Operation Manual

Storingsdiagnosetabellen
Xerox CopyCentre/WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 Handleiding voor de gebruiker 349
Schaduwbeelden Controleer de kwaliteit van de originelen.
Indien er transparanten worden gebruikt,
selecteer dan [Transparanten] in
[Papiersoort]. Het apparaat past de
kwaliteit automatisch aan voor
transparanten.
Voer het document KKE in.
Vervang de afdrukmodule.
Bleke kopie Controleer de kwaliteit van de originelen.
Wanneer het beeld in de marges lichter is,
selecteert u op het aanraakscherm een
donkerdere instelling voor afdrukkwaliteit.
Vervang de afdrukmodule.
Variaties in volvlakken Controleer de kwaliteit van de originelen.
Selecteer [Lichter/donkerder] op het
aanraakscherm.
Vervang de afdrukmodule.
Beeldverlies Verklein, wanneer een document naar een
kleiner formaat wordt gekopieerd, het
beeld zodat het op het afdrukpapier past.
Indien u A4 (210 × 297 mm/8,5 × 11,0
inch) gebruikt, stelt u een kleiner
documentformaat in (bijvoorbeeld kopiëren
met 90% in plaats van 100%), of selecteert
u [Alles kopiëren] op het scherm
[Verkleinen/vergroten].
Selecteer [Auto-centreren] in
[Kantlijnverschuiving].
De afdrukken komen niet overeen met de
selecties die op het aanraakscherm zijn
gemaakt.
Selecteer [Opslaan] na iedere selectie op
het aanraakscherm, indien keuzes kunnen
worden gemaakt.
De afwerkeenheid stapelt de afdrukken niet
goed.
Controleer of de papierladegeleiders goed
tegen het papier geplaatst zijn.
Papier in de set is niet geniet. Controleer of de papierladegeleiders goed
tegen het papier geplaatst zijn.
Papier afgeleverd in de opvangbak is niet
goed gestapeld.
Draai de papierstapel in de lade om of
draai het van kop naar staart.
Probleem Aanbeveling