres voor Antwoord aan: toevoegen aan een internetfax Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Met de optie Bevestigingsoverzicht kunt u een bevestigingsoverzicht afdrukken met daarop de afleveringsstatus van de internetfax. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden, omdat u zo bewijs van aflevering hebt, wat niet het geval is bij e-mail. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Faxen Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat E-mail verzenden Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
Faxen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 27. Selecteer de toets Opdracht verzenden nadat u het laatste segment hebt gescand. 28. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Faxen 238 WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Handleiding voor de gebruiker
Scannen 5 Werkstroom scannen Uitleg over de functies en werking van Werkstroom scannen Met de standaardoptie voor Werkstroom scannen worden de elektronische bestanden opgeslagen en opgehaald van een server of een werkstation op het netwerk. Er zijn twee opties beschikbaar: • Met Scannen naar mailbox wordt het beeld op de harde schijf van het apparaat opgeslagen. De gebruiker kan het bestand via Internet Services ophalen.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Sjablonen Met de functie Sjablonen kunt u opdrachten scannen of faxen via de functie Werkstroom scannen op uw apparaat. Sjablonen bevatten gegevens waarmee het apparaat bepaalt waar een gescand document moet worden opgeslagen. Sjablonen bevatten instellingen zoals afdrukkwaliteit en bestandsindeling. Met sjablonen kunt u beelden sneller scannen, omdat de sjabloon alle voorgeprogrammeerde instellingen voor uw scan bevat.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Selecteer de gewenste opties. 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 5. Selecteer zo nodig het tabblad Werkstroom scannen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Werkstroom scannen wordt geopend. 6. Selecteer een sjabloontype in het keuzemenu Alle sjablonen. 7. Om eventueel te zorgen dat de nieuwste sjablonen beschikbaar zijn, selecteert u Sjablonen bijwerken op het tabblad Geavanceerde instellingen. 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Selecteer de gewenste optie voor Afdrukkleur.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Opmerking: Als de systeembeheerder verplichte velden heeft toegevoegd aan de standaardsjabloon, wordt u verzocht de benodigde documentgegevens in te vullen meteen nadat u de toets Werkstroom scannen hebt geselecteerd. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Werkstroom scannen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Werkstroom scannen wordt geopend. 6. Selecteer een sjabloontype in het keuzemenu Alle sjablonen. 7.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de opties voor Origineelsoort kunt u het soort originelen definiëren dat gescand gaat worden. Door het juiste soort te selecteren, wordt de kwaliteit van het gefaxte beeld verbeterd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen • • • • Selecteer de toets OK. Tekst : produceert scherpere randen en wordt aanbevolen voor tekst en lijntekeningen. Selecteer de gewenste optie voor Type origineel. - Gedrukt: produceert het beste resultaat voor kranten, tijdschriften, kaarten en andere, professioneel gedrukte originelen. - Gefotokopieerd: wordt gebruikt voor de meeste gefotokopieerde en afgedrukte originelen. - Foto: wordt aangeraden voor originelen met hoogwaardige foto's op fotopapier.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de optie Bestandsnaam kunt u een naam opgeven voor het bestand dat de gescande beelden bevat. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Alle sjablonen Op het apparaat opgeslagen sjablonen gebruiken voor werkstroom scannen Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Uitleg over de functies en werking van Werkstroom scannen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Selecteer zo nodig het tabblad Werkstroom scannen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Werkstroom scannen wordt geopend. 6. Selecteer de toets Alle sjablonen. 7. Selecteer de toets Scannen naar mailbox. 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Als u uw documenten wilt opslaan in de standaard openbare map, selecteert u de sjabloon_OPENBAAR. 10. Als u een privémap selecteert, moet u mogelijk een toegangscode invoeren.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Druk op de toets Aan-/afmelden op het bedieningspaneel. 2. Selecteer het invoervak Gebruikers-ID en voer de gebruikersnaam in via het toetsenbord. 3. Selecteer de toets Volgende. 4. Selecteer het invoervak Toegangscode en voer uw toegangscode in via het toetsenbord op het aanraakscherm. 5. Selecteer de toets Gereed. 6.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Werkstroom scannen te krijgen. Met de optie Scannen naar USB kunt u documenten rechtstreeks naar uw USB-stick scannen. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Werkstroomscans lichter of donkerder maken Scherpte van werkstroomscans wijzigen Verzadiging van werkstroomscans wijzigen Uitleg over de functies en werking van Werkstroom scannen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 11. Selecteer de gewenste optie voor Lichter/donkerder. • • Schuif de regelaar omlaag om het gescande beeld donkerder te maken. Als de achtergrond van de afdrukken hiermee te donker wordt, kunt u de achtergrond verwijderen met behulp van de functie Achtergrondonderdrukking. Schuif de regelaar omhoog om het gescande beeld lichter te maken. 12. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 13.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 6. Selecteer een sjabloontype in het keuzemenu Alle sjablonen. 7. Om eventueel te zorgen dat de nieuwste sjablonen beschikbaar zijn, selecteert u Sjablonen bijwerken op het tabblad Geavanceerde instellingen. 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 10. Selecteer de toets Beeldopties. 11. Selecteer de gewenste optie voor Scherpte. • • Schuif de regelaar omhoog om het gescande beeld scherper te maken.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Werkstroom scannen op het aanraakscherm. Opmerking: Als de systeembeheerder verplichte velden heeft toegevoegd aan de standaardsjabloon, wordt u verzocht de benodigde documentgegevens in te vullen meteen nadat u de toets Werkstroom scannen hebt geselecteerd. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Werkstroom scannen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Werkstroom scannen wordt geopend.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Achtergrondonderdrukking kunt u originelen met gekleurde achtergrond verbeteren door de achtergrond op de afdrukken te verminderen of te verwijderen. Deze optie komt van pas bij originelen op gekleurd papier. Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Werkstroomscans lichter of donkerder maken Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen • Schuif de regelaar voor handmatig contrast naar Minder om meer details in de lichte en donkere gebieden van het origineel te reproduceren. 12. Selecteer de toets OK. 13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 7. Om eventueel te zorgen dat de nieuwste sjablonen beschikbaar zijn, selecteert u Sjablonen bijwerken op het tabblad Geavanceerde instellingen. 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 10. Selecteer de toets Voorinstellingen Scannen. 11. Selecteer de gewenste optie voor Voorinstellingen Scannen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de opties voor Resolutie kunt u de kwaliteit van het beeld en de verzendtijd tegen elkaar afwegen, als u het beeld via een netwerk gaat verzenden. Hoe hoger de resolutie, des te beter de beeldkwaliteit maar des te langer de verzendtijd. Hoe lager de resolutie, des te lager de beeldkwaliteit maar des te korter de communicatietijd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 6. Selecteer een sjabloontype in het keuzemenu Alle sjablonen. 7. Om eventueel te zorgen dat de nieuwste sjablonen beschikbaar zijn, selecteert u Sjablonen bijwerken op het tabblad Geavanceerde instellingen. 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 10. Selecteer de toets Kwaliteit/bestandsgrootte. 11. Selecteer de gewenste optie voor Kwaliteit/bestandsgrootte.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Sjablonen worden door de systeembeheerder aangemaakt in Internet Services. 1. Druk op de toets Startpagina Functies. 2. Selecteer de toets Werkstroom scannen op het aanraakscherm. Opmerking: Als de systeembeheerder verplichte velden heeft toegevoegd aan de standaardsjabloon, wordt u verzocht de benodigde documentgegevens in te vullen meteen nadat u de toets Werkstroom scannen hebt geselecteerd. 3. Selecteer zo nodig het tabblad Werkstroom scannen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de optie Origineelrichting kunt u de opmaak opgeven van de originelen die u wilt gaan scannen. U kunt aangeven of het beeld op de pagina in portret- of landschapsrichting is, of staand of geroteerd is ten opzichte van de pagina zelf. De richting van de beelden op de originelen moet overeenkomen met de geselecteerde richting.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Formaat opgeven van het origineel dat in een werkstroom moet worden gescand Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen • Met Gemengde origineelformaten kunt u documenten met verschillende paginaformaten scannen. De pagina's moeten dezelfde breedte hebben, zoals A4 (8,5 x 11 inch) LKE en A3 (11 x 17 inch) KKE. Andere combinaties worden op het aanraakscherm van het apparaat weergegeven. Het apparaat herkent het formaat van de documenten en produceert verschillende afdrukken, afhankelijk van de geselecteerde combinaties. 12. Selecteer de toets OK. 13.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 6. Selecteer een sjabloontype in het keuzemenu Alle sjablonen. 7. Om eventueel te zorgen dat de nieuwste sjablonen beschikbaar zijn, selecteert u Sjablonen bijwerken op het tabblad Geavanceerde instellingen. 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Selecteer het tabblad Opmaakaanpassing. 10. Selecteer de toets Randen wissen. 11. Selecteer de gewenste optie voor Randen wissen. • • Alle randen: hiermee wordt een gelijke hoeveelheid van alle randen gewist.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de optie Beheer blanco pagina's worden de pagina's zonder beeld in uw originelen genegeerd tijdens het scannen. De functie Blanco pagina's verwijderen werkt mogelijk beter met de functies Achtergrondonderdrukking en Randen wissen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Opslagopties Bestandsindeling instellen voor werkstroomscans Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen • • • XPS (XML Paper Specification): produceert één bestand, of één bestand per pagina. Het bestand is niet doorzoekbaar. XPS is ideaal voor het delen en afdrukken van documenten die tekst en foto's bevatten. TIFF (Tagged Image File Format): produceert één bestand, of één bestand per pagina. Het bestand is niet doorzoekbaar. TIFFs zijn ideaal voor archiveren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de Opslagopties kunt u bepalen hoe het apparaat omgaat met dubbele bestandsnamen. Met de optie kunt u het bestaande bestand overschrijven, het scanproces annuleren of automatisch een nieuwe bestandsnaam genereren. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Een nieuwe sjabloon maken in Internet Services Beschrijvende gegevens toewijzen aan een werkstroomscanopdracht Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen - Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Of • Als de systeembeheerder de functie Documentbeheer niet heeft ingesteld met verplichte velden, selecteert u het tabblad Opslagopties. - Selecteer de toets Documentbeheer. - Selecteer het gedeelte dat u wilt bewerken.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Bestemmingen toevoegen kunt u aanvullende opslagbestemmingen selecteren in de lijst. Elke opslagbestemming moet door de systeembeheerder worden ingesteld in Internet Services. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Opmerking: Als er tabbladen worden geselecteerd, wordt het beeld automatisch 13 mm (0,5 inch) naar rechts verschoven als het originele tabblad het formaat A4 of 8,5 x 11 inch heeft. 15. Plaats de originelen uit het eerste segment met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen. De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen. Met de optie Favorieten kunt u een opgeslagen adres selecteren via de functie E-mailen, Faxen, Internetfax of Scannen naar. Favorieten zijn handig als u regelmatig een document naar hetzelfde adres verzendt. De systeembeheerder kan favorieten in het apparaatadresboek aanmaken.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Vaste inkt: wordt aangeraden voor originelen die op vaste-inktapparaten zijn geproduceerd. Selecteer de toets OK. Foto: geeft de hoogste kwaliteit bij foto's, maar een lagere kwaliteit bij tekst en lijntekeningen. Dit is de beste optie voor originelen met foto's of ongerasterde tonen, zonder tekst of lijntekeningen. Selecteer de gewenste optie voor Type origineel.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Scannen naar Afdrukkleur selecteren via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. 2-zijdige originelen verzenden via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Origineelsoort selecteren via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Vaste inkt: wordt aangeraden voor originelen die op vaste-inktapparaten zijn geproduceerd. Selecteer de toets OK. Foto: geeft de hoogste kwaliteit bij foto's, maar een lagere kwaliteit bij tekst en lijntekeningen. Dit is de beste optie voor originelen met foto's of ongerasterde tonen, zonder tekst of lijntekeningen. Selecteer de gewenste optie voor Type origineel.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Geavanceerde instellingen Beeldopties Beeldopties kiezen bij gebruik van de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Selecteer de toets OK. 13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 10. Selecteer de toets Beeldopties. 11. Selecteer de gewenste optie voor Lichter/donkerder. • • Schuif de regelaar omlaag om het gescande beeld donkerder te maken. Als de achtergrond van de afdrukken hiermee te donker wordt, kunt u de achtergrond verwijderen met behulp van de functie Achtergrondonderdrukking. Schuif de regelaar omhoog om het gescande beeld lichter te maken. 12.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 8. Selecteer de toets OK. 9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 10. Selecteer de toets Beeldopties. 11. Selecteer de gewenste optie voor Scherpte. • • Schuif de regelaar omhoog om het gescande beeld scherper te maken. De optie Scherpte verbetert tekstbeelden doorgaans meer dan fotobeelden. Schuif de regelaar omlaag om het gescande beeld zachter te maken. Dit komt met name van pas bij het scannen van foto's. 12. Selecteer de toets OK. 13.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 6. Selecteer het gewenste adres. 7. Selecteer de toets Toevoegen aan ontvangers. 8. Selecteer de toets OK. 9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 10. Selecteer de toets Beeldopties. 11. Selecteer de gewenste verzadigingsoptie. • • Schuif de regelaar omhoog voor meer kleur op het gescande beeld. Schuif de regelaar omlaag voor minder kleur op het gescande beeld. 12. Selecteer de toets OK. 13.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de optie Achtergrondonderdrukking kunt u originelen met gekleurde achtergrond verbeteren door de achtergrond op de afdrukken te verminderen of te verwijderen. Deze optie komt van pas bij originelen op gekleurd papier. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Voorinstellingen Scannen instellen via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 11. Selecteer de gewenste optie voor Resolutie. • • • • • • • 72 dpi: produceert het kleinste bestand en wordt aanbevolen voor bestanden die alleen op een computer worden weergegeven. 100 dpi: levert lage afdrukkwaliteit en wordt aanbevolen voor tekstdocumenten van lage kwaliteit. Deze instelling kan het beste worden gebruikt voor bestanden die op een computer worden weergegeven in plaats van bestanden die worden afgedrukt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de opties voor Kwaliteit/bestandsgrootte kunt u kiezen tussen de kwaliteit en de bestandsgrootte van het gescande beeld. U kunt de hoogste kwaliteit of de kleinste bestanden kiezen, of de instellingen aanpassen voor een balans tussen de kwaliteit en de bestandsgrootte. • Een klein bestand biedt een enigszins verminderde afdrukkwaliteit, maar kan gemakkelijker via een netwerk worden gedeeld.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Gebruik van de functie Scannen naar Opmaakaanpassing Origineelrichting instellen via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Selecteer de toets OK. 13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 11. Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat. • • • • Auto-herkenning: dit is de standaardinstelling waarmee formaten automatisch worden herkend. Het herkende formaat wordt gekoppeld aan een standaard papierformaat. Vooringesteld scangebied: hiermee kunt u het formaat van het origineel kiezen uit een lijst met voorgeprogrammeerde standaard origineelformaten. U kunt de lijst bekijken met behulp van de schuifbalk.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de opties voor Randen wissen kunt u het scangebied opgeven, zodat alleen een specifiek gedeelte van uw document wordt gescand. Dit is handig wanneer u vlekken wilt verwijderen die ontstaan als gevolg van gaatjes of nietjes in het origineel. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen. De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Opslagopties Bestandsindeling instellen via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen • • • XPS (XML Paper Specification): produceert één bestand, of één bestand per pagina. Het bestand is niet doorzoekbaar. XPS is ideaal voor het delen en afdrukken van documenten die tekst en foto's bevatten. TIFF (Tagged Image File Format): produceert één bestand, of één bestand per pagina. Het bestand is niet doorzoekbaar. TIFFs zijn ideaal voor archiveren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de Opslagopties kunt u bepalen hoe het apparaat omgaat met dubbele bestandsnamen. Met de optie kunt u het bestaande bestand overschrijven, het scanproces annuleren of automatisch een nieuwe bestandsnaam genereren. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Opdracht met meerdere pagina- of segmentinstellingen opbouwen via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 14. Selecteer de gewenste opties voor het eerste segment van de opdracht. • Als u Opbouwopdracht voor een opdracht met tabbladen gebruikt, moet u zorgen dat de tabbladen correct zijn geplaatst en selecteert u de lade waarin de tabbladen zich bevinden. Opmerking: Als er tabbladen worden geselecteerd, wordt het beeld automatisch 13 mm (0,5 inch) naar rechts verschoven als het originele tabblad het formaat A4 of 8,5 x 11 inch heeft. 15.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang te krijgen tot de functie Scannen met enkelvoudige aanraakbediening. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de optie Opbouwopdracht kunt u een opdracht opbouwen waarvoor verschillende instellingen nodig zijn voor elke pagina of voor groepen pagina's (segmenten) van het document. Opbouwopdracht kan ook worden gebruikt om afzonderlijke pagina's, die via de glasplaat zijn gescand, in één opdracht samen te voegen. 1. Splits de originelen in delen op voor afzonderlijke programmering. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Afdrukkleur voor een scan met enkelvoudige aanraakbediening instellen De functie Scannen met enkelvoudige aanraakbediening is een snelle en gemakkelijke manier om een document te scannen en het naar een voorgedefinieerde scanbestemming op uw computer of op het netwerk te verzenden. De systeembeheerder maakt een toets op het aanraakscherm van het apparaat aan voor elke bestemming voor Scannen met enkelvoudige aanraakbediening.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 6. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 7. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 8. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Origineelsoort voor scans met enkelvoudige aanraakbediening instellen De functie Scannen met enkelvoudige aanraakbediening is een snelle en gemakkelijke manier om een document te scannen en het naar een voorgedefinieerde scanbestemming op uw computer of op het netwerk te verzenden. De systeembeheerder maakt een toets op het aanraakscherm van het apparaat aan voor elke bestemming voor Scannen met enkelvoudige aanraakbediening.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen 6. Selecteer de gewenste optie voor Type origineel. • • • • • Gedrukt: produceert het beste resultaat voor kranten, tijdschriften, kaarten en andere, professioneel gedrukte originelen. Gefotokopieerd: wordt gebruikt voor de meeste gefotokopieerde en afgedrukte originelen. Foto: wordt aangeraden voor originelen met hoogwaardige foto's op fotopapier. Inkjet: wordt specifiek gebruikt voor originelen die op een inkjetprinter zijn geproduceerd.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Met de optie Bestandsnaam kunt u een naam opgeven voor het bestand dat de gescande beelden bevat. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen Extern scannen Beeld scannen via de Xerox TWAIN-scandriver Met de Xerox TWAIN-scandriver worden beelden rechtstreeks naar uw computer gescand. De TWAIN-driver kan door vele populaire softwareapplicaties worden gebruikt voor het importeren van gescande beelden. Met de scandriver kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. De systeembeheerder kan de toegang tot de functie Extern scannen instellen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen • • • • 150 dpi: levert tekst van gemiddelde kwaliteit en foto's en afbeeldingen van lage kwaliteit. Deze resolutie wordt aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen van gemiddelde kwaliteit. 300 dpi : levert hoge afdrukkwaliteit. Deze instelling wordt aanbevolen voor hoogwaardige tekstdocumenten die moeten worden verwerkt in een OCR-toepassing (Optical Character Recognition - Optische tekenherkenning).
Scannen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Volg zo nodig de instructies in de applicatie tot u de gelegenheid krijgt om een scandriver of scanner te kiezen. 6. Selecteer zo nodig het gewenste apparaat in de lijst met beschikbare scanners. 7. Selecteer zo nodig de Xerox TWAIN-driver in de lijst met beschikbare drivers. 8. Klik op de toets ?. U wordt in uw standaard internetbrowser naar de Xerox-online help geleid. Meer informatie System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.
Scannen 322 WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Handleiding voor de gebruiker
Afdrukken 6 PCL-driver Een document afdrukken met de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Opmerking: Het apparaat is ingeschakeld voor AirPrint.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De systeembeheerder kan toegangsrechten configureren om de toegang tot de afdrukfunctie te regelen. • De tijd en dag van de week opgeven, waarop u mag afdrukken op het apparaat. • Bepaalde opdrachttypen blokkeren, zoals beveiligd afdrukken. • De toegang tot bepaalde papierladen beperken. • 1-zijdig afdrukken voorkomen. • Bepaalde afdrukinstellingen voor applicaties instellen, bijvoorbeeld alle Microsoft Worddocumenten instellen op 1-zijdig afdrukken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Vastgehouden opdrachten in een privé-wachtrij vrijgeven via het menu Opdrachtstatus De wachtrij met niet-geïdentificeerde vastgehouden opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: De systeembeheerder moet de functie Opdrachtopslag in uw printerdriver inschakelen voordat u de optie Opgeslagen opdracht kunt gebruiken. Als u zelf uw eigen driverinstellingen kunt bijwerken, kunt u deze functie vinden door het venster met drivers te openen, met de rechtermuisknop op de driver te klikken, Printereigenschappen te selecteren en vervolgens het tabblad Configuratie.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De wachtrij met niet-geïdentificeerde vastgehouden opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver De functie Opdrachttype gebruiken in de PCL-printerdriver Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Selecteer de gewenste optie(s). 11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 13. Wanneer de opdracht op het apparaat arriveert, verschijnt de opdracht in de lijst met beveiligde afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 3. Selecteer de Xerox PCL-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers. 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Uitgestelde afdruk kunt u het document op een specifiek tijdstip afdrukken, tot maximaal 24 uur nadat de oorspronkelijke opdracht is verzonden. Dit is handig als u grote opdrachten wilt afdrukken tijdens een rustig moment op uw kantoor of als u alle opdrachten tegelijkertijd wilt afdrukken. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de optie Opgeslagen opdracht kunt u opdracht opslaan op de harde schijf van de printer, zodat de opdracht op een geschikt tijdstip of via Internet Services kan worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Selecteer de gewenste optie(s). 13. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 14. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afdrukken Ofwel • Klik op de toets Ontvanger toevoegen om handmatig een nieuwe ontvanger toe te voegen. - Selecteer het invoervak Naam en voer de naam van de ontvanger in via het toetsenbord. - Selecteer het invoervak Faxnummer en voer het faxnummer van de ontvanger in via het toetsenbord. - Selecteer het invoervak Organisatie en voer de bedrijfsnaam van de ontvanger in via het toetsenbord.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer zo nodig het invoervak Telefoonnummer van afzender en voer uw telefoonnummer in via het toetsenbord. - Selecteer zo nodig het invoervak E-mailadres van afzender en voer uw e-mailadres in via het toetsenbord. - Selecteer zo nodig het invoervak Faxnummer van afzender en voer via het toetsenbord het faxnummer in waar u eventuele antwoorden naartoe wilt laten faxen. - Selecteer zo nodig een optie voor Ontvangers.
Afdrukken • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer zo nodig het invoervak Creditcard en voer een creditcardnummer in via het toetsenbord. Klik op de toets OK. 11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 13.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 6. Selecteer de gewenste papieroptie. • • • • • • Aanpassen op nieuw formaat: hiermee wordt het afdrukbeeld automatisch verkleind of vergroot, zodat het op het papierformaat past dat in het menu is geselecteerd. Ander formaat: hiermee opent u het scherm Papierformaat, waar u zowel het gewenste papierformaat als een eventueel schalingspercentage kunt opgeven om het document passend to maken op het door u gekozen papierformaat.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Afwerken Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer de gewenste optie voor Afwerking. 7. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10.
Afdrukken • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer nietjes: hiermee worden drie of vier nietjes langs de geselecteerde kant geplaatst. Het aantal nietjes is afhankelijk van het gekozen papierformaat. Bijvoorbeeld: 4 nietjes = A4 LKE (8,5 x 11 inch LKE), A3 (11 x 17 inch) en 8 x 10 inch LKE. 3 nietjes = 8 x 10 inch KKE, A4 KKE (8,5 x 11 inch KKE), A5 KKE (8,5 x 5,5 inch KKE) en B5 KKE (8,5 x 14 inch KKE). 7. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 8. Selecteer de bevestigingstoets.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd.
Afdrukken • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als C vouwen: buitenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in drie gelijke delen gevouwen. Als de pagina 1-zijdig is, wordt de inhoud op de buitenzijde van de vouwen afgedrukt en verschijnt een deel van pagina 1 op de buitenzijde van het voorste paneel. Als de pagina 2-zijdig is, verschijnt een deel van pagina 2 op de buitenzijde van het voorste paneel.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd. Met de optie Afwerkopties kunt u uw document perforeren en nieten. Met de nietopties kunt u uw document nieten. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de geïnstalleerde afwerkeenheid.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 13. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Katern maken... in het menu Afwerking. 7. Schakel het keuzerondje Katernopmaak in. 8.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 11. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 12. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 14. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Katern maken... in het menu Afwerking. 7.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus De afdrukkwaliteit instellen via de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Klik op het tabblad Paginaopmaak. 7. Schakel het gewenste keuzerondje in om te kiezen hoeveel pagina's per vel moeten worden afgedrukt. Opmerking: Het aantal pagina's per vel is het aantal pagina's per zijde van het vel. Als u bijvoorbeeld 2 pagina's per vel selecteert en uw document 2-zijdig afdrukt, drukt het apparaat 2 pagina's op elke zijde van het vel af (4 pagina's in totaal). 8.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 16. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken • • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer de gewenste optie voor Papierformaat katern. - Opdrachtinstelling gebruiken: hiermee wordt de katern gemaakt met het papierformaat dat in uw brondocument is geselecteerd. - Handmatig: hiermee activeert u een keuzemenu, waar u het gewenste papierformaat kunt selecteren. Selecteer Standaard in het menu Kantlijnen katern om een kantlijn tussen elk beeld op de katern te creëren.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Katern vouwen en nieten kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen, en de pagina's automatisch te laten vouwen en nieten als ze worden afgedrukt. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 16. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 17.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de functie Uitzonderingen kunt u een andere papierbron gebruiken voor een paginabereik. U kunt de zelftestpagina in een trainingshandleiding bijvoorbeeld afdrukken op een andere kleur papier. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Het menu Blanco of voorbedrukt is niet beschikbaar als de invoeglade is geselecteerd. 10. Selecteer zo nodig de gewenste opties voor Papier achteromslag. • U kunt een specifiek papierformaat, -kleur en -soort selecteren en aangeven dat de invoeglade moet worden gebruikt voor omslagen (als er een invoeglade is geïnstalleerd). Kies eventuele afdrukinstellingen voor de omslag in het menu Blanco of voorbedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Invoegingen kunt u blanco pagina's op een andere papiersoort invoegen in uw document, of pagina's opgeven die op een andere papiersoort moeten worden afgedrukt. U kunt maximaal twee bronnen voor het afdrukmateriaal voor de invoegingen gebruiken. Als u blanco pagina's wilt invoegen, moet u een blanco pagina op de relevante plek in uw originele document invoegen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 16. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 7. Klik op de toets Afwijkende documentpagina's. Opmerking: Als de toets Afwijkende documentpagina's grijs wordt weergegeven, hebt u een afwerkoptie geselecteerd die niet compatibel is met invoegingen, of bestaat uw opdracht uit slechts 1 pagina. 8. Klik op het invoervak Pagina's en voer het aantal uitzonderingspagina's in het brondocument in via het toetsenbord. 9. Selecteer de gewenste papieroptie(s).
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de optie Watermerk kunt u een afbeelding of tekst toevoegen aan uw document vanuit de printerdriver.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 13. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 15. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 10. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 11. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 12. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de optie Opdracht-ID kunt u enige identificatie bij de afdrukopdracht laten afdrukken. U kunt de gegevens op een aparte pagina of in de kantlijnen van de hoofdopdracht laten afdrukken. Als de systeembeheerder een ID voor u heeft aangemaakt, heeft hij/zij mogelijk ook uw naam of gebruikersnaam in de ID opgenomen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Een opdracht-ID verwijderen via de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Verwijderen: hiermee verwijdert u permanent de aangepaste afdrukinstellingen die u momenteel hebt geselecteerd. Deze optie is niet beschikbaar als de standaard afdrukinstellingen van de driver zijn geselecteerd. 6. Klik op de gewenste optie. 7. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Selecteer de gewenste optie(s). 6. Selecteer de gewenste optie voor Opgeslagen instellingen. 7. Selecteer Opslaan als in het menu Opgeslagen instellingen. 8.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Afdrukinstellingen opslaan als standaardinstellingen applicatie kunt u aangepaste afdrukinstellingen opslaan als standaardinstellingen voor de huidige applicatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Selecteer de gewenste opgeslagen instellingen in het menu Opgeslagen instellingen. 6. Klik op de toets OK. 7. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 8.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Selecteer de gewenste opgeslagen instelling in de lijst. 6. Selecteer de gewenste optie voor Opgeslagen instellingen. 7. Selecteer Naam wijzigen... in het menu Opgeslagen instellingen. 8.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Verwijderen kunt u een specifieke set aangepaste afdrukinstellingen verwijderen die u hebt opgeslagen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Standaardwaarden opnieuw instellen voor PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Milieuvriendelijk kunt u snel besturingselementen instellen waarmee het aantal afgedrukte pagina's voor uw opdracht wordt beperkt, door voorbladen te verwijderen, 2-zijdig afdrukken in te schakelen en 2 beelden op elke zijde van een pagina te laten afdrukken in plaats van 1 beeld per pagina. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De apparaatstatus bekijken via de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden PostScript-driver Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Bepaalde afdrukinstellingen voor applicaties instellen, bijvoorbeeld alle Microsoft Worddocumenten instellen op 1-zijdig afdrukken. • Afdrukopdrachten beperken tot beveiligde afdrukopdrachten. De systeembeheerder kan uw printerdriver ook zodanig configureren, dat u aanmeldgegevens moet invoeren als u een document afdrukt. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Tabmenu Afdrukopties Opdrachttype De functie Opdrachttype gebruiken in de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Gebruik de optie Faxen in de printerdriver om een document naar een faxadres te verzenden. De opdracht wordt op dezelfde manier als een afdrukopdracht vanaf uw computer naar het apparaat verzonden, maar in plaats van de opdracht af te drukken wordt deze via een telefoonlijn naar de opgegeven faxbestemming gefaxt. Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken, moet de systeembeheerder de faxoptie op uw apparaat installeren en inschakelen. 1.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een normale afdrukopdracht afdrukken via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een beveiligde afdrukopdracht afdrukken via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 15. Selecteer Alle vrijgeven om al uw beveiligde opdrachten af te drukken of selecteer een afzonderlijk opdracht en selecteer Vrijgeven. 16. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Uitgestelde afdruk in het keuzemenu Opdrachttype. 7. Selecteer het invoervak Afdruktijd en voer via het toetsenbord het tijdstip in waarop uw opdracht moet worden afgedrukt. 8. Klik op de toets OK. 9. Selecteer de gewenste optie(s). 10. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 11. Selecteer de bevestigingstoets.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een fax verzenden met de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afdrukken - Klik op de toets OK. Of • • • Klik op de toets Toevoegen uit telefoonboek om een ontvanger toe te voegen die in het adresboek is opgeslagen. - Selecteer de gewenste optie. - Persoonlijk telefoonboek - toont de contactpersonen die u aan het telefoonboek hebt toegevoegd via uw printerdriver. - Gedeeld telefoonboek - toont de contactpersonen die u hebt toegevoegd, maar ook de contactpersonen die door anderen zijn toegevoegd.
Afdrukken • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als u een watermerk aan het voorblad wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Beeld. - Selecteer de gewenste watermerkoptie. - Selecteer de gewenste optie. - Met Tekst wordt een invoervak voor tekst geactiveerd, waar u uw tekst kunt typen. Er zijn opties om een font, kleur, richting en positie voor uw tekst te selecteren. - Met Afbeelding worden de instellingen voor afbeeldingen geactiveerd. Klik op het mappictogram om naar de afbeelding te bladeren.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een papiersoort opgeven via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig afdrukken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd. Gebruik de optie Geen afwerking als er geen afwerking nodig is voor de kopieën.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Nieten via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 10. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 11. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 12. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Katern maken Een katernopmaak maken via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Afdrukken • • • • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer Standaard in het menu Kantlijnen katern om een kantlijn tussen elk beeld op de katern te creëren. Selecteer zo nodig de toets Geen om alle door u ingevoerde instellingen te annuleren. Selecteer het invoervak Bindrug en voer de breedte van de middenrug van de katern in via het toetsenbord.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Afdrukken • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer de gewenste optie voor Leesvolgorde - Links naar rechts: hiermee wordt pagina 1 van uw document op de voorzijde van de katern geplaatst als de vouw links van of boven aan de katern is. - Rechts naar links: hiermee wordt pagina 1 van uw document op de voorzijde van de katern geplaatst als de vouw rechts van of onder aan de katern is. Klik op de toets OK. 9.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Katern vouwen en nieten kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen, en de pagina's automatisch te laten vouwen en nieten als ze worden afgedrukt. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 13. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 15.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 6. Selecteer de gewenste optie voor Afdrukkwaliteit. • • • Hoge resolutie: hiermee wordt uw document met de hoogste kwaliteit afgedrukt. Met Hoge resolutie wordt meer toner gebruikt dan met de optie Tonerbesparing. Standaard: houdt rekening met zowel de afdrukkwaliteit als het milieu en het formaat van het bestand dat over het netwerk wordt verzonden. Standaard afdrukkwaliteit is geschikt voor de meeste afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Beeldopties De lichtheid van de afdruk aanpassen via de PostScript-driver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Het contrast van de afdruk aanpassen via de PostScript-driver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant: hiermee wordt op beide zijden van een vel papier afgedrukt. De beelden worden zodanig afgedrukt, dat de opdracht langs de korte kant van het papier kan worden ingebonden. 10. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 11. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 12.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Klik op het tabblad Paginaopmaak. 7. Schakel het keuzerondje Katern maken om het venster Katern maken te openen. Als het venster niet wordt geopend, klikt u op de toets Instelling...
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken • • • • • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer de gewenste optie voor Papierformaat katern. - Opdrachtinstelling gebruiken: hiermee wordt de katern gemaakt met het papierformaat dat in uw brondocument is geselecteerd. - Handmatig: hiermee activeert u een keuzemenu, waar u het gewenste papierformaat kunt selecteren. Selecteer Standaard in het menu Kantlijnen katern om een kantlijn tussen elk beeld op de katern te creëren.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Katernen vouwen en nieten via de opmaakopties van de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken • • • • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer Standaard in het menu Kantlijnen katern om een kantlijn tussen elk beeld op de katern te creëren. Selecteer zo nodig de toets Geen om alle door u ingevoerde instellingen te annuleren. Selecteer het invoervak Bindrug en voer de breedte van de middenrug van de katern in via het toetsenbord.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Als de toets Afwijkende documentpagina's grijs wordt weergegeven, hebt u een afwerkoptie geselecteerd die niet compatibel is met invoegingen, of bestaat uw opdracht uit slechts 1 pagina. 14. Selecteer de gewenste optie(s). 15. Klik op de toets OK. 16. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 17. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Omslagen kunt u blanco of bedrukte pagina's aan de voorkant, aan de achterkant of aan zowel de voor- als achterkant van de set toevoegen. Deze optie wordt ook gebruikt om een omslag aan een katern toe te voegen. De omslagen kunnen van een andere papiersoort dan de rest van de opdracht zijn. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 16. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 17.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Selecteer het tabblad Speciale pagina's. 7. Klik op de toets Invoegingen toevoegen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Papier in lade 1 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Papier in lade 2 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Papier in lade 3 plaatsen Papier in lade 4 plaatsen Papier in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Papier in lade 6 plaatsen Papier in lade 7 (invoeglade) plaatsen Afwijkende documentpagina's instellen via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via e
Afdrukken • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 2-zijdig afdrukken: hiermee wordt op beide zijden van een vel papier afgedrukt. De beelden worden zodanig afgedrukt, dat de opdracht langs de lange kant van het papier kan worden ingebonden. 2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant: hiermee wordt op beide zijden van een vel papier afgedrukt. De beelden worden zodanig afgedrukt, dat de opdracht langs de korte kant van het papier kan worden ingebonden. 11. Klik op de toets OK. 12.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Klik op het tabblad Watermerk. 7. Selecteer de gewenste watermerkoptie. • • • • Aangepast: hiermee kunt u een nieuw watermerk maken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 ID afdrukken in marges - Alle pagina's: hiermee wordt uw ID in de bovenste kantlijn op alle pagina's van het document afgedrukt. Als uw document 2-zijdig is, wordt de ID op beide zijden afgedrukt. 8. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 9. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 10.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik op het tabblad Geavanceerd. 6. Dubbelklik zo nodig op de map Geavanceerde instellingen om het menu uit te vouwen. Het menu wordt meestal automatisch uitgevouwen als u het tabblad Geavanceerd selecteert. 7.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Menu onder aan tabbladen Opgeslagen afdrukinstellingen gebruiken in de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 10. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 11. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 12.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Selecteer de gewenste optie(s). 6. Selecteer de gewenste optie voor Opgeslagen instellingen. 7. Selecteer Opslaan als in het menu Opgeslagen instellingen. 8. Selecteer Opslaan als standaardwaarden . De huidige instellingen worden opgeslagen als de standaardinstellingen voor de applicatie en worden voor de huidige afdrukopdracht gebruikt. 9. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 11.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 11. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 12. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 6. Selecteer Verwijderen in het menu Opgeslagen instellingen. 7. Klik op de toets OK. 8. Klik op de toets Ja. 9. Klik op de toets OK. Meer informatie Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Standaardwaarden opnieuw instellen kunt u de instellingen terugzetten op de Xeroxinstellingen of op de instellingen die de systeembeheerder heeft geprogrammeerd. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Proefafdruk: hiermee wordt één exemplaar afgedrukt van een afdrukopdracht die uit meerdere exemplaren bestaat. Als u de afdruk ophaalt, kunt u controleren of deze naar wens is afgedrukt voordat u de rest van de opdracht gaat afdrukken. Als het eerste exemplaar niet goed is, kunt u de resterende exemplaren annuleren en de opdracht opnieuw verzenden met andere afdrukinstellingen. 7. Klik op de toets OK. 8. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De systeembeheerder kan toegangsrechten configureren om de toegang tot de afdrukfunctie te regelen. • De tijd en dag van de week opgeven, waarop u mag afdrukken op het apparaat. • Bepaalde opdrachttypen blokkeren, zoals beveiligd afdrukken. • De toegang tot bepaalde papierladen beperken. • 1-zijdig afdrukken voorkomen. • Bepaalde afdrukinstellingen voor applicaties instellen, bijvoorbeeld alle Microsoft Worddocumenten instellen op 1-zijdig afdrukken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Uw systeembeheerder heeft mogelijk een specifieke printerdriver op uw computer geladen. Als u echter zelf de driver kunt kiezen, kunt u aan de hand van de volgende informatie bepalen welke driver u moet installeren. • Met PS (PostScript) beschikt u over de meeste opties voor het schalen en manipuleren van beelden en is er meer precisie mogelijk bij hoogwaardige afbeeldingen. Ook biedt PostScript verschillende soorten foutafhandeling en fontvervangingsopties.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Tabmenu Afdrukopties Opdrachttype De functie Opdrachttype gebruiken in de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 rechtermuisknop op de driver te klikken, Printereigenschappen te selecteren en vervolgens het tabblad Configuratie. Stel de status van de module Opdrachtopslag in op Geïnstalleerd via het keuzemenu in het gedeelte Beschikbare componenten. Gebruik de optie Faxen in de printerdriver om een document naar een faxadres te verzenden.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Een normale afdrukopdracht afdrukken via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver De functie Opdrachttype gebruiken in de XPS-printerdriver Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Selecteer de gewenste optie(s). 11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 13. Wanneer de opdracht op het apparaat arriveert, verschijnt de opdracht in de lijst met beveiligde afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Proefafdruk in het keuzemenu Opdrachttype. 7. Selecteer de gewenste optie(s). 8.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Uitgestelde afdruk kunt u het document op een specifiek tijdstip afdrukken, tot maximaal 24 uur nadat de oorspronkelijke opdracht is verzonden. Dit is handig als u grote opdrachten wilt afdrukken tijdens een rustig moment op uw kantoor of als u alle opdrachten tegelijkertijd wilt afdrukken. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 11. Klik op de toets OK. 12. Selecteer de gewenste optie(s). 13. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 14. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afdrukken Ofwel • Klik op de toets Ontvanger toevoegen om handmatig een nieuwe ontvanger toe te voegen. - Selecteer het invoervak Naam en voer de naam van de ontvanger in via het toetsenbord. - Selecteer het invoervak Faxnummer en voer het faxnummer van de ontvanger in via het toetsenbord. - Selecteer het invoervak Organisatie en voer de bedrijfsnaam van de ontvanger in via het toetsenbord.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer zo nodig het invoervak Telefoonnummer van afzender en voer uw telefoonnummer in via het toetsenbord. - Selecteer zo nodig het invoervak E-mailadres van afzender en voer uw e-mailadres in via het toetsenbord. - Selecteer zo nodig het invoervak Faxnummer van afzender en voer via het toetsenbord het faxnummer in waar u eventuele antwoorden naartoe wilt laten faxen. - Selecteer zo nodig een optie voor Ontvangers.
Afdrukken • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer zo nodig het invoervak Creditcard en voer een creditcardnummer in via het toetsenbord. Klik op de toets OK. 11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 13.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 6. Selecteer de gewenste papieroptie. • • • • • Ander formaat: hiermee opent u het scherm Papierformaat, waar u zowel het gewenste papierformaat als een eventueel schalingspercentage kunt opgeven om het document passend to maken op het door u gekozen papierformaat. Aanpassen op nieuw formaat: hiermee wordt het afdrukbeeld automatisch verkleind of vergroot, zodat het op het papierformaat past dat in het menu is geselecteerd.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Afwerken Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer de gewenste optie voor Afwerking. 7. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer de gewenste nietoptie in het menu Afwerking. • • • 1 nietje: hiermee wordt één nietje in de linkerbovenhoek van het document geplaatst. 2 nietjes: hiermee worden 2 nietjes langs de lange kant van het document geplaatst. Meer nietjes: hiermee worden drie of vier nietjes langs de geselecteerde kant geplaatst.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd. Met de optie Perforeren kunt u het apparaat in elke afgedrukte pagina gaten laten maken. Elk vel wordt afzonderlijk geperforeerd. Er is dus geen beperking voor het aantal pagina's per set. Perforeren kan alleen worden geselecteerd voor A4-papier LKE (8,5 x 11 inch LKE) en A3-papier (11 x 17 inch).
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd.
Afdrukken • • • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meerdere vellen dubbelvouwen: binnenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in het midden van de pagina gevouwen. Als de pagina's 1-zijdig zijn, wordt de inhoud op de buitenzijde van de vouw afgedrukt. Als de pagina's 2-zijdig zijn, bevindt pagina 2 zich aan de binnenzijde. Als C vouwen: binnenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in drie gelijke delen gevouwen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Selecteer Perforeren in het menu Perforeren. • Selecteer zo nodig de toets Niet perforeren om alle door u ingevoerde instellingen te annuleren. 9. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 10. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 11. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 12.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Katernopmaak kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen. Als het apparaat is uitgerust met een afwerkeenheid, kunt u met de functie Katernafwerking katernen automatisch laten vouwen en nieten. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 15. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Katern maken... in het menu Afwerking. 7. Schakel het keuzerondje Katern vouwen in. 8. Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven. • • • • • • • • Selecteer de gewenste optie voor Opmaakbron.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 15. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven. • • • • • • • • Selecteer de gewenste optie voor Opmaakbron. - Toegepast door driver: hiermee worden de pagina's van uw origineel automatisch op de goede volgorde gelegd, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen. - Paginarangschikking al toegepast door app.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 12.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 7. Selecteer de gewenste optie voor Afleveringsbestemming. • • • • Automatisch selecteren: hiermee wordt de opdracht op basis van het papierformaat naar een opvangbak verzonden. Bovenste opvangbak: hiermee wordt de opdracht naar de opvangbak aan de bovenkant van het apparaat verzonden. Staffelopvangbak: het afgedrukte document wordt in de staffelopvangbak aan de zijkant van het apparaat afgeleverd.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Gebruik de functie Pagina-opmaak als u hand-outs, storyboards of archiveringsdocumenten maakt. Het apparaat verkleint of vergroot de beelden naar behoefte, zodat deze in landschap- of portretrichting worden weergegeven op één vel papier op basis van de geselecteerde papiertoevoer. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken • • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer het invoervak Bindrug en voer de breedte van de middenrug van de katern in via het toetsenbord. Selecteer het invoervak Verschuiving en voer via het toetsenbord de hoeveelheid verschuiving in waarmee de paginabeelden naar buiten moeten worden verschoven.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd. Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Afdrukken • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer de gewenste optie voor Leesvolgorde - Links naar rechts: hiermee wordt pagina 1 van uw document op de voorzijde van de katern geplaatst als de vouw links van of boven aan de katern is. - Rechts naar links: hiermee wordt pagina 1 van uw document op de voorzijde van de katern geplaatst als de vouw rechts van of onder aan de katern is. Klik op de toets OK. 9.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd. Met de optie Katern vouwen en nieten kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen, en de pagina's automatisch te laten vouwen en nieten als ze worden afgedrukt. 1.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Schakel zo nodig het selectievakje Paginakaders in om een kader rond elk beeld te laten afdrukken. 10. Klik op de toets OK. 11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 13. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 14.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Invoegingen kunt u blanco pagina's op een andere papiersoort invoegen in uw document, of pagina's opgeven die op een andere papiersoort moeten worden afgedrukt. U kunt maximaal twee bronnen voor het afdrukmateriaal voor de invoegingen gebruiken. Als u blanco pagina's wilt invoegen, moet u een blanco pagina op de relevante plek in uw originele document invoegen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 20. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 21. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Selecteer het tabblad Speciale pagina's. 7. Klik op de toets Omslagen toevoegen. 8. Selecteer de gewenste omslagoptie. • • • • • Geen omslagen: hiermee worden alle door u ingevoerde instellingen geannuleerd. Alleen vooromslag: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de voorkant van het document toe. Alleen achteromslag: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de achterkant van het document toe.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Papier in lade 7 (invoeglade) plaatsen De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Papier in lade 2 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Papier in lade 3 plaatsen Papier in lade 4 plaatsen Papier in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Papier in lade 6 plaatsen Papier in lade 1 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Invoegingen toevoegen via de XPS-printerdriver U k
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Selecteer de gewenste optie voor Invoegopties. • • Vóór pagina 1: hiermee wordt de invoegingen aan het begin van het document toegevoegd. Na pagina('s): hiermee wordt het invoervak Pagina's geactiveerd. Selecteer het invoervak Pagina's en voer het gewenste paginanummer in via het toetsenbord. Opmerking: De paginanummers zijn in dit geval de fysieke paginanummers, niet de paginanummers die op het document zijn afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afwijkende documentpagina's instellen via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 13. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 14. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 16.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 7. Selecteer de gewenste watermerkoptie. • • • • Aangepast: hiermee kunt u een nieuw watermerk maken. Concept: dit is een standaard conceptwatermerk dat u kunt aanpassen. Vertrouwelijk: genereert een standaard vertrouwelijk watermerk dat u vervolgens naar wens kunt aanpassen. Kopie: produceert een watermerk dat aangeeft dat het document een kopie is. Dit watermerk kan worden aangepast. 8. Selecteer de gewenste optie.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De richting van een afdrukopdracht instellen via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Geavanceerd De geavanceerde functies van de XPS-printerdriver gebruiken Op het tabblad Geavanceerd hebt u toegang tot geavanceerde afdrukfuncties.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik op het tabblad Geavanceerd. 6. Dubbelklik zo nodig op de map Geavanceerde instellingen om het menu uit te vouwen. Het menu wordt meestal automatisch uitgevouwen als u het tabblad Geavanceerd selecteert. 7. Selecteer de gewenste optie voor Opdracht-ID. • • • ID afdrukken op voorblad: hiermee wordt een voorblad aan uw opdracht toegevoegd. Uw ID wordt op het voorblad afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als de systeembeheerder een ID voor u heeft aangemaakt, heeft hij/zij mogelijk ook uw naam of gebruikersnaam in de ID opgenomen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd. Gebruik de optie Opgeslagen instellingen als u vaak dezelfde instellingen in uw printerdriver gebruikt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt. 14.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 6. Selecteer de gewenste optie voor Opgeslagen instellingen. 7. Selecteer Opslaan als in het menu Opgeslagen instellingen. 8. Selecteer Opslaan als standaardwaarden . De huidige instellingen worden opgeslagen als de standaardinstellingen voor de applicatie en worden voor de huidige afdrukopdracht gebruikt. 9. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt. 10.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 6. Selecteer de gewenste optie voor Opgeslagen instellingen. 7. Selecteer Naam wijzigen... in het menu Opgeslagen instellingen. 8. Selecteer het invoervak Naam voor opgeslagen instellingen: en voer de naam van uw aangepaste instelling in via het toetsenbord. 9. Klik op de toets OK. 10. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 11. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Verwijderen kunt u een specifieke set aangepaste afdrukinstellingen verwijderen die u hebt opgeslagen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Standaardwaarden opnieuw instellen voor XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Milieuvriendelijk kunt u snel besturingselementen instellen waarmee het aantal afgedrukte pagina's voor uw opdracht wordt beperkt, door voorbladen te verwijderen, 2-zijdig afdrukken in te schakelen en 2 beelden op elke zijde van een pagina te laten afdrukken in plaats van 1 beeld per pagina. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De apparaatstatus bekijken via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Mac-driver Een document afdrukken met de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • 1-zijdig afdrukken voorkomen. • Bepaalde afdrukinstellingen voor applicaties instellen, bijvoorbeeld alle Microsoft Worddocumenten instellen op 1-zijdig afdrukken. • Afdrukopdrachten beperken tot beveiligde afdrukopdrachten. De systeembeheerder kan uw printerdriver ook zodanig configureren, dat u aanmeldgegevens moet invoeren als u een document afdrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Menu Xerox-toepassingen Papier/aflevering Opdrachttype De functie Opdrachttype gebruiken in de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Gebruik de optie Faxen in de printerdriver om een document naar een faxadres te verzenden. De opdracht wordt op dezelfde manier als een afdrukopdracht vanaf uw computer naar het apparaat verzonden, maar in plaats van de opdracht af te drukken wordt deze via een telefoonlijn naar de opgegeven faxbestemming gefaxt. Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken, moet de systeembeheerder de faxoptie op uw apparaat installeren en inschakelen. 1.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Een normale afdrukopdracht afdrukken via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Een beveiligde afdrukopdracht afdrukken via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Wanneer de opdracht op het apparaat arriveert, verschijnt de opdracht in de lijst met beveiligde afdrukopdrachten. Als u de lijst op het apparaat wilt bekijken, drukt u op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel en selecteert u Beveiligde afdrukopdrachten. 13. Selecteer de opdracht in de lijst, voer uw toegangscode voor beveiligd afdrukken in en selecteer OK. 14.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Klik op de toets OK. 9. Selecteer de gewenste optie(s). 10. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 11. Haal uw document op het opgegeven tijdstip op bij het apparaat. 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 13.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam van het programma staat. 5. Selecteer Papier/aflevering in het selectiemenu Xerox-toepassingen. Dit is meestal het actieve gedeelte wanneer de printerdriver wordt geopend. 6.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: De systeembeheerder moet de functie Opdrachtopslag in uw printerdriver inschakelen voordat u de optie Opgeslagen opdracht kunt gebruiken. Als u zelf uw eigen driverinstellingen kunt bijwerken, kunt u deze functie vinden door het venster met drivers te openen, met de rechtermuisknop op de driver te klikken, Printereigenschappen te selecteren en vervolgens het tabblad Configuratie.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een fax verzenden met de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afdrukken Opmerking: De gegevens van de ontvanger worden op de harde schijf van uw computer opgeslagen, in uw persoonlijke adresboek. - Klik op de toets OK. Of • • • Klik op de toets Toevoegen uit adresboek om een ontvanger toe te voegen die in het adresboek is opgeslagen. - Selecteer de gewenste contactpersoon in de lijst. Als de lijst met contactpersonen lang is, klikt u in het invoervak Zoeken...
Afdrukken • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met Afbeelding kunt u een afbeelding aan het voorblad toevoegen. Klik op de toets OK. 10. Selecteer het gewenste papierformaat in het menu Papierformaat voorblad. 11. Als u een bevestigingsblad wilt laten afdrukken door het apparaat, een specifieke verzendsnelheid of -resolutie wilt gebruiken, op een specifiek tijdstip wilt verzenden, een voorkiesgetal wilt gebruiken of creditcardgegevens wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Opties.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De papiersoorten die in het apparaat zijn geplaatst, worden weergegeven. U kunt andere papiersoorten selecteren, maar dan moet u ze wel eerst in de juiste lade plaatsen, anders kan uw opdracht niet correct worden afgedrukt. Het is doorgaans makkelijker om het gewenste papier in het apparaat te plaatsen voordat u de opdracht instelt. Zo weet u zeker dat u de juiste papiersoort en de juiste papierlade selecteert bij het verzenden van de opdracht. 1.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 2-zijdig afdrukken via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 11. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 10. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de opties voor Katern kunt u automatisch gevouwen en geniete katernen maken. Er kan automatisch een omslag aan het katern worden toegevoegd. Met de opties voor Vouwen kunt u één vel A4-papier (8,5 x 11 inch) met een gewicht van 60 to 120 g/m² (16 tot 32 lb) vouwen. Pagina's kunnen in drieën worden gevouwen met een C-vouw of een Z-vouw . 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de nietopties kunt u uw document nieten. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de geïnstalleerde afwerkeenheid. De basisopties voor nieten zijn Uit, 1 nietje, 2 nietjes en Meer nietjes. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Vouwen via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Selecteer de gewenste vouwoptie. • • • • • • • • Enkele vellen dubbelvouwen: binnenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in het midden van de pagina gevouwen. Als de pagina 1-zijdig is, wordt de inhoud op de binnenzijde van de vouw afgedrukt. Als de pagina 2-zijdig is, bevindt pagina 1 zich aan de binnenzijde. Enkele vellen dubbelvouwen: buitenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in het midden van de pagina gevouwen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de Mac-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Katern maken Katernen vouwen via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Afdrukken • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer het invoervak Verschuiving en voer via het toetsenbord de hoeveelheid verschuiving in waarmee de paginabeelden naar buiten moeten worden verschoven. De buitenste pagina's in een grote katern moeten om alle binnenste pagina's heen worden gevouwen, waardoor de buitenste pagina's iets korter worden dan de binnenste pagina's in de uiteindelijke katern. Met deze functie wordt dit gecorrigeerd. Klik op de toets OK. 8.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Katern vouwen en nieten kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen, en de pagina's automatisch te laten vouwen en nieten als ze worden afgedrukt. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Een afleveringsbestemming kiezen bij gebruik van de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 11.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de functie Uitzonderingen kunt u een andere papierbron gebruiken voor een paginabereik. U kunt de zelftestpagina in een trainingshandleiding bijvoorbeeld afdrukken op een andere kleur papier. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een document afdrukken met de Mac-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Omslagen toevoegen via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Het menu Blanco of voorbedrukt is niet beschikbaar als de invoeglade is geselecteerd. 9. Selecteer zo nodig de gewenste opties voor Papier achteromslag. • U kunt een specifiek papierformaat, -kleur en -soort selecteren en aangeven dat de invoeglade moet worden gebruikt voor omslagen (als er een invoeglade is geïnstalleerd). Kies eventuele afdrukinstellingen voor de omslag in het menu Blanco of voorbedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Invoegingen kunt u blanco pagina's op een andere papiersoort invoegen in uw document, of pagina's opgeven die op een andere papiersoort moeten worden afgedrukt. U kunt maximaal twee bronnen voor het afdrukmateriaal voor de invoegingen gebruiken. Als u blanco pagina's wilt invoegen, moet u een blanco pagina op de relevante plek in uw originele document invoegen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 14. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 15.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Als de toets Afwijkende documentpagina's grijs wordt weergegeven, hebt u een afwerkoptie geselecteerd die niet compatibel is met invoegingen, of bestaat uw opdracht uit slechts 1 pagina. 7. Klik op het invoervak Pagina's en voer het aantal uitzonderingspagina's in het brondocument in via het toetsenbord. 8. Selecteer de gewenste papieroptie(s).
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Beeldopties De lichtheid van de afdruk aanpassen via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Het contrast van de afdruk aanpassen via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Katern/watermerk Een katernopmaak maken via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Schakel zo nodig het selectievakje Paginakaders tekenen in om een kader rond elk beeld te laten afdrukken. 10. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 11. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 12.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Selecteer Katern/watermerk in het selectiemenu Xerox-toepassingen. 6. Selecteer Ingeschakeld in het menu Katernafwerking. 7. Klik op de toets Katernopties. 8. Selecteer de gewenste optie voor Katernafwerking. De vouwopties variëren, afhankelijk van de soort afwerkeenheid die op het apparaat is aangesloten. Als er geen afwerkeenheid op het apparaat is aangesloten, kunt u geen vouwopties kiezen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een watermerk ontwerpen en toepassen op afdrukken via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Selecteer de gewenste paginaoptie. • • Alleen op eerste pagina: hiermee wordt het beeld toegevoegd aan de eerste pagina van het document. Op alle pagina's: hiermee wordt het beeld toegevoegd aan alle pagina's van het document. 10. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 11. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 12.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam van het programma staat. 5. Selecteer Geavanceerd in het selectiemenu Xerox-toepassingen. 6. Selecteer de gewenste optie voor Opdracht-ID.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als de systeembeheerder een ID voor u heeft aangemaakt, heeft hij/zij mogelijk ook uw naam of gebruikersnaam in de ID opgenomen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als het apparaat is uitgerust met een afwerkeenheid, kunt u met de functie Katernafwerking katernen automatisch laten vouwen en nieten. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Andere opties Toegang tot de helppagina's van de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De systeembeheerder kan toegangsrechten configureren om de toegang tot de afdrukfunctie te regelen. • De tijd en dag van de week opgeven, waarop u mag afdrukken op het apparaat. • Bepaalde opdrachttypen blokkeren, zoals beveiligd afdrukken. • De toegang tot bepaalde papierladen beperken. • 1-zijdig afdrukken voorkomen. • Bepaalde afdrukinstellingen voor applicaties instellen, bijvoorbeeld alle Microsoft Worddocumenten instellen op 1-zijdig afdrukken.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Milieuvriendelijk kunt u snel besturingselementen instellen waarmee het aantal afgedrukte pagina's voor uw opdracht wordt beperkt, door voorbladen te verwijderen, 2-zijdig afdrukken in te schakelen en 2 beelden op elke zijde van een pagina te laten afdrukken in plaats van 1 beeld per pagina. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afdrukken via Een opgeslagen opdracht afdrukken via de functie Afdrukken vanaf Met de functie Afdrukken vanaf kunt u opdrachten afdrukken die zijn opgeslagen op het apparaat of op een USB-stick. Dit is een handige functie als u documenten hebt die u regelmatig moet afdrukken. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 15. Als de opdracht een beveiligde opdracht is, voert u de benodigde toegangscode in en selecteert u OK. 16. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Afdrukken • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer een papierlade die het gewenste papierformaat en -soort bevat. Er wordt weergegeven welk formaat en soort papier in elke lade is geplaatst. 11. Selecteer de toets OK. 12. Selecteer de toets 2-zijdig afdrukken. 13. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig scannen. • • • 1-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen aan één zijde zijn bedrukt. 2-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn.
Afdrukken WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 6. Selecteer de gewenste opties. 7. Selecteer de toets Papiertoevoer. 8. Selecteer de gewenste optie voor papiertoevoer. • • Met Automatisch selecteren selecteert het apparaat automatisch het juiste papierformaat voor elk origineel op basis van het origineelformaat en de instellingen voor verkleinen of vergroten. Selecteer een papierlade die het gewenste papierformaat en -soort bevat.
Afdrukken 554 WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Handleiding voor de gebruiker
E-mail 7 E-mail verzenden Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11. Selecteer zo nodig de toets Van... en voer via het toetsenbord het 'Van'-adres voor de e-mail in of bewerk dit adres. Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp...
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets E-mailen op het aanraakscherm. 5. Selecteer zo nodig het tabblad E-mailen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie E-mailen wordt geopend. 6. Selecteer de toets Adresboek. De naam van de toets varieert, afhankelijk van het soort adres dat de systeembeheerder heeft geïnstalleerd of als standaardadresboek heeft ingesteld. De toets heet bijvoorbeeld Apparaatadresboek of Netwerkadresboek.
E-mail WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een e-mail verzenden naar een ontvanger die als favoriet is opgeslagen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen. Met de optie Afdrukkleur kunt u de oorspronkelijke kleuren op het document laten reproduceren door het apparaat of de afdrukken wijzigen door bijvoorbeeld kleurenoriginelen te scannen, maar deze om te zetten in zwart/wit-afdrukken. 1.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd. • Selecteer de toets OK. 14. Selecteer de gewenste optie voor Afdrukkleur. • • • • Auto-herkenning: hiermee selecteert het apparaat de beste kleurinstelling.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd. Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X. Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en %.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail De origineelsoort voor e-mails instellen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 11. Selecteer zo nodig de toets Van... en voer via het toetsenbord het 'Van'-adres voor de e-mail in of bewerk dit adres. Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Vaste inkt: wordt aangeraden voor originelen die op vaste-inktapparaten zijn geproduceerd. Selecteer de toets OK. • 15. Kaart: wordt gebruikt als het origineel een kaart is. 16. Krant/tijdschrift: wordt gebruikt als het origineel afkomstig is uit een tijdschrift of krant met foto's en tekst. Opmerking: Met de optie Tekst is minder verzendtijd gemoeid. 17. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 18.
E-mail WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit het pop-upmenu. 8. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Geavanceerde instellingen Beeldopties Beeldopties voor e-mails kiezen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen.
E-mail WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit het pop-upmenu. 8. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen. Met de opties voor lichter/donkerder kunt u handmatig de lichtheid of donkerheid van het beeld aanpassen. Lichte originelen met potloodtekeningen worden beter afgedrukt als de donkerheid wordt vergroot.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail • Selecteer de toets OK. 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd. • Selecteer de toets OK. 14. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 15. Selecteer de toets Beeldopties. 16. Selecteer de gewenste optie voor Lichter/donkerder.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 5. Selecteer zo nodig het tabblad E-mailen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie E-mailen wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 20. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
E-mail WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen. Met de opties voor Beeldverbetering kan de kwaliteit van de afdrukken verbeterd worden door de achtergrond te verminderen of het contrast aan te passen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 4. Selecteer de toets E-mailen op het aanraakscherm. 5. Selecteer zo nodig het tabblad E-mailen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie E-mailen wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 19. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 20. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
E-mail WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail De scanvoorinstellingen voor e-mails instellen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail De scanresolutie voor e-mails instellen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail De kwaliteit of bestandsgrootte voor e-mailbijlagen instellen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11. Selecteer zo nodig de toets Van... en voer via het toetsenbord het 'Van'-adres voor de e-mail in of bewerk dit adres. Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp...
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Opmaakaanpassing De origineelrichting voor e-mails instellen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11. Selecteer zo nodig de toets Van... en voer via het toetsenbord het 'Van'-adres voor de e-mail in of bewerk dit adres. Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp...
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Met de opties voor Origineelformaat kunt u het formaat van de originelen automatisch laten vaststellen, de formaten van originelen met gemengde formaten opgeven, of het exacte formaat opgeven van een beeld dat gescand moet worden. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail • Selecteer de toets OK. 14. Selecteer het tabblad Opmaakaanpassing. 15. Selecteer de toets Origineelformaat. 16. Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat. • • • • Auto-herkenning: dit is de standaardinstelling waarmee formaten automatisch worden herkend. Het herkende formaat wordt gekoppeld aan een standaard papierformaat.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 5. Selecteer zo nodig het tabblad E-mailen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie E-mailen wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 19. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 20. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen. Opmerking: Er moet ten minste één adres bij Aan: worden geselecteerd. Documenten kunnen niet alleen naar een Cc-adres worden verzonden. 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail E-mailopties Een bestandsindeling instellen voor e-mailbijlagen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail 11. Selecteer zo nodig de toets Van... en voer via het toetsenbord het 'Van'-adres voor de e-mail in of bewerk dit adres. Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Een bericht toevoegen aan een e-mail Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen. Met de optie Bericht kunt u een kort bericht toevoegen aan het bestand dat verzonden gaat worden.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd. • Selecteer de toets OK. 14.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Met de functie Antwoord aan kunt u een e-mailadres invoegen, waar de ontvanger een e-mail naar terug kan sturen. Deze optie komt van pas als u wilt dat de ontvanger een e-mail terugstuurt naar uw e-mailadres en niet naar het apparaat. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail • Selecteer de toets OK. 14. Selecteer het tabblad E-mailopties. 15. Selecteer de toets Antwoord aan:. 16. Voer de gewenste tekst in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd. Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X.
WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 E-mail Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 3. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 4. Druk op de toets Startpagina Functies. 5. Selecteer de toets E-mailen op het aanraakscherm. 6. Selecteer zo nodig het tabblad E-mailen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie E-mailen wordt geopend. 7.
E-mail WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Venster met overzicht tussen segmenten weergeven toont de status van uw opdracht na het scannen van elk gedeelte. Opbouwopdracht uitschakelen nadat de opdracht is verzonden schakelt de functie automatisch uit nadat het laatste segment is gescand. • 19. Selecteer de toets OK. 20. Selecteer de toets OK. 21. Selecteer de gewenste opties voor het eerste segment van de opdracht.
ID-kaart kopiëren 8 Kopieën maken van ID-kaarten Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopieeropties Verkleinen of vergroten Kopieën van ID-kaarten verkleinen of vergroten Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Kopieën van ID-kaarten met een proportioneel % verkleinen of vergroten Kopieën van ID-kaarten met een onafhankelijk X-Y% verkleinen of vergroten Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Kopieën van ID-kaarten met een proportioneel % verkleinen of vergroten Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopieën van ID-kaarten met een onafhankelijk X-Y% verkleinen of vergroten Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Kopieën van ID-kaarten met een proportioneel % verkleinen of vergroten Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Handleiding voor de gebruiker 603
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De papiertoevoer instellen voor ID-kaart kopiëren Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afdrukkwaliteit De origineelsoort instellen voor ID-kaart kopiëren Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopieën van ID-kaarten lichter of donkerder maken Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De achtergrondonderdrukking instellen voor ID-kaart kopiëren Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren 608 WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Handleiding voor de gebruiker
Internet Services 9 Internet Services gebruiken Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Het apparaat configureren in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Printer- en scandrivers installeren via het welkomstmenu van Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Via de koppeling Printer-/scandrivers installeren kunt u de nieuwste printer- en scandrivers voor uw apparaat installeren.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Selecteer zo nodig Welkom in het menu Status links op de pagina. De welkomstpagina is meestal de actieve pagina wanneer Internet Services wordt geopend. U kunt deze standaardinstelling wijzigen. 6. Klik op de koppeling Printer-/scandrivers installeren. 7. Klik op de toets Uitvoeren. 8. Klik op de toets Accepteren om akkoord te gaan met de licentieovereenkomst. 9. Het programma zoekt automatisch naar uw apparaat op het netwerk.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus De apparaatbeschrijving en waarschuwingen bekijken in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Klik zo nodig op het tabblad Status. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer Internet Services wordt geopend. 5. Klik op Beschrijving en waarschuwingen in het menu Status links op de pagina. De pagina Beschrijving en waarschuwingen wordt weergegeven met de huidige statusinformatie over het apparaat. • Als u de pagina enige tijd laat openstaan, klikt u op de toets Verversen om de nieuwste gegevens te laten weergeven.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Op de pagina Tellers kunt u zien hoeveel kopieën en afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel beelden er door het apparaat zijn verzonden via de fax- of scanfuncties. U kunt een bestand op uw computer downloaden met daarin de gebruiksinformatie. Dit kan handig zijn als u een overzicht wilt bijhouden van het gebruik van het apparaat. Wanneer u het gebruiksbestand downloadt, maakt het apparaat een .CSV-bestand (comma separated values). U kunt .
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Instelling uitbreidbare dienst: geeft aan welke browserversie beschikbaar is op uw apparaat en gebruikt wordt voor de functie Uitbreidbare diensten. Met Uitbreidbare diensten kunt u nieuwe applicaties maken en aan uw apparaat toevoegen via hulpprogramma's op het internet. Meer informatie vindt u in de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder).
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 In het gedeelte Verbruiksartikelen kunt u de status bekijken van onderdelen die u zelf kunt vervangen zonder hulp van een Xerox-technicus. • Tonercassette • Xerografische module • Fusermodule • Afvalcontainer De kolom Resterende levensduur geeft het huidige verbruiksniveau aan in percentages en toont een grafische balk. De kolom Geschatte resterende pagina's/dagen toont het geschatte aantal afdrukken of dagen dat voor elke eenheid resteert.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden. 4. Klik zo nodig op het tabblad Status. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer Internet Services wordt geopend. 5. Klik op Laden in het menu Status links op de pagina. De status van de papierladen en de opvangbakken wordt weergegeven. • Als u de pagina enige tijd laat openstaan, klikt u op de toets Verversen om de nieuwste gegevens te laten weergeven.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus SMart eSolutions De status van SMart eSolutions bekijken in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. SMart eSolutions bestaat uit de toepassingen Meter Assistant®, Supplies Assistant® en Maintenance Assistant.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De Supplies Assistant gebruiken in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. SMart eSolutions bestaat uit de toepassingen Meter Assistant®, Supplies Assistant® en Maintenance Assistant. Opmerking: SMart eSolutions is niet in alle landen beschikbaar.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: SMart eSolutions is niet in alle landen beschikbaar. Neem voor meer informatie contact op met de Xerox-vertegenwoordiger. Met de Maintenance Assistant kunt u een storingsoverzicht en gebruiksinformatie doorgeven aan het Xerox-ondersteuningsteam zodat ze problemen sneller kunnen verhelpen. Het Xeroxondersteuningsteam zal u laten weten wanneer u de Maintenance Assistant moet gebruiken.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Op de pagina Actieve opdrachten kunt u uw opdracht op het apparaat beheren. U kunt huidige opdrachten bekijken, opdrachten verwijderen of vrijgeven en de afdrukinstellingen aanpassen van opdrachten die in de afdrukwachtrij van het apparaat staan. Opdrachten kunnen om verschillende redenen in de lijst Actieve opdrachten worden vastgehouden.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Op de pagina Actieve opdrachten kunt u uw opdracht op het apparaat beheren. U kunt huidige opdrachten bekijken, opdrachten verwijderen of vrijgeven en de afdrukinstellingen aanpassen van opdrachten die in de afdrukwachtrij van het apparaat staan. Opdrachten kunnen om verschillende redenen in de lijst Actieve opdrachten worden vastgehouden.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Op de pagina Actieve opdrachten kunt u uw opdracht op het apparaat beheren. U kunt huidige opdrachten bekijken, opdrachten verwijderen of vrijgeven en de afdrukinstellingen aanpassen van opdrachten die in de afdrukwachtrij van het apparaat staan. Opdrachten kunnen om verschillende redenen in de lijst Actieve opdrachten worden vastgehouden.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opgeslagen opdrachten Opgeslagen opdrachten afdrukken via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Opdrachten opslaan met de PostScript-printerdriver Een opgeslagen opdracht afdrukken via de functie Afdrukken vanaf Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een opgeslagen opdracht naar een andere map verplaatsen via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Opgeslagen opdrachten zijn documenten die naar het apparaat zijn verzonden en daar opgeslagen zijn voor toekomstig gebruik.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Opdracht kopiëren kunt u een kopie van uw opgeslagen opdracht maken. De kopie kan niet in dezelfde map als het origineel worden opgeslagen. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Voor toegang tot privé-mappen hebt u een toegangscode nodig. De systeembeheerder kan privémappen en alleen-lezen-mappen maken. Gebruikers hebben weliswaar toegang tot alleen-lezen-mappen, maar kunnen geen opdrachten in de map verwijderen of de instellingen ervan wijzigen. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik op het tabblad Opgeslagen opdrachten. De pagina Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken wordt weergegeven met een lijst van alle opdrachten die in de standaard openbare map zijn opgeslagen. 6. Selecteer de koppeling Mappen beheren. 7. Selecteer de bewerkingstoets met het potloodpictogram. 8. Klik in het invoervak Nieuwe naam en voer de nieuwe naam voor uw map in via het toetsenbord. 9. Klik op de toets Toepassen.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Selecteer de koppeling Mappen beheren. 10. Selecteer de bewerkingstoets met het potloodpictogram. 11. Selecteer de gewenste optie in het menu Maptoegangsrechten. • • • Openbare map: hiermee hebben alle gebruikers toegang tot de map en de documenten in de map. Privé: hiermee zijn de map en de inhoud alleen toegankelijk voor degene die de map heeft gemaakt of voor de systeembeheerder van het apparaat.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Het aantal exemplaren wijzigen bij afdrukken via Internet Services Printer- en scandrivers installeren via het afdrukmenu van Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Via de koppeling Printer-/scandrivers installeren kunt u de nieuwste printer- en scandrivers voor uw apparaat installeren.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik op de koppeling Printer-/scandrivers installeren. 6. Klik op de toets Uitvoeren. 7. Klik op de toets Accepteren om akkoord te gaan met de licentieovereenkomst. 8. Het programma zoekt automatisch naar uw apparaat op het netwerk. Als uw apparaat niet wordt weergegeven, vraagt u de systeembeheerder om hulp. 9. Selecteer de driver die u wilt installeren. 10. Klik op de toets Installeren. 11. Klik op de toets Installeren. 12.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik op de toets Bladeren... en blader naar uw afdrukklare bestand. 6. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. Dubbelklik op het bestand om het te selecteren of klik eenmaal op het bestand en klik vervolgens op de toets Openen. De bestandsnaam en het bestandspad worden weergegeven in het vak Bestandsnaam. 7. Selecteer de gewenste optie voor Aantal.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met het opdrachttype Normale afdruk verwerkt het apparaat de opdracht zodra deze boven in de afdrukwachtrij komt te staan. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Als u uw opdracht via Internet Services verzendt, kunt u algemene afdrukfuncties selecteren, zoals 2-zijdig afdrukken en nieten. Als u geavanceerde afdrukfuncties zoals watermerken en katernopmaak wilt selecteren, moet u deze in de printerdriver selecteren voordat u uw afdrukklare bestand maakt. Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Toegang tot uw persoonlijke lijst met beveiligde opdrachten via het menu Opdrachtstatus Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus Een proefafdruk of voorbeeld afdrukken via Internet Services Internet Servic
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: U moet ten minste 2 kopieën naar het apparaat verzenden om de functie Proefafdruk te kunnen gebruiken. 8. Selecteer Proefafdruk in het keuzemenu Opdrachttype. 9. Klik op de toets Opdracht verzenden. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 U kunt de optie Opgeslagen opdrachten gebruiken als handige manier voor het opslaan van veelgebruikte documenten die u wilt afdrukken, zoals formulieren. Opgeslagen opdrachten kunnen worden bewaard met de printerdriver en Internet Services. U kunt opgeslagen opdrachten afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat en via Internet Services. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. 1. Open de webbrowser op uw computer.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Opdrachten opslaan met de PostScript-printerdriver Opgeslagen opdrachten afdrukken via Internet Services De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus Een uitgestelde afdrukopdracht verzenden via Internet Servi
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 13.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Klik op het tabblad Afdrukken. 5. Klik op de toets Bladeren... en blader naar uw afdrukklare bestand. 6. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. Dubbelklik op het bestand om het te selecteren of klik eenmaal op het bestand en klik vervolgens op de toets Openen. De bestandsnaam en het bestandspad worden weergegeven in het vak Bestandsnaam. 7. Klik op de kop Papierselectie om de papiermenu's te openen en selecteer de gewenste optie(s).
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen. Op de pagina Opdrachtverzending van Internet Services kunt u afdrukklare documenten verzenden voor afdrukken. U kunt opdrachten met de bestandsindeling PDF, PCL, PostScript, TXT, JPEG, TIFF en XPS afdrukken via de pagina Opdrachtverzending.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De opties voor Sets gebruiken bij afdrukken via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Internet Services • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Landschap: uw document wordt zodanig gericht, dat u de tekst kunt lezen als u de korte zijde van het papier vasthoudt. Geroteerd portret: uw originele document wordt 180 graden gedraaid, zodat u de tekst kunt lezen als u de lange zijde van het papier vasthoudt. Geroteerd landschap: uw originele document wordt 180 graden gedraaid, zodat u de tekst kunt lezen als u de korte zijde van het papier vasthoudt. 8. Klik op de toets Opdracht verzenden.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Katern nieten wordt geselecteerd in het gedeelte Vouwen. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in. Opmerking: U kunt het IP-adres van het apparaat te weten komen door een configuratieoverzicht af te drukken of dit na te vragen bij de systeembeheerder. 3.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Op de pagina Opdrachtverzending van Internet Services kunt u afdrukklare documenten verzenden voor afdrukken. U kunt opdrachten met de bestandsindeling PDF, PCL, PostScript, TXT, JPEG, TIFF en XPS afdrukken via de pagina Opdrachtverzending. Opmerking: Als u uw opdracht via Internet Services verzendt, kunt u algemene afdrukfuncties selecteren, zoals 2-zijdig afdrukken en nieten.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus Documenten vouwen die via Internet Services zijn afgedrukt Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat.
Internet Services • • • • • • • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Enkele vellen dubbelvouwen: binnenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in het midden van de pagina gevouwen. Als de pagina 1-zijdig is, wordt de inhoud op de binnenzijde van de vouw afgedrukt. Als de pagina 2-zijdig is, bevindt pagina 1 zich aan de binnenzijde. Enkele vellen dubbelvouwen: buitenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in het midden van de pagina gevouwen.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus De afleveringsbestemming wijzigen bij afdrukken via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 12. Selecteer de gewenste optie voor Naam of IP-adres en voer de juiste gegevens in het vak IPadres: Poort in. 13. Klik zo nodig op het invoervak IP-adres en voer het adres van uw scanbestemming in via het toetsenbord. 14. Als u SMB als protocol hebt geselecteerd, klikt u op het invoervak Share en voert u de naam van de gedeelde map in via het toetsenbord. 15. Klik op het invoervak Documentpad en voer uw scanbestemming in via het toetsenbord. 16.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus Sjablonen Een sjabloon verwijderen in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de functie Sjablonen kunt u opdrachten scannen of faxen via de functie Werkstroom scannen op uw apparaat. Sjablonen bevatten gegevens waarmee het apparaat bepaalt waar een gescand document moet worden opgeslagen. Sjablonen bevatten instellingen zoals afdrukkwaliteit en bestandsindeling. Met sjablonen kunt u beelden sneller scannen, omdat de sjabloon alle voorgeprogrammeerde instellingen voor uw scan bevat.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 bestandsindeling. Met sjablonen kunt u beelden sneller scannen, omdat de sjabloon alle voorgeprogrammeerde instellingen voor uw scan bevat. U kunt zo nodig de instellingen op het apparaat wijzigen. Alle beschikbare sjablonen worden weergegeven op het apparaat in de lijst met sjablonen voor werkstroomscannen.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Gebruik de optie Weergave-instellingen voor toegang tot sjabloonopties die aangeven in welke volgorde sjablonen moeten worden weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat. Als u geen volgorde opgeeft, worden de sjablonen alfabetisch weergegeven op Beschrijvende naam. Opmerking: Deze functie is alleen bestemd voor de systeembeheerder. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 7. Selecteer de gewenste optie in het gedeelte Bestandsbestemming. • • • Toevoegen: hiermee maakt u een nieuwe bestemming voor uw gescande beelden. Bewerken: hiermee wijzigt u de huidige opslagbestemming. Als u deze optie selecteert, brengt u uw wijzigingen aan en selecteert u Opslaan. Verwijderen: hiermee verwijdert u de huidige opslagbestemming. Klik op de toets OK ter bevestiging. 8.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 10. Selecteer de gewenste opties voor Werkstroom scannen. In dit gedeelte kunt u de basisopties voor scannen wijzigen. • • • • Selecteer de toets Bewerken. Selecteer de gewenste optie voor Afdrukkleur. - Auto-herkenning: hiermee selecteert het apparaat de beste kleurinstelling. - Kleur: hiermee worden kleurenafdrukken gemaakt. - Zwart/wit: hiermee worden zwart/wit-afdrukken gemaakt, ook al zijn de originelen in kleur.
Internet Services • • • • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer de gewenste optie voor Scherpte. - Schuif de regelaar naar rechts om het gescande beeld scherper te maken. De optie Scherpte verbetert tekstbeelden doorgaans meer dan fotobeelden. - Schuif de regelaar naar links om het gescande beeld zachter te maken. Dit komt met name van pas bij het scannen van foto's. Selecteer Auto-onderdrukking in het menu Achtergrondonderdrukking om automatisch ongewenste achtergrond te onderdrukken.
Internet Services • • • • • • • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat. Auto-herkenning: dit is de standaardinstelling waarmee formaten automatisch worden herkend. Het herkende formaat wordt gekoppeld aan een standaard papierformaat. Handmatige invoer van papierformaat: hiermee kunt u het formaat van het origineel kiezen uit een lijst met voorgeprogrammeerde standaard origineelformaten.
Internet Services • • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Selecteer de gewenste zoekinstelling voor Alleen beeld. Alleen beeld: produceert beelden die niet doorzoekbaar zijn. Doorzoekbaar: resulteert in doorzoekbare tekst. Gebruik zo nodig het keuzemenu en wijzig de taal waarin het document is geschreven. Klik op de toets Toepassen. 14. Selecteer de gewenste optie voor Opdrachtmodule. • • • Selecteer de toets Bewerken.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 18. Selecteer de gewenste opties voor Compressiecapaciteit. In dit gedeelte kunt u de soort compressie instellen die telkens gebruikt moet worden als u een document met behulp van deze sjabloon scant. • • • Selecteer de toets Bewerken. Selecteer de gewenste optie(s). Klik op de toets Toepassen.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Klik op het tabblad Scannen. 5. Selecteer zo nodig Sjablonen in het menu Weergave in de linkerbovenhoek. Als de systeembeheerder geen mailboxen heeft ingesteld, ziet u het menu Weergave niet en wordt u direct doorgeleid naar de pagina Sjablonen. 6. Selecteer de gewenste sjabloon in de lijst Sjablonen. 7. Selecteer de toets Toevoegen in het gedeelte Bestandsbestemmingen. 8. Selecteer het keuzerondje Selecteren uit vooraf gedefinieerde lijst. 9.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 U kunt uw documenten in de standaard openbare map opslaan of een privémap maken. Als u een privémap maakt, moet u een naam en toegangscode invoeren voor toegang tot de map. Alle gebruikers kunnen privémappen maken. De systeembeheerder kan de optie Scannen naar mailbox zodanig instellen, dat u een toegangscode moet invoeren voor toegang tot een map.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De standaard openbare map en eventuele privémappen die zijn ingesteld, worden op het apparaat weergegeven in de lijst met sjablonen voor werkstroomscannen en in de functie Afdrukken vanaf. Als u de beelden in een map wilt opslaan, selecteert u de gewenste sjabloon en scant u uw beelden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Met de optie Downloaden kunt u documenten in uw mailbox opslaan op uw computer.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Met de optie Opnieuw afdrukken kunt u documenten uit uw mailbox afdrukken op het apparaat. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Instellingen personaliseren kunt u uw sjabloon voor Scannen naar mailbox configureren met speciale instellingen, die telkens worden gebruikt als u de sjabloon selecteert. U kunt instellingen zoals afdrukkwaliteit, bestandsindeling en opmaakaanpassing configureren. Het configureren van instellingen voor uw sjabloon is handig als u telkens dezelfde of vergelijkbare instellingen gebruikt wanneer u een document naar uw mailbox scant.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kaart: wordt gebruikt als het origineel een kaart is. Krant/tijdschrift: wordt gebruikt als het origineel afkomstig is uit een tijdschrift of krant met foto's en tekst. Selecteer de gewenste optie voor Voorinstellingen Scannen. - Delen en afdrukken: produceert een bestand van gemiddelde grootte, klein genoeg om te delen maar van voldoende kwaliteit om af te drukken.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 300 dpi : levert hoge afdrukkwaliteit. Deze instelling wordt aanbevolen voor hoogwaardige tekstdocumenten die moeten worden verwerkt in een OCR-toepassing (Optical Character Recognition - Optische tekenherkenning). Deze instelling wordt ook aanbevolen voor lijntekeningen van hoge kwaliteit en foto's en grafische afbeeldingen van gemiddelde kwaliteit. Dit is in de meeste gevallen de beste standaardresolutie.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Scannen tot rand: hiermee annuleert u alle instellingen voor randen wissen, zodat er geen randen worden gewist. Selecteer de gewenste optie voor Beheer van blanco pagina's. Blanco pagina's toevoegen: hiermee worden lege pagina's in uw document gescand en aan het gescande bestand toegevoegd. Dit is handig als u uw gescande bestand wilt afdrukken en daarbij de oorspronkelijke paginaopmaak wilt behouden.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 15. Selecteer de gewenste overzichtsopties. • • • • Selecteer de toets Bewerken. Schakel het selectievakje Bevestigingsblad in als u wilt dat het apparaat een bevestigingsblad afdrukt wanneer een opdracht met succes is voltooid. Laat het vakje leeg om de optie Bevestigingsblad uit te schakelen. Schakel het selectievakje Opdrachtlog (.XST) opslaan in Opslagplaats in om een overzicht met informatie over uw scanopdracht te maken.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met Scannen naar mailbox kunt u papieren originelen scannen en ze in een map op het apparaat opslaan. U kunt uw opgeslagen documenten ophalen op het apparaat via de functie Afdrukken vanaf of op uw computer via Internet Services. Scannen naar mailbox biedt een scanmethode die heel gemakkelijk ingesteld en gebruikt kan worden. U kunt uw documenten in de standaard openbare map opslaan of een privémap maken.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Een mailbox verwijderen via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Met Scannen naar mailbox kunt u papieren originelen scannen en ze in een map op het apparaat opslaan. U kunt uw opgeslagen documenten ophalen op het apparaat via de functie Afdrukken vanaf of op uw computer via Internet Services.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Adresboek Een e-mailadres maken via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Op het tabblad Adresboek kunt u het apparaatadresboek maken en beheren.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus Een faxadres maken via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 13. Het adres verschijnt in de adresboeklijst. Als u het adres als favoriet hebt geselecteerd, wordt het ook weergegeven in de lijst met favorieten. Meer informatie Een fax (interne fax) verzenden Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 9. Klik in het invoervak Bijnaam en voer een naam in voor uw scanbestemming via het toetsenbord. De bijnaam wordt op het bedieningspaneel van het apparaat weergegeven in het gedeelte Adresboek of Favorieten op het scherm Scannen naar. 10. Selecteer de toets Scannen naar favoriet als u dit adres beschikbaar wilt maken in de lijst Favorieten als u de functie Scannen naar gebruikt op het apparaat.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Op het tabblad Adresboek kunt u het apparaatadresboek maken en beheren. U kunt e-mail-, fax-, internetfax- en scanbestemmingsadressen toevoegen aan het apparaatadresboek. U kunt deze adressen vervolgens gebruiken voor de functies E-mailen, Faxen, Internetfax en Scannen naar op het apparaat. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Met de optie Favorieten kunt een adres als favoriet opslaan.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De pagina Eigenschappen gebruiken in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Op de pagina Eigenschappen kunnen systeembeheerders toepassingen op het apparaat instellen, zoals netwerkconnectiviteit, bevoegdheden voor accountadministratie of toegangsrechten, functies en opties.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik zo nodig op het tabblad Algemeen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de pagina Ondersteuning wordt geopend. 6. Klik op de koppeling Xerox.com. De pagina Software and Solutions (Software en oplossingen) van Xerox.com wordt in een nieuw venster geopend. Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Klik op het tabblad Ondersteuning. 5. Klik op de koppeling Printer-/scandrivers installeren. 6. Klik op de toets Uitvoeren. 7. Klik op de toets Accepteren om akkoord te gaan met de licentieovereenkomst. 8. Het programma zoekt automatisch naar uw apparaat op het netwerk. Als uw apparaat niet wordt weergegeven, vraagt u de systeembeheerder om hulp. 9. Selecteer de driver die u wilt installeren. 10. Klik op de toets Installeren. 11.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. De systeembeheerder heeft bij het instellen van uw apparaat eventueel zijn/haar contactgegevens toegevoegd aan de pagina Ondersteuning van Internet Services.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Klik zo nodig op het tabblad Algemeen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de pagina Ondersteuning wordt geopend. 6. De contactgegevens verschijnen in het gedeelte Xerox-ondersteuning, als ze zijn toegevoegd. Voor informatie en ondersteuning kunt u ook terecht op www.xerox.com.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de Maintenance Assistant kunt u een storingsoverzicht en gebruiksinformatie doorgeven aan het Xerox-ondersteuningsteam zodat ze problemen sneller kunnen verhelpen. Het Xeroxondersteuningsteam zal u laten weten wanneer u de Maintenance Assistant moet gebruiken. Opmerking: De systeembeheerder moet deze toepassing inschakelen. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Met de optie Mode Facturering afdrukken kunt u het factureringsschema voor uw apparaat wijzigen. Er zijn twee modes voor Facturering afdrukken, die bepalen hoe het apparaat beelden bijhoudt die op grote papierformaten zoals A3 of Tabloid zijn gemaakt. De beelden kunnen worden bijgehouden als één groot beeld of als meerdere kleinere beelden. Gebruik deze functie als de Xerox-vertegenwoordiger u dit heeft aangeraden.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Wanneer u het externe bedieningspaneel opent, ziet iemand die bij het apparaat staat, welke acties u uitvoert op het bedieningspaneel. Hij of zijn kan ook het aanraakscherm gebruiken om uw selecties te onderdrukken. U kunt het externe aanraakscherm zodanig configureren, dat het aanraakscherm op het apparaat geblokkeerd is zolang u het gebruikt.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Menu rechtsboven Aanmelden bij Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. De systeembeheerder kan via Verificatie (Aanmeldmethode) de toegang tot bepaalde onderdelen of functies van het apparaat instellen. Als Verificatie is ingeschakeld, wordt het onderdeel of de functie pas ontgrendeld als u zich aanmeldt.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als u zich met uw gebruikersnaam en toegangscode hebt aangemeld, kunt u Internet Services verlaten via de koppeling Afmelden. Het is belangrijk dat u zich afmeldt, om te voorkomen dat anderen uw aanmeldgegevens gebruiken voor toegang tot apparaatfuncties. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De Sitemap gebruiken in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen.
Internet Services WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services 698 WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Handleiding voor de gebruiker
Papier en ander afdrukmateriaal 10 Papier in lade 1 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Deze lade is volledig instelbaar en wordt gebruikt voor papierformaten van A5 LKE (5,5 x 8,5 inch LKE) tot A3 (11 x 17 inch). Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd).
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 In de lade kunnen verscheidene papiergewichten en -soorten worden geplaatst. • In de lade kunnen maximaal 500 vellen papier van 75 g/m² (20 lb) worden geplaatst. • Het gewicht mag tussen 60 en 200 g/m² (16-53 lb) liggen. • De volgende papierformaten kunnen vanuit de lade worden ingevoerd. Van A5 LKE (5,5 x 8,5 inch LKE) tot A3 KKE (11 x 17 inch KKE).
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Als de lade is ingesteld op Vastgesteld, bent u nu klaar met het plaatsen van het papier. Als de lade in ingesteld op Volledig instelbaar, verschijnen de instellingen voor de papierlade op het scherm. Als de instellingen juist zijn, selecteert u de toets Bevestigen. Als de instellingen niet juist zijn, past u ze naar wens aan. De instellingen van de papierlade wijzigen 1. Selecteer de gewenste optie voor Formaat.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De lade bevindt zich aan de voorkant van het apparaat en is geschikt voor de invoer van de meeste papierformaten. Papier kan met de lange kant eerst (LKE) of met de korte kant eerst (KKE) worden ingevoerd. Het apparaat gebruikt een systeem van programmeerbare instellingen voor het beheer van de laden en het papier. Deze instellingen worden door de systeembeheerder ingesteld.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 VOORZICHTIG: Er treedt een storing op als de lade wordt geopend terwijl er vanuit deze lade papier wordt ingevoerd. VOORZICHTIG: Open lade 1 niet als lade 2 open is. 1. Open de lade. 2. Plaats het papier in de lade. Plaats het papier tegen de linkerkant van de lade. De papierstapel mag niet boven de maximum vullijn uitkomen.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Papier in lade 3 plaatsen Dit is een grote papierlade die voor papierformaat A4 (8,5 x 11 inch) wordt gebruikt. Uitgebreide papierspecificaties voor uw apparaat vindt u op www.xerox.com. De laden stellen automatisch vast dat het geplaatste afdrukmateriaal bijna op is of dat de laden leeg zijn. Er verschijnt een waarschuwingsbericht op het aanraakscherm als er papier in een lade moet worden geplaatst.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 lade papier wordt ingevoerd. 1. Open de lade. 2. Plaats het papier in de lade. Plaats het papier tegen de linkerkant van de lade. De papierstapel mag niet boven de maximum vullijn uitkomen. • • Plaats voorbedrukt papier met de beeldzijde omlaag en met de bovenkant van de pagina naar de voorzijde van het apparaat gericht. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de linkerrand. 3. Sluit de papierlade.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Gebruik alleen de papiersoorten die voor gebruik in de lade zijn opgegeven. • Gewoon papier • Bankpostpapier • Kringlooppapier • Geperforeerd papier • Briefhoofdpapier en voorbedrukt papier • Ruw oppervlak • Glanzend papier • Karton • Licht karton Deze lade mag niet worden gebruikt voor de invoer van etiketten, transparanten of enveloppen. Voor dergelijke afdrukmaterialen kan de handmatige invoer worden gebruikt.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als er afdrukmateriaal in de handmatige invoer wordt aangetroffen, verschijnt er een scherm voor papierinstellingen. Via de keuzemenu's kunt u het formaat, de soort en de kleur van het geplaatste papier veranderen. De geleiders stellen automatisch het formaat vast van het papier dat in de lade is geplaatst.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 3. Zorg dat de papiergeleiders het papier net aanraken. De lade stelt het formaat van het afdrukmateriaal vast op basis van de positie van de zijgeleider. 4. Als de lade is ingesteld op Vastgesteld, bent u nu klaar met het plaatsen van het papier. Als de lade in ingesteld op Volledig instelbaar, verschijnen de instellingen voor de papierlade op het scherm. Als de instellingen juist zijn, selecteert u de toets Bevestigen.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 In de lade kunnen verscheidene papiergewichten en -soorten worden geplaatst. • Maximaal 4000 vellen papier van 75 g/m² (20 lb) bij gebruik van de standaardconfiguratie. Maximaal 2000 vellen papier van 75 g/m² (20 lb) bij gebruik van de optionele pakketten. • Het gewicht mag tussen 60 en 216 g/m² (16 - 145 lb) liggen. • De volgende papierformaten kunnen vanuit de lade worden ingevoerd. Van A4 (8,5 x 14 inch) LKE.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Papier in lade 7 (invoeglade) plaatsen De invoeglade is een optionele papierlade voor gebruik met een afwerkeenheid voor grote volumes. Gebruik de invoeglade om vellen na verwerking aan de kopieën toe te voegen of in te voegen. Deze lade biedt een uitermate geschikte en efficiënte methode voor het toevoegen van voorbedrukte omslagen of invoegingen aan een kopieeropdracht.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 A4-papier (8,5 x 11 inch) kan LKE of KKE worden geplaatst. Papierformaten groter dan A4 (8,5 x 11 inch) moeten KKE worden geplaatst. 1. Plaats het papier in de lade, in de juiste richting voor de opdracht. De labels boven op de invoeglade geven instructies over de invoer- en uitvoerrichting. • Plaats A4 (8,5 x 11 inch) LKE-originelen met de beeldzijde omhoog in de AOD.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Deze optie kan alleen worden gebruikt als er zowel een voor- als achteromslag nodig is. • Als u een katernomslag wilt toevoegen aan A4 (8,5 x 11 inch) KKE-originelen, plaatst u de originelen met de beeldzijde omhoog in de AOD. Plaats de A4-katernomslag (8,5 x 11 inch) met de beeldzijde omlaag en 180 graden geroteerd in de invoeglade. Hiermee wordt een A5-katern (4,25 x 10,5 inch) geproduceerd.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Verschillende papiersoorten plaatsen Geperforeerd Bij het plaatsen van geperforeerd papier moet u controleren of er geen snippers of uitgeboorde stukjes papier in de stapel zijn achtergebleven. Waaier het papier uit om vellen die aan elkaar zitten te scheiden. Transparanten Plaats transparanten die een witte strip langs één kant hebben met de strip rechts en aan de onderkant van de transparanten.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De volgende envelopformaten worden ondersteund: • DL (Wallet) en C5 (Wallet en Pocket) • Monarch en #10 (Wallet) • Aangepaste formaten (minder betrouwbare invoer en afdrukkwaliteit) Opmerking: Voer geen vensterenveloppen, enveloppen met kartonnen rug, enveloppen met een inzetstuk, gewatteerde enveloppen of enveloppen met verwijderbare plakstrip of enveloppen met driehoekige kleppen in.
Apparaaten opdrachtstatus 11 Opdrachtstatus Actieve opdrachten Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus Via de toets Opdrachtstatus kunt u opdrachtinformatie bekijken. Hiermee kunt u de voortgang van actieve opdrachten controleren of nadere informatie weergeven over opdrachten die u hebt voltooid. U kunt ook vastgehouden of beveiligde afdrukopdrachten vrijgeven, die u naar het apparaat hebt verzonden.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Bezig met formatteren: de opdracht wordt omgezet in de benodigde indeling. Voor afdrukopdrachten wordt de opdracht gedecomprimeerd. Voor fax-, internetfax-, scan- en emailopdrachten wordt de opdracht gecomprimeerd. • Bezig met scannen: het beeld voor deze opdracht wordt momenteel door het apparaat gescand en is klaar om te worden geformatteerd.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De opdracht die het laatst is verzonden, wordt onder aan de lijst weergegeven. De volgorde van de afdrukopdrachten kan worden gewijzigd door opdrachten in de lijst omhoog of omlaag te verplaatsen of uit de lijst te verwijderen. 4. Selecteer de gewenste optie in het keuzemenu Alle opdrachten. • • • Kopieer-, afdruk- en faxontvangstopdrachten: toont de opdrachten die naar het apparaat zijn verzonden via de functies Kopiëren, Afdrukken en Faxen.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 U kunt in de lijst met opdrachtwachtrijen zien of een opdracht wordt vastgehouden, omdat er aanvullende hulpbronnen nodig zijn om de opdracht af te drukken of omdat het om een voorbeeldset (proefafdruk) gaat die klaarstaat om te worden vrijgegeven. 1. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel. 2. Selecteer zo nodig het tabblad Actieve opdrachten op het aanraakscherm.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Een beveiligde opdracht afdrukken via Internet Services Vastgehouden opdrachten in een openbare wachtrij vrijgeven via het menu Opdrachtstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Als de functie Opdrachten in openbare wachtrij vasthouden is geconfigureerd, verschijnt het tabblad Vastgehouden afdrukopdrachten in het menu Opdrachtstatus. Op het scherm Vastgehouden afdrukopdrachten kunt u uw afdrukopdrachten bekijken en vrijgeven. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel. 2.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 6. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel. 7. Selecteer het tabblad Mijn vastgehouden afdrukopdrachten op het aanraakscherm. 8. Selecteer de map met daarin uw opdrachten. 9. Selecteer de gewenste optie. • • Alle vrijgeven: hiermee worden alle opdrachten in uw map afgedrukt. Met Vrijgeven wordt één geselecteerde opdracht afgedrukt.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Toegang tot uw persoonlijke lijst met beveiligde opdrachten via het menu Opdrachtstatus Via de toets Opdrachtstatus kunt u opdrachtinformatie bekijken.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Voltooide opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus Via de toets Opdrachtstatus kunt u opdrachtinformatie bekijken. Hiermee kunt u de voortgang van actieve opdrachten controleren of nadere informatie weergeven over opdrachten die u hebt voltooid. U kunt ook vastgehouden of beveiligde afdrukopdrachten vrijgeven, die u naar het apparaat hebt verzonden.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Apparaatstatus Apparaatinformatie bekijken via het menu Apparaatstatus U kunt de toets Apparaatstatus gebruiken om nuttige informatie over het apparaat, zoals het serienummer en model, te bekijken. U kunt ook de status van de papierladen, informatie over facturering en verbruiksartikelen bekijken en handige informatiepagina's afdrukken.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De status van papierladen bekijken via het menu Apparaatstatus U kunt de toets Apparaatstatus gebruiken om nuttige informatie over het apparaat, zoals het serienummer en model, te bekijken. U kunt ook de status van de papierladen, informatie over facturering en verbruiksartikelen bekijken en handige informatiepagina's afdrukken.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De status van geïnstalleerde opties bekijken via het menu Apparaatstatus U kunt de toets Apparaatstatus gebruiken om nuttige informatie over het apparaat, zoals het serienummer en model, te bekijken. U kunt ook de status van de papierladen, informatie over facturering en verbruiksartikelen bekijken en handige informatiepagina's afdrukken.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Storingen en waarschuwingen Storingen bekijken via het menu Apparaatstatus U kunt de toets Apparaatstatus gebruiken om nuttige informatie over het apparaat, zoals het serienummer en model, te bekijken. U kunt ook de status van de papierladen, informatie over facturering en verbruiksartikelen bekijken en handige informatiepagina's afdrukken. Met de optie Storingen kunt u gegevens over storingen op het apparaat bekijken.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De status van verbruiksartikelen controleren via het menu Apparaatstatus U kunt de toets Apparaatstatus gebruiken om nuttige informatie over het apparaat, zoals het serienummer en model, te bekijken. U kunt ook de status van de papierladen, informatie over facturering en verbruiksartikelen bekijken en handige informatiepagina's afdrukken.
Apparaaten opdrachtstatus WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Factureringsinformatie Factureringsinformatie bekijken via het menu Apparaatstatus U kunt de toets Apparaatstatus gebruiken om nuttige informatie over het apparaat, zoals het serienummer en model, te bekijken. U kunt ook de status van de papierladen, informatie over facturering en verbruiksartikelen bekijken en handige informatiepagina's afdrukken.
Apparaaten opdrachtstatus • • • WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Tellers verzonden beelden: laat zien hoeveel beelden zijn verzonden via de functie Faxen, E-mailen of Scannen. Tellers faxafdrukken: laat zien hoeveel beelden zijn verzonden via de faxfuncties. Elke faxfunctie wordt op een aparte regel weergegeven. Alle tellers: laat alle tellers voor het apparaat zien. 5. Selecteer de toets Sluiten. Meer informatie System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.
Beheer en accountadministratie 12 Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Verificatie wordt gebruikt om de toegang tot het apparaat of tot specifieke functies te beheren. Accountadministratie wordt gebruikt om het aantal geproduceerde afdrukken of scans op het apparaat vast te leggen. Als verificatie of accountadministratie is ingeschakeld, moet u zich op het apparaat aanmelden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Beheer en accountadministratie WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Afmelden bij het apparaat Verificatie wordt gebruikt om de toegang tot het apparaat of tot specifieke functies te beheren. Accountadministratie wordt gebruikt om het aantal geproduceerde afdrukken of scans op het apparaat vast te leggen. Als verificatie of accountadministratie is ingeschakeld, moet u zich op het apparaat aanmelden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Beheer en accountadministratie WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Apparaatinstellingen Algemeen De factureringsmode voor afdrukken wijzigen via het menu Hulpprogramma's Met het menu Hulpprogramma's kunt u de helderheid van het weergavescherm op het bedieningspaneel aanpassen, de factureringsmode voor afdrukken wijzigen, de xerografische module reinigen of een extra functie op het apparaat inschakelen. Met de optie Mode Facturering afdrukken kunt u het factureringsschema voor uw apparaat wijzigen.
Beheer en accountadministratie WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 8. Selecteer de toets OK. 9. Selecteer de optie die de Xerox-vertegenwoordiger u heeft aangeraden in het menu Afdrukmode. 10. Selecteer de toets Sluiten. Meer informatie Factureringsinformatie bekijken via het menu Apparaatstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Beheer en accountadministratie WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De helderheid van het weergavescherm aanpassen via het menu Hulpprogramma's Met het menu Hulpprogramma's kunt u de helderheid van het weergavescherm op het bedieningspaneel aanpassen, de factureringsmode voor afdrukken wijzigen, de xerografische module reinigen of een extra functie op het apparaat inschakelen. Met de optie Weergave/helderheid kunt u de helderheid van het aanraakscherm aanpassen aan het omgevingslicht. 1.
Beheer en accountadministratie WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 5. Selecteer de toets Start reiniging. Er verschijnt een bericht dat reiniging van de xerografische module plaatsvindt. Wanneer het bericht verdwijnt, is de reinigingscyclus voltooid. 6. Selecteer de toets Sluiten.
Installatie van toepassing 13 SWAP (Software Activation Portal - Portal voor softwareactivatie) gebruiken om een installatiesleutel voor de toepassing te verkrijgen Via SWAP (Software Activation Portal - Portal voor softwareactivatie) kunt u een installatiesleutel voor de toepassing verkrijgen. Installatiesleutels voor toepassingen worden gebruikt om optionele functies op het apparaat te installeren. Wanneer u een optionele functie aanschaft, krijgt u een pakket met daarin een activeringssleutel.
Installatie van toepassing WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Algemene zorg en problemen oplossen 14 Algemene zorg Vervangbare eenheden Vervangbare eenheden Er zijn verscheidene verbruiksartikelen voor het apparaat die moeten worden bijgevuld of vervangen, zoals papier, nietjes en artikelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen. 1. Tonercassette 2. Xerografische module 3. Fusermodule 4. Tonerafvalcontainer 5. Ozonfilter Het apparaat geeft een bericht weer op het aanraakscherm wanneer er eenheden moeten worden bijbesteld.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 WAARSCHUWING: Verwijder NOOIT panelen of beschermplaten die zijn vastgezet met schroeven wanneer u verbruiksartikelen vervangt. Achter deze panelen en beschermplaten bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker moeten worden onderhouden. Probeer NOOIT een onderhoudsfunctie uit te voeren die NIET specifiek wordt beschreven in de documentatie die bij uw apparaat is geleverd.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Vergrendel de xerografische module. 5. Sluit de voordeur van het apparaat. Meer informatie Vervangbare eenheden De xerografische module reinigen via het menu Hulpprogramma's De fusermodule vervangen De fusermodule is een vervangbare eenheid op het apparaat. Als de module moet worden vervangen, krijgt u een melding van het apparaat.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 4. Sluit de deur van de tonerafvalcontainer op het apparaat. Meer informatie Vervangbare eenheden Het ozonfilter vervangen Het ozonfilter is een vervangbare eenheid op het apparaat. Als de eenheid moet worden vervangen, krijgt u een melding van het apparaat. WAARSCHUWING: Verwijder NOOIT panelen of beschermplaten die zijn vastgezet met schroeven wanneer u verbruiksartikelen vervangt.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De nietcassettes in de kantoorafwerkeenheid met AVH-module vervangen De nietcassette in het handmatige nietapparaat vervangen De nietcassette in de kantoorafwerkeenheid vervangen Als uw apparaat is uitgerust met een afwerkeenheid of een handmatig nietapparaat, moet u de nietcassette(s) vervangen wanneer u hier via een bericht op wordt gewezen. 1. Open de deur van de afwerkeenheid en zoek de nietcassettehouder op. 2.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Opmerking: Voor uitgebreidere instructies raadpleegt u het aanraakscherm op het apparaat of de instructies die bij de nieuwe nietjes zijn geleverd. 6. Zorg dat de nietcassette goed vergrendeld is. 7. Duw op de hendel met het label 6b. 8. Sluit de deur van de afwerkeenheid.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 De nietcassette in het handmatige nietapparaat vervangen Als uw apparaat is uitgerust met een afwerkeenheid of een handmatig nietapparaat, moet u de nietcassette(s) vervangen wanneer u hier via een bericht op wordt gewezen. 1. Zoek de nietcassette op. 2. Verwijder de nietcassette. 3. Plaats de nieuwe nietcassette.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 3. Gebruik een pluisvrije doek die licht met water of met reinigingsvloeistof of aanslagverwijderaar van Xerox is bevochtigd, om de onderzijde van de afdekklep of de AOD en de volledige omtrek van de CVT-rol te reinigen. WAARSCHUWING: Wanneer u het apparaat reinigt, mag u NOOIT organische of agressieve chemische oplosmiddelen of reinigingsmiddelen in spuitbussen gebruiken. Giet NOOIT vloeistof direct op een oppervlak.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Problemen oplossen Slechte afdrukkwaliteit voorkomen De kwaliteit van de afdrukken en kopieën kan door verschillende factoren worden beïnvloed. Voor optimale resultaten de onderstaande richtlijnen opvolgen: • Plaats het apparaat nooit in direct zonlicht of in de buurt van een warmtebron zoals een radiator. • Voorkom abrupte veranderingen in de omgeving van het apparaat.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Uitschakelstoringen Bij uitschakelstoringen werkt een deelsysteem, module of onderdeel niet meer naar behoren. Er zijn drie groepen uitschakelstoringen. • Eenvoudige storing: er is sprake van een eenvoudige storing wanneer een deelsysteem of module niet meer naar behoren functioneert.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Storingsschermen Alle storingen die van invloed zijn op de gebruikers van het apparaat, worden aan de gebruiker getoond als Onderbrekende storing of Niet-onderbrekende storing. Onderbrekende storing Onderbrekende storingen worden getoond als de bijbehorende storing van invloed is op het gehele apparaat, waarbij het apparaat geen invoer of uitvoer kan accepteren.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Papierstoringen oplossen Wanneer zich een papierstoring voordoet, verschijnt er een storingsscherm met instructies om de storing te verhelpen. Deze instructies opvolgen. Voor afdrukken die voor het oplossen van de storing zijn verwijderd, worden automatisch nieuwe afdrukken gemaakt zodra de papierstoring is opgelost. 1. Op het scherm met de storingsinformatie wordt de plaats van de papierstoring aangegeven.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Originelen worden niet door de AOD gevoerd • Zorg dat de originelen in goede staat zijn. • Controleer of er iets op de klep van de AOD ligt. • Controleer of alle nietjes of paperclips zijn verwijderd uit de originelen. • Zorg dat het papier in de AOD niet boven de maximale vullijn (MAX) uitkomt. • Controleer of de set documenten volledig in de AOD is geplaatst.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Papier in lade 3 plaatsen Papier in lade 4 plaatsen Papier in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Papier in lade 6 plaatsen Het apparaat uitzetten Het apparaat aanzetten Herhaald bericht Lade controleren • Druk de geleiders tegen de stapel papier in de lade.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 • Als het papier erg krult, moet u het papier in de betreffende papierlade omkeren. • Controleer of het juiste papierformaat is geselecteerd voor het papier dat in de lade is geplaatst. • Controleer of de juiste papiersoort (zoals het gewicht) is geselecteerd voor het papier dat in de lade is geplaatst.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Meer informatie Randen van kopieën verwijderen Pagina's liggen niet in goede volgorde of ondersteboven wanneer Katern maken wordt gebruikt • Zorg dat de originelen in de juiste volgorde liggen. • Voer originelen met richting LKE in voor uitvoer op KKE-papier. • Schakel de weergaveopties voor Katern maken in en zorg dat de juiste volgorde wordt geselecteerd (Links naar rechts of Rechts naar links).
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Achtergrondonderdrukking voor kopieën instellen De xerografische module reinigen via het menu Hulpprogramma's Bedieningspaneel, aanraakscherm, AOD en opvangbakken reinigen Glasplaat en CVT-glasstrook (Constant Velocity Transport) reinigen Beeldverlies • Wanneer een document van een groot papierformaat op kleiner papier wordt gekopieerd, gebruik dan Auto% om het beeld te verkleinen zodat het in zijn geheel op het kleinere papier pas
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Kopieën lichter of donkerder maken De lichtheid van de afdruk aanpassen via de PostScript-driver De lichtheid van de afdruk aanpassen via de Mac-printerdriver Er zijn glansvariaties • Controleer de kwaliteit van het origineel. • Indien er op het origineel grote gebieden met een hoge dichtheid zijn, past u het contrast aan.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Het faxbeeld wordt tijdens het verzenden verkleind • Bevestig het origineelformaat van het document. Mogelijk zijn de documenten verkleind vanwege het soort papier dat in het ontvangende faxapparaat is geplaatst.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5845/5855/5865/5875/5890 Status van afdrukopdracht(en) vastgelopen bij verwerking • Vraag uw systeembeheerder om de netwerkkabel los te koppelen en de software opnieuw in te stellen (de instructies voor het opnieuw instellen van de software staan in de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder)). • Stel de software 2 keer opnieuw in.