Versie 1.
©2014 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Xerox® en Xerox and Design® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Handelsmerken van andere bedrijven worden hierbij eveneens erkend. Versie 1.
WorkCentre® 5945/5955 Inhoudsopgave 1 Veiligheid en regelgeving Kennisgevingen en veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Veiligheidslabels en -symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Veiligheid bij het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5945/5955 Aan- en uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het apparaat aanzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De optie Energiebesparing gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5945/5955 Kopieën met een omgekeerd beeld maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 Afleveringsformaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Katern maken van kopieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Speciale pagina's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5945/5955 Scannen naar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275 Geavanceerde instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280 Opmaakaanpassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292 Opslagopties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5945/5955 Printerdrivers installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 542 Printerdriver installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 542 Printerdriver configureren in Windows 7 en standaardafdrukinstellingen bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5945/5955 Menu rechtsboven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 685 Aanmelden bij Internet Services . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 685 Afmelden bij Internet Services . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 686 De index gebruiken in Internet Services . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5945/5955 13 Installatie van toepassing SWAP (Software Activation Portal - Portal voor softwareactivatie) gebruiken om een installatiesleutel voor de toepassing te verkrijgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 727 14 Algemene zorg en problemen oplossen Algemene zorg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 729 Vervangbare eenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre® 5945/5955 8 Handleiding voor de gebruiker
Veiligheid en regelgeving 1 Kennisgevingen en veiligheid Lees de volgende instructies zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. Raadpleeg de instructies zo nodig om te zorgen dat uw apparaat altijd veilig werkt. Uw Xerox-apparaat en de verbruiksmaterialen zijn ontworpen en getest op basis van strenge veiligheidsvoorschriften. De producten zijn getest en gecertificeerd door een veiligheidsinstituut en voldoen aan de voorschriften voor elektromagnetische straling en vastgestelde milieunormen.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 Veiligheid bij het gebruik Uw Xerox-apparaat en de verbruiksmaterialen zijn ontworpen en getest op basis van strenge veiligheidsvoorschriften. Hieronder vallen erkende milieu-eisen die opgesteld, goedgekeurd en geïnspecteerd zijn door verscheidene veiligheidsinstanties. Neem te allen tijde de onderstaande veiligheidsrichtlijnen op deze website in acht om te zorgen dat uw Xerox-apparaat ononderbroken veilig blijft werken.
Veiligheid en regelgeving • WorkCentre® 5945/5955 Om brandgevaar te reduceren, dient alleen telecommunicatielijnsnoer nr. 26 AWG of groter gebruikt te worden. Veiligheid van het apparaat Dit apparaat is zo ontworpen dat de gebruiker alleen toegang heeft tot veilige gebieden. Toegang van operateurs tot gevaarlijke gebieden is beperkt door middel van deksels of beschermpanelen, die met gereedschap moeten worden verwijderd. Verwijder nooit kleppen of afdekkingen die gevaarlijke gebieden beschermen.
WorkCentre® 5945/5955 Veiligheid en regelgeving Uitzetten in een noodgeval Als een van de volgende situaties zich voordoet, zet u het apparaat onmiddellijk uit en trekt u de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met een erkende Xerox-servicevertegenwoordiger om het probleem te verhelpen. • Het apparaat geeft een ongewone geur af of maakt een vreemd geluid. • Het netsnoer is beschadigd of gerafeld. • Een stroomonderbreker, zekering of ander beveiligingsmechanisme is geactiveerd.
WorkCentre® 5945/5955 Veiligheid en regelgeving Certificatie productveiligheid Dit product is goedgekeurd door de onderstaande instantie op grond van vermelde veiligheidsnormen: Agentschap Standaard UL60950-1 (2007) 2nd Edition Underwriters Laboratories Inc. (US/Canada) CSA 22.2 no. 60950-1-07 2nd Edition IEC60950-1:2005, (2nd Edition) +A1:2009 Underwriters Laboratories Inc.
Veiligheid en regelgeving • WorkCentre® 5945/5955 Raadpleeg uw dealer of een erkende radio/tv-monteur. Wijzigingen aan het apparaat waarvoor niet nadrukkelijk toestemming is gegeven door Xerox, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om gebruik te maken van het apparaat ongeldig maken. ! WAARSCHUWING Er moeten afgeschermde kabels bij deze apparatuur worden gebruikt in naleving van de FCC-voorschriften. Canada (regelgeving) This Class A digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 Europese Unie Milieu-informatie Overeenkomst Lot 4 beeldverwerkingsapparatuur Milieu-informatie voor milieu-oplossingen en kostenbesparing Inleiding De volgende informatie is ontwikkeld ter ondersteuning van gebruikers en is vrijgegeven met betrekking tot de Europese richtlijn betreffende energie-gerelateerde producten, met name het Lot 4-onderzoek naar beeldverwerkingapparatuur.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 Informatie betreffende de regelgeving voor de adapter voor een draadloos netwerk van 2,4 GHz Dit product bevat een radiotransmittermodule voor een draadloos LAN van 2,4 GHz die voldoet aan de vereisten die worden gespecificeerd in FCC deel 15, Industry Canada RSS-210 en de Richtlijn 99/ 5/EG van de Europese Raad.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 Bepalingen omtrent kopiëren Verenigde Staten Het Congres heeft officieel de reproductie van de volgende zaken onder bepaalde omstandigheden verboden. Er kunnen boetes en gevangenisstraffen worden opgelegd aan degenen die schuldig worden bevonden aan het maken van dergelijke reproducties. 1.
WorkCentre® 5945/5955 Veiligheid en regelgeving 8. Registratiekaarten dienstplicht 9. Documenten m.b.t. selectieve dienstinlijving die een van de volgende gegevens van de ingeschreven persoon bevat: • Inkomsten • Strafblad • Fysieke of mentale conditie • Afhankelijkheidsstatus • Eerder vervulde dienstplicht Uitzondering: militaire ontslagcertificaten van de Verenigde Staten mogen worden gefotografeerd. 10.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 De bovenstaande lijst is meegeleverd voor uw gemak en om u te helpen, maar is niet allesomvattend en er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot volledigheid of nauwkeurigheid. Neem in geval van twijfel contact op met uw juridische adviseur. Andere landen Het kopiëren van bepaalde documenten kan in uw land illegaal zijn. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, riskeren een geldboete of gevangenisstraf.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 U kunt het apparaat veilig aansluiten op de volgende standaard modulaire aansluiting: USOC RJ11C via het geschikte telefoonsnoer en de modulaire stekkers die bij de installatieset worden geleverd. Zie de installatieaanwijzingen voor meer informatie. Het REN (Ringer Equivalence Number) bepaalt het aantal apparaten dat op een telefoonlijn mag worden aangesloten.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 Als u vragen hebt over de oorzaken van de uitschakeling van uw alarmsysteem, raadpleegt u uw telecomprovider of een erkende installateur. Canada Opmerking: Met het label Industry Canada wordt gecertificeerde apparatuur erkend.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 Neem bij problemen in eerste instantie contact op met uw plaatselijke Xerox-vertegenwoordiger. Dit product is getest en voldoet aan TBR21 OR ES 103 021-1/2/3 of ES 203 021-1/2/3, technische specificaties voor terminalapparatuur voor gebruik op analoog-geschakelde telefoonnetwerken in de Europese Economische Ruimte. Het product kan zodanig geconfigureerd worden dat het compatibel is met de telefoonnetwerken van andere landen.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 • Met dit apparaat kunnen gesprekken wellicht niet naar een ander apparaat, dat op dezelfde lijn is aangesloten, worden doorverbonden. • Sommige parameters die vereist zijn om aan de Telepermit van Telecom te voldoen, zijn afhankelijk van de apparatuur (computer) die aan dit apparaat is gekoppeld.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 Professioneel en zakelijk gebruik Als dit symbool op uw apparaat staat, moet u het apparaat weggooien in overeenstemming met de in uw land geldende procedures. Volgens de Europese regelgeving moet afgeschreven elektrische en elektronische apparatuur worden weggegooid in overeenstemming met overeengekomen procedures. Huishoudelijk gebruik Als dit symbool op uw apparaat staat, mag u het apparaat niet bij het normale huisvuil zetten.
Veiligheid en regelgeving WorkCentre® 5945/5955 Gereed. Deze vertraging komt omdat het systeem 'ontwaakt' uit de mode Energiebesparing. Dit gebeurt bij de meeste beeldverwerkingsproducten op de markt. Als u een langere activeringstijd wilt instellen of de mode Energiebesparing helemaal wilt uitschakelen, bedenkt u dan dat dit apparaat in dat geval pas na lange tijd (of helemaal niet) overschakelt op een lager niveau van energieverbruik.
WorkCentre® 5945/5955 Veiligheid en regelgeving Lärmemission Maschinenlärminformations- Verordnung 3. GPSGV: Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB9A) oder weniger gemäß EN ISO 7779. Importeur Xerox GmbHHellersbergstraße 2-441460 Neuss Deutschland Veiligheidsinformatieblad Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot uw apparaat raadpleegt u de ondersteuningsinformatie voor uw regio. Veiligheidsinformatie voor Noord-Amerika: www.xerox.com/msds. Veiligheidsinformatie voor de Europese Unie: www.
Aan de slag 2 De onderdelen van het apparaat Dit nieuwe apparaat is niet zomaar een traditioneel kopieerapparaat. Het is een digitaal apparaat dat, afhankelijk van het model en de configuratie, kan kopiëren, faxen, afdrukken en scannen. Alle toepassingen en functies die in deze Handleiding voor de gebruiker worden beschreven hebben betrekking op een volledig geconfigureerde WorkCentre; sommige zijn wellicht niet beschikbaar op uw apparaat.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 4. Papierlade 2: dit is een standaardlade op alle modellen. De lade is volledig instelbaar en wordt gebruikt voor papierformaten van A5 LKE (5,5 x 8,5 inch LKE) tot A3 (11 x 17 inch). 5. Papierlade 3: dit is een standaardlade op alle modellen. De lade wordt gebruikt voor papier van het formaat A4 LKE (8,5 x 11 inch LKE). 6. Papierlade 4: dit is een optionele lade op alle modellen. De lade wordt gebruikt voor papier van het formaat A4 LKE (8,5 x 11 inch LKE). 7.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 1. Til de hendel op om de deur aan de linkerzijde van het apparaat te openen. Laat de deur voorzichtig zakken tot deze onder een hoek van 45 graden blijft openstaan. 2. Het serienummer bevindt zich helemaal boven in het gedeelte dat zichtbaar wordt als de deur wordt geopend. Functies en opties De standaardfuncties en optionele functies van de WorkCentre 5945 Er zijn een aantal functies en opties beschikbaar voor gebruik bij uw apparaat.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 • Kantoorafwerkeenheid Met dit apparaat kunnen uw afdrukken in stapels of sets worden afgeleverd, geniet en gestaffeld. Er is ook een perforatoreenheid beschikbaar voor deze afwerkeenheid. • Perforatoreenheid voor 2 gaten - kantoorafwerkeenheid Hiermee kunnen er twee gaten worden geperforeerd met de kantoorafwerkeenheid. Er zijn ook andere perforatoreenheden beschikbaar voor deze afwerkeenheid. Er kan slechts één perforatoreenheid tegelijk worden geïnstalleerd.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Hiervoor moet een externe faxserver zijn geconfigureerd en geïnstalleerd. • Internetfax Voor het verzenden en ontvangen van faxen via het internet of een intranet. • Pakket Scan to PC Desktop Hiermee kunt u naar uw computer scannen. De versies Standard en Pro zijn beschikbaar. • XPS Enablement Kit Hiermee kunt u documenten in XPS-indeling (XML-papierspecificatie) maken.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Standaard • Papierlade 1 Volledig instelbare papierlade. • Papierlade 2 Volledig instelbare papierlade. • Papierlade 3 Grote papierlade. • Papierlade 4 Grote papierlade. • Handmatige invoer: voor afwijkende papierformaten. • Kleurenscanner Voor het scannen van beelden in kleur. • Scannen Hiermee schakelt u de functies E-mail en Werkstroom scannen in. Optioneel • Enveloppenlade Deze lade wordt gebruikt i.p.v. lade 2, zodat enveloppen kunnen worden bedrukt.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 • Nieuwe kantoorafwerkeenheid met AVH-module en perforatoreenheid voor 4 gaten: hiermee kunnen met behulp van de nieuwe kantoorafwerkeenheid met AVH-module vier gaten worden geperforeerd. Er zijn ook andere perforatoreenheden beschikbaar voor deze afwerkeenheid. Er kan slechts één perforatoreenheid tegelijk worden geïnstalleerd.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Niet beschikbaar • Alle mogelijke opties voor dit apparaat zijn op dit model beschikbaar als standaard- of optionele functies. Beschrijving van de afwerkeenheden Kantoorafwerkeenheid • In de bovenste opvangbak kunnen 250 vellen worden afgeleverd, en 2000 vellen in de afdrukkenopvangbak. • Papiergewicht 60 tot 216 g/m² (16 tot 57 lb).
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 3. Opdrachtstatus: hiermee kunt u de voortgang van actieve opdrachten controleren of nadere informatie over voltooide opdrachten weergeven. 4. Apparaatstatus: hiermee kunt u de apparaatstatus, de kostentellers en de status van de verbruiksartikelen controleren of de gebruikersdocumentatie en overzichten afdrukken. Gebruik deze toets voor toegang tot de mode Hulpprogramma's. 5.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag Opmerking: Als er pagina's in de invoerlade van de AOD zitten wanneer het apparaat wordt ingeschakeld of als de mode Energiebesparing wordt afgesloten, wordt u gevraagd om de documenten opnieuw te plaatsen. Het apparaat uitzetten Met uitschakelen beëindigt u de huidige sessie en zet u het apparaat uit. 1. Druk op de Aan/uit-toets op het bedieningspaneel. 2. Selecteer de toets Uitschakelen op het aanraakscherm. 3.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 1. Druk op de Aan/uit-toets op het bedieningspaneel. 2. Selecteer de toets Energiebesparing op het aanraakscherm. 3. Selecteer de toets Energiebesparing nogmaals om te bevestigen dat het apparaat moet overgaan op de stand Energiebesparing. Opmerking: Wanneer de Energiespaarstand is bevestigd, gaat het apparaat onmiddellijk over op de mode Laag stroomverbruik. Indien de Slaapstand is geconfigureerd, gaat het apparaat na een gespecificeerde tijd naar de Slaapstand.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. Opmerking: Originele documenten worden slechts eenmaal gescand, ook al hebt u meerdere kopieën geselecteerd of zijn er 2-zijdige originelen in de AOD geplaatst.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 11. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag De systeembeheerder kan toegangsrechten configureren om de toegang tot de afdrukfunctie te regelen. • De tijd en dag van de week opgeven, waarop u mag afdrukken op het apparaat. • Bepaalde opdrachttypen blokkeren, zoals beveiligd afdrukken. • De toegang tot bepaalde papierladen beperken. • 1-zijdig afdrukken voorkomen. • Bepaalde afdrukinstellingen voor applicaties instellen, bijvoorbeeld alle Microsoft Worddocumenten instellen op 1-zijdig afdrukken.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Vastgehouden opdrachten in een privé-wachtrij vrijgeven via het menu Opdrachtstatus De wachtrij met niet-geïdentificeerde vastgehouden opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag • Bepaalde afdrukinstellingen voor applicaties instellen, bijvoorbeeld alle Microsoft Worddocumenten instellen op 1-zijdig afdrukken. • Afdrukopdrachten beperken tot beveiligde afdrukopdrachten. De systeembeheerder kan uw printerdriver ook zodanig configureren, dat u aanmeldgegevens moet invoeren als u een document afdrukt. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Een document afdrukken met de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Met de Xerox Macprinterdriver kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Opmerking: Het apparaat is ingeschakeld voor AirPrint.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag 10. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Behalve de drivers die speciaal voor uw apparaat zijn ontworpen, kunt u ook de Xerox Global Print Driver of de Xerox Mobile Express Driver gebruiken. Met deze drivers hebt u geen toegang tot alle functies die beschikbaar zijn bij de apparaatspecifieke drivers. • Global Print Driver is beschikbaar voor PS- of PCL-printerbeschrijvingstalen, net zoals de bovenstaande apparaatspecifieke drivers. Deze driver werkt met Xerox- en niet-Xerox-printers.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 11. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer. Dit betekent dat uw faxverzendingen door de server worden geregeld, waardoor uw faxopties worden beperkt.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 8. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 8.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Fax in het keuzemenu Opdrachttype.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 9. Selecteer Een voorblad afdrukken in het menu Voorbladopties. • • • • Selecteer het tabblad Gegevens. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer het vak Voorbladopties wordt geopend. - Selecteer zo nodig het invoervak Naam afzender en voer uw naam in via het toetsenbord. - Selecteer zo nodig het invoervak Organisatie van afzender en voer uw bedrijfsnaam in via het toetsenbord.
Aan de slag • • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer zo nodig het tijdstip waarop het apparaat uw opdracht moet verzenden via de opties voor Verzendtijd. Selecteer zo nodig het invoervak Voorkiesgetal en voer via het toetsenbord een teken in dat vóór het hoofdfaxnummer moet worden gekozen. Selecteer zo nodig het invoervak Creditcard en voer een creditcardnummer in via het toetsenbord. Klik op de toets OK. 11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 12. Selecteer de bevestigingstoets.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Fax in het keuzemenu Opdrachttype. Ofwel • Klik op de toets Ontvanger toevoegen om handmatig een nieuwe ontvanger toe te voegen. - Selecteer het invoervak Naam en voer de naam van de ontvanger in via het toetsenbord. - Selecteer het invoervak Faxnummer en voer het faxnummer van de ontvanger in via het toetsenbord.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 9. Selecteer Een voorblad afdrukken in het menu Voorbladopties. • • • • Selecteer het tabblad Gegevens. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer het vak Voorbladopties wordt geopend. - Selecteer zo nodig het invoervak Naam afzender en voer uw naam in via het toetsenbord. - Selecteer zo nodig het invoervak Organisatie van afzender en voer uw bedrijfsnaam in via het toetsenbord.
Aan de slag • • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer zo nodig het tijdstip waarop het apparaat uw opdracht moet verzenden via de opties voor Verzendtijd. Selecteer zo nodig het invoervak Voorkiesgetal en voer via het toetsenbord een teken in dat vóór het hoofdfaxnummer moet worden gekozen. Selecteer zo nodig het invoervak Creditcard en voer een creditcardnummer in via het toetsenbord. Klik op de toets OK. 11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 12. Selecteer de bevestigingstoets.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag 5. Selecteer Papier/aflevering in het selectiemenu Xerox-toepassingen. Dit is meestal het actieve gedeelte wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Fax in het keuzemenu Opdrachttype. Ofwel • Klik op de toets Ontvanger toevoegen om handmatig een nieuwe ontvanger toe te voegen. - Selecteer het invoervak Naam en voer de naam van de ontvanger in via het toetsenbord. - Selecteer het invoervak Faxnummer en voer het faxnummer van de ontvanger in via het toetsenbord.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Selecteer zo nodig het invoervak Faxnummer van afzender en voer via het toetsenbord het faxnummer in waar u eventuele antwoorden naartoe wilt laten faxen. - Klik op de toets OK. Klik op de toets Informatie ontvanger. - Selecteer zo nodig een optie voor Ontvangers. - Met Namen ontvangers weergeven worden de namen van alle ontvangers op het voorblad afgedrukt. De gebruikte namen zijn de namen die u hebt ingevoerd bij het toevoegen van de gegevens van elke ontvanger.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Een fax verzenden met de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag Opmerking: De gegevens van de ontvanger worden op de harde schijf van uw computer opgeslagen, in uw persoonlijke adresboek. - Klik op de toets OK. Of • • • Klik op de toets Toevoegen uit telefoonboek om een ontvanger toe te voegen die in het adresboek is opgeslagen. - Selecteer de gewenste optie. - Persoonlijk telefoonboek - toont de contactpersonen die u aan het telefoonboek hebt toegevoegd via uw printerdriver.
Aan de slag • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer het invoervak onder het menu Ontvangers en voer uw aangepaste tekst in via het toetsenbord. Als u een watermerk aan het voorblad wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Beeld. - Selecteer de gewenste watermerkoptie. - Selecteer de gewenste optie. - Met Tekst wordt een invoervak voor tekst geactiveerd, waar u uw tekst kunt typen. Er zijn opties om een font, kleur, richting en positie voor uw tekst te selecteren.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag Werkstroom scannen gebruiken Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 E-mail verzenden Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 11. Selecteer zo nodig de toets Van... en voer via het toetsenbord het 'Van'-adres voor de e-mail in of bewerk dit adres. Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag Opdrachten opslaan met de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 10. Selecteer zo nodig het keuzerondje Privé om uw document met een toegangscode te beveiligen. • Klik in het invoervak Toegangscode en voer een toegangscode van 4 tot 10 cijfers via het toetsenbord. Opmerking: Als u uw opdracht wilt vrijgeven, moet u eerst deze toegangscode invoeren via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel van het apparaat. Gebruik alleen cijfers en kies een toegangscode die goed te onthouden is, maar niet makkelijk te raden voor anderen.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam van het programma staat. 5. Selecteer Papier/aflevering in het selectiemenu Xerox-toepassingen. Dit is meestal het actieve gedeelte wanneer de printerdriver wordt geopend. 6.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd. Met de optie Opgeslagen opdracht kunt u opdracht opslaan op de harde schijf van de printer, zodat de opdracht op een geschikt tijdstip of via Internet Services kan worden afgedrukt. Opmerking: De systeembeheerder moet de functie Opdrachtopslag in uw printerdriver inschakelen voordat u de optie Opgeslagen opdracht kunt gebruiken.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 14. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 12. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig scannen. • • • 1-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen aan één zijde zijn bedrukt. 2-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn. Met deze optie moet u voor het scannen van uw originelen gebruikmaken van de AOD. 2-zijdig, zijde 2 roteren: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn en worden geopend als een kalender. Met deze optie moet u voor het scannen van uw originelen gebruikmaken van de AOD.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 6. Schakel het selectievakje links van de gewenste opdracht(en) in. Als u alle opdrachten wilt selecteren, schakelt u het selectievakje boven aan de titelrij in. 7. Selecteer de optie Opdracht afdrukken in het keuzemenu Opdracht afdrukken. 8. Selecteer zo nodig het invoervak Aantal en werk het aantal kopieën bij via het toetsenbord. Het standaardaantal is 1, ook al zijn er meerdere kopieën opgegeven toen de opdracht oorspronkelijk werd opgeslagen. 9.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Als een opdracht in de lijst wordt vastgehouden, zijn er wellicht extra hulpbronnen of een beveiligingscode nodig om te kunnen afdrukken. De reden voor het vasthouden van de opdracht wordt weergegeven op het scherm Opdrachtvoortgang. Nadat aan de voorwaarde is voldaan of nadat de juiste beveiligingscode is ingevoerd, wordt de opdracht vrijgegeven voor afdrukken.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag ! WAARSCHUWING Verwijder NOOIT panelen of beschermplaten die zijn vastgezet met schroeven wanneer u verbruiksartikelen vervangt. Achter deze panelen en beschermplaten bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker moeten worden onderhouden. Probeer NOOIT een onderhoudsfunctie uit te voeren die NIET specifiek wordt beschreven in de documentatie die bij uw apparaat is geleverd.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Bedieningspaneel, aanraakscherm, AOD en opvangbakken reinigen Door het aanraakscherm, het bedieningspaneel en andere gebieden van het apparaat regelmatig te reinigen, blijven deze vrij van stof en vuil. 1. Gebruik een zachte, niet-pluizende doek, licht bevochtigd met water. 2. Veeg het hele gebied van het bedieningspaneel schoon, inclusief het aanraakscherm. 3. Veeg de AOD, opvangbakken, papierladen en overige buitengebieden van het apparaat schoon. 4.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag 1. Druk wanneer u wilt op de toets Help (?) op het bedieningspaneel om de helpschermen op te roepen. 2. Blader met de schuifbalk naar het gewenste item en selecteer vervolgens het item. Berichten, scherminstructies en afbeeldingen bieden aanvullende informatie. 3. Druk nogmaals op de toets Help (?) om de helpschermen te sluiten. Toegang tot de helppagina's van de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. U kunt de Xerox-online help openen met de helptoets. Om deze helpfunctie te gebruiken, moet u zijn aangesloten op het internet. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Aan de slag Toegang tot de helppagina's van de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Aan de slag WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: U kunt het IP-adres van het apparaat te weten komen door een configuratieoverzicht af te drukken of dit na te vragen bij de systeembeheerder. 3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden. 4. Selecteer de koppeling Help rechtsboven op het scherm. 5. Selecteer de gewenste optie(s).
Aan de slag 80 WorkCentre® 5945/5955 Handleiding voor de gebruiker
Kopiëren 3 Kopieën maken Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Kopieeropties Verkleinen of vergroten Kopieën verkleinen of vergroten Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 11. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren • Als u een voorgedefinieerd verkleinings- of vergrotingspercentage wilt gebruiken, selecteert u via de toetsen Voorinstellingen (X-Y%) 100%, Auto % of veelgebruikte percentages. Uw systeembeheerder kan de vooringestelde opties aanpassen. Opmerking: Als Auto % is geselecteerd, kiest het apparaat het beste percentage voor het verkleinen of vergroten van het origineel op het geselecteerde papierformaat.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Kopiëren op het aanraakscherm. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Kopiëren. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Kopiëren wordt geopend. 6. Selecteer de toets Meer... onder aan het gedeelte Verkleinen/vergroten voor toegang tot de verkleinings-/vergrotingsopties die niet op de hoofdpagina staan weergegeven. 7. Selecteer de toets Onafhankelijk %. 8. Selecteer de gewenste optie.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren De papiertoevoer voor kopieën instellen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 12. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Met de optie Katern maken worden de beelden automatisch gescand en in de juiste volgorde op het geselecteerde papier gerangschikt, zodat er een katern ontstaat wanneer de set kopieën wordt dubbelgevouwen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Kopieën sorteren Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Meer informatie Kopieën nieten Kopieën perforeren Kopieën voorbereiden om ze als katern op te maken Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Kopieën nieten Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). 8. Selecteer de toets OK. 9. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel. 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Kopieën voorbereiden om ze als katern op te maken Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 13. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 15.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren randen dan wanneer u een foto-instelling zou hebben gekozen. Zo worden tekstdocumenten beter leesbaar, maar wordt de kwaliteit van fotobeelden minder als er lichte of donkere gradaties zijn, die niet in de tekst aanwezig zijn. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Beeldopties Beeldopties voor kopieën kiezen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Meer informatie De scherpte van kopieën wijzigen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Kopieën lichter of donkerder maken Kopieën lichter of donkerder maken Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Meer informatie De scherpte van kopieën wijzigen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Achtergrondonderdrukking voor kopieën instellen De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Slechte afdrukkwaliteit voorkomen De scherpte van kopieën wijzigen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Kopieën lichter of donkerder maken Beeldverbetering Beeldverbeteringsoptie voor kopieën kiezen Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: Als u de glasplaat gebruikt, is de richting zoals u deze ziet voordat u het origineel op de glasplaat omdraait. 8. Selecteer de toets OK. 9. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel. 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 7. Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat. • • • • Auto-herkenning: dit is de standaardinstelling waarmee formaten automatisch worden herkend. Het herkende formaat wordt gekoppeld aan een standaard papierformaat. Vooringesteld scangebied: hiermee kunt u het formaat van het origineel kiezen uit een lijst met voorgeprogrammeerde standaard origineelformaten. U kunt de lijst bekijken met behulp van de schuifbalk.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Tijdens het scannen wordt het formaat van het origineel vastgesteld door het apparaat. Als de pagina's een zwarte of donkere rand hebben, gaat het apparaat ervan uit dat de pagina's kleiner zijn dan in werkelijkheid. U kunt dit oplossen door het exacte formaat van de pagina op te geven met behulp van de functie Aangepast scangebied bij de instellingen voor Origineelformaat.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren • • Met Alleen linkerpagina wordt alleen de linkerpagina gescand. Geef met behulp van de pijltoetsen een hoeveelheid op van 0 tot 25 mm (0 tot 1 inch), die van de rechterzijde van het boekbeeld moet worden verwijderd. Met Alleen rechterpagina wordt alleen de rechterpagina gescand. Geef met behulp van de pijltoetsen een hoeveelheid op van 0 tot 25 mm (0 tot 1 inch), die van de linkerzijde van het boekbeeld moet worden verwijderd. 9. Selecteer de toets OK. 10.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 6. Selecteer de toets Beeldverschuiving. 7. Selecteer de gewenste optie voor Beeldverschuiving. • • • • • • • • Met Uit worden alle eerdere instellingen voor Beeldverschuiving verwijderd. Deze optie is handig als u een complexe opdracht programmeert en alle beeldverschuivingsinstellingen wilt annuleren, zonder andere door u gemaakte instellingen te annuleren. Auto-centreren: hiermee wordt het gescande beeld automatisch op de afgedrukte pagina gecentreerd.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Met de opties voor Randen wissen kunt u het scangebied opgeven, zodat alleen een specifiek gedeelte van uw document wordt gescand. Dit is handig wanneer u vlekken wilt verwijderen die ontstaan als gevolg van gaatjes of nietjes in het origineel. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Of - Schakel het selectievakje Zijde 1 spiegelen in om de instellingen voor zijde 1 om te draaien op zijde 2. Afhankelijk van de paginarichting worden de instellingen voor links en rechts of boven en onder omgedraaid. 8. Selecteer de toets OK. 9. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel. 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren • Spiegelbeeld: wijzigt de richting van het originele beeld, zodat een spiegelbeeld van het origineel wordt gemaakt. 8. Selecteer de gewenste optie voor Negatief beeld. • • Positief: produceert afdrukken die overeenkomen met het origineel. Negatief: hiermee worden de donkere gebieden van het beeld omgezet in lichte gebieden en vice versa. 9. Selecteer de toets OK. 10. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel. 11.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Kopiëren op het aanraakscherm. 5. Selecteer het tabblad Afleveringsformaat. 6. Selecteer de toets Katern maken. 7. Selecteer de toets Aan. 8. Selecteer de gewenste optie voor Origineleninvoer. • • 1-zijdige originelen 2-zijdige originelen 9. Stel de papiertoevoer in die voor de opdracht nodig is. Als nieten en/of vouwen nodig is, moet papierinvoer met de Korte Kant Eerst (KKE) worden geselecteerd.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Met de optie Omslagen kunt u blanco of bedrukte pagina's aan de voorkant, aan de achterkant of aan zowel de voor- als achterkant van de set toevoegen. Deze optie wordt ook gebruikt om een omslag aan een katern toe te voegen. De omslagen kunnen van een andere papiersoort dan de rest van de opdracht zijn. Met de optie Begin hoofdstukken kunt u een hoofdstuk op de rechter- of linkerkant van de pagina laten beginnen, met zo nodig automatisch een blanco pagina ingevoegd.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 15. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 12. Selecteer de gewenste optie voor Omslagen. Omslagen kunnen blanco zijn of beelden bevatten. • • • • • Uit: hiermee worden alle door u ingevoerde instellingen geannuleerd. Voor en achter hetzelfde: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de voor- en achterkant van het document toe. De opties voor het bedrukken en voor de papiertoevoer zijn voor beide omslagen gelijk.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Begin hoofdstukken toevoegen aan kopieën Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 20. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 12. Selecteer het invoervak Na paginanummer en voer het paginanummer van de invoeging in via de aantaltoetsen. Opmerking: De paginanummers zijn in dit geval de fysieke paginanummers, niet de paginanummers die op het document zijn afgedrukt. Bij 2-zijdig kopiëren heeft elke pagina van uw document 2 paginanummers, dus moet u elke zijde van uw document meetellen. 13.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Met de functie Uitzonderingen kunt u een andere papierbron gebruiken voor een paginabereik. U kunt de zelftestpagina in een trainingshandleiding bijvoorbeeld afdrukken op een andere kleur papier. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Aantekeningen Aantekeningsopties voor kopieën selecteren Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 6. Selecteer de toets Aantekeningen. 7. Selecteer de gewenste optie(s) voor Aantekeningen. U kunt meer dan één optie selecteren, maar dan moet u voor elke optie een andere plek selecteren. • • • • Paginanummers: hiermee wordt automatisch een paginanummer op de pagina afgedrukt. Opmerking: hiermee wordt een opmerking van maximaal 50 alfanumerieke tekens aan de pagina toegevoegd. Datum: hiermee wordt de datum van vandaag aan de pagina toegevoegd.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Met de optie Paginanummers wordt automatisch een paginanummer afgedrukt op een opgegeven positie op de pagina. Paginanummers worden automatisch telkens met één opgehoogd. Bij 2zijdige kopieën wordt het paginanummer op beide zijden afgedrukt en telt elke zijde als één pagina. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren • Zijde 1 spiegelen - Verticaal omslaan: de kopieën worden geopend van onder naar boven als bij een kalender, met de bindrug aan de bovenkant. De plek van de aantekening op zijde 2 wordt gespiegeld met zijde 1 over de bindrug heen. Als een paginanummer bijvoorbeeld in de linkeronderhoek van zijde 1 is geplaatst, verschijnt het paginanummer in de linkerbovenhoek van zijde 2. 17. Selecteer de toets OK. 18. Selecteer de toets OK. 19.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 9. Selecteer de gewenste opmerking in de lijst Opgeslagen opmerkingen. Als u een bestaande opmerking wilt bewerken, markeert u de opmerking in de lijst en selecteert u de toets Bewerken. Gebruik het toetsenbord om de invoer te wijzigen en kies dan OK om het toetsenbord te sluiten. 10. Selecteer een pijltoets om de plek van de opmerking op de kopieën te bepalen. 11. Selecteer de gewenste optie in het keuzemenu Toepassen op.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Een datum afdrukken op kopieën Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 13. Selecteer de toets Opmaak en stijl. 14. Selecteer de gewenste optie voor Tekstachtergrond. • • Ondoorzichtig: hiermee worden ondoorzichtige aantekeningen gemaakt, die boven op de kopieën worden geplaatst zonder zichtbaar beeld onder de aantekeningstekst. Transparant: hiermee worden halfdoorzichtige aantekeningen gemaakt, waarbij het gekopieerde beeld onder de aantekeningstekst zichtbaar is. 15.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Met de optie Bates-stempel kunt u een geselecteerde Bates-stempel op een opgegeven positie op de pagina toevoegen. Een Bates-stempel wordt voornamelijk in wettelijke en zakelijke contexten gebruikt. Hierbij worden een vast voorvoegsel (bijvoorbeeld de identificatie van een zaak of een referentienummer van de klant) en een paginanummer tijdens verwerking in het document vastgelegd. Het voorvoegsel mag maximaal 8 alfanumerieke tekens bevatten.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren • • • Zelfde als zijde 1: hiermee worden dezelfde instellingen toegepast op zowel zijde 1 als zijde 2 van de kopieën. Zijde 1 spiegelen - Horizontaal omslaan: de kopieën worden geopend van rechts naar links als bij een boek, met de bindrug aan de linkerkant. De plek van de aantekening op zijde 2 wordt gespiegeld met zijde 1 over de bindrug heen.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Opmerking: De scheidingsvellen moeten hetzelfde formaat en dezelfde richting hebben als de transparanten. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Meerdere pagina's kopiëren of beeld herhalen op een pagina Gebruik de functie Pagina-opmaak als u hand-outs, storyboards of archiveringsdocumenten maakt. Het apparaat verkleint of vergroot de beelden naar behoefte, zodat deze in landschap- of portretrichting worden weergegeven op één vel papier op basis van de geselecteerde papiertoevoer. Er passen maximaal 36 beelden op 1 vel papier. Met de functie voor paginaopmaak kunt u verschillende afleveringsformaten produceren.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 15. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 10. Selecteer de toets OK. 11. Selecteer de toets OK. 12. Selecteer de gewenste opties voor het eerste segment van de opdracht. • Als u Opbouwopdracht voor een opdracht met tabbladen gebruikt, moet u zorgen dat de tabbladen correct zijn geplaatst en selecteert u de lade waarin de tabbladen zich bevinden.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren Een voorbeeld afdrukken van een set opbouwopdrachtkopieën Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde instellingen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 18. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt. 19. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
Kopiëren WorkCentre® 5945/5955 12. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 13. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 15.
WorkCentre® 5945/5955 Kopiëren 11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 13.
Faxen 4 Fax (interne fax) Een fax (interne fax) verzenden Er zijn drie faxtoepassingen die kunnen worden geïnstalleerd of ingeschakeld op uw apparaat: Fax (Interne fax), Internetfax en Serverfax. Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 • Wachten op kiestoon [=]: hiermee wordt het kiezen tijdelijk stopgezet totdat de kiestoon wordt waargenomen. Dit teken kan ook worden gebruikt voor het wachten op een specifieke gegevenstoon bij het bellen naar een buitenlijn of andere service. 8. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 8. Selecteer de toets OK. 9. Selecteer de gewenste opties. 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 7. Selecteer zo nodig de toets Zoeken... en voer de naam van de ontvanger of groep in via het toetsenbord. Als u de volledige naam niet weet, voert u de gedeeltelijke naam in en selecteert u vervolgens de toets Zoeken. 8. Selecteer de gewenste ontvanger. 9. Selecteer de toets Gegevens. 10. Selecteer het sterrenpictogram rechts van een veld om deze contactgegevens toe te voegen aan de favorieten. 11. Selecteer de toets OK. 12. Selecteer de toets Sluiten.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 6. Selecteer de toets Adresboek. De naam van de toets varieert, afhankelijk van het soort adres dat de systeembeheerder heeft geïnstalleerd of als standaardadresboek heeft ingesteld. De toets heet bijvoorbeeld Apparaatadresboek of Netwerkadresboek. 7. Selecteer de gewenste optie voor Faxcontacten. • • • • Faxcontacten geeft de individuele faxcontacten weer. Faxgroepen geeft groepen faxnummers weer.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. 1. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 2. Druk op de toets Startpagina Functies. 3. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm. 4. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Faxen wordt geopend. 5.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 Met Toevoegen aan bestaand contact kunt u de contactgegevens toevoegen aan een bestaande contactpersoon. De nieuwe contactgegevens worden opgeslagen en zijn toegankelijk via het adresboek. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. 1. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 2. Druk op de toets Startpagina Functies. 3. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm. 4.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de opties voor 2-zijdig scannen kunt u beide zijden van een document scannen. De tweede zijde kan worden geroteerd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen. Met de opties voor Origineelsoort kunt u het soort originelen definiëren dat gescand gaat worden. Door het juiste soort te selecteren, wordt de kwaliteit van het gefaxte beeld verbeterd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Faxresolutie opgeven (interne fax) Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Meer informatie De origineelsoort van faxen instellen (interne fax) Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 15. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 16. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 17. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 9. Selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit. 10. Selecteer de toets Beeldopties. 11. Selecteer de gewenste optie(s). 12. Selecteer de toets OK. 13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 7. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 9. Selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit. 10. Selecteer de toets Beeldopties. 11. Selecteer de gewenste optie voor Lichter/donkerder.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de optie Achtergrondonderdrukking kunt u originelen met gekleurde achtergrond verbeteren door de achtergrond op de afdrukken te verminderen of te verwijderen. Deze optie komt van pas bij originelen op gekleurd papier. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Faxcontrast instellen (interne fax) Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Meer informatie Achtergrondonderdrukking voor faxen toevoegen of verwijderen (interne fax) Een beeldverbeteringsoptie kiezen voor faxen (interne fax) Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 11. Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat. • • • • Auto-herkenning: dit is de standaardinstelling waarmee formaten automatisch worden herkend. Het herkende formaat wordt gekoppeld aan een standaard papierformaat. Vooringesteld scangebied: hiermee kunt u het formaat van het origineel kiezen uit een lijst met voorgeprogrammeerde standaard origineelformaten. U kunt de lijst bekijken met behulp van de schuifbalk.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Faxen wordt geopend. 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de functie Opdrachtmodule - Opbouwopdracht kunt u afgewerkte sets maken van diverse pagina's van een ingebonden document. 1. Leg uw boek in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Faxopties Een faxbevestigingsoverzicht afdrukken (interne fax) Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 16. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 11. Selecteer de gewenste optie. • • • Super G3 (33,6 Kbps): hiermee wordt aanvankelijk met een snelheid van 33.600 bits per seconde (bps) verzonden en wordt ECM (Error Correction Mode - Foutcorrectiemode) gebruikt om verzendingsfouten te minimaliseren. Dit is de hoogste faxverzendsnelheid en de standaardoptie. G3 (14,4 Kbps): hiermee wordt aanvankelijk met een snelheid van 14.400 bits per seconde (bps) verzonden, wat de standaard digitale faxverzendsnelheid is van groep 3.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 5. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Faxen wordt geopend. 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 Gebruik een toegangscode voor de mailbox om faxdocumenten te beveiligen en deze alleen toegankelijk te maken voor bevoegde gebruikers. De toegangscode is een getal van 4 cijfers. Opmerking: Als voor een mailbox de toegangscode 0000 is ingesteld, geldt elke combinatie van cijfers en zelfs het ontbreken van cijfers als een geldige toegangscode voor de mailbox.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen. Mailboxen zijn gedeelten van het geheugen van het apparaat waarin inkomende faxen worden opgeslagen en van waaruit uitgaande faxen kunnen worden gepold (opgehaald).
Faxen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een fax naar een externe mailbox verzenden (interne fax) Faxen afdrukken die in een lokale mailbox zijn opgeslagen (interne fax) Faxen verwijderen die in een lokale mailbox zijn opgeslagen (interne fax) Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 9. Als u alle documenten in de gekozen mailbox wilt afdrukken, selecteert u Alle documenten afdrukken in het menu. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Selecteer Alle afdrukken. 10. Selecteer de toets OK.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 7. Selecteer het invoerveld Mailboxnummer en voer het mailboxnummer in, tussen 001 en 200. 8. Selecteer zo nodig het invoerveld Mailboxtoegangscode en voer de toegangscode van 4 cijfers voor de mailbox in. 9. Selecteer de toets OK. 10. Als u alle documenten in de gekozen mailbox wilt verwijderen, selecteert u Alle documenten verwijderen in het menu. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Selecteer Alle verwijderen. 11.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 9. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 10. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 11. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Onbeveiligd pollen kunt u niet-vertrouwelijke documenten op het apparaat opslaan. De documenten kunnen vervolgens worden door iedereen worden opgehaald met uw faxnummer en de mogelijkheden van Externe fax pollen. Opmerking: Pollen betekent dat een fax niet naar een ontvanger wordt verzonden, maar op het oorspronkelijke apparaat wordt opgeslagen. Als de ontvanger klaar is voor ontvangst van de fax, benadert (polt) hij of zijn het apparaat om de fax op te vragen. 1.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 6. Selecteer de toets Lokaal pollen. 7. Selecteer de optie Beveiligd pollen. 8. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 9. Selecteer de toets Plus [+] om het faxnummer toe te voegen aan de lijst. Voeg naar wens nog meer faxnummers toe. 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 8. Voer het faxnummer van de ontvanger plus de aanvullende kiestekens in via de cijfers op het aanraakscherm. 9. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 10. Selecteer zo nodig de optie Pollen uitstellen om faxen op een later tijdstip op te halen, bijvoorbeeld als u documenten uit een andere tijdzone wilt ophalen. • • • Selecteer de toets Pollen uitstellen. Gebruik de pijltoetsen om een tijdstip op te geven waarop uw fax verzonden moet worden.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 9. Selecteer de toets OK. 10. Selecteer het invoerveld Mailboxnummer en voer het mailboxnummer in, tussen 001 en 200. 11. Selecteer zo nodig het invoerveld Mailboxtoegangscode en voer de toegangscode van 4 cijfers voor de mailbox in. 12. Selecteer de toets Nu pollen om te gaan pollen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 12. Selecteer de toets Opties... en kies de gewenste opties. • • Venster met overzicht tussen segmenten weergeven toont de status van uw opdracht na het scannen van elk gedeelte. Opbouwopdracht uitschakelen nadat de opdracht is verzonden schakelt de functie automatisch uit nadat het laatste segment is gescand. 13. Selecteer de toets OK. 14. Selecteer de toets OK. 15. Selecteer de gewenste opties voor het eerste segment van de opdracht.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Serverfax Een serverfax verzenden Er zijn drie faxtoepassingen die kunnen worden geïnstalleerd of ingeschakeld op uw apparaat: Fax (Interne fax), Internetfax en Serverfax. Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 Een serverfax verzenden via de functie Werkstroom scannen Er zijn drie faxtoepassingen die kunnen worden geïnstalleerd of ingeschakeld op uw apparaat: Fax (Interne fax), Internetfax en Serverfax. Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Serverfax. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Serverfax. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Serverfax wordt geopend. 6. Selecteer de toets Kiestekens.... 7. Voer het faxnummer van de ontvanger plus de aanvullende kiestekens in via de cijfers op het aanraakscherm. • • • • • • • • Kiespauze [,]: hiermee wordt een pauze in een nummer ingelast.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 Faxkieslijst Een fax verzenden via de faxkieslijst (serverfax) Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Een nummer toevoegen aan de faxkieslijst (serverfax) Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 8. Selecteer de toets OK. • Als u een vermelding wilt bewerken, selecteert u de vermelding in de lijst en selecteert u Bewerken... in het menu. Bewerk de vermelding naar wens en selecteer OK. • Als u een vermelding uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u de desbetreffende vermelding en selecteert u Ontvanger verwijderen in het menu. Selecteer op het bevestigingsscherm de toets Verwijderen om de verwijdering te bevestigen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 9. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig scannen. • • • 1-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen aan één zijde zijn bedrukt. 2-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn. Met deze optie moet u voor het scannen van uw originelen gebruikmaken van de AOD. 2-zijdig, zijde 2 roteren: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn en worden geopend als een kalender.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 7. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 9. Selecteer de gewenste optie voor Origineelsoort.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 4. Selecteer de toets Serverfax. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Serverfax. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Serverfax wordt geopend. 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de opties voor lichter/donkerder kunt u handmatig de lichtheid of donkerheid van het beeld aanpassen. Lichte originelen met potloodtekeningen worden beter afgedrukt als de donkerheid wordt vergroot. Donkere originelen, zoals halftonen of documenten met gekleurde achtergronden, moeten eventueel lichter worden gemaakt. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Beeldverbetering Beeldverbeteringsopties voor serverfaxen kiezen Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 11. Selecteer Auto-onderdrukking in het menu Achtergrondonderdrukking om automatisch ongewenste achtergrond te onderdrukken. • Selecteer zo nodig Uit om de functie Achtergrondonderdrukking uit te schakelen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de optie Origineelrichting kunt u de opmaak opgeven van de originelen die u wilt gaan scannen. U kunt aangeven of het beeld op de pagina in portret- of landschapsrichting is, of staand of geroteerd is ten opzichte van de pagina zelf. De richting van de beelden op de originelen moet overeenkomen met de geselecteerde richting. Het apparaat gebruikt deze informatie om te identificeren of de beelden moeten worden geroteerd om de gewenste aflevering te produceren. 1.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Formaat opgeven van het origineel dat gefaxt moet worden (serverfax) Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven faxnummer. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 12. Selecteer de toets OK. 13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 7. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 9. Selecteer het tabblad Faxopties. 10. Selecteer de toets Uitgesteld verzenden. 11. Selecteer de toets Uitgesteld verzenden.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 5. Selecteer zo nodig het tabblad Serverfax. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Serverfax wordt geopend. 6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren. 7. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 27. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 28. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen • • Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit het pop-upmenu. Gebruik de toets NLD voor toegang tot extra toetsenborden voor andere talen. 8. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de optie Adresboek hebt u toegang tot eerder gemaakte adressen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 3.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Een onderwerp toevoegen aan een internetfax Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen. • Gebruik Internetfax als u bewijs nodig hebt dat uw document is afgeleverd. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11. Selecteer de toets Onderwerp.... 12. Voer de onderwerptekst in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • • U kunt maximaal 128 alfanumerieke tekens invoeren. Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X. Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en %.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Internetfax. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Internetfax. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Internetfax wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 2-zijdige originelen verzenden via Internetfax Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen. • Gebruik Internetfax als u bewijs nodig hebt dat uw document is afgeleverd. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen. Opmerking: Er moet ten minste één adres bij Aan: worden geselecteerd. Documenten kunnen niet alleen naar een Cc-adres worden verzonden. 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de opties voor Origineelsoort kunt u het soort originelen definiëren dat gescand gaat worden. Door het juiste soort te selecteren, wordt de kwaliteit van het gefaxte beeld verbeterd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 12. Selecteer voor foto- en tekstoriginelen de gewenste optie voor Type origineel. • • • • • Gedrukt: produceert het beste resultaat voor kranten, tijdschriften, kaarten en andere, professioneel gedrukte originelen. Gefotokopieerd: wordt gebruikt voor de meeste gefotokopieerde en afgedrukte originelen. Foto: wordt aangeraden voor originelen met hoogwaardige foto's op fotopapier. Inkjet: wordt specifiek gebruikt voor originelen die op een inkjetprinter zijn geproduceerd.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de optie Scherpte kunt u handmatig de scherpte van de gescande beelden bepalen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 3.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Meer informatie Internetfaxen lichter of donkerder maken De scherpte van internetfaxen instellen De verzadiging van internetfaxen instellen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat E-mail verzenden Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen • • Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit het pop-upmenu. Gebruik de toets NLD voor toegang tot extra toetsenborden voor andere talen. 8. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de internetfaxfuncties te krijgen. Met de functies voor beeldopties kunt u het uiterlijk van de afdrukken wijzigen. Met de optie Scherpte kunt u handmatig de scherpte van de gescande beelden bepalen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 13. Selecteer de gewenste optie voor Scherpte. • • Schuif de regelaar omhoog om het gescande beeld scherper te maken. De optie Scherpte verbetert tekstbeelden doorgaans meer dan fotobeelden. Schuif de regelaar omlaag om het gescande beeld zachter te maken. Dit komt met name van pas bij het scannen van foto's. 14. Selecteer de toets OK. 15. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 16.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 4. Selecteer de toets Internetfax. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Internetfax. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Internetfax wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Beeldverbetering Beeldverbeteringsoptie voor internetfaxen kiezen Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen. • Gebruik Internetfax als u bewijs nodig hebt dat uw document is afgeleverd. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 8. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de optie Achtergrondonderdrukking kunt u originelen met gekleurde achtergrond verbeteren door de achtergrond op de afdrukken te verminderen of te verwijderen. Deze optie komt van pas bij originelen op gekleurd papier. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 16. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 17. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd. Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X. Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en %.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Resolutie van internetfaxen instellen Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen. • Gebruik Internetfax als u bewijs nodig hebt dat uw document is afgeleverd. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Opmerking: Er moet ten minste één adres bij Aan: worden geselecteerd. Documenten kunnen niet alleen naar een Cc-adres worden verzonden. 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 12. Selecteer de toets Resolutie. 13. Selecteer de gewenste optie voor Resolutie.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Kwaliteit of bestandsgrootte voor internetfaxen instellen Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen. • Gebruik Internetfax als u bewijs nodig hebt dat uw document is afgeleverd. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 8. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de internetfaxfuncties te krijgen. Met de optie Origineelrichting kunt u de opmaak opgeven van de originelen die u wilt gaan scannen. U kunt aangeven of het beeld op de pagina in portret- of landschapsrichting is, of staand of geroteerd is ten opzichte van de pagina zelf.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen • • Staande beelden: de beelden op de originelen worden in staande richting in de AOD ingevoerd. Liggende beelden: de beelden op de originelen worden in liggende richting in de AOD ingevoerd. Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd).
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de opties voor Origineelformaat kunt u het formaat van de originelen automatisch laten vaststellen, de formaten van originelen met gemengde formaten opgeven, of het exacte formaat opgeven van een beeld dat gescand moet worden. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 • Met Gemengde origineelformaten kunt u documenten met verschillende paginaformaten scannen. De pagina's moeten dezelfde breedte hebben, zoals A4 (8,5 x 11 inch) LKE en A3 (11 x 17 inch) KKE. Andere combinaties worden op het aanraakscherm van het apparaat weergegeven. Het apparaat herkent het formaat van de documenten en produceert verschillende afdrukken, afhankelijk van de geselecteerde combinaties. 14. Selecteer de toets OK. 15.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 5. Selecteer zo nodig het tabblad Internetfax. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Internetfax wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Adres voor Antwoord aan: toevoegen aan een internetfax Internetfax lijkt op de functie E-mailen, omdat hiermee documenten via het internet of intranet worden verzonden met behulp van e-mailadressen. Er zijn echter verscheidene belangrijke verschillen tussen de functie Internetfax en E-mailen. • Gebruik Internetfax als u bewijs nodig hebt dat uw document is afgeleverd. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen. Opmerking: Er moet ten minste één adres bij Aan: worden geselecteerd. Documenten kunnen niet alleen naar een Cc-adres worden verzonden. 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Met de optie Bevestigingsoverzicht kunt u een bevestigingsoverzicht afdrukken met daarop de afleveringsstatus van de internetfax. Dit is handig voor accountcontroledoeleinden, omdat u zo bewijs van aflevering hebt, wat niet het geval is bij e-mail. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat E-mail verzenden Uitleg over de faxopties Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Faxen 8. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
Faxen WorkCentre® 5945/5955 26. Herhaal deze stappen totdat alle segmenten van de opdracht zijn geprogrammeerd en gescand. 27. Selecteer de toets Opdracht verzenden nadat u het laatste segment hebt gescand. 28. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Scannen 5 Werkstroom scannen Uitleg over de functies en werking van Werkstroom scannen Met de standaardoptie voor Werkstroom scannen worden de elektronische bestanden opgeslagen en opgehaald van een server of een werkstation op het netwerk. Er zijn twee opties beschikbaar: • Met Scannen naar mailbox wordt het beeld op de harde schijf van het apparaat opgeslagen. De gebruiker kan het bestand via Internet Services ophalen.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Naast de 5 voorgedefinieerde opslagplaatsen kunt u 50 extra gebruikersopslagplaatsen instellen. Sjablonen Met de functie Sjablonen kunt u opdrachten scannen of faxen via de functie Werkstroom scannen op uw apparaat. Sjablonen bevatten gegevens waarmee het apparaat bepaalt waar een gescand document moet worden opgeslagen. Sjablonen bevatten instellingen zoals afdrukkwaliteit en bestandsindeling.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 7. Om eventueel te zorgen dat de nieuwste sjablonen beschikbaar zijn, selecteert u Sjablonen bijwerken op het tabblad Geavanceerde instellingen. 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Selecteer de gewenste optie voor Afdrukkleur. • • • • Auto-herkenning: hiermee selecteert het apparaat de beste kleurinstelling. Zwart/wit: hiermee worden zwart/wit-afdrukken gemaakt, ook al zijn de originelen in kleur. Grijswaarden: hiermee worden afdrukken met diverse grijstinten gemaakt.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Opmerking: Als de systeembeheerder verplichte velden heeft toegevoegd aan de standaardsjabloon, wordt u verzocht de benodigde documentgegevens in te vullen meteen nadat u de toets Werkstroom scannen hebt geselecteerd. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Werkstroom scannen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Werkstroom scannen wordt geopend. 6. Selecteer een sjabloontype in het keuzemenu Alle sjablonen. 7.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Met de opties voor Origineelsoort kunt u het soort originelen definiëren dat gescand gaat worden. Door het juiste soort te selecteren, wordt de kwaliteit van het gefaxte beeld verbeterd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Selecteer de toets OK. Tekst : produceert scherpere randen en wordt aanbevolen voor tekst en lijntekeningen. Selecteer de gewenste optie voor Type origineel. - Gedrukt: produceert het beste resultaat voor kranten, tijdschriften, kaarten en andere, professioneel gedrukte originelen. - Gefotokopieerd: wordt gebruikt voor de meeste gefotokopieerde en afgedrukte originelen. - Foto: wordt aangeraden voor originelen met hoogwaardige foto's op fotopapier.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Met de optie Bestandsnaam kunt u een naam opgeven voor het bestand dat de gescande beelden bevat. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Alle sjablonen Op het apparaat opgeslagen sjablonen gebruiken voor werkstroom scannen Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Uitleg over de functies en werking van Werkstroom scannen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Uitleg over de functies en werking van Werkstroom scannen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: Als de systeembeheerder verplichte velden heeft toegevoegd aan de standaardsjabloon, wordt u verzocht de benodigde documentgegevens in te vullen meteen nadat u de toets Werkstroom scannen hebt geselecteerd. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Werkstroom scannen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Werkstroom scannen wordt geopend. 6. Selecteer de toets Alle sjablonen. 7. Selecteer de toets Scannen naar mailbox. 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Als u Scannen naar basismap wilt gebruiken, voert u uw aanmeldingsgegevens in en selecteert u de sjabloon Scannen naar basismap in de functie Werkstroom scannen. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Druk op de toets Aan-/afmelden op het bedieningspaneel. 2. Selecteer het invoervak Gebruikers-ID en voer de gebruikersnaam in via het toetsenbord. 3. Selecteer de toets Volgende. 4.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Geavanceerde instellingen Beeldopties Beeldopties voor werkstroom scannen kiezen Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 11. Selecteer de gewenste optie(s). 12. Selecteer de toets OK. 13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 6. Selecteer een sjabloontype in het keuzemenu Alle sjablonen. 7. Om eventueel te zorgen dat de nieuwste sjablonen beschikbaar zijn, selecteert u Sjablonen bijwerken op het tabblad Geavanceerde instellingen. 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 10. Selecteer de toets Beeldopties. 11. Selecteer de gewenste optie voor Lichter/donkerder. • • Schuif de regelaar omlaag om het gescande beeld donkerder te maken.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 3. Druk op de toets Startpagina Functies. 4. Selecteer de toets Werkstroom scannen op het aanraakscherm. Opmerking: Als de systeembeheerder verplichte velden heeft toegevoegd aan de standaardsjabloon, wordt u verzocht de benodigde documentgegevens in te vullen meteen nadat u de toets Werkstroom scannen hebt geselecteerd. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Werkstroom scannen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Werkstroom scannen wordt geopend. 6.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Opmerking: Als u zwart/wit-afdrukken kiest in plaats van kleurenafdrukken, is de optie Verzadiging niet beschikbaar. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Beeldverbetering Beeldverbeteringsoptie voor werkstroom scannen kiezen Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 10. Selecteer de toets Beeldverbetering. 11. Selecteer Auto-onderdrukking in het menu Achtergrondonderdrukking om automatisch ongewenste achtergrond te onderdrukken. • Selecteer zo nodig Uit om de functie Achtergrondonderdrukking uit te schakelen.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Opmerking: Als de systeembeheerder verplichte velden heeft toegevoegd aan de standaardsjabloon, wordt u verzocht de benodigde documentgegevens in te vullen meteen nadat u de toets Werkstroom scannen hebt geselecteerd. 5. Selecteer zo nodig het tabblad Werkstroom scannen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie Werkstroom scannen wordt geopend. 6. Selecteer een sjabloontype in het keuzemenu Alle sjablonen. 7.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Met de optie Scanvoorinstellingen kunt u een groep veelgebruikte scaninstellingen selecteren. Deze opties zijn handig als u niet zeker weet welke instellingen u nodig hebt, maar wel weet waarvoor uw gescande beelden gebruikt gaan worden. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Resolutie voor werkstroom scannen opgeven Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen • • • • 200 dpi: produceert tekst van gemiddelde kwaliteit en foto's en afbeeldingen van lage kwaliteit. Deze resolutie wordt aanbevolen voor tekstdocument en lijntekeningen van gemiddelde kwaliteit. 300 dpi : levert hoge afdrukkwaliteit. Deze instelling wordt aanbevolen voor hoogwaardige tekstdocumenten die moeten worden verwerkt in een OCR-toepassing (Optical Character Recognition - Optische tekenherkenning).
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Opmerking: Als u de instellingen voor Kwaliteit/bestandsgrootte wijzigt, kan dit van invloed zijn op de opties voor Voorinstellingen Scannen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Lijst met sjablonen voor werkstroom scannen bijwerken op het apparaat Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Opmaakaanpassing Origineelrichting voor werkstroom scannen instellen Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: Als u de glasplaat gebruikt, is de richting zoals u deze ziet voordat u het origineel op de glasplaat omdraait. 12. Selecteer de toets OK. 13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 7. Om eventueel te zorgen dat de nieuwste sjablonen beschikbaar zijn, selecteert u Sjablonen bijwerken op het tabblad Geavanceerde instellingen. 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Selecteer het tabblad Opmaakaanpassing. 10. Selecteer de toets Origineelformaat. 11. Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat. • • • • Auto-herkenning: dit is de standaardinstelling waarmee formaten automatisch worden herkend.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Met de opties voor Randen wissen kunt u het scangebied opgeven, zodat alleen een specifiek gedeelte van uw document wordt gescand. Dit is handig wanneer u vlekken wilt verwijderen die ontstaan als gevolg van gaatjes of nietjes in het origineel. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Blanco pagina's wissen van werkstroomscan-originelen tijdens het scannen Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan. Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 8. Selecteer de gewenste sjabloon. 9. Selecteer het tabblad Opslagopties. 10. Selecteer de toets Bestandsindeling. 11. Selecteer de gewenste zoekinstelling voor Alleen beeld. • • Alleen beeld: produceert beelden die niet doorzoekbaar zijn. Doorzoekbaar: resulteert in doorzoekbare tekst. Gebruik zo nodig het keuzemenu en wijzig de taal waarin het document is geschreven. 12. Selecteer het gewenste type bestand.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Werkstroom scannen te krijgen. Met de Opslagopties kunt u bepalen hoe het apparaat omgaat met dubbele bestandsnamen. Met de optie kunt u het bestaande bestand overschrijven, het scanproces annuleren of automatisch een nieuwe bestandsnaam genereren. 1.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Uitleg over de functies en werking van Werkstroom scannen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Ofwel • Als de systeembeheerder de functie Documentbeheer heeft ingesteld met verplichte velden, wordt u gevraagd om de verplichte documentgegevens in te vullen zodra u een sjabloon hebt geselecteerd. Gebruik het toetsenbord op het aanraakscherm om de documentgegevens zo nodig in te voeren of te bewerken. - Selecteer de toets OK. - Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Bestemmingen toevoegen kunt u aanvullende opslagbestemmingen selecteren in de lijst. Elke opslagbestemming moet door de systeembeheerder worden ingesteld in Internet Services. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Opmerking: Als er tabbladen worden geselecteerd, wordt het beeld automatisch 13 mm (0,5 inch) naar rechts verschoven als het originele tabblad het formaat A4 of 8,5 x 11 inch heeft. 15. Plaats de originelen uit het eerste segment met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het eerste segment met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen. De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen. Met de optie Favorieten kunt u een opgeslagen adres selecteren via de functie E-mailen, Faxen, Internetfax of Scannen naar. Favorieten zijn handig als u regelmatig een document naar hetzelfde adres verzendt. De systeembeheerder kan favorieten in het apparaatadresboek aanmaken.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Vaste inkt: wordt aangeraden voor originelen die op vaste-inktapparaten zijn geproduceerd. - Selecteer de toets OK. - Foto: geeft de hoogste kwaliteit bij foto's, maar een lagere kwaliteit bij tekst en lijntekeningen. Dit is de beste optie voor originelen met foto's of ongerasterde tonen, zonder tekst of lijntekeningen. - Selecteer de gewenste optie voor Type origineel.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Scannen naar Afdrukkleur selecteren via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. 2-zijdige originelen verzenden via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar...
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Origineelsoort selecteren via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar...
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Foto: wordt aangeraden voor originelen met hoogwaardige foto's op fotopapier. Inkjet: wordt specifiek gebruikt voor originelen die op een inkjetprinter zijn geproduceerd. - Vaste inkt: wordt aangeraden voor originelen die op vaste-inktapparaten zijn geproduceerd. - Selecteer de toets OK. - Foto: geeft de hoogste kwaliteit bij foto's, maar een lagere kwaliteit bij tekst en lijntekeningen.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen. De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Geavanceerde instellingen Beeldopties Beeldopties kiezen bij gebruik van de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 12. Selecteer de toets OK. 13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 10. Selecteer de toets Beeldopties. 11. Selecteer de gewenste optie voor Lichter/donkerder. • • Schuif de regelaar omlaag om het gescande beeld donkerder te maken. Als de achtergrond van de afdrukken hiermee te donker wordt, kunt u de achtergrond verwijderen met behulp van de functie Achtergrondonderdrukking. Schuif de regelaar omhoog om het gescande beeld lichter te maken. 12.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 8. Selecteer de toets OK. 9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 10. Selecteer de toets Beeldopties. 11. Selecteer de gewenste optie voor Scherpte. • • Schuif de regelaar omhoog om het gescande beeld scherper te maken. De optie Scherpte verbetert tekstbeelden doorgaans meer dan fotobeelden. Schuif de regelaar omlaag om het gescande beeld zachter te maken. Dit komt met name van pas bij het scannen van foto's. 12. Selecteer de toets OK. 13.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 6. Selecteer het gewenste adres. 7. Selecteer de toets Toevoegen aan ontvangers. 8. Selecteer de toets OK. 9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 10. Selecteer de toets Beeldopties. 11. Selecteer de gewenste verzadigingsoptie. • • Schuif de regelaar omhoog voor meer kleur op het gescande beeld. Schuif de regelaar omlaag voor minder kleur op het gescande beeld. 12. Selecteer de toets OK. 13.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Met de optie Achtergrondonderdrukking kunt u originelen met gekleurde achtergrond verbeteren door de achtergrond op de afdrukken te verminderen of te verwijderen. Deze optie komt van pas bij originelen op gekleurd papier. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Voorinstellingen Scannen instellen via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 11. Selecteer de gewenste optie voor Resolutie. • • • • • • • 72 dpi: produceert het kleinste bestand en wordt aanbevolen voor bestanden die alleen op een computer worden weergegeven. 100 dpi: levert lage afdrukkwaliteit en wordt aanbevolen voor tekstdocumenten van lage kwaliteit. Deze instelling kan het beste worden gebruikt voor bestanden die op een computer worden weergegeven in plaats van bestanden die worden afgedrukt.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Met de opties voor Kwaliteit/bestandsgrootte kunt u kiezen tussen de kwaliteit en de bestandsgrootte van het gescande beeld. U kunt de hoogste kwaliteit of de kleinste bestanden kiezen, of de instellingen aanpassen voor een balans tussen de kwaliteit en de bestandsgrootte. • Een klein bestand biedt een enigszins verminderde afdrukkwaliteit, maar kan gemakkelijker via een netwerk worden gedeeld.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Opmaakaanpassing Origineelrichting instellen via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 12. Selecteer de toets OK. 13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 11. Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat. • • • • Auto-herkenning: dit is de standaardinstelling waarmee formaten automatisch worden herkend. Het herkende formaat wordt gekoppeld aan een standaard papierformaat. Vooringesteld scangebied: hiermee kunt u het formaat van het origineel kiezen uit een lijst met voorgeprogrammeerde standaard origineelformaten. U kunt de lijst bekijken met behulp van de schuifbalk.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Met de opties voor Randen wissen kunt u het scangebied opgeven, zodat alleen een specifiek gedeelte van uw document wordt gescand. Dit is handig wanneer u vlekken wilt verwijderen die ontstaan als gevolg van gaatjes of nietjes in het origineel. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen. De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Opslagopties Bestandsindeling instellen via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen • • • • PDF/A: produceert één bestand, of één bestand per pagina. Het bestand is niet doorzoekbaar. Deze optie is ideaal voor langdurig archiveren van elektronische documenten XPS (XML Paper Specification): produceert één bestand, of één bestand per pagina. Het bestand is niet doorzoekbaar. XPS is ideaal voor het delen en afdrukken van documenten die tekst en foto's bevatten. TIFF (Tagged Image File Format): produceert één bestand, of één bestand per pagina.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Met de Opslagopties kunt u bepalen hoe het apparaat omgaat met dubbele bestandsnamen. Met de optie kunt u het bestaande bestand overschrijven, het scanproces annuleren of automatisch een nieuwe bestandsnaam genereren. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Opdracht met meerdere pagina- of segmentinstellingen opbouwen via de functie Scannen naar Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan. Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 14. Selecteer de gewenste opties voor het eerste segment van de opdracht. • Als u Opbouwopdracht voor een opdracht met tabbladen gebruikt, moet u zorgen dat de tabbladen correct zijn geplaatst en selecteert u de lade waarin de tabbladen zich bevinden. Opmerking: Als er tabbladen worden geselecteerd, wordt het beeld automatisch 13 mm (0,5 inch) naar rechts verschoven als het originele tabblad het formaat A4 of 8,5 x 11 inch heeft. 15.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang te krijgen tot de functie Scannen met enkelvoudige aanraakbediening. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Met de optie Opbouwopdracht kunt u een opdracht opbouwen waarvoor verschillende instellingen nodig zijn voor elke pagina of voor groepen pagina's (segmenten) van het document. Opbouwopdracht kan ook worden gebruikt om afzonderlijke pagina's, die via de glasplaat zijn gescand, in één opdracht samen te voegen. 1. Splits de originelen in delen op voor afzonderlijke programmering. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Afdrukkleur voor een scan met enkelvoudige aanraakbediening instellen De functie Scannen met enkelvoudige aanraakbediening is een snelle en gemakkelijke manier om een document te scannen en het naar een voorgedefinieerde scanbestemming op uw computer of op het netwerk te verzenden. De systeembeheerder maakt een toets op het aanraakscherm van het apparaat aan voor elke bestemming voor Scannen met enkelvoudige aanraakbediening.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 6. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 7. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. 8. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen 5. Selecteer de gewenste optie voor Origineelsoort. • • • • • Foto en tekst: hiermee worden foto's van hoge kwaliteit geproduceerd, maar neemt de scherpte van tekst en lijntekeningen enigszins af. Deze instelling wordt aanbevolen voor originelen met hoogwaardige foto's of lijntekeningen en tekst. Foto: geeft de hoogste kwaliteit bij foto's, maar een lagere kwaliteit bij tekst en lijntekeningen.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang te krijgen tot de functie Scannen met enkelvoudige aanraakbediening. Met de optie Bestandsnaam kunt u een naam opgeven voor het bestand dat de gescande beelden bevat. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 Scannen De systeembeheerder kan de toegang tot de functie Extern scannen instellen. Als scannen naar uw applicatie niet beschikbaar is of niet werkt, vraagt u dan de systeembeheerder om de functie Extern scannen in te schakelen en de Xerox TWAIN-scandriver te installeren. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD.
Scannen WorkCentre® 5945/5955 600 dpi: levert de grootste beeldbestanden, maar ook de hoogste beeldkwaliteit. Deze instelling wordt aanbevolen voor foto's en grafische afbeeldingen van hoge kwaliteit. 11. Selecteer de gewenste optie voor Beeldkleur. • • Auto-herkenning: hiermee selecteert het apparaat de beste kleurinstelling. • Zwart/wit: hiermee worden zwart/wit-afdrukken gemaakt, ook al zijn de originelen in kleur. • Grijswaarden: hiermee worden afdrukken met diverse grijstinten gemaakt.
Scannen 312 WorkCentre® 5945/5955 Handleiding voor de gebruiker
Afdrukken 6 PCL-printerdriver Een document afdrukken met de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Opmerking: Het apparaat is ingeschakeld voor AirPrint.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken • De toegang tot bepaalde papierladen beperken. • 1-zijdig afdrukken voorkomen. • Bepaalde afdrukinstellingen voor applicaties instellen, bijvoorbeeld alle Microsoft Worddocumenten instellen op 1-zijdig afdrukken. • Afdrukopdrachten beperken tot beveiligde afdrukopdrachten. De systeembeheerder kan uw printerdriver ook zodanig configureren, dat u aanmeldgegevens moet invoeren als u een document afdrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Tabmenu Afdrukopties Opdrachttype De functie Opdrachttype gebruiken in de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Gebruik de optie Faxen in de printerdriver om een document naar een faxadres te verzenden. De opdracht wordt op dezelfde manier als een afdrukopdracht vanaf uw computer naar het apparaat verzonden, maar in plaats van de opdracht af te drukken wordt deze via een telefoonlijn naar de opgegeven faxbestemming gefaxt. Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken, moet de systeembeheerder de faxoptie op uw apparaat installeren en inschakelen. 1.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Een normale afdrukopdracht afdrukken via de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Een beveiligde afdrukopdracht afdrukken via de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 15. Selecteer Alle vrijgeven om al uw beveiligde opdrachten af te drukken of selecteer een afzonderlijk opdracht en selecteer Vrijgeven. 16. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 9. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Uitgestelde afdruk in het keuzemenu Opdrachttype. 7.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Opmerking: De systeembeheerder moet de functie Opdrachtopslag in uw printerdriver inschakelen voordat u de optie Opgeslagen opdracht kunt gebruiken. Als u zelf uw eigen driverinstellingen kunt bijwerken, kunt u deze functie vinden door het venster met drivers te openen, met de rechtermuisknop op de driver te klikken, Printereigenschappen te selecteren en vervolgens het tabblad Configuratie.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver Een opgeslagen opdracht afdrukken via de functie Afdrukken vanaf Opgeslagen opdrachten afdrukken via Internet Services Een nieuwe map voor opgeslagen opdrachten maken in Internet Services System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 - Selecteer het invoervak Organisatie en voer de bedrijfsnaam van de ontvanger in via het toetsenbord. Selecteer het invoervak Telefoonnummer en voer het telefoonnummer van de ontvanger in via het toetsenbord. Selecteer het invoervak E-mailadres en voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord. Selecteer het invoervak Mailbox en voer het mailboxnummer van de ontvanger in via het toetsenbord.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 - • • • Selecteer zo nodig een optie voor Ontvangers. - Met Namen ontvangers weergeven worden de namen van alle ontvangers op het voorblad afgedrukt. De gebruikte namen zijn de namen die u hebt ingevoerd bij het toevoegen van de gegevens van elke ontvanger. - Met Namen ontvangers verbergen worden er geen namen van ontvangers op het voorblad afgedrukt. - Met Aangepaste tekst tonen wordt specifieke tekst toegevoegd die u als ontvangergegevens invoert.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 13. Afhankelijk van de manier waarop uw apparaat is ingesteld, verschijnt mogelijk het scherm Faxbevestiging met daarin de faxontvangers van uw opdracht. Klik zo nodig op de toets OK om te bevestigen.
Afdrukken • • • • WorkCentre® 5945/5955 Andere kleur: geeft veelgebruikte papierkleuren weer. Met de optie Auto-selectie kunt u de printer een papierkleur laten selecteren. Andere soort: hiermee kunt een papier- of mediasoort voor de afdrukopdracht selecteren, bijvoorbeeld transparanten. Met de optie Auto-selectie kunt u de printer een soort laten selecteren. Selecteren per lade: hiermee geeft u een specifieke papierlade voor uw opdracht op.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Met de optie 2-zijdig afdrukken kunt u kiezen of uw opdracht op een of twee zijden van het papier bedrukt moet worden en of de afdrukken geschikt gemaakt moeten worden voor inbinden langs de lange kant of langs de korte kant van het document. Opmerking: Sommige mediasoorten, -formaten en -gewichten kunnen niet automatisch op beide zijden bedrukt worden. Zie www.xerox.com voor informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Afwerken Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 3. Selecteer de Xerox PCL-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers. 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd. De vouwopties variëren, afhankelijk van de soort afwerkeenheid die op het apparaat is aangesloten. Als er geen afwerkeenheid op het apparaat is aangesloten, kunt u geen vouwopties kiezen. Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd).
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 14. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 15.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de PCL-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 8. Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven. • • • • Selecteer de gewenste optie voor Papierformaat katern. - Opdrachtinstelling gebruiken: hiermee wordt de katern gemaakt met het papierformaat dat in uw brondocument is geselecteerd. - Handmatig: hiermee activeert u een keuzemenu, waar u het gewenste papierformaat kunt selecteren.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 14. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 15.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Katern maken... in het menu Afwerking. 7. Schakel het keuzerondje Katern vouwen en nieten in. 8. Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven. • • • • • Selecteer de gewenste optie voor Opmaakbron.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 De afdrukkwaliteit instellen via de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 7. Schakel het gewenste keuzerondje in om te kiezen hoeveel pagina's per vel moeten worden afgedrukt. Opmerking: Het aantal pagina's per vel is het aantal pagina's per zijde van het vel. Als u bijvoorbeeld 2 pagina's per vel selecteert en uw document 2-zijdig afdrukt, drukt het apparaat 2 pagina's op elke zijde van het vel af (4 pagina's in totaal). 8. Schakel zo nodig het selectievakje Paginakaders in om een kader rond elk beeld te laten afdrukken. 9.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de optie Katernopmaak kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 16. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken • • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer de gewenste optie voor Papierformaat katern. - Opdrachtinstelling gebruiken: hiermee wordt de katern gemaakt met het papierformaat dat in uw brondocument is geselecteerd. - Handmatig: hiermee activeert u een keuzemenu, waar u het gewenste papierformaat kunt selecteren. Selecteer Standaard in het menu Kantlijnen katern om een kantlijn tussen elk beeld op de katern te creëren.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Met de optie Katern vouwen en nieten kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen, en de pagina's automatisch te laten vouwen en nieten als ze worden afgedrukt. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 16. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 17.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Met de functie Uitzonderingen kunt u een andere papierbron gebruiken voor een paginabereik. U kunt de zelftestpagina in een trainingshandleiding bijvoorbeeld afdrukken op een andere kleur papier. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 10. Selecteer zo nodig de gewenste opties voor Papier achteromslag. • U kunt een specifiek papierformaat, een specifieke papiersoort en -kleur selecteren. Kies eventuele afdrukinstellingen voor de omslag in het menu Blanco of voorbedrukt. 11. Klik op de toets OK. 12. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 13. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Invoegingen kunt u blanco pagina's op een andere papiersoort invoegen in uw document, of pagina's opgeven die op een andere papiersoort moeten worden afgedrukt. U kunt maximaal twee bronnen voor het afdrukmateriaal voor de invoegingen gebruiken. Als u blanco pagina's wilt invoegen, moet u een blanco pagina op de relevante plek in uw originele document invoegen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 17. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 9. Selecteer de gewenste papieroptie(s). U kunt een specifiek papierformaat, een specifieke papiersoort en -kleur selecteren. U kunt ook aangeven dat de invoegingen afgedrukt moeten worden met de bestaande opdrachtinstellingen. 10. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig afdrukken. • • • • Opdrachtinstelling gebruiken: hiermee worden de instellingen gebruikt die al zijn ingevoerd voor de opdracht.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Met de optie Watermerk kunt u een afbeelding of tekst toevoegen aan uw document vanuit de printerdriver. U kunt het watermerkbeeld achter of boven op de hoofdtekst van het document laten verschijnen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 15. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 16.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 10. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 11. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 12. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Opdracht-ID kunt u enige identificatie bij de afdrukopdracht laten afdrukken. U kunt de gegevens op een aparte pagina of in de kantlijnen van de hoofdopdracht laten afdrukken. Als de systeembeheerder een ID voor u heeft aangemaakt, heeft hij/zij mogelijk ook uw naam of gebruikersnaam in de ID opgenomen. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Een opdracht-ID verwijderen via de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 5. Selecteer de gewenste optie(s). 6. Selecteer Opslaan als in het menu Opgeslagen instellingen. 7. Selecteer het invoervak Naam voor opgeslagen instellingen: en voer de naam van uw aangepaste instelling in via het toetsenbord. 8. Selecteer de toets OK. 9. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 11. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 12. Haal uw opdracht op bij het apparaat. Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de PCL-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. U kunt de Xerox-online help openen met de helptoets. Om deze helpfunctie te gebruiken, moet u zijn aangesloten op het internet. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Milieuvriendelijke afdrukinstellingen instellen via de PCL-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Selecteer de Xerox PCL-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers. 3. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Behalve de drivers die speciaal voor uw apparaat zijn ontworpen, kunt u ook de Xerox Global Print Driver of de Xerox Mobile Express Driver gebruiken. Met deze drivers hebt u geen toegang tot alle functies die beschikbaar zijn bij de apparaatspecifieke drivers. • Global Print Driver is beschikbaar voor PS- of PCL-printerbeschrijvingstalen, net zoals de bovenstaande apparaatspecifieke drivers. Deze driver werkt met Xerox- en niet-Xerox-printers.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 11. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Voorbeeldset kunt u één exemplaar afdrukken van een opdrachtopdracht met meerdere exemplaren. Als u de afdruk ophaalt, kunt u controleren of deze naar wens is afgedrukt voordat u de rest van de opdracht gaat afdrukken. Als het eerste exemplaar niet goed is, kunt u de resterende exemplaren annuleren en de opdracht opnieuw verzenden met andere afdrukinstellingen.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 10. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 11. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 12. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer Beveiligde afdruk in het keuzemenu Opdrachttype. 7. Klik in het invoervak Toegangscode en voer een toegangscode van 4 tot 10 cijfers via het toetsenbord. Opmerking: Als u uw opdracht wilt vrijgeven, moet u eerst deze toegangscode invoeren via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel van het apparaat.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Voorbeeldset kunt u één exemplaar afdrukken van een opdrachtopdracht met meerdere exemplaren. Als u de afdruk ophaalt, kunt u controleren of deze naar wens is afgedrukt voordat u de rest van de opdracht gaat afdrukken. Als het eerste exemplaar niet goed is, kunt u de resterende exemplaren annuleren en de opdracht opnieuw verzenden met andere afdrukinstellingen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Een uitgestelde afdrukopdracht afdrukken via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver De functie Opdrachttype gebruiken in de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 9. Schakel zo nodig het selectievakje Afdrukken en opslaan in om uw document af te drukken. Als u dit selectievakje niet inschakelt, wordt uw opdracht opgeslagen maar niet afgedrukt. 10. Selecteer zo nodig het keuzerondje Privé om uw document met een toegangscode te beveiligen. • Klik in het invoervak Toegangscode en voer een toegangscode van 4 tot 10 cijfers via het toetsenbord.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Opmerking: U hoeft maar 1 kopie te selecteren, ook al verzendt u de fax naar meer dan één adres. Als u meer dan 1 kopie selecteert, wordt het document meer dan een keer op het apparaat van de ontvanger afgedrukt, maar wordt het voorblad slechts één keer afgedrukt (als u een voorblad invoegt dat door de printerdriver wordt gegenereerd). 3. Selecteer de Xerox PS-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers. 4.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 7. Selecteer zo nodig meer dan een ontvanger in de lijst Ontvangers, door op de eerste ontvanger te klikken, de Ctrl-toets op een pc of de Command-toets op een Mac ingedrukt te houden en zo op alle alle andere ontvangers klikken. Laat de Ctrl- of Command-toets los als u alle ontvangers hebt geselecteerd. 8. Als u een voorblad aan uw faxopdracht wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Voorblad. 9. Selecteer Een voorblad afdrukken in het menu Voorbladopties.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 10. Als u een bevestigingsblad wilt laten afdrukken door het apparaat, een specifieke verzendsnelheid of -resolutie wilt gebruiken, op een specifiek tijdstip wilt verzenden, een voorkiesgetal wilt gebruiken of creditcardgegevens wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Opties. • • • • • • • Selecteer zo nodig Naar printer verzenden in het menu Bevestiging, als u wilt dat het apparaat een pagina afdrukt waarop aangegeven staat dat uw opdracht is gefaxt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken De papiersoorten die in het apparaat zijn geplaatst, worden weergegeven. U kunt andere papiersoorten selecteren, maar dan moet u ze wel eerst in de juiste lade plaatsen, anders kan uw opdracht niet correct worden afgedrukt. Het is doorgaans makkelijker om het gewenste papier in het apparaat te plaatsen voordat u de opdracht instelt. Zo weet u zeker dat u de juiste papiersoort en de juiste papierlade selecteert bij het verzenden van de opdracht. 1.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). Met de opties voor Vouwen kunt u één vel A4-papier (8,5 x 11 inch) met een gewicht van 60 to 120 g/m² (16 tot 32 lb) vouwen. Pagina's kunnen worden dubbelgevouwen (in tweeën gevouwen).
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd. Met de nietopties kunt u uw document nieten. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de geïnstalleerde afwerkeenheid. De basisopties voor nieten zijn Uit, 1 nietje, 2 nietjes en Meer nietjes. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Meer informatie Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 7. Selecteer de gewenste vouwoptie. • • • • Enkele vellen dubbelvouwen: binnenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in het midden van de pagina gevouwen. Als de pagina 1-zijdig is, wordt de inhoud op de binnenzijde van de vouw afgedrukt. Als de pagina 2-zijdig is, bevindt pagina 1 zich aan de binnenzijde. Enkele vellen dubbelvouwen: buitenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in het midden van de pagina gevouwen.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 11. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 12. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 14. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Als het apparaat is uitgerust met een AVH-module, kunt u met de functie Katern maken katernen automatisch laten vouwen en nieten. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 15. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 16.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 6. Selecteer Katern maken... in het menu Afwerking. 7. Schakel het keuzerondje Katern vouwen in. 8. Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven. • • • • • • • • Selecteer de gewenste optie voor Opmaakbron. - Toegepast door driver: hiermee worden de pagina's van uw origineel automatisch op de goede volgorde gelegd, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen. - Paginarangschikking al toegepast door app.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 16. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 8. Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven. • • • • • • • • Selecteer de gewenste optie voor Opmaakbron. - Toegepast door driver: hiermee worden de pagina's van uw origineel automatisch op de goede volgorde gelegd, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen. - Paginarangschikking al toegepast door app.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 12.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 7. Selecteer de gewenste optie voor Afleveringsbestemming. • • • • Automatisch selecteren: hiermee wordt de opdracht op basis van het papierformaat naar een opvangbak verzonden. Bovenste opvangbak: hiermee wordt de opdracht naar de opvangbak aan de bovenkant van het apparaat verzonden. Staffelopvangbak: het afgedrukte document wordt in de staffelopvangbak aan de zijkant van het apparaat afgeleverd.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Met de opties voor lichter/donkerder kunt u handmatig de lichtheid of donkerheid van het beeld aanpassen. Lichte originelen met potloodtekeningen worden beter afgedrukt als de donkerheid wordt vergroot. Donkere originelen, zoals halftonen of documenten met gekleurde achtergronden, moeten eventueel lichter worden gemaakt. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Documentopties Paginaopmaak Meer dan één pagina op een vel afdrukken via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 12. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 14. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 6. Klik op het tabblad Paginaopmaak. 7. Schakel het keuzerondje Katern maken om het venster Katern maken te openen. Als het venster niet wordt geopend, klikt u op de toets Instelling.... 8. Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven. • Selecteer de gewenste optie voor Papierformaat katern. - Opdrachtinstelling gebruiken: hiermee wordt de katern gemaakt met het papierformaat dat in uw brondocument is geselecteerd.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Katernen vouwen via de opmaakopties van de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken • • • • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer Standaard in het menu Kantlijnen katern om een kantlijn tussen elk beeld op de katern te creëren. Selecteer zo nodig de toets Geen om alle door u ingevoerde instellingen te annuleren. Selecteer het invoervak Bindrug en voer de breedte van de middenrug van de katern in via het toetsenbord. Selecteer het invoervak Verschuiving en voer via het toetsenbord de hoeveelheid verschuiving in waarmee de paginabeelden naar buiten moeten worden verschoven.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets.
Afdrukken • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer het invoervak Verschuiving en voer via het toetsenbord de hoeveelheid verschuiving in waarmee de paginabeelden naar buiten moeten worden verschoven. De buitenste pagina's in een grote katern moeten om alle binnenste pagina's heen worden gevouwen, waardoor de buitenste pagina's iets korter worden dan de binnenste pagina's in de uiteindelijke katern. Met deze functie wordt dit gecorrigeerd.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de opties voor Speciale pagina's kunt u een document er professioneler laten uitzien, bijvoorbeeld door omslagen toe te voegen of pagina's op een andere papiersoort af te drukken. Met de optie Omslagen kunt u blanco of bedrukte pagina's aan de voorkant, aan de achterkant of aan zowel de voor- als achterkant van de set toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 17. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 18. Klik op de toets OK. 19. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 20. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 21. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Selecteer het tabblad Speciale pagina's. 7. Klik op de toets Omslagen toevoegen. 8. Selecteer de gewenste omslagoptie.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Papier in lade 4 plaatsen Papier in de handmatige invoer plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Aanmelden bij een printerdriver via Xerox Standaard Accountadministratie of Netwerkaccountadministratie Invoegingen toevoegen via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 12. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 13. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 14. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 16.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Selecteer het tabblad Speciale pagina's. 7. Klik op de toets Afwijkende documentpagina's.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Een watermerk ontwerpen en toepassen op afdrukken via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 10. Selecteer de gewenste paginaoptie. • • Alleen op eerste pagina: hiermee wordt het beeld toegevoegd aan de eerste pagina van het document. Op alle pagina's: hiermee wordt het beeld toegevoegd aan alle pagina's van het document. 11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 13.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Klik op het tabblad Richting. 7. Selecteer de gewenste optie. • • • Portret: hiermee wordt het papier zodanig gericht, dat de tekst en beelden over de korte kant van het papier worden afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Met de optie Opdracht-ID kunt u enige identificatie bij de afdrukopdracht laten afdrukken. U kunt de gegevens op een aparte pagina of in de kantlijnen van de hoofdopdracht laten afdrukken. Als de systeembeheerder een ID voor u heeft aangemaakt, heeft hij/zij mogelijk ook uw naam of gebruikersnaam in de ID opgenomen. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Een opdracht-ID verwijderen via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Meer informatie Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus De geavanceerde functies van de PostScript-printerdriver gebruiken Op het tabblad Geavanceerd hebt u toegang tot geavanceerde afdrukfuncties.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 5. Selecteer de gewenste optie voor Opgeslagen instellingen. • • • • • • • Standaardwaarden driver: hiermee worden de afdrukeigenschappen ingesteld op de standaardwaarden. Milieuvriendelijk afdrukken: hiermee worden de afdrukeigenschappen ingesteld op milieuvriendelijke instellingen. Alle aangepaste instellingen die u hebt opgeslagen, worden weergeven onder de optie Milieuvriendelijk afdrukken.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Afdrukinstellingen opslaan via de PostScript-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de optie Afdrukinstellingen opslaan als standaardinstellingen applicatie kunt u aangepaste afdrukinstellingen opslaan als standaardinstellingen voor de huidige applicatie. 1.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Met de optie Opgeslagen instellingen kunt u een aantal afdrukinstellingen toepassen die u al eerder hebt opgeslagen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de optie Naam wijzigen kunt u de naam wijzigen die u hebt toegewezen aan uw opgeslagen afdrukinstellingen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 6. Selecteer Verwijderen in het menu Opgeslagen instellingen. 7. Klik op de toets OK. 8. Klik op de toets Ja. 9. Klik op de toets OK. Meer informatie Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de optie Standaardwaarden opnieuw instellen kunt u de instellingen terugzetten op de Xeroxinstellingen of op de instellingen die de systeembeheerder heeft geprogrammeerd. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 6. Selecteer de gewenste optie(s). • • • • 2-zijdig afdrukken: hiermee wordt op beide zijden van een vel papier afgedrukt om papier te besparen. Geen voorbladen: hiermee worden geen voorbladen afgedrukt om papier te besparen. 2 op 1: hiermee worden 2 verkleinde pagina's op één vel afgedrukt om papier te besparen. Proefafdruk: hiermee wordt één exemplaar afgedrukt van een afdrukopdracht die uit meerdere exemplaren bestaat.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de systeembeheerder bidirectionele communicatie tussen het apparaat en de printerdriver heeft ingeschakeld. Als u geen afbeeldingen van papierladen en een toets Meer status ziet, is bidirectionele communicatie niet ingeschakeld. De systeembeheerder kan toegangsrechten configureren om de toegang tot de afdrukfunctie te regelen. • De tijd en dag van de week opgeven, waarop u mag afdrukken op het apparaat.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Uw systeembeheerder heeft mogelijk een specifieke printerdriver op uw computer geladen. Als u echter zelf de driver kunt kiezen, kunt u aan de hand van de volgende informatie bepalen welke driver u moet installeren. • Met PS (PostScript) beschikt u over de meeste opties voor het schalen en manipuleren van beelden en is er meer precisie mogelijk bij hoogwaardige afbeeldingen. Ook biedt PostScript verschillende soorten foutafhandeling en fontvervangingsopties.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Tabmenu Afdrukopties Opdrachttype De functie Opdrachttype gebruiken in de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 rechtermuisknop op de driver te klikken, Printereigenschappen te selecteren en vervolgens het tabblad Configuratie. Stel de status van de module Opdrachtopslag in op Geïnstalleerd via het keuzemenu in het gedeelte Beschikbare componenten. Gebruik de optie Faxen in de printerdriver om een document naar een faxadres te verzenden.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: Als u uw opdracht wilt vrijgeven, moet u eerst deze toegangscode invoeren via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel van het apparaat. Gebruik alleen cijfers en kies een toegangscode die goed te onthouden is, maar niet makkelijk te raden voor anderen. 8. Klik in het invoervak Toegangscode bevestigen en voer de toegangscode van 4 tot 10 cijfers nogmaals in via het toetsenbord. 9. Klik op de toets OK. 10. Selecteer de gewenste optie(s). 11.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Voorbeeldset kunt u één exemplaar afdrukken van een opdrachtopdracht met meerdere exemplaren. Als u de afdruk ophaalt, kunt u controleren of deze naar wens is afgedrukt voordat u de rest van de opdracht gaat afdrukken. Als het eerste exemplaar niet goed is, kunt u de resterende exemplaren annuleren en de opdracht opnieuw verzenden met andere afdrukinstellingen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Een uitgestelde afdrukopdracht afdrukken via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver De functie Opdrachttype gebruiken in de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 8. Selecteer in het menu Opslaan in de map waar uw opdracht opgeslagen moet worden. • Als de door u gewenste map niet wordt weergegeven, kunt u via het toetsenbord de naam invoeren van de map waar uw opdracht opgeslagen moet worden. Alle gebruikers kunnen hun opdrachten opslaan in de standaard openbare map. 9. Schakel zo nodig het selectievakje Afdrukken en opslaan in om uw document af te drukken.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken, moet de systeembeheerder de faxoptie op uw apparaat installeren en inschakelen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt verzenden. Opmerking: U hoeft maar 1 kopie te selecteren, ook al verzendt u de fax naar meer dan één adres.
Afdrukken • • WorkCentre® 5945/5955 - Selecteer de gewenste contactpersoon in de lijst. Als de lijst met contactpersonen lang is, klikt u in het invoervak Zoeken... en voert u de gegevens van de contactpersoon in via het toetsenbord. Klik op de toets OK om de zoekresultaten te bekijken. - Selecteer de toets Toevoegen. - Klik op de toets OK. 7.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 10. Als u een bevestigingsblad wilt laten afdrukken door het apparaat, een specifieke verzendsnelheid of -resolutie wilt gebruiken, op een specifiek tijdstip wilt verzenden, een voorkiesgetal wilt gebruiken of creditcardgegevens wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Opties. • • • • • • • Selecteer zo nodig Naar printer verzenden in het menu Bevestiging, als u wilt dat het apparaat een pagina afdrukt waarop aangegeven staat dat uw opdracht is gefaxt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken De papiersoorten die in het apparaat zijn geplaatst, worden weergegeven. U kunt andere papiersoorten selecteren, maar dan moet u ze wel eerst in de juiste lade plaatsen, anders kan uw opdracht niet correct worden afgedrukt. Het is doorgaans makkelijker om het gewenste papier in het apparaat te plaatsen voordat u de opdracht instelt. Zo weet u zeker dat u de juiste papiersoort en de juiste papierlade selecteert bij het verzenden van de opdracht. 1.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 7. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Perforeren kunt u het apparaat in elke afgedrukte pagina gaten laten maken. Elk vel wordt afzonderlijk geperforeerd. Er is dus geen beperking voor het aantal pagina's per set. Perforeren kan alleen worden geselecteerd voor A4-papier LKE (8,5 x 11 inch LKE) en A3-papier (11 x 17 inch). Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd).
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd. Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Perforeren via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 12.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 6. Selecteer de optie Afwerkopties... in het menu Afwerking. 7. Selecteer de gewenste nietoptie. • • • Geen nietjes: hiermee worden alle door u ingevoerde nietinstellingen geannuleerd. 1 nietje: hiermee wordt één nietje in de linkerbovenhoek van het document geplaatst. 2 nietjes: hiermee worden 2 nietjes langs de lange kant van het document geplaatst. Opmerking: Bij sommige nietopties wordt het beeld door het apparaat geroteerd.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd. Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets.
Afdrukken • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer de gewenste optie voor Leesvolgorde - Links naar rechts: hiermee wordt pagina 1 van uw document op de voorzijde van de katern geplaatst als de vouw links van of boven aan de katern is. - Rechts naar links: hiermee wordt pagina 1 van uw document op de voorzijde van de katern geplaatst als de vouw rechts van of onder aan de katern is. Klik op de toets OK. 9. Schakel zo nodig het selectievakje Paginakaders in om een kader rond elk beeld te laten afdrukken. 10.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 9. Schakel zo nodig het selectievakje Paginakaders in om een kader rond elk beeld te laten afdrukken. 10. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 11. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 12. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 13.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Met de optie Katern vouwen en nieten kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen, en de pagina's automatisch te laten vouwen en nieten als ze worden afgedrukt. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 13. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 15.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de printerdriver wordt geopend. 6. Selecteer de gewenste optie voor Afdrukkwaliteit.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met de opties voor Afleveringsbestemming kunt u een bestemming voor de afdrukken opgeven. De bestemmingen zijn afhankelijk van de soort afwerkeenheid die op het apparaat is aangesloten. Opmerking: Als een bestemming wel in de lijst staat, maar grijs wordt weergegeven, is deze mogelijk niet beschikbaar vanwege een afwerkoptie die u hebt geselecteerd. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Documentopties Paginaopmaak Meer dan één pagina op een vel afdrukken via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 11. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 12. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 14. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Klik op het tabblad Paginaopmaak. 7. Schakel het keuzerondje Katern maken om het venster Katern maken te openen. Als het venster niet wordt geopend, klikt u op de toets Instelling.... 8.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 8. Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven. • • • • • • • • Selecteer de gewenste optie voor Opmaakbron. - Toegepast door driver: hiermee worden de pagina's van uw origineel automatisch op de goede volgorde gelegd, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen. - Paginarangschikking al toegepast door app.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 8. Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven. • • • • • • • • Selecteer de gewenste optie voor Opmaakbron. - Toegepast door driver: hiermee worden de pagina's van uw origineel automatisch op de goede volgorde gelegd, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen. - Paginarangschikking al toegepast door app.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 7. Klik op de toets Omslagen toevoegen. 8. Selecteer de gewenste optie(s). 9. Klik op de toets OK. 10. Klik op de toets Invoegingen toevoegen. Opmerking: Als de toets Invoegingen toevoegen grijs wordt weergegeven, hebt u een afwerkoptie geselecteerd die niet compatibel is met invoegingen, of bestaat uw opdracht uit slechts 1 pagina. 11. Selecteer de gewenste optie(s). 12. Klik op de toets OK. 13. Klik op de toets Afwijkende documentpagina's.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Omslagen toevoegen via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 13. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 14. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 16. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 3. Selecteer de Xerox XPS-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers. 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Selecteer het tabblad Speciale pagina's. 7. Klik op de toets Invoegingen toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Papier in de handmatige invoer plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Aanmelden bij een printerdriver via Xerox Standaard Accountadministratie of Netwerkaccountadministratie Afwijkende documentpagina's instellen via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Afdrukken • WorkCentre® 5945/5955 2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant: hiermee wordt op beide zijden van een vel papier afgedrukt. De beelden worden zodanig afgedrukt, dat de opdracht langs de korte kant van het papier kan worden ingebonden. 11. Klik op de toets OK. 12. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 13. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 14.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen. 5. Klik op het tabblad Documentopties. 6. Klik op het tabblad Watermerk. 7. Selecteer de gewenste watermerkoptie. • • • • Aangepast: hiermee kunt u een nieuw watermerk maken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als de systeembeheerder een ID voor u heeft aangemaakt, heeft hij/zij mogelijk ook uw naam of gebruikersnaam in de ID opgenomen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Een opdracht-ID verwijderen via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken • WorkCentre® 5945/5955 Verwijderen: hiermee verwijdert u permanent de aangepaste afdrukinstellingen die u momenteel hebt geselecteerd. Deze optie is niet beschikbaar als de standaard afdrukinstellingen van de driver zijn geselecteerd. 6. Klik op de gewenste optie. 7. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan. 8. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 9.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Gebruik de optie Opgeslagen instellingen als u vaak dezelfde instellingen in uw printerdriver gebruikt. Met de optie Opgeslagen instellingen worden uw printerdriverselecties in de lijst Opgeslagen instellingen bewaard. Deze lijst wordt op uw computer opgeslagen en is niet voor u beschikbaar als u vanaf een andere computer afdrukt. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Met de optie Afdrukinstellingen opslaan als standaardinstellingen applicatie kunt u aangepaste afdrukinstellingen opslaan als standaardinstellingen voor de huidige applicatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met deze optie kunt u uw opgeslagen afdrukinstellingen selecteren. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd. Met de optie Naam wijzigen kunt u de naam wijzigen die u hebt toegewezen aan uw opgeslagen afdrukinstellingen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor uw apparaat. 4. Selecteer Afdrukvoorkeuren. 5. Selecteer een aangepaste instelling of selecteer Standaardwaarden in het menu Opgeslagen instellingen. 6. Selecteer Verwijderen in het menu Opgeslagen instellingen. 7. Klik op de toets OK. 8. Klik op de toets Ja. 9. Klik op de toets OK.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Standaardwaarden opnieuw instellen voor XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Milieuvriendelijk kunt u snel besturingselementen instellen waarmee het aantal afgedrukte pagina's voor uw opdracht wordt beperkt, door voorbladen te verwijderen, 2-zijdig afdrukken in te schakelen en 2 beelden op elke zijde van een pagina te laten afdrukken in plaats van 1 beeld per pagina. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken De apparaatstatus bekijken via de XPS-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xeroxprinterdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de XPS-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Aanmelden bij een printerdriver via Xerox Standaard Accountadministratie of Netwerkaccountadministratie Mac-driver Een document afdrukken met de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 8. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 9. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Beveiligde afdruk wordt de opdracht vastgehouden op het apparaat, totdat u een toegangscode invoert om de opdracht vrij te geven. Met deze functie worden vertrouwelijke documenten pas afgedrukt in de opvangbak als u klaar bent om ze vrij te geven en ze op te halen. Deze functie komt ook van pas als u wilt regelen wanneer uw opdrachten worden vrijgegeven voor afdrukken, zelfs als ze niet vertrouwelijk zijn.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam van het programma staat. 5. Selecteer Papier/aflevering in het selectiemenu Xerox-toepassingen. Dit is meestal het actieve gedeelte wanneer de printerdriver wordt geopend. 6.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: Als u meer dan één beveiligde afdrukopdracht met dezelfde toegangscode verzendt, hoeft u de toegangscode slechts eenmaal in te voeren op het apparaat om alle opdrachten voor afdrukken vrij te geven. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Een uitgestelde afdrukopdracht afdrukken via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Met de Xerox Macprinterdriver kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de Mac-printerdriver De functie Opdrachttype gebruiken in de Mac-printerdriver Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 11. Controleer of het afgedrukte voorbeeld juist is. 12. Selecteer de gewenste opdracht in de lijst. • • Als het voorbeeld juist is, selecteert u de toets Vrijgeven om de resterende sets vrij te geven. Als het voorbeeld niet naar verwachting is afgedrukt, selecteert u de toets Verwijderen. 13.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 6. Selecteer Opgeslagen opdracht in het keuzemenu Opdrachttype. 7. Selecteer het invoervak Opdrachtnaam en voer de naam van uw opdracht in via het toetsenbord. • Selecteer Documentnaam gebruiken in het keuzemenu Opdrachtnaam om uw opdracht met dezelfde naam op te slaan als het originele document. 8. Selecteer in het keuzemenu Map de map waarin uw opdracht opgeslagen moet worden.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken, moet de systeembeheerder de faxoptie op uw apparaat installeren en inschakelen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt verzenden. Opmerking: U hoeft maar 1 kopie te selecteren, ook al verzendt u de fax naar meer dan één adres.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 7. Als u een voorblad aan uw faxopdracht wilt toevoegen, klikt u op het tabblad Voorblad. 8. Selecteer Een voorblad afdrukken in het menu Voorbladopties. • • • • Klik op het toets Voorbladaantekeningen. - Klik op het invoervak Voorbladaantekeningen en voer uw opmerking in via het toetsenbord. - Klik op de toets OK. Klik op de toets Informatie afzender. - Selecteer zo nodig het invoervak Naam afzender en voer uw naam in via het toetsenbord.
Afdrukken • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer zo nodig het invoervak Kengetal en voer via het toetsenbord een teken in dat vóór het hoofdfaxnummer moet worden gekozen. Selecteer zo nodig het invoervak Creditcard en voer een creditcardnummer in via het toetsenbord. Klik op de toets OK. 12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 13.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 6. Selecteer de gewenste papieroptie. • • • Andere kleur: geeft veelgebruikte papierkleuren weer. Met de optie Auto-selectie kunt u de printer een papierkleur laten selecteren. Andere soort: hiermee kunt een papier- of mediasoort voor de afdrukopdracht selecteren, bijvoorbeeld transparanten. Met de optie Auto-selectie kunt u de printer een soort laten selecteren. Scheidingsvellen transparanten...
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: Sommige mediasoorten, -formaten en -gewichten kunnen niet automatisch op beide zijden bedrukt worden. Zie www.xerox.com voor informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de opties voor Afdrukkwaliteit kunt u de hoeveelheid toner aanpassen die wordt gebruikt voor het afdrukken van uw documenten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Afwerken Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Met de Xerox Macprinterdriver kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een document afdrukken met de Mac-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 9. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 10. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam van het programma staat. 5. Selecteer Papier/aflevering in het selectiemenu Xerox-toepassingen. Dit is meestal het actieve gedeelte wanneer de printerdriver wordt geopend. 6.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 De vouwopties variëren, afhankelijk van de soort afwerkeenheid die op het apparaat is aangesloten. Als er geen afwerkeenheid op het apparaat is aangesloten, kunt u geen vouwopties kiezen. Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). 1.
Afdrukken • WorkCentre® 5945/5955 Als Z vouwen: buitenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken zodanig gevouwen dat drie gelijke delen ontstaan. Als de pagina 1-zijdig is, wordt de inhoud op de buitenzijde van de eerste vouw en op de binnenzijde van de tweede vouw afgedrukt. Als de pagina 2zijdig is, bevindt pagina 2 zich op de binnenzijde van de eerste vouw en op de buitenzijde van de tweede vouw. 9. Selecteer de bevestigingstoets.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Katern vouwen kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze dubbel worden gevouwen, en de pagina's automatisch te laten vouwen als ze worden afgedrukt. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een document afdrukken met de Mac-printerdriver Een afwerkoptie kiezen bij gebruik van de Mac-printerdriver System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer het invoervak Verschuiving en voer via het toetsenbord de hoeveelheid verschuiving in waarmee de paginabeelden naar buiten moeten worden verschoven. De buitenste pagina's in een grote katern moeten om alle binnenste pagina's heen worden gevouwen, waardoor de buitenste pagina's iets korter worden dan de binnenste pagina's in de uiteindelijke katern. Met deze functie wordt dit gecorrigeerd. Klik op de toets OK. 8. Selecteer de bevestigingstoets.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 3. Selecteer de Xerox-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers. 4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam van het programma staat. 5. Selecteer Papier/aflevering in het selectiemenu Xerox-toepassingen.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de opties voor Speciale pagina's kunt u een document er professioneler laten uitzien, bijvoorbeeld door omslagen toe te voegen of pagina's op een andere papiersoort af te drukken. Met de optie Omslagen kunt u blanco of bedrukte pagina's aan de voorkant, aan de achterkant of aan zowel de voor- als achterkant van de set toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 17. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 18. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 19. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 7. Selecteer de gewenste omslagoptie. • • • • • Geen omslagen: hiermee worden alle door u ingevoerde instellingen geannuleerd. Alleen vooromslag: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de voorkant van het document toe. Alleen achteromslag: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de achterkant van het document toe. Voor en achter hetzelfde: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de voor- en achterkant van het document toe.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Invoegingen toevoegen via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Met de Xerox Macprinterdriver kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 14. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 15.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 7. Klik op het invoervak Pagina's en voer het aantal uitzonderingspagina's in het brondocument in via het toetsenbord. 8. Selecteer de gewenste papieroptie(s). U kunt een specifiek papierformaat, een specifieke papiersoort en -kleur selecteren. U kunt ook aangeven dat de invoegingen afgedrukt moeten worden met de bestaande opdrachtinstellingen. 9. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig afdrukken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de opties voor lichter/donkerder kunt u handmatig de lichtheid of donkerheid van het beeld aanpassen. Lichte originelen met potloodtekeningen worden beter afgedrukt als de donkerheid wordt vergroot. Donkere originelen, zoals halftonen of documenten met gekleurde achtergronden, moeten eventueel lichter worden gemaakt. 1.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Katern/watermerk Een katernopmaak maken via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Met de Xerox Macprinterdriver kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken 10. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 11. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 13. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 6. Selecteer Ingeschakeld in het menu Katernafwerking. 7. Klik op de toets Katernopties. 8. Selecteer de gewenste optie voor Katernafwerking. De vouwopties variëren, afhankelijk van de soort afwerkeenheid die op het apparaat is aangesloten. Als er geen afwerkeenheid op het apparaat is aangesloten, kunt u geen vouwopties kiezen. • • • Geen katern vouwen: hiermee worden de pagina's van uw document in katernindeling opgemaakt, maar wordt geen katern gemaakt.
WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken Een watermerk ontwerpen en toepassen op afdrukken via de Mac-printerdriver U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Met de Xerox Macprinterdriver kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 9. Selecteer de gewenste paginaoptie. • • Alleen op eerste pagina: hiermee wordt het beeld toegevoegd aan de eerste pagina van het document. Op alle pagina's: hiermee wordt het beeld toegevoegd aan alle pagina's van het document. 10. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken. 11. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 12.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 3. Selecteer de Xerox-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers. 4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam van het programma staat. 5. Selecteer Geavanceerd in het selectiemenu Xerox-toepassingen. 6.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als de systeembeheerder een ID voor u heeft aangemaakt, heeft hij/zij mogelijk ook uw naam of gebruikersnaam in de ID opgenomen. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als het apparaat is uitgerust met een afwerkeenheid, kunt u met de functie Katernafwerking katernen automatisch laten vouwen en nieten. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu. 2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken. 3.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven. Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden. U kunt de Xerox-online help openen met de helptoets. Om deze helpfunctie te gebruiken, moet u zijn aangesloten op het internet. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken • WorkCentre® 5945/5955 Afdrukopdrachten beperken tot beveiligde afdrukopdrachten. De systeembeheerder kan uw printerdriver ook zodanig configureren, dat u aanmeldgegevens moet invoeren als u een document afdrukt. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open het document dat moet worden afgedrukt.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 6. Selecteer de gewenste optie(s). • • • 2-zijdig afdrukken: hiermee wordt op beide zijden van een vel papier afgedrukt om papier te besparen. Proefafdruk: hiermee wordt één exemplaar afgedrukt van een afdrukopdracht die uit meerdere exemplaren bestaat. Als u de afdruk ophaalt, kunt u controleren of deze naar wens is afgedrukt voordat u de rest van de opdracht gaat afdrukken.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Met Afdrukken vanaf - Opgeslagen opdrachten kunt u opdrachten afdrukken die zijn opgeslagen in een map op het apparaat via de functie Opgeslagen opdrachten. Opgeslagen opdrachten zijn documenten die naar het apparaat zijn verzonden en daar opgeslagen zijn voor toekomstig gebruik. Opgeslagen opdrachten kunnen worden geopend en afgedrukt op het apparaat en via Internet Services. 1.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Afdrukken via een mailbox met de functie Afdrukken via Met de functie Afdrukken vanaf kunt u opdrachten afdrukken die zijn opgeslagen op het apparaat of op een USB-stick. Dit is een handige functie als u documenten hebt die u regelmatig moet afdrukken. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 14. Selecteer de toets Afwerking om een specifieke afwerkopties voor de afdrukken te selecteren, of selecteer Auto om het apparaat een geschikte optie te laten kiezen. 15. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om de opdracht af te drukken. 16. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 11. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig scannen. • • • 1-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen aan één zijde zijn bedrukt. 2-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn. Met deze optie moet u voor het scannen van uw originelen gebruikmaken van de AOD. 2-zijdig, zijde 2 roteren: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn en worden geopend als een kalender. Met deze optie moet u voor het scannen van uw originelen gebruikmaken van de AOD.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 9. Selecteer zo nodig de map waarin uw opdracht wordt opgeslagen. 10. Selecteer de toets OK. Meer informatie Een afdrukopdracht verzenden via Internet Services System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 Als uw systeembeheerder niet beschikbaar is, kunt u met de toepassingen op uw computer achterhalen welk besturingssysteem wordt gebruikt. Deze instructies werken met de meeste computerconfiguraties. Als ze niet op uw computer werken, neemt u contact op met uw systeembeheerder voor hulp. Uw systeembeheerder heeft mogelijk een specifieke printerdriver op uw computer geladen.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 10. Selecteer uw besturingssysteem in het vervolgkeuzemenu Besturingssysteem. 11. Selecteer uw taal in het vervolgkeuzemenu Taal. 12. Selecteer de driver die u wilt installeren. 13. Klik op de toets Accepteren om akkoord te gaan met de licentieovereenkomst. Voor Windows Klik op de toets Uitvoeren. Klik op de toets Uitvoeren. Klik op de toets Accepteren om akkoord te gaan met de licentieovereenkomst.
Afdrukken WorkCentre® 5945/5955 15. Klik op de toets Doorgaan. 16. Selecteer de toets Sluiten. Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus Printerdriver configureren in Windows 7 en standaardafdrukinstellingen bewerken U kunt uw printerdriver configureren voor extra toepassingen of voor standaardafdrukinstellingen, zoals 2-zijdig afdrukken. Uw systeembeheerder kan deze toepassing vergrendelen.
Afdrukken 546 WorkCentre® 5945/5955 Handleiding voor de gebruiker
E-mail 7 E-mail verzenden Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen. Opmerking: Er moet ten minste één adres bij Aan: worden geselecteerd. Documenten kunnen niet alleen naar een Cc-adres worden verzonden. 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11. Selecteer zo nodig de toets Van...
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde instellingen te annuleren. 3.
E-mail WorkCentre® 5945/5955 14. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 15. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 16. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
E-mail WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. E-mailadres als favoriet opslaan Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail De afdrukkleur voor een e-mailbijlage instellen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11. Selecteer zo nodig de toets Van... en voer via het toetsenbord het 'Van'-adres voor de e-mail in of bewerk dit adres. Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp...
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Met de opties voor 2-zijdig scannen kunt u beide zijden van een document scannen. De tweede zijde kan worden geroteerd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd. • Selecteer de toets OK. 14.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 4. Selecteer de toets E-mailen op het aanraakscherm. 5. Selecteer zo nodig het tabblad E-mailen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie E-mailen wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail • • • Tekst : produceert scherpere randen en wordt aanbevolen voor tekst en lijntekeningen. Kaart: wordt gebruikt als het origineel een kaart is. Krant/tijdschrift: wordt gebruikt als het origineel afkomstig is uit een tijdschrift of krant met foto's en tekst. Opmerking: Met de optie Tekst is minder verzendtijd gemoeid. 15. Selecteer zo nodig een optie voor Type origineel.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 5. Selecteer zo nodig het tabblad E-mailen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie E-mailen wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd.
E-mail WorkCentre® 5945/5955 19. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Een bestandsindeling instellen voor e-mailbijlagen Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd. Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X. Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en %.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Meer informatie E-mails lichter of donkerder maken De scherpte van e-mailbijlagen wijzigen De verzadiging van e-mailbijlagen wijzigen Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 8. Selecteer de toets Toevoegen. • Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle ontvangers zijn toegevoegd. 9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail De scherpte van e-mailbijlagen wijzigen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen. Met de optie Scherpte kunt u handmatig de scherpte van de gescande beelden bepalen. 1.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 11. Selecteer zo nodig de toets Van... en voer via het toetsenbord het 'Van'-adres voor de e-mail in of bewerk dit adres. Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Opmerking: Als u zwart/wit-afdrukken kiest in plaats van kleurenafdrukken, is de optie Verzadiging niet beschikbaar. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd. • Selecteer de toets OK. 14. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 15. Selecteer de toets Beeldopties. 16. Selecteer de gewenste verzadigingsoptie. • • Schuif de regelaar omhoog voor meer kleur op het gescande beeld.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel of te weinig beeldcontrast verbeteren. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD. 2.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd. • Selecteer de toets OK. 14. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 15. Selecteer de toets Beeldverbetering. 16. Selecteer de gewenste optie(s). 17. Selecteer de toets OK. 18.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd. Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X. Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en %.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 19. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 20. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Opmerking: Als e-mailcodering is ingeschakeld, kunnen e-mailberichten alleen worden verzonden naar ontvangers met een geldig coderingscertificaat. Met codering kan het bericht alleen worden gelezen door de beoogde ontvanger en door niemand anders. Als emailondertekening is ingeschakeld, weet de ontvanger bovendien zeker dat het bericht daadwerkelijk afkomstig is van de persoon die als afzender wordt aangegeven. 8. Selecteer de toets Toevoegen.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail De scanvoorinstellingen voor e-mails instellen Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de e-mailfuncties te krijgen. Met de optie Scanvoorinstellingen kunt u een groep veelgebruikte scaninstellingen selecteren.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan. 11. Selecteer zo nodig de toets Van... en voer via het toetsenbord het 'Van'-adres voor de e-mail in of bewerk dit adres. Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp...
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Met de opties voor Resolutie kunt u de kwaliteit van het beeld en de verzendtijd tegen elkaar afwegen, als u het beeld via een netwerk gaat verzenden. Hoe hoger de resolutie, des te beter de beeldkwaliteit maar des te langer de verzendtijd. Hoe lager de resolutie, des te lager de beeldkwaliteit maar des te korter de communicatietijd. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd. • Selecteer de toets OK. 14.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Met de opties voor Kwaliteit/bestandsgrootte kunt u kiezen tussen de kwaliteit en de bestandsgrootte van het gescande beeld. U kunt de hoogste kwaliteit of de kleinste bestanden kiezen, of de instellingen aanpassen voor een balans tussen de kwaliteit en de bestandsgrootte. • Een klein bestand biedt een enigszins verminderde afdrukkwaliteit, maar kan gemakkelijker via een netwerk worden gedeeld.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Opmerking: De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd. • Selecteer de toets OK. 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Met de optie Origineelrichting kunt u de opmaak opgeven van de originelen die u wilt gaan scannen. U kunt aangeven of het beeld op de pagina in portret- of landschapsrichting is, of staand of geroteerd is ten opzichte van de pagina zelf. De richting van de beelden op de originelen moet overeenkomen met de geselecteerde richting. Het apparaat gebruikt deze informatie om te identificeren of de beelden moeten worden geroteerd om de gewenste aflevering te produceren. 1.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor de e-mail in of bewerk deze. • Selecteer de toets OK. 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd. • Selecteer de toets OK. 14. Selecteer het tabblad Opmaakaanpassing. 15.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Met de opties voor Origineelformaat kunt u het formaat van de originelen automatisch laten vaststellen, de formaten van originelen met gemengde formaten opgeven, of het exacte formaat opgeven van een beeld dat gescand moet worden. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd. • Selecteer de toets OK. 14. Selecteer het tabblad Opmaakaanpassing. 15. Selecteer de toets Origineelformaat. 16. Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Met de opties voor Randen wissen kunt u het scangebied opgeven, zodat alleen een specifiek gedeelte van uw document wordt gescand. Dit is handig wanneer u vlekken wilt verwijderen die ontstaan als gevolg van gaatjes of nietjes in het origineel. 1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd. • Selecteer de toets OK. 14. Selecteer het tabblad Opmaakaanpassing. 15. Selecteer de toets Randen wissen. 16. Selecteer de gewenste optie voor Randen wissen.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 5. Selecteer zo nodig het tabblad E-mailen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie E-mailen wordt geopend. 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 17. Selecteer de toets OK. 18. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 19. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt. 20. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail • • Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en %. Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit het pop-upmenu. Opmerking: .
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 17. Selecteer de gewenste paginaoptie. • • Multi-page: produceert één bestand met meerdere pagina's gescande beelden. 1 bestand per pagina: produceert een afzonderlijk bestand voor elk gescand beeld. Opmerking: Als het geselecteerde bestandstype JPEG is, kunnen geen pagina-opties worden ingesteld. 18. Selecteer de gewenste zoekinstelling voor Alleen beeld. • • Alleen beeld: produceert beelden die niet doorzoekbaar zijn. Doorzoekbaar: resulteert in doorzoekbare tekst.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 6. Selecteer de toets Nieuwe ontvanger.... 7. Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • • • • Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens meer worden toegevoegd. Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail • • Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit het pop-upmenu. Gebruik de toets NLD voor toegang tot extra toetsenborden voor andere talen. 17. Selecteer de toets OK. 18. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen. 19.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail • Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit het pop-upmenu. Opmerking: Als e-mailcodering is ingeschakeld, kunnen e-mailberichten alleen worden verzonden naar ontvangers met een geldig coderingscertificaat.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail 20. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. Meer informatie Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail • Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit het pop-upmenu. Opmerking: Als e-mailcodering is ingeschakeld, kunnen e-mailberichten alleen worden verzonden naar ontvangers met een geldig coderingscertificaat.
WorkCentre® 5945/5955 E-mail Opmerking: Als er tabbladen worden geselecteerd, wordt het beeld automatisch 13 mm (0,5 inch) naar rechts verschoven als het originele tabblad het formaat A4 of 8,5 x 11 inch heeft. 22. Plaats de originelen uit het eerste segment met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider zodanig aan dat deze de documenten net raakt. Of Til de AOD op. Plaats het eerste segment met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de achterkant van de glasplaat.
E-mail 594 WorkCentre® 5945/5955 Handleiding voor de gebruiker
ID-kaart kopiëren 8 Kopieën maken van ID-kaarten Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies voor ID-kaart kopiëren te krijgen. Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Kopieën van ID-kaarten met een proportioneel % verkleinen of vergroten Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Kopieën van ID-kaarten met een onafhankelijk X-Y% verkleinen of vergroten Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Kopieën van ID-kaarten met een proportioneel % verkleinen of vergroten Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat De papiertoevoer instellen voor ID-kaart kopiëren Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand.
WorkCentre® 5945/5955 ID-kaart kopiëren Afdrukkwaliteit De origineelsoort instellen voor ID-kaart kopiëren Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Kopieën van ID-kaarten lichter of donkerder maken Met ID-kaart kopiëren kunt u elke zijde van een ID-kaart op een zijde van één vel papier scannen. De ID-kaart wordt op de glasplaat geplaatst en de eerste zijde wordt gescand. Als hierom wordt gevraagd, wordt de kaart omgedraaid en wordt de andere zijde gescand. U kunt ook verschillende afdrukkwaliteitsinstellingen voor zijde 1 en zijde 2 instellen.
ID-kaart kopiëren WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies voor ID-kaart kopiëren te krijgen. Met de optie Achtergrondonderdrukking kunt u originelen met gekleurde achtergrond verbeteren door de achtergrond op de afdrukken te verminderen of te verwijderen. Deze optie komt van pas bij originelen op gekleurd papier. 1. Til de AOD op.
Internet Services 9 Internet Services gebruiken Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in. Opmerking: .
WorkCentre® 5945/5955 Internet Services Het apparaat configureren in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Via de toets Apparaat configureren krijgt u toegang tot de benodigde instellingen voor het configureren van het apparaat op het netwerk en voor het inschakelen van functies. Opmerking: Deze functie is alleen bestemd voor de systeembeheerder.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Via de koppeling Printer-/scandrivers installeren kunt u de nieuwste printer- en scandrivers voor uw apparaat installeren. Als u een Windows-computer gebruikt, worden de drivers via de koppeling in een uitvoerbaar bestand geopend. Als u een uitvoerbaar bestand uitvoert, wordt software automatisch op uw computer geïnstalleerd. U kunt het bestand uitvoeren en nu de drivers installeren of het bestand opslaan om de drivers later te installeren.
WorkCentre® 5945/5955 Internet Services 9. Het programma zoekt automatisch naar uw apparaat op het netwerk. Als uw apparaat niet wordt weergegeven, vraagt u de systeembeheerder om hulp. 10. Selecteer de driver die u wilt installeren. 11. Klik op de toets Installeren. 12. Klik op de toets Installeren. 13. Het programma maakt de afdrukwachtrij aan en installeert uw printerdriver.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Op de pagina Beschrijving en waarschuwingen kunt u informatie over het apparaat bekijken, waaronder de locatie en het serienummer. Op de pagina vindt u ook de status van het apparaat en eventuele huidige storingen. De weergegeven informatie varieert, afhankelijk van de configuratie van het apparaat. • Statusinformatie is rechtstreeks en geeft de huidige status van het apparaat weer.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus Tellerinformatie bekijken in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 U kunt een bestand op uw computer downloaden met daarin de gebruiksinformatie. Dit kan handig zijn als u een overzicht wilt bijhouden van het gebruik van het apparaat. Wanneer u het gebruiksbestand downloadt, maakt het apparaat een .CSV-bestand (comma separated values). U kunt .CSV-bestanden openen in applicaties zoals Microsoft Excel. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2.
WorkCentre® 5945/5955 Internet Services • Apparaathardware: toont de hardware die op het apparaat is geïnstalleerd, u kunt bijvoorbeeld zien welk soort afwerkeenheid op het apparaat is aangesloten en of er een faxkaart is geïnstalleerd. • Algemene instellingen: toont de status van de energiespaarstand, het serviceplan en SMart eSolutions-functies. • Softwareversies: toont de software die op uw apparaat is geïnstalleerd en de datum van de laatste upgrade.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 De kolom Resterende levensduur geeft het huidige verbruiksniveau aan in percentages en toont een grafische balk. De kolom Geschatte resterende pagina's/dagen toont het geschatte aantal afdrukken of dagen dat voor elke eenheid resteert. De toets Details toont de datum waarop het onderdeel is geïnstalleerd en het Xerox-bestelnummer. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus De informatiepagina's bekijken in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 SMart eSolutions bestaat uit de toepassingen Meter Assistant®, Supplies Assistant® en Maintenance Assistant. Opmerking: SMart eSolutions is niet in alle landen beschikbaar. Neem voor meer informatie contact op met de Xerox-vertegenwoordiger. Met de Meter Assistant® kunt u automatisch tellerstanden naar Xerox laten verzenden. Met deze toepassing hoeft u niet langer gegevens over tellerstanden handmatig te verzamelen en rapporteren.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 De Meter Assistant gebruiken in Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. SMart eSolutions bestaat uit de toepassingen Meter Assistant®, Supplies Assistant® en Maintenance Assistant. Opmerking: SMart eSolutions is niet in alle landen beschikbaar. Neem voor meer informatie contact op met de Xerox-vertegenwoordiger.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Met de Supplies Assistant® kunt u automatisch vervangbare eenheden voor uw apparaat bestellen. Vervangbare eenheden zijn verbruiksartikelen die u zelf kunt verwisselen zonder hulp van een servicetechnicus. De Supplies Assistant® detecteert wanneer de vervangbare eenheden binnenkort vervangen moeten worden en verzendt deze informatie naar Xerox, zodat de vervangingseenheden naar u toegestuurd kunnen worden.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Voor elke opdracht wordt de opdrachtinformatie weergegeven. • Opdrachtnaam: de titel van de afdrukopdracht. • Eigenaar: de persoon die de opdracht verzendt. • Status: de huidige status van de opdracht. • Soort: geeft de opdrachtcategorie aan, bijvoorbeeld of de opdracht een Proefafdruk of een Beveiligde afdruk is. • Aantal: geeft het gewenste aantal exemplaren van de opdracht aan. Met de opties voor Verwijderen kunt u een opdracht uit de lijst verwijderen.
WorkCentre® 5945/5955 Internet Services Voor elke opdracht wordt de opdrachtinformatie weergegeven. • Opdrachtnaam: de titel van de afdrukopdracht. • Eigenaar: de persoon die de opdracht verzendt. • Status: de huidige status van de opdracht. • Soort: geeft de opdrachtcategorie aan, bijvoorbeeld of de opdracht een Proefafdruk of een Beveiligde afdruk is. • Aantal: geeft het gewenste aantal exemplaren van de opdracht aan.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Voor elke opdracht wordt de opdrachtinformatie weergegeven. • Opdrachtnaam: de titel van de afdrukopdracht. • Eigenaar: de persoon die de opdracht verzendt. • Status: de huidige status van de opdracht. • Soort: geeft de opdrachtcategorie aan, bijvoorbeeld of de opdracht een Proefafdruk of een Beveiligde afdruk is. • Aantal: geeft het gewenste aantal exemplaren van de opdracht aan.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Opgeslagen opdrachten zijn documenten die naar het apparaat zijn verzonden en daar opgeslagen zijn voor toekomstig gebruik. Opgeslagen opdrachten kunnen worden geopend en afgedrukt op het apparaat en via Internet Services. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. U kunt de optie Opgeslagen opdrachten gebruiken als handige manier voor het opslaan van veelgebruikte documenten die u wilt afdrukken, zoals formulieren.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Opgeslagen opdrachten verwijderen via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Opdracht verplaatsen kunt u een opdracht van de ene map met opgeslagen opdrachten naar de andere verplaatsen, zonder een kopie in de oorspronkelijke map te bewaren. U hebt meer dan één map met opgeslagen opdrachten nodig om deze functie te kunnen gebruiken. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 4. Klik op het tabblad Opdrachten. 5. Klik op het tabblad Opgeslagen opdrachten. De pagina Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken wordt weergegeven met een lijst van alle opdrachten die in de standaard openbare map zijn opgeslagen. 6. Selecteer de gewenste map in de lijst Mappen aan de linkerkant van het scherm. 7. Schakel het selectievakje links van de gewenste opdracht(en) in.
WorkCentre® 5945/5955 Internet Services Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden. 4. Klik op het tabblad Opdrachten. 5. Klik op het tabblad Opgeslagen opdrachten. De pagina Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken wordt weergegeven met een lijst van alle opdrachten die in de standaard openbare map zijn opgeslagen. 6. Selecteer de koppeling Mappen beheren. 7. Schakel het selectievakje links van de gewenste map(pen) in.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 9. Klik op de toets Toepassen. Meer informatie Een nieuwe map voor opgeslagen opdrachten maken in Internet Services Aanmelden bij Internet Services Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 12. Klik op de toets Toepassen. 13. Selecteer de koppeling Afmelden rechtsboven op het scherm Internet Services. 14. Selecteer de toets Afmelden op het bevestigingsscherm. Meer informatie Een nieuwe map voor opgeslagen opdrachten maken in Internet Services Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 7. Selecteer de gewenste optie(s). 8. Klik op de toets Opdracht verzenden. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 andere locatie, bijvoorbeeld een interne website. De systeembeheerder kan de koppeling ook verbergen. Als u de koppeling Printer-/scandrivers installeren niet ziet, neem dan contact op met de systeembeheerder. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Uw systeembeheerder heeft mogelijk een specifieke printerdriver op uw computer geladen.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Het aantal exemplaren wijzigen bij afdrukken via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Op de pagina Opdrachtverzending van Internet Services kunt u afdrukklare documenten verzenden voor afdrukken.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 12.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 8. Klik op de toets Opdracht verzenden. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden. 4. Klik op het tabblad Afdrukken. 5. Klik op de toets Bladeren... en blader naar uw afdrukklare bestand. 6. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. Dubbelklik op het bestand om het te selecteren of klik eenmaal op het bestand en klik vervolgens op de toets Openen. De bestandsnaam en het bestandspad worden weergegeven in het vak Bestandsnaam. 7.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd. Met de optie Voorbeeldset kunt u één exemplaar afdrukken van een opdrachtopdracht met meerdere exemplaren. Als u de afdruk ophaalt, kunt u controleren of deze naar wens is afgedrukt voordat u de rest van de opdracht gaat afdrukken.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus Een opdracht opslaan voor opnieuw afdrukken via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 9. Klik zo nodig in het invoervak Opdrachtnaam en voer de naam van uw opdracht in via het toetsenbord. Als u geen naam invoert, wordt de bestandsnaam gebruikt als opdrachtnaam. 10. Selecteer zo nodig de map waarin uw opdracht moet worden opgeslagen in het menu Opslaan in map. Als er geen persoonlijke mappen zijn ingesteld, wordt uw opdracht opgeslagen in de Standaard openbare map. 11.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Uitgestelde afdruk kunt u het document op een specifiek tijdstip afdrukken, tot maximaal 24 uur nadat de oorspronkelijke opdracht is verzonden. Dit is handig als u grote opdrachten wilt afdrukken tijdens een rustig moment op uw kantoor of als u alle opdrachten tegelijkertijd wilt afdrukken. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Op de pagina Opdrachtverzending van Internet Services kunt u afdrukklare documenten verzenden voor afdrukken. U kunt opdrachten met de bestandsindeling PDF, PCL, PostScript, TXT, JPEG, TIFF en XPS afdrukken via de pagina Opdrachtverzending. Opmerking: Als u uw opdracht via Internet Services verzendt, kunt u algemene afdrukfuncties selecteren, zoals 2-zijdig afdrukken en nieten.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 12.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden. 4. Klik op het tabblad Afdrukken. 5. Klik op de toets Bladeren... en blader naar uw afdrukklare bestand. 6. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. Dubbelklik op het bestand om het te selecteren of klik eenmaal op het bestand en klik vervolgens op de toets Openen. De bestandsnaam en het bestandspad worden weergegeven in het vak Bestandsnaam. 7.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: Als u uw opdracht via Internet Services verzendt, kunt u algemene afdrukfuncties selecteren, zoals 2-zijdig afdrukken en nieten. Als u geavanceerde afdrukfuncties zoals watermerken en katernopmaak wilt selecteren, moet u deze in de printerdriver selecteren voordat u uw afdrukklare bestand maakt. Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het apparaat zijn geïnstalleerd.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 De richting instellen tijdens het afdrukken via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven. 12.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 7. Selecteer de gewenste nietoptie. De opties variëren, afhankelijk van de soort afwerkeenheid die op het apparaat is aangesloten. • • • • Auto: hiermee worden de geprogrammeerde instellingen in het afdrukklare bestand gebruikt. Geen nietjes: hiermee wordt nieten uitgeschakeld. 1 nietje: hiermee wordt één nietje in de linkerbovenhoek van het document geplaatst. 2 nietjes: hiermee worden 2 nietjes langs de lange kant van het document geplaatst. 8.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen. Op de pagina Opdrachtverzending van Internet Services kunt u afdrukklare documenten verzenden voor afdrukken. U kunt opdrachten met de bestandsindeling PDF, PCL, PostScript, TXT, JPEG, TIFF en XPS afdrukken via de pagina Opdrachtverzending.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 12. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn, wordt de opdracht afgedrukt.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 8. Klik op de toets Opdracht verzenden. 9. Haal uw opdracht op bij het apparaat. 10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken en de status van de opdracht te controleren. 11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: De systeembeheerder moet een scanbestemming (ofwel bestandsopslagplaats) configureren voordat u een sjabloon kunt maken of een bestemming kunt toevoegen aan een sjabloon. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.
Internet Services • • WorkCentre® 5945/5955 HTTPS: hiermee wordt HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol) via SSL (Secure Sockets Layer) gebruikt om naar een computer te scannen. Selecteer deze optie om via HTTPS naar een webserver te scannen. NetWare: hiermee wordt het Netware-protocol gebruikt om naar een computer te scannen. Selecteer deze optie als u NetWare gebruikt. Deze optie is alleen beschikbaar als NetWare op uw apparaat is ingeschakeld. 12.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Uitleg over de functies en werking van Werkstroom scannen Een sjabloon wijzigen via Internet Services Een sjabloon kopiëren in Internet Services Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen. Met de functie Sjablonen kunt u opdrachten scannen of faxen via de functie Werkstroom scannen op uw apparaat. Sjablonen bevatten gegevens waarmee het apparaat bepaalt waar een gescand document moet worden opgeslagen. Sjablonen bevatten instellingen zoals afdrukkwaliteit en bestandsindeling.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Met de functie Sjablonen kunt u opdrachten scannen of faxen via de functie Werkstroom scannen op uw apparaat. Sjablonen bevatten gegevens waarmee het apparaat bepaalt waar een gescand document moet worden opgeslagen. Sjablonen bevatten instellingen zoals afdrukkwaliteit en bestandsindeling. Met sjablonen kunt u beelden sneller scannen, omdat de sjabloon alle voorgeprogrammeerde instellingen voor uw scan bevat.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Gebruik de optie Weergave-instellingen voor toegang tot sjabloonopties die aangeven in welke volgorde sjablonen moeten worden weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat. Als u geen volgorde opgeeft, worden de sjablonen alfabetisch weergegeven op Beschrijvende naam. Opmerking: Deze functie is alleen bestemd voor de systeembeheerder. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 7. Selecteer de gewenste optie in het gedeelte Bestandsbestemming. • • • Toevoegen: hiermee maakt u een nieuwe bestemming voor uw gescande beelden. Bewerken: hiermee wijzigt u de huidige opslagbestemming. Als u deze optie selecteert, brengt u uw wijzigingen aan en selecteert u Opslaan. Verwijderen: hiermee verwijdert u de huidige opslagbestemming. Klik op de toets OK ter bevestiging. 8.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 10. Selecteer de gewenste opties voor Werkstroom scannen. In dit gedeelte kunt u de basisopties voor scannen wijzigen. • • • • Selecteer de toets Bewerken. Selecteer de gewenste optie voor Afdrukkleur. - Auto-herkenning: hiermee selecteert het apparaat de beste kleurinstelling. - Kleur: hiermee worden kleurenafdrukken gemaakt. - Zwart/wit: hiermee worden zwart/wit-afdrukken gemaakt, ook al zijn de originelen in kleur.
Internet Services • • • • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer de gewenste optie voor Scherpte. - Schuif de regelaar naar rechts om het gescande beeld scherper te maken. De optie Scherpte verbetert tekstbeelden doorgaans meer dan fotobeelden. - Schuif de regelaar naar links om het gescande beeld zachter te maken. Dit komt met name van pas bij het scannen van foto's. Selecteer Auto-onderdrukking in het menu Achtergrondonderdrukking om automatisch ongewenste achtergrond te onderdrukken.
Internet Services • • • • • • • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer de gewenste optie voor Origineelformaat. Auto-herkenning: dit is de standaardinstelling waarmee formaten automatisch worden herkend. Het herkende formaat wordt gekoppeld aan een standaard papierformaat. Handmatige invoer van papierformaat: hiermee kunt u het formaat van het origineel kiezen uit een lijst met voorgeprogrammeerde standaard origineelformaten.
Internet Services • • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer de gewenste zoekinstelling voor Alleen beeld. Alleen beeld: produceert beelden die niet doorzoekbaar zijn. Doorzoekbaar: resulteert in doorzoekbare tekst. Gebruik zo nodig het keuzemenu en wijzig de taal waarin het document is geschreven. Klik op de toets Toepassen. 14. Selecteer de gewenste optie voor Opdrachtmodule. • • • Selecteer de toets Bewerken.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 18. Selecteer de gewenste opties voor Compressie-instellingen. In dit gedeelte kunt u de soort compressie instellen die telkens gebruikt moet worden als u een document met behulp van deze sjabloon scant. • • • Selecteer de toets Bewerken. Selecteer de gewenste optie(s). Klik op de toets Toepassen.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 4. Klik op het tabblad Scannen. 5. Selecteer zo nodig Sjablonen in het menu Weergave in de linkerbovenhoek. Als de systeembeheerder geen mailboxen heeft ingesteld, ziet u het menu Weergave niet en wordt u direct doorgeleid naar de pagina Sjablonen. 6. Selecteer de gewenste sjabloon in de lijst Sjablonen. 7. Selecteer de toets Toevoegen in het gedeelte Bestandsbestemmingen. 8. Selecteer het keuzerondje Selecteren uit vooraf gedefinieerde lijst. 9.
WorkCentre® 5945/5955 Internet Services U kunt uw documenten in de standaard openbare map opslaan of een privémap maken. Als u een privémap maakt, moet u een naam en toegangscode invoeren voor toegang tot de map. Alle gebruikers kunnen privémappen maken. De systeembeheerder kan de optie Scannen naar mailbox zodanig instellen, dat u een toegangscode moet invoeren voor toegang tot een map.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 De standaard openbare map en eventuele privémappen die zijn ingesteld, worden op het apparaat weergegeven in de lijst met sjablonen voor werkstroomscannen en in de functie Afdrukken vanaf. Als u de beelden in een map wilt opslaan, selecteert u de gewenste sjabloon en scant u uw beelden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Met de optie Downloaden kunt u documenten in uw mailbox opslaan op uw computer.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Met de optie Opnieuw afdrukken kunt u documenten uit uw mailbox afdrukken op het apparaat. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Instellingen personaliseren kunt u uw sjabloon voor Scannen naar mailbox configureren met speciale instellingen, die telkens worden gebruikt als u de sjabloon selecteert. U kunt instellingen zoals afdrukkwaliteit, bestandsindeling en opmaakaanpassing configureren. Het configureren van instellingen voor uw sjabloon is handig als u telkens dezelfde of vergelijkbare instellingen gebruikt wanneer u een document naar uw mailbox scant.
Internet Services • • • WorkCentre® 5945/5955 Selecteer de gewenste optie voor Voorinstellingen Scannen. - Delen en afdrukken: produceert een bestand van gemiddelde grootte, klein genoeg om te delen maar van voldoende kwaliteit om af te drukken. - OCR: produceert een groot bestand van hoge kwaliteit, waarbij OCR (Optical Character Recognition - Optische tekenherkenning) is ingeschakeld. Dit bestand is volledig doorzoekbaar.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 300 dpi : levert hoge afdrukkwaliteit. Deze instelling wordt aanbevolen voor hoogwaardige tekstdocumenten die moeten worden verwerkt in een OCR-toepassing (Optical Character Recognition - Optische tekenherkenning). Deze instelling wordt ook aanbevolen voor lijntekeningen van hoge kwaliteit en foto's en grafische afbeeldingen van gemiddelde kwaliteit. Dit is in de meeste gevallen de beste standaardresolutie.
Internet Services • • • WorkCentre® 5945/5955 Blanco pagina's toevoegen: hiermee worden lege pagina's in uw document gescand en aan het gescande bestand toegevoegd. Dit is handig als u uw gescande bestand wilt afdrukken en daarbij de oorspronkelijke paginaopmaak wilt behouden. Blanco pagina's verwijderen: hiermee worden blanco pagina's genegeerd en niet in het gescande bestand opgenomen. Dit levert een kleiner bestand op. Klik op de toets Toepassen. 12. Selecteer de gewenste opslagopties.
Internet Services • • WorkCentre® 5945/5955 Schakel het selectievakje Opdrachtlog (.XST) opslaan in Opslagplaats in om een overzicht met informatie over uw scanopdracht te maken. Het overzicht wordt op dezelfde locatie als uw gescande beeld opgeslagen. Klik op de toets Toepassen. 16. Selecteer de gewenste opties voor Beeldinstellingen Werkstroomscannen. In dit gedeelte kunt u gecomprimeerde beeldbestanden maken voor snellere webweergave. Ook kunt u hier doorzoekbare opties selecteren.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 U kunt uw documenten in de standaard openbare map opslaan of een privémap maken. Als u een privémap maakt, moet u een naam en toegangscode invoeren voor toegang tot de map. Alle gebruikers kunnen privémappen maken. De systeembeheerder kan de optie Scannen naar mailbox zodanig instellen, dat u een toegangscode moet invoeren voor toegang tot een map.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Met Scannen naar mailbox kunt u papieren originelen scannen en ze in een map op het apparaat opslaan. U kunt uw opgeslagen documenten ophalen op het apparaat via de functie Afdrukken vanaf of op uw computer via Internet Services. Scannen naar mailbox biedt een scanmethode die heel gemakkelijk ingesteld en gebruikt kan worden. U kunt uw documenten in de standaard openbare map opslaan of een privémap maken.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Met de functie E-mailen kunt u beelden scannen en deze als e-mailbijlage naar een ontvanger verzenden. Op het tabblad Adresboek kunt u het apparaatadresboek maken en beheren. U kunt e-mail-, fax-, internetfax- en scanbestemmingsadressen toevoegen aan het apparaatadresboek. U kunt deze adressen vervolgens gebruiken voor de functies E-mailen, Faxen, Internetfax en Scannen naar op het apparaat. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Een faxadres maken via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten. Op het tabblad Adresboek kunt u het apparaatadresboek maken en beheren.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Een adres voor Scannen naar maken via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer of netwerk opslaan.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 11. Selecteer het protocol dat u voor het scannen van uw documenten wilt gebruiken. Het protocol is afhankelijk van de locatie van uw scanbestemming. • • • • FTP: hiermee wordt FTP (File Transfer Protocol) gebruikt om naar een computer te scannen. Selecteer deze optie als u een FTP-applicatie op uw computer hebt. SFTP: hiermee wordt SFTP (Secure File Transfer Protocol) gebruikt om naar een computer te scannen.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Met de optie Favorieten kunt een adres als favoriet opslaan. Favorieten zijn handig als u regelmatig informatie naar hetzelfde adres verzendt. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 De systeembeheerder kan deze pagina zichtbaar en bewerkbaar maken voor alle gebruikers gebruik deze pagina alleen als u een ervaren gebruiker bent met vaardigheden op systeembeheerniveau. Opmerking: Deze functie is alleen bestemd voor de systeembeheerder. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Printer- en scandrivers installeren via het ondersteuningsmenu van Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat. Via de koppeling Printer-/scandrivers installeren kunt u de nieuwste printer- en scandrivers voor uw apparaat installeren.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 11. Klik op de toets Installeren. 12. Het programma maakt de afdrukwachtrij aan en installeert uw printerdriver. Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 De systeembeheerder heeft bij het instellen van uw apparaat eventueel zijn/haar contactgegevens toegevoegd aan de pagina Ondersteuning van Internet Services. Als de systeembeheerder zijn/ haar gegevens heeft toegevoegd, kunt u op de pagina Ondersteuning de naam, het telefoonnummer en de locatie van de systeembeheerder vinden. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus Testgegevens naar Xerox verzenden via Internet Services Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Gebruik deze functie als de Xerox-vertegenwoordiger u dit heeft aangeraden. Voordat u begint U hebt informatie nodig van de Xerox-vertegenwoordiger. • De PIN. • Informatie over welke optie u moet selecteren in het menu Afdrukmode. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 geblokkeerd, krijgt de gebruiker op het apparaat een bericht te zien op het aanraakscherm: Externe sessie is actief. Lokaal bedieningspaneel is niet beschikbaar. Wanneer u de externe sessie sluit, wordt het aanraakscherm weer beschikbaar voor gebruik. Slechts één persoon tegelijk kan het externe bedieningspaneel openen. Opmerking: De systeembeheerder moet deze toepassing inschakelen.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen. Via de koppeling Index kunt u een bepaalde functie of instelling opzoeken in Internet Services. De index geeft een lijst weer van de beschikbare pagina's in Internet Services, met koppelingen die u rechtstreeks naar de desbetreffende pagina brengen.
WorkCentre® 5945/5955 Internet Services Opmerking: U kunt het IP-adres van het apparaat te weten komen door een configuratieoverzicht af te drukken of dit na te vragen bij de systeembeheerder. 3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden. 4. Selecteer de koppeling Sitemap rechtsboven op het scherm Internet Services. 5. Selecteer de gewenste optie(s).
Internet Services WorkCentre® 5945/5955 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat. Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Internet Services 690 WorkCentre® 5945/5955 Handleiding voor de gebruiker
Papier en ander afdrukmateriaal 10 Papier in lade 1 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen Deze lade is volledig instelbaar en wordt gebruikt voor papierformaten van A5 LKE (5,5 x 8,5 inch LKE) tot A3 (11 x 17 inch). Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd).
WorkCentre® 5945/5955 Papier en ander afdrukmateriaal In de lade kunnen verscheidene papiergewichten en -soorten worden geplaatst. • In de lade kunnen maximaal 500 vellen papier van 75 g/m² (20 lb) worden geplaatst. • Het gewicht mag tussen 60 en 200 g/m² (16-53 lb) liggen. • De volgende papierformaten kunnen vanuit de lade worden ingevoerd. Van A5 LKE (5,5 x 8,5 inch LKE) tot A3 KKE (11 x 17 inch KKE).
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5945/5955 3. Zorg dat de geleiders het papier net aanraken. • • • Stel de rechterzijgeleider in door het vergrendelingsmechanisme op te tillen en de geleider te verschuiven totdat deze de rechterrand van het papier raakt. Stel de voorste geleider in door het vergrendelingsmechanisme op te tillen en de geleider te verschuiven totdat deze de voorste rand van het papier raakt.
WorkCentre® 5945/5955 Papier en ander afdrukmateriaal De laden stellen automatisch vast dat het geplaatste afdrukmateriaal bijna op is of dat de laden leeg zijn. Er verschijnt een waarschuwingsbericht op het aanraakscherm als er papier in een lade moet worden geplaatst. Volg altijd de instructies op de labels in de lade om de juiste hoeveelheid papier in de juiste richting in de lade te plaatsen.
Papier en ander afdrukmateriaal ! WorkCentre® 5945/5955 Voorzichtig Er treedt een storing op als de lade wordt geopend terwijl er vanuit deze lade papier wordt ingevoerd. ! Voorzichtig Open lade 1 niet als lade 2 open is. 1. Open de lade. 2. Plaats het papier in de lade. Plaats het papier tegen de linkerkant van de lade. De papierstapel mag niet boven de maximum vullijn uitkomen.
WorkCentre® 5945/5955 Papier en ander afdrukmateriaal Opmerking: Als de optie Soort niet juist wordt ingesteld, kan het apparaat de pagina foutief verwerken. Het beeld op de tweede zijde van briefhoofdpagina's wordt bijvoorbeeld op de kop afgedrukt als de verkeerde papiersoort wordt geselecteerd. 3. Selecteer de gewenste optie voor Kleur. 4. Selecteer de toets Bevestigen.
Papier en ander afdrukmateriaal ! WorkCentre® 5945/5955 Voorzichtig Open lade 1 niet als lade 2 open is. 1. Open de lade. 2. De invoerrichting van enveloppen is afhankelijk van het type. • • • Monarch, #10, #9, C5 en DL (wallet): plaats deze met de beeldzijde omhoog, met de kleppen geopend en naar rechts gericht. C5 (pocket): plaats deze met de beeldzijde omhoog, met de kleppen geopend of gesloten en naar voren gericht.
WorkCentre® 5945/5955 Papier en ander afdrukmateriaal Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd). • Maximaal 1600 vellen papier van 75 g/m² (20 lb). • Het gewicht mag tussen 60 en 200 g/m² (16-53 lb) liggen.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5945/5955 Papier in lade 4 plaatsen Dit is een grote papierlade die voor papierformaat A4 LKE (8,5 x 11 inch LKE) wordt gebruikt. Uitgebreide papierspecificaties voor uw apparaat vindt u op www.xerox.com. De laden stellen automatisch vast dat het geplaatste afdrukmateriaal bijna op is of dat de laden leeg zijn. Er verschijnt een waarschuwingsbericht op het aanraakscherm als er papier in een lade moet worden geplaatst.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5945/5955 1. Open de lade. 2. Plaats het papier in de lade. Plaats het papier tegen de linkerkant van de lade. De papierstapel mag niet boven de maximum vullijn uitkomen. • • Plaats voorbedrukt papier met de lange kant eerst, met de beeldzijde omlaag en de bovenkant van de pagina naar de voorzijde van het apparaat gericht. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de linkerrand. 3. Sluit de papierlade.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5945/5955 Gebruik alleen de papiersoorten die voor gebruik in de lade zijn opgegeven. • Gewoon papier • Bankpostpapier • Kringlooppapier • Zelfkopiërend • Geperforeerd papier • Briefhoofdpapier en voorbedrukt papier • Karton • Maximaal 200 g/m² (53 lb). • Etiketten • Transparanten (met en zonder schutvel) • Enveloppen Opmerking: Etiketten kunnen alleen enkelzijdig worden bedrukt. 1. Zorg dat de lade in de laagste stand staat.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5945/5955 5. De instellingen van de papierlade worden op het scherm weergegeven. Als de instellingen juist zijn, selecteert u de toets Bevestigen. Als de instellingen niet juist zijn, past u ze naar wens aan. De instellingen van de papierlade wijzigen 1. Selecteer de gewenste optie voor Formaat. Als het gewenste formaat niet wordt weergegeven in de lijst, selecteert u de toets Aangepast.
Papier en ander afdrukmateriaal WorkCentre® 5945/5955 Etiketten Etiketten die zijn ontwikkeld voor laserprinters, zoals etiketten van Xerox, worden ondersteund. De kleefstoffen zijn bestand tegen de hogere temperaturen van dergelijke apparaten zonder dat deze uitlopen en vlekken of beschadiging van de interne onderdelen veroorzaken. Etiketten moeten 72 uur in de afdrukomgeving acclimatiseren, voordat u ze in de printer plaatst.
Papier en ander afdrukmateriaal 704 WorkCentre® 5945/5955 Handleiding voor de gebruiker
Apparaat- en opdrachtstatus 11 Opdrachtstatus Actieve opdrachten Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus Via de toets Opdrachtstatus kunt u opdrachtinformatie bekijken. Hiermee kunt u de voortgang van actieve opdrachten controleren of nadere informatie weergeven over opdrachten die u hebt voltooid. U kunt ook vastgehouden of beveiligde afdrukopdrachten vrijgeven, die u naar het apparaat hebt verzonden.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 • Bezig met formatteren: de opdracht wordt omgezet in de benodigde indeling. Voor afdrukopdrachten wordt de opdracht gedecomprimeerd. Voor fax-, internetfax-, scan- en emailopdrachten wordt de opdracht gecomprimeerd. • Bezig met scannen: het beeld voor deze opdracht wordt momenteel door het apparaat gescand en is klaar om te worden geformatteerd.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 De opdracht die het laatst is verzonden, wordt onder aan de lijst weergegeven. De volgorde van de afdrukopdrachten kan worden gewijzigd door opdrachten in de lijst omhoog of omlaag te verplaatsen of uit de lijst te verwijderen. 4. Selecteer de gewenste optie in het keuzemenu Alle opdrachten. • • • Kopieer-, afdruk- en faxontvangstopdrachten: toont de opdrachten die naar het apparaat zijn verzonden via de functies Kopiëren, Afdrukken en Faxen.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 U kunt in de lijst met opdrachtwachtrijen zien of een opdracht wordt vastgehouden, omdat er aanvullende hulpbronnen nodig zijn om de opdracht af te drukken of omdat het om een voorbeeldset (proefafdruk) gaat die klaarstaat om te worden vrijgegeven. 1. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel. 2. Selecteer zo nodig het tabblad Actieve opdrachten op het aanraakscherm.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Een beveiligde opdracht afdrukken via Internet Services Vastgehouden opdrachten in een openbare wachtrij vrijgeven via het menu Opdrachtstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
WorkCentre® 5945/5955 Apparaat- en opdrachtstatus Als de functie Opdrachten in openbare wachtrij vasthouden is geconfigureerd, verschijnt het tabblad Vastgehouden afdrukopdrachten in het menu Opdrachtstatus. Op het scherm Vastgehouden afdrukopdrachten kunt u uw afdrukopdrachten bekijken en vrijgeven. Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel. 2.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 4. Selecteer het invoervak Toegangscode en voer uw toegangscode in via het toetsenbord op het aanraakscherm. 5. Selecteer de toets Gereed. 6. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel. 7. Selecteer het tabblad Mijn vastgehouden afdrukopdrachten op het aanraakscherm. 8. Selecteer de map met daarin uw opdrachten. 9. Selecteer de gewenste optie. • • Alle vrijgeven: hiermee worden alle opdrachten in uw map afgedrukt.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie. 1. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel. 2. Selecteer het tabblad Niet-geïdentificeerde vastgehouden opdrachten op het aanraakscherm.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 12. Druk op de toets Aan-/afmelden op het bedieningspaneel. 13. Selecteer de toets Afmelden op het bevestigingsscherm. Meer informatie System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 Via de optie Apparaatinformatie kunt u de contactgegevens voor klantenondersteuning en verbruiksartikelen, het serienummer van het apparaat en het versienummer van de software bekijken. Als de functie Interne fax is geïnstalleerd, wordt het faxnummer ook weergegeven. De apparaatinformatie wordt in verschillende secties weergegeven. • Klantenondersteuning: laat zien waar u aanvullende hulp voor het apparaat kunt krijgen.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus U kunt de toets Apparaatstatus gebruiken om nuttige informatie over het apparaat, zoals het serienummer en model, te bekijken. U kunt ook de status van de papierladen, informatie over facturering en verbruiksartikelen bekijken en handige informatiepagina's afdrukken.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden De onderhoudsassistent gebruiken via het menu Apparaatstatus Met de Maintenance Assistant kunt u een storingsoverzicht en gebruiksinformatie doorgeven aan het Xerox-ondersteuningsteam zodat ze problemen sneller kunnen verhelpen.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. Waarschuwingsberichten bekijken via het menu Apparaatstatus U kunt de toets Apparaatstatus gebruiken om nuttige informatie over het apparaat, zoals het serienummer en model, te bekijken. U kunt ook de status van de papierladen, informatie over facturering en verbruiksartikelen bekijken en handige informatiepagina's afdrukken.
WorkCentre® 5945/5955 Apparaat- en opdrachtstatus 3. Selecteer een door de klant vervangbare eenheid in de lijst. Er verschijnt informatie over de eenheid. • • • • • Onderdeelnummer opnieuw bestellen: geeft het onderdeelnummer van deze eenheid aan. Dit is handig als u de eenheid wilt bijbestellen. Telefoonnummer voor verbruiksartikelen: toont het telefoonnummer voor het bijbestellen van de eenheid.
Apparaat- en opdrachtstatus WorkCentre® 5945/5955 Op de pagina Tellers kunt u zien hoeveel kopieën en afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel beelden er door het apparaat zijn verzonden via de fax- of scanfuncties. Opmerking: Als u regelmatig tellerinformatie over uw apparaat moet doorgeven, is de functie SMart eSolutions wellicht handig voor u. Met SMart eSolutions worden de tellerstanden automatisch aan Xerox doorgegeven, zodat u ze niet handmatig hoeft te verzamelen.
Apparaat- en opdrachtstatus 720 WorkCentre® 5945/5955 Handleiding voor de gebruiker
Beheer en accountadministratie 12 Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat Verificatie wordt gebruikt om de toegang tot het apparaat of tot specifieke functies te beheren. Accountadministratie wordt gebruikt om het aantal geproduceerde afdrukken of scans op het apparaat vast te leggen. Als verificatie of accountadministratie is ingeschakeld, moet u zich op het apparaat aanmelden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Beheer en accountadministratie WorkCentre® 5945/5955 Afmelden bij het apparaat Verificatie wordt gebruikt om de toegang tot het apparaat of tot specifieke functies te beheren. Accountadministratie wordt gebruikt om het aantal geproduceerde afdrukken of scans op het apparaat vast te leggen. Als verificatie of accountadministratie is ingeschakeld, moet u zich op het apparaat aanmelden. Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Beheer en accountadministratie WorkCentre® 5945/5955 Apparaatinstellingen Algemeen De factureringsmode voor afdrukken wijzigen via het menu Hulpprogramma's Met het menu Hulpprogramma's kunt u de helderheid van het weergavescherm op het bedieningspaneel aanpassen, de factureringsmode voor afdrukken wijzigen of een extra functie op het apparaat inschakelen. Met de optie Mode Facturering afdrukken kunt u het factureringsschema voor uw apparaat wijzigen.
Beheer en accountadministratie WorkCentre® 5945/5955 8. Selecteer de toets OK. 9. Selecteer de optie die de Xerox-vertegenwoordiger u heeft aangeraden in het menu Afdrukmode. 10. Selecteer de toets Sluiten. Meer informatie Factureringsinformatie bekijken via het menu Apparaatstatus System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Beheer en accountadministratie WorkCentre® 5945/5955 De helderheid van het weergavescherm aanpassen via het menu Hulpprogramma's Met het menu Hulpprogramma's kunt u de helderheid van het weergavescherm op het bedieningspaneel aanpassen, de factureringsmode voor afdrukken wijzigen of een extra functie op het apparaat inschakelen. Met de optie Weergave/helderheid kunt u de helderheid van het aanraakscherm aanpassen aan het omgevingslicht. 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel. 2.
Beheer en accountadministratie • • WorkCentre® 5945/5955 AppleTalk: test de AppleTalk-netwerkverbinding. Novell of IPX: test de Novell/IPX-netwerkverbinding. Opmerking: Als AppleTalk grijs wordt weergegeven, moet het AppleTalk-protocol worden ingeschakeld. Als Novell of IPX grijs wordt weergegeven, moet het NetWare-protocol worden ingeschakeld. 7. Selecteer de toets Start test. 8. Op het scherm wordt een bericht met het resultaat van de echotest weergegeven. 9. Selecteer de toets Sluiten.
Installatie van toepassing 13 SWAP (Software Activation Portal - Portal voor softwareactivatie) gebruiken om een installatiesleutel voor de toepassing te verkrijgen Via SWAP (Software Activation Portal - Portal voor softwareactivatie) kunt u een installatiesleutel voor de toepassing verkrijgen. Installatiesleutels voor toepassingen worden gebruikt om optionele functies op het apparaat te installeren. Wanneer u een optionele functie aanschaft, krijgt u een pakket met daarin een activeringssleutel.
Installatie van toepassing WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. SWAP-site www.xeroxlicensing.xerox.com.
Algemene zorg en problemen oplossen 14 Algemene zorg Vervangbare eenheden Vervangbare eenheden Er zijn verscheidene verbruiksartikelen voor het apparaat die moeten worden bijgevuld of vervangen, zoals papier, nietjes en artikelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen. 1. Tonercassette 2. Afdrukmodule Het apparaat geeft een bericht weer op het aanraakscherm wanneer er eenheden moeten worden bijbesteld. Dit bericht is een waarschuwing dat het artikel bijna aan vervanging toe is.
Algemene zorg en problemen oplossen ! WorkCentre® 5945/5955 WAARSCHUWING Verwijder NOOIT panelen of beschermplaten die zijn vastgezet met schroeven wanneer u verbruiksartikelen vervangt. Achter deze panelen en beschermplaten bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker moeten worden onderhouden. Probeer NOOIT een onderhoudsfunctie uit te voeren die NIET specifiek wordt beschreven in de documentatie die met uw apparaat is meegeleverd.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Printkop reinigen Vervangbare eenheden System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support. De afdrukmodule vervangen Op het apparaat wordt de statuscode 09-521-00 weergegeven. Op het aanraakscherm van het apparaat wordt het bericht: Vervang afdrukmodule (R2) weergegeven. De afdrukmodule is een vervangbare eenheid op het apparaat.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 12. Sluit de voordeur van het apparaat. 13. Til de deur aan de linkerzijde van het apparaat op en duw deze langzaam in de richting van het apparaat tot deze op zijn plaats vastklikt. Opmerking: Voor uitgebreidere instructies raadpleegt u het aanraakscherm op het apparaat of de instructies die bij het nieuwe verbruiksartikel zijn geleverd.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Deze afwerkeenheid en een aantal bijbehorende onderdelen zijn optioneel en zijn mogelijk niet op uw apparaat geïnstalleerd. Hoofdcassette 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. 2. Zoek de nietcassette op. Deze bevindt zich boven in de afwerkeenheid, rechts naast hendel 5b. 3. Draai het wiel van de nietkop zo nodig volledig rechtsom. Hiermee wordt de nieteenheid enigszins gedraaid, waardoor u gemakkelijker toegang krijgt. 4.
WorkCentre® 5945/5955 Algemene zorg en problemen oplossen De perforatorafvalcontainer legen De afvalcontainer van de perforator is een opvangbak voor de papierresten van het perforeren. Het apparaat geeft aan wanneer de afvalcontainer van de perforator geleegd moet worden. Deze afwerkeenheid en een aantal bijbehorende onderdelen zijn optioneel en zijn mogelijk niet op uw apparaat geïnstalleerd. 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. 2. Zoek de perforatorafvalcontainer op.
Algemene zorg en problemen oplossen ! WorkCentre® 5945/5955 WAARSCHUWING Wanneer u het apparaat reinigt, mag u NOOIT organische of agressieve chemische oplosmiddelen of reinigingsmiddelen in spuitbussen gebruiken. Giet NOOIT vloeistof direct op een oppervlak. Gebruik verbruiksartikelen en reinigingsmaterialen uitsluitend op de in deze documentatie beschreven wijze. Houd alle reinigingsmaterialen buiten het bereik van kinderen.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Papier en ander afdrukmateriaal bewaren Voor optimale afdrukresultaten is het belangrijk dat het papier op de juiste manier wordt bewaard. Let op de volgende punten bij het opslaan van afdrukmateriaal. • Bewaar papier en afdrukmaterialen op kamertemperatuur. Wanneer het papier vochtig is, kan dat leiden tot papierstoringen of een slechte afdrukkwaliteit.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 • Volg de schema's voor standaardonderhoud om de glasplaat en de twee CVT-glasstroken te reinigen. • Volg de schema's voor standaardonderhoud om het aanraakscherm te reinigen. • Pas de geleiders van de papierladen altijd op het formaat van het papier in de lade aan en controleer of het juiste formaat en de juiste papiersoort op het scherm wordt weergegeven. • Volg de schema's voor standaardonderhoud om de printkop te reinigen.
Algemene zorg en problemen oplossen • WorkCentre® 5945/5955 Onherstelbare storing: er is sprake van een onherstelbare storing wanneer er een onherstelbare storing optreedt die het hele systeem betreft. Een stroomstoring kan bijvoorbeeld het hele apparaat onbruikbaar maken. Door gebruiker te verhelpen storingen Een door de gebruiker te verhelpen storing is een storing die de gebruiker zelf kan oplossen.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Wanneer een onderbrekend storingsscherm wordt weergegeven, worden alle eventuele statusberichten die bij de weergegeven storing horen, weergegeven in het statusberichtgebied. Niet-onderbrekende storing Niet-onderbrekende storingsschermen bestaan uit berichten die worden weergegeven in het statusberichtgebied. Deze zijn niet van invloed op het voltooien van een opdracht vanuit het huidige pad.
WorkCentre® 5945/5955 Algemene zorg en problemen oplossen Volg de instructies op het bedieningspaneel. Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. Opmerking: Als uw originele document nietjes bevatte, kunnen de hoeken aan de invoerrand van de pagina's die in het apparaat worden ingevoerd, erg omgebogen zijn. Om te voorkomen dat het papier verkeerd wordt ingevoerd, draait u de originelen om zodat de invoerrand geen omgebogen hoeken heeft.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Vastgelopen vel onder in de AOD verwijderen Op het apparaat wordt de statuscode 05-340-00 of 05-363-00 weergegeven. Op het aanraakscherm van het apparaat wordt het bericht: Verkeerd ingevoerd papier in AOD. Til de AOD op. weergegeven. Volg de instructies op het bedieningspaneel. Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie De onderdelen van het apparaat Originelen worden niet door de AOD gevoerd Vastgelopen vel boven in de AOD verwijderen Vastgelopen vel midden in de AOD verwijderen Vastgelopen vellen boven en onder in de AOD verwijderen Vastgelopen vel midden in de AOD verwijderen Op het apparaat wordt de statuscode 05-343-00 weergegeven. Op het aanraakscherm van het apparaat wordt het bericht: Verkeerd ingevoerd papier in AOD.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 6. Leg uw originelen weer op volgorde en begin opnieuw met uw opdracht. Volg daarbij de instructies op het bedieningspaneel. Meestal wordt de opdracht hersteld. Voltooide sets worden in dat geval niet opnieuw gemaakt.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 5. Open de AOD (alsof u een document gaat kopiëren via de AOD). 6. Zoek de groene hendel op. Deze bevindt zich onder het gedeelte dat u zojuist hebt opgetild. Laat de groene grendel zakken. 7. Draai de groene knop linksom om het vastgelopen document te verwijderen. De groene knop bevindt zich onder de linkerbovenhoek van het gedeelte dat u zojuist hebt opgetild. 8. Verwijder het vastgelopen document. 9.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. 1. Open de deur van de afwerkeenheid. 2. Draai knop 5a linksom. 3. Laat hendel 5b zakken door deze met een boog rechtsom te draaien. 4. Draai knop 5c linksom totdat u de vastgelopen pagina's kunt verwijderen. 5. Verwijder de vastgelopen pagina's.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. 1. Open de klep boven op de afwerkeenheid. 2. Verwijder de vastgelopen pagina's. 3. Sluit de klep boven op de afwerkeenheid. 4. Controleer of de opvangbak wordt geblokkeerd door andere afdrukopdrachten, vuil of een ander voorwerp dat in de lade is achtergelaten.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Nieuwe kantoorafwerkeenheid met AVH-module Papierstoringen in de nieuwe kantoorafwerkeenheid met AVH-module oplossen Op het apparaat wordt de statuscode 12-610-03 of 12-612-03 weergegeven. Op het aanraakscherm van het apparaat wordt het bericht: Papierstoring in afwerkeenheid. Open de voordeur van de afwerkeenheid. weergegeven.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie De onderdelen van het apparaat Herhaalde papierstoringen, foutief ingevoerde vellen of vellen die tegelijk worden ingevoerd Papierstoringen bovenin de nieuwe kantoorafwerkeenheid met AVH-module oplossen Papierstoringen in de opvangbak van de nieuwe katernmodule van de kantoorafwerkeenheid oplossen Papierstoringen in de invoerzone van de nieuwe katernmodule van de kantoorafwerkeenheid oplossen Papierstoringen in de nieuwe katernmodul
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie De onderdelen van het apparaat Herhaalde papierstoringen, foutief ingevoerde vellen of vellen die tegelijk worden ingevoerd Papierstoringen in de nieuwe kantoorafwerkeenheid met AVH-module oplossen Papierstoringen in de opvangbak van de nieuwe katernmodule van de kantoorafwerkeenheid oplossen Papierstoringen in de invoerzone van de nieuwe katernmodule van de kantoorafwerkeenheid oplossen Papierstoringen in de nieuwe katernmodule van
WorkCentre® 5945/5955 Algemene zorg en problemen oplossen Papierstoringen in de invoerzone van de nieuwe katernmodule van de kantoorafwerkeenheid oplossen Op het apparaat wordt de statuscode 12-630-03 of 12-717-03 weergegeven. Op het aanraakscherm van het apparaat wordt het bericht: Papierstoring in afwerkeenheid. Open de voordeur van de afwerkeenheid. weergegeven. Deze afwerkeenheid en een aantal bijbehorende onderdelen zijn optioneel en zijn mogelijk niet op uw apparaat geïnstalleerd.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie De onderdelen van het apparaat Herhaalde papierstoringen, foutief ingevoerde vellen of vellen die tegelijk worden ingevoerd Papierstoringen in de nieuwe kantoorafwerkeenheid met AVH-module oplossen Papierstoringen bovenin de nieuwe kantoorafwerkeenheid met AVH-module oplossen Papierstoringen in de opvangbak van de nieuwe katernmodule van de kantoorafwerkeenheid oplossen Papierstoringen in de nieuwe katernmodule van de kantoorafwerke
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 7. Beweeg vergrendeling 6 naar rechts tot deze weer op zijn plaats vastklikt. 8. Draai de knop met inkeping boven label R8 rechtsom tot de hendel in de vergrendelde stand staat. 9. Sluit de deur van de afwerkeenheid. 10. Als de deur niet gemakkelijk dichtgaat, controleert u of u alle vergrendelingen in de oorspronkelijke stand hebt teruggezet en sluit u daarna de deur.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 3. Als er een pagina is vastgelopen aan het rechtereinde van het transport, trekt u de pagina heel langzaam en voorzichtig naar links totdat u deze uit het apparaat hebt verwijderd. Opmerking: Als een pagina tijdens het verwijderen scheurt, moet u het vel met alle losse stukjes weer bij elkaar verzamelen, om zeker te weten dat er niks in het apparaat is achtergebleven.
WorkCentre® 5945/5955 Algemene zorg en problemen oplossen Deze opvangbak is alleen aanwezig op het apparaat als er geen afwerkeenheid is geïnstalleerd. Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. 1. Til de hendel op om de deur aan de linkerzijde van het apparaat te openen. Laat de deur voorzichtig zakken tot deze onder een hoek van 45 graden blijft openstaan. 2. Verwijder alle vastgelopen pagina's die uit het apparaat steken.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 1. Til de hendel op om de deur aan de linkerzijde van het apparaat te openen. Laat de deur voorzichtig zakken tot deze onder een hoek van 45 graden blijft openstaan. 2. Verwijder alle vastgelopen pagina's die uit het apparaat steken. Er kunnen pagina's boven, midden en onder in het apparaat vastzitten. Opmerking: Bij 1-zijdige opdrachten steekt het vastgelopen papier uit de apparaatmotor, niet uit de deur.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 1. Til de hendel op om de deur aan de linkerzijde van het apparaat te openen. Laat de deur voorzichtig zakken tot deze onder een hoek van 45 graden blijft openstaan. 2. Verwijder alle vastgelopen pagina's die uit het apparaat steken. Er kunnen pagina's boven, midden en onder in het apparaat vastzitten.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Laden Lade 1 Papierstoringen in lade 1 oplossen (apparaat met 4 laden) Op het apparaat wordt de statuscode 81-201-00 weergegeven. Op het aanraakscherm van het apparaat wordt het bericht: Verwijder het vastgelopen vel uit lade 1 weergegeven. 1. Open lade 1. 2. Verwijder vastgelopen pagina's. 3. Controleer of de ladegeleiders goed zijn afgesteld op het papierformaat dat in de lade is geplaatst. 4.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Lade 2 Papierstoringen in lade 2 oplossen (apparaat met 4 laden) Op het apparaat wordt de statuscode 81-202-00 weergegeven. Op het aanraakscherm van het apparaat wordt het bericht: Verwijder het vastgelopen vel uit lade 2 weergegeven. 1. Open lade 2. 2. Verwijder vastgelopen pagina's. 3. Controleer of de ladegeleiders goed zijn afgesteld op het papierformaat dat in de lade is geplaatst. 4.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Op het aanraakscherm van het apparaat wordt het bericht: Papierstoring achter de linkerzijdeur. weergegeven. 1. Til de hendel op om de deur aan de linkerzijde van het apparaat te openen. Laat de deur voorzichtig zakken tot deze onder een hoek van 45 graden blijft openstaan. 2. Verwijder alle vastgelopen pagina's die uit het apparaat steken. Er kunnen pagina's boven, midden en onder in het apparaat vastzitten.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 4. Sluit lade 3. Meer informatie De onderdelen van het apparaat Papierstoringen in lade 1 oplossen (apparaat met 4 laden) Papierstoringen in lade 2 oplossen (apparaat met 4 laden) Herhaalde papierstoringen, foutief ingevoerde vellen of vellen die tegelijk worden ingevoerd Papierstoringen in lade 4 oplossen Op het apparaat wordt de statuscode 81-204-00 weergegeven.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Vastgelopen vel uit lade 4 verwijderen 1. Open lade 4. 2. Til zo nodig de hendel op om de transportklep te openen. 3. Verwijder vastgelopen pagina's. 4. Als het papier steeds blijft vastlopen, opent u een nieuw pak papier en plaatst u het nieuwe papier. Als het papier nog relatief nieuw is, verwijdert u het papier en plaats u het opnieuw. • • • Waaier het papier uit om te zorgen dat er geen pagina's aan elkaar vastzitten.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 8. Sluit lade 4. Meer informatie De onderdelen van het apparaat Papierstoringen in lade 1 oplossen (apparaat met 4 laden) Papierstoringen in lade 2 oplossen (apparaat met 4 laden) Papierstoringen in lade 3 oplossen (apparaat met 4 laden) Herhaalde papierstoringen, foutief ingevoerde vellen of vellen die tegelijk worden ingevoerd Papierstoringen in de handmatige invoer oplossen Op het apparaat wordt de statuscode 75-150-00 weergegeven.
Algemene zorg en problemen oplossen • WorkCentre® 5945/5955 Als u het apparaat weer wilt activeren als dit in de mode Laag stroomverbruik of in de Slaapstand staat, drukt u op de Aan/uit-toets. Het apparaat heeft meer tijd nodig om uit de Slaapstand terug te keren. Als het probleem niet bij het apparaat ligt, controleert u het stopcontact. • Steek een ander elektrisch apparaat in het stopcontact om te kijken of dit wel werkt. • Sluit het apparaat op een ander stopcontact aan.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Herhaalde papierstoringen, foutief ingevoerde vellen of vellen die tegelijk worden ingevoerd Als u een papierstoring heeft verholpen, maar het apparaat meteen weer vastloopt, kunt u een aantal stappen doorlopen voordat u contact opneemt met het Xerox Support Centre. 1. Controleer of er geen obstakels zijn in de papierbaan. Als het papier herhaaldelijk op dezelfde plek vastloopt, controleer dan de papierbaan direct na die plek.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Krullend papier • Plaats het papier in de papierladen met de naadzijde van het papier omhoog. Plaats het papier in de handmatige invoer met de naadzijde omlaag. • Plaats afwijkend afdrukmateriaal in de handmatige invoer. • Als het papier erg krult, moet u het papier in de betreffende papierlade omkeren. • Controleer of het papier op de juiste wijze is opgeslagen.
WorkCentre® 5945/5955 Algemene zorg en problemen oplossen De middelste opvangbak stapelt de afdrukken niet goed • Haal de middelste opvangbak regelmatig leeg, vooral als papier van gemengde formaten wordt gestapeld. • Plaats het papier in de papierladen met de naadzijde van het papier omhoog. Plaats het papier in de handmatige invoer met de naadzijde omlaag. • Plaats afwijkend afdrukmateriaal in de handmatige invoer.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Sporadische vlekken of zwarte plekken in geperforeerde originelen worden niet verwijderd • Gebruik de optie Randen wissen om de rand met de gaten te wissen. • Kopieer via de glasplaat met de AOD omlaag. Meer informatie Randen van kopieën verwijderen Pagina's liggen niet in goede volgorde of ondersteboven wanneer Katern maken wordt gebruikt • Zorg dat de originelen in de juiste volgorde liggen.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 • Controleer de kwaliteit van het origineel. Gebruik Randen wissen om lijnen van de randen van het document te verwijderen. • Gebruik de functie Achtergrondonderdrukking. • Plaats nieuw papier. • Plaats geen papier met veel reliëf.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Er ontbreken tekens op de afdrukken • Plaats nieuw papier. • Probeer gladder papier. • Selecteer Donker wanneer het origineel licht is of een gekleurd font wordt gebruikt.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus De afdrukken komen niet overeen met de selecties die op het aanraakscherm zijn gemaakt. • Druk op de toets Alle wissen tussen de opdrachten. • Als de toets Opslaan of OK op het aanraakscherm verschijnt, moet u de toets na elke gekozen optie selecteren. Het faxbeeld wordt tijdens het verzenden verkleind • Bevestig het origineelformaat van het document.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Het apparaat uitzetten Het apparaat aanzetten Het bericht 'Start kan op dit moment niet worden geaccepteerd' wordt weergegeven Als het bericht 'Start kan op dit moment niet worden geaccepteerd. Probeer het later opnieuw.' wordt weergegeven op het apparaat, start u het apparaat opnieuw door het UIT en weer AAN te zetten via de toets op het bedieningspaneel. • Wacht ongeveer 20 seconden voor u het apparaat weer AAN zet.
Algemene zorg en problemen oplossen WorkCentre® 5945/5955 Meer informatie Het apparaat uitzetten Het apparaat aanzetten Meer hulp krijgen Voor meer hulp gaat u naar onze klantenwebsite www.xerox.com of neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre onder vermelding van het serienummer van het apparaat. Het Xerox Welcome Centre heeft de volgende informatie nodig: de aard van het probleem, het serienummer van het apparaat, de storingscode (indien aanwezig) en de naam en vestigingsplaats van uw bedrijf.