Operation Manual

Veiligheid
14 Xerox
®
WorkCentre
®
6027-multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
Netsnoer
Gebruik het netsnoer dat bij de printer wordt geleverd.
Sluit het netsnoer van de printer rechtstreeks aan op een stopcontact dat op de juiste wijze is
geaard. Zorg dat beide uiteinden van het snoer goed zijn aangesloten. Vraag een elektricien om
het stopcontact na te kijken als u niet weet of dit is geaard.
WAARSCHUWING: Om het risico op brand of een elektrisch schok te voorkomen, gebruikt u
verlengsnoeren, stekkerdozen of stekkers niet langer dan 90 dagen. Als er geen permanente
wandcontactdoos geïnstalleerd kan worden, gebruikt u een fabrieksklaar verlengsnoer met de juiste
gauge per printer of multifunctionele printer. Volg altijd de nationale en plaatselijke richtlijnen voor
gebouwen, brandveiligheid en elektriciteit met betrekking tot snoerlengte, geleiderformaat, aarding
en bescherming.
Sluit de printer niet via een adapter aan op een stopcontact dat niet is geaard.
Controleer of de printer is aangesloten op een stopcontact met de juiste netspanning. Bekijk de
elektrische specificaties van de printer eventueel samen met een elektricien.
Plaats de printer niet op een plek waar mensen op het netsnoer kunnen gaan staan.
Plaats geen voorwerpen op het netsnoer.
Verwijder het netsnoer niet of sluit het niet aan terwijl de aan/uit-schakelaar in de stand Aan
staat.
Vervang het netsnoer als het gerafeld of versleten is.
Om elektrische schokken en beschadiging van het netsnoer te voorkomen, moet u de stekker
vastpakken bij het verwijderen van het netsnoer.
Het netsnoer is met een stekker op de achterkant van de printer aangesloten. Mocht het nodig zijn
om de alle stroom naar de printer uit te schakelen, dan haalt u het netsnoer uit de wandcontactdoos.
Uitschakelen in een noodgeval
Als een van de volgende omstandigheden optreedt, schakelt u de printer onmiddellijk uit en haalt u
de stekker uit het stopcontact. Neem in de volgende gevallen contact op met een erkende
Xerox-servicevertegenwoordiger om het probleem te corrigeren:
De apparatuur geeft ongewone geuren af of maakt ongewone geluiden.
Het netsnoer is beschadigd of gerafeld.
Een aardlekschakelaar, een zekering of een andere veiligheidsvoorziening heeft de
stroomtoevoer onderbroken.
Er is vloeistof in de printer terechtgekomen.
De printer is blootgesteld aan water.
Een onderdeel van de printer is beschadigd.