Operation Manual

8 Afdrukken
160 Xerox CopyCentre/WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 Handleiding voor de gebruiker
PDF
Formulierlijn 211 5–128 (standaard: 64 of 60*): Geeft het aantal lijnen op een pagina aan.
* De standaardwaarde is [64] indien de standaardwaarde van het item 202/203 [4] is; [60] indien
de waarde voor 202/203 [23] is.
Afdruksets 212 1–999 (standaard: 1): Geeft het aantal afdruksets aan.
Beeldverbete-
ring
213 0: Uit
1: (Standard): Aan
Hiermee wordt ingesteld of de mode Beeldverbetering moet worden ingeschakeld.
Hex dump 214 0 (standaard): Uit
1: Aan
Hiermee wordt ingesteld of een hex dump moet worden ingesteld.
Conceptmode 215 0 (standaard): Uit
1: Aan
Hiermee wordt ingesteld of de Conceptmode moet worden ingeschakeld.
Inbinden 217 0 (standaard): LKE
1: KKE
Geeft aan welke rand van het papier moet worden ingebonden.
Regeleinde 218 0 (standaard): Uit
1: Add-LF (een LF wordt in een CR gewijzigd)
2: Add-CR (een CR wordt in een LF en FF gewijzigd)
3: CR-XX (een CR wordt in een LF en FF gewijzigd en LF in CR)
Parameter Item nr. Waarde
Parameter Item nr. Waarde
Afdruksets 401 1–999 (standaard: 1): Geeft het aantal afdruksets aan.
2-zijdig afdrukken 402 0 (standaard): Uit
1: LKE-inbinden
2: KKE-inbinden
Geeft aan welke rand van het papier moet worden ingebonden bij 2-zijdig afdrukken.
Mode Afdrukken 403 0 (standaard): Standaard
1: Snel
2: Hoge kwaliteit
Hiermee wordt de afdrukmode geselecteerd.
Sorteren 404 0 (standaard): Uit
1: Aan
Hiermee wordt aangegeven of sorteren moet worden ingesteld.
Papierformaat 406 0: Auto
1 (standaard): A4 of Letter
Hiermee wordt het papierformaat ingesteld.
Toegangscode Voer een toegangscode van maximaal 32 tekens in.