Operation Manual

Faxen
Xerox
®
WorkCentre
®
6027-multifunctionele printer 121
Handleiding voor de gebruiker
Een fax met Windows-toepassingen verzenden
Met behulp van de faxdriver kunt u uit veel Windows-applicaties een fax sturen. U kunt de faxdriver
gebruiken om ontvangers in te voeren, een voorblad te maken, de resolutie te kiezen en het tijdstip
van verzending op te geven.
Een fax verzenden:
1. Open het gewenste document of de gewenste afbeelding in uw toepassing en open het
dialoogvenster Afdrukken. Voor de meeste softwareapplicaties klikt u op Bestand > Afdrukken
of drukt u op CTRL+P.
2. Selecteer de printer waarbij Fax vermeld staat als uw printer.
3. Klik om een voorblad op te nemen op Instellingen faxvoorblad, selecteer een voorblad met
afzenderopties en klik op OK.
4. Klik op Afdrukken.
5. Doe een van de volgende dingen op het scherm Instellingen ontvanger:
Klik op de toets Ontvangers toevoegen typ de naam en het faxnummer van de ontvanger,
voeg andere informatie toe en klik vervolgens op OK. Voeg naar wens nieuwe ontvangers
toe.
Voeg namen uit het adresboek toe. Klik op Bladeren om uw adresboek te vinden. Als u een
adresbestand of database wilt gebruiken dat al op uw computer staat, klik dan op
Importeren en bestand toevoegen.
6. Klik op Verzending beginnen om de fax te versturen.
7. Klik op Verzending stoppen om de verzending van een fax stop te zetten.
Een fax met Macintosh-applicaties verzenden
Met behulp van de faxdriver kunt u uit vele Macintosh-applicaties een fax sturen. Zie De software
installeren op pagina 40 om de faxdriver te installeren.
1. Open de afdrukinstellingen in uw softwareapplicatie. Voor de meeste softwareapplicaties drukt
u op CMD+P.
2. Selecteer uw LAN-faxprinter in de lijst.
3. Voor toegang tot de faxdriverinstellingen selecteert u Faxinstelling. De titel van de toets kan
variëren afhankelijk van de applicatie.
4. Pas de faxinstellingen zo nodig aan. Klik op de toets Help (?) voor meer informatie.
5. Klik op Afdrukken.
6. Verricht een van de volgende handelingen:
Voer de naam en het faxnummer van de ontvanger in en klik op Toevoegen.
Klik op Adresboek zoeken, selecteer ontvangers in het lokale adresboek of klik op Adresboek
van apparaat zoeken en selecteer ontvangers, en klik vervolgens op Toevoegen.
7. Klik op OK.
8. Om de verzending van de fax uit te stellen, selecteert u Uitgesteld verzenden en voert u het
tijdstip in waarop u de fax wilt verzenden.
9. Klik op Verzenden starten.