Operation Manual

Installatie en instellingen
60 Xerox
®
WorkCentre
®
6027-multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
Timers configureren met het bedieningspaneel
Met het menu Timers kunt u de timeouts instellen voor het aanraakscherm van het
bedieningspaneel, voor storingen en voor opdrachten die naar de printer worden verzonden.
De timers configureren:
1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer.
2. Druk op Hulpprogramma's > Beheerinstell.
3. Druk op Systeeminstellingen> Timers.
4. Druk om de wachttijd in te stellen voordat het bedieningspaneel uitvalt op Voorpaneel, druk op
de gewenste wachttijd en daarna op OK.
5. Om in te stellen hoe lang de printer moet wachten voordat een afdrukopdracht wordt
geannuleerd die op ongebruikelijke wijze is gestopt:
a. Druk op Timeout bij storing > Aan.
b. Druk voor het wijzigen van de wachttijd op Plus (+) of Min (-). Het bereik is 3300 seconden.
c. Selecteer OK.
6. Om in te stellen hoe lang de printer moet wachten om gegevens die van een computer
afkomstig zijn:
a. Druk op Timeout opdr. > Aan.
b. Druk voor het wijzigen van de wachttijd op Plus (+) of Min (-). Het bereik is 5300 seconden.
c. Selecteer OK.
7. Druk op de pijlknop Terug om terug te keren naar het menu Systeeminstellingen. Om terug te
keren naar het startmenu Functies, drukt u op de toets Startpagina Functies.
Instellingen lade configureren
U kunt het menu Ladebeheer gebruiken om de papierlade te configureren voor het papierformaat en
-soort, om aangepaste formaten in te stellen en om de weergave van schermvragen in of uit te
schakelen.
De instellingen lade configureren:
1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Hulpprogramma's > Ladebeheer.
3. Als u wilt dat de printer u vraagt om de papiersoort en het papierformaat in te stellen bij het
plaatsen van het papier, selecteert u Lademelding weergeven.
4. Druk om een papier- of envelopformaat te selecteren op Formaat, op de pijlknoppen voor
navigatie, selecteer een formaat en druk nogmaals op Formaat.
5. Om een papier- of envelopformaat te selecteren, drukt u op Formaat, drukt u op de pijlknop
Omhoog of Omlaag om te bladeren, drukt u op een formaat en drukt u nogmaals op Formaat.
6. Selecteer OK.
7. Druk op de pijltoets Terug om terug te keren naar het vorige menu of druk op de knop
Startpagina Functies om terug te keren naar de Startpagina Functies.