Operation Manual

Bedieningspaneel
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
33
Auditron instellen
Auditron wordt gebruikt voor het bijhouden van facturering en het regelen van toegang tot printerfuncties
voor iedere gebruiker. De modus Auditron regelt toegang tot kopiƫren, scannen, faxen of afdrukken. Nadat
de modus Auditron is ingeschakeld, moet de gebruikers op de toets Aan-/afmelden drukken en vervolgens
hun gebruikers-ID invoeren om de printer te kunnen gebruiken.
Om Auditron te kunnen gebruiken, is het raadzaam om eerst gebruikersaccounts in te stellen. U kunt
maximaal 1000 gebruikersaccounts maken. De namen en ID's van de gebruikersaccounts voor
Auditron moeten uniek zijn.
Bij gebruikersaccounts moeten gebruikers-ID, gebruikersnaam, functietoegang en accountlimiet
worden opgegeven.
Opmerking: Voor het inschakelen van Auditron is de toegangscode van de
systeembeheerder vereist.
1. Druk op de toets Aan-/afmelden, voer de aanmeldingsgegevens van de systeembeheerder in en
druk vervolgens op de toets Apparaatstatus.
2. Raak op het aanraakscherm van de printer het tabblad Hulpprogramma's aan. Raak op het
volgende scherm Accountadministratie en vervolgens Type accountadministratie aan.
3. Raak op het volgende scherm Lokale accountadministratie en vervolgens Opslaan aan.
4. Druk op de toets Aan-/afmelden. Raak op het scherm Apparaat opnieuw starten de optie Nu
opnieuw starten aan. De printer wordt opnieuw gestart.
De modus Auditron is nu ingeschakeld.